STADS
NIEUWS
MAANDAG 18 DECEMBER 1939
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Abonnenvmtsprijs: voor Lelden II
cent per week; 2.50 per kw&rtaaL
Bty onze a,|enten /O cent per wo#k;
f ft.60 per kwartaal. Franco per poat
2.95 per kwartaal. Geïllustreerd
Zondagsblad 0.50 per kwartaal.
Losse nummers 5 cent, met geïli
Zondagsblad 9 cent
Advertentiën: 80 cent per regel.
Ingezonden mededeelingen dubbel
tarief. Telefoontjes hoogstens 30
woorden, 50 cent per plaatsing, al*
léén Woensdag en Zaterdag.
HOE WORDT HET WEER 7
AANHOUDENDE VORST.
De Bilt seint:
Verwachting:
Voor het Zuiden: Temperatuur om het
vriespunt tot lichte vorst. Nevelig tot half
bewolkt of betrokken. Geen neerslag van
beteekenis. Meest matige Oostelijke wind.
Voor het Noorden: des nachts matige,
overdag lichte vorst. Nevelig tot helder of
halfbewolkt. Droog weer. Zwakke tot ma
tige Oostelijke wind.
De weerstoestand van hedenmorgen
7.20 uur:
Den Helder: lichtbewolkt, matige Ooste
lijke wind 5 gr. C.
Vlissingen: lichtbewolkt, matige O. N.
O. wind, 3 gr. C.
De Bilt: helder, matige O. N. O. wind 7
gr. C.
Groningen: helder matige Oostelijke wind
—8 graden C.
Maastricht: betrokken, zwakke Z. O.
wind, 0 gr. C.
BUITENLANDSCB WEEROVERZICHT.
Het gebied van hoogen luchtdruk, waar
van de kern Zaterdag over Zuid-Scandina-
vië en het Oostzeegebied lag, breidde zich
verder naar het Zuiden en Oosten uit en
nam daarbij nog in beteekenis toe. Thans
ligt de kern met luchtdruk waarden boven
1037 mbar over Noord-Roemenië,. terwijl
een rug zich naar Denemarken en het Noord
zeegebied uitstrekt. Onze omgeving bleef
daarbij onder den invloed van den aanvoer
van koude lucht uit het Oosten. In het
Noorden en Midden van ons land vroor
liet hedenmorgen 7 tot 8 graden. In het
Zuiden waren de temperaturen minder
laag, daar een wolkendek de nachtelijke
uitstraling belemmerde. Te Maastricht
was de temperatuur juist 0 graden. Over
het Iberisch Schiereiland ligt een depressie
van ongeveer 1002 mbar, die zich langzaam
in Noordelijke richting verplaatst. In dit
gebied werden zware regen gemeld, terwijl
op de hoogvlakten ook sneeuw voorkwam.
Onder invloed van dit minimum wordt over
België en het Zuiden van ons land iets
vochtiger lucht aangevoerd. Terwijl het
genoemde gebied van hoogen luchtdruk
zich meer naar het Zuiden verplaatste, trok
een stroom van depressies over Midden-
en Noord-Scandinavië naar het Oosten. Er
heerschen gisteren op de Noorsche kust
zware stormen, van veel neerslagverge
zeld. De aanvoer van warme Oceaanlucht
deed de vorst in Zuid-Noorwegen, met
uitzondering van enkele plaatsen, geheel
v'erdwijnen. Te Dombas steeg de tempe
ratuur sinds Zaterdag van 17 graden be
neden het vriespunt tot 3 graden erboven.
Achter de wegtrekkende depressies ont
wikkelde zich over Oost-Groenland een ge
bied van hoogen luchtdruk met luchtdruk
waarden boven 1030 mbar. Hier heerschen
temperaturen van ongeveer 22 graden on
der nul. Over de Poolzee stroomen koude
luchtmassa's naar het Zuiden, waardoor de
temperatuur op Noord-IJsland weer he
reden het vriespunt daalde.
LUCHTTEMPERATUUR
1.4 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.!
Van Maandagnamiddag 4.17 uur tot
Dinsdagmorgen 7.36 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 19 Dec
voorm. 8,10 en nam. 8.35 uur.
Maan op 12.05 uur Dinsdagmiddag.
Maan onder 1.10 uur Woensdagnacht.
INGEZONDEN STUKKEN
WETTELIJK GEREGELDE,
VERVROEGDE WINKELSLUITING.
Nog niet zoo heel lang geleden was het
algemeen gebruik de winkels om 11 uur
des avonds te sluiten.
Niet lang daarna volgde de winkelslui
ting te 10 ure, op de voet gevolgd door die
om 9 uur, terwijl thans de winkelsluiting
te 8 uur als wettelijk voorschrift geldt.
Het wil. den ondergeteekende vporko-
men, dat in verband met de groote span- J
ning, waaronder zoowel werkgevers als
werknemers tegenwoordig leven, het ten I
zeerste gewenscht is, om dat sluitingsuur I
Kweekelingen met acte
Nu zelfs minister Bolkestein blijkens
zijn Memorie van Antwoord in zake de
Onderwijsbegrooting niet van plan blijkt
in te grijpen ter onthalzing van het toch
feitelijk onwettig instituut der „kweeke-
ling met acte", wordt het toch werke
lijk hoog tijd, dat anderzijds getracht
wordt dit instituut het leven uit te bla
zen. Geschiedt dit niet dan staat te vree
zen, dat het steeds meer wortel zal schie
ten en dan mogelijk in onafzienbaren tijd
niet meer verdwijnen zal. Het is immers o
zoo verleidelijk goedkoope leerkrachten te
kunnen aanstellen, die wel volkomen be
voegd zijn, maar toch met een schijn-sala-
ris worden afgescheept, omdat men hen
wederrechtelijk „kweekeling met acte"
mag blijven noemen.
Wederrechtelijk. Immers: een kweeke
ling, die slaagt voor zijn onderwijzers-exa
men, houdt in datzelfde oogenblik op nog
langer kweekeling te zijn. Hij krijgt zijn
acte van bekwaamheid als onderwijzer en
is gerechtigd niet alleen den titel van
onderwijzer te voeren, maar ook als zoo
danig op te treden. En nu laat men hem
of haar nog jarenlang als kweekeling te
boek en voor de klas staan, zij het dan on
der bijvoeging „met acte".
't Is welbeschouwd treurig!
Hoe daaraan nu een einde te maken.
Het werd vroeger al in dit blad be
toogd: door in te stellen den rang van on
derwijzer 2e klasse onder toekenning
daaraan van een behoorlijk onderwijzers
salaris. Men wordt immers als onderwij
zer benut en heeft dus recht op een dien
overeenkomstig salaris.
In zoo'n tweede rang zit niets kleinee-
rends. We kennen immers reeds de 2e lui
tenants, de inspecteurs 2e klasse en wie er
nog meer van dien aard in de breede rijen
van ambtelijke functies mogen voorko
men. En niemand zal het in zijn hoofd
krijgen om een luitenant te laten' dienst
doen als „sergeant-majoor met een sterre
tje" of een inspecteur als „agent met een
lange sabel". Zij zijn dit eenvoudig niet
en daarmede uit!
Maar dan ook niet langer onderwijzers
verlaagd tot kweekeling. Zij zijn dit een
voudig niet en daarmede uit.
Hoe de salarieering van een onderwijzer
2e klasse moet wezen en aan welke
eischen een leerkracht moet voldoen om
le klasse te worden, kan en moet natuur
lijk nader worden geregeld. Men zou b.v.
voor de le klasse den eisch kunnen stel
len: bezit der hoofdacte of c.q. en
een zeker aantal practijk-jaren. Deze
eischen zouden niet onbillijk wezen, want
ieder zal toegeven, dat een pas geslaagd
onderwijzer als regel nog niet die waarde
heeft voor een klasse, welke een oudere
leerkracht kan verworven hebben.
Hoe men die opklimming wil regelen
kan intusschen nog overwogen worden,
maar een oogenblikkelijke eisch van recht
en billijkheid is, dat de ongelukkige
„kweekeling met acte" voorgoed uit de
scholen verdwijnt. Daarmede zal tevens
veel leed worden verzacht.
A. J. O.
Objectieve voorlichting
De „Maasbode" schrijft:
De „Telegraaf" brengt hulde aan de be
kwaamheid van minister Gerbrandy.
Dat is echter slechts een aanloopje om
te komen tot een dubbel doel: vooreerst
een aanval op de anti-revolutionaire par
tij, echter alleen met de nobele bedoeling,
om het verderfelijke van het partijstelsel
in het algemeen aan den kaak te stellen.
Natuurlijk: partij- of liever beginselloos
is veel gemakkelijker. Men kan dan b.v.
in 1918 naar de S.D.A.P. overwippen; als
de N.S.B. eenigen groei vertoont met deze
beweging gaan „liebauglen"; als een be
paald staatsman op een bepaald moment
als d figuur wordt beschouwd, dezen
hinderlijk met een al te opvallende be
langstelling gaan volgen.
Maar de bedoeling van de „Telegraaf'
ging nog verder: via minister Gerbrandy,
de antirevolutionairen, het partijstelsel
en.... Oss komt zij op het, niet door het
algemeen Nederlandsch recht, maar door
de geestelijkheid beheerde Brabant.
Ziezoo, die zit, denkt de „Telegraaf"; en
die goedzakken van Brabanders zullen me
toch wel blijven lezen.
Zouden we eigenlijk niet het best doen,
van een „politiek", die alle objectiviteit
mist, die de huik hangt naar alle momen
teel domineerende winden, maar zoo wei
nig mogelijk notitie te nemen, en, vooral
als katholiek, voor een dergelijke voor
lichting zoo beslist mogelijk te bedanken?
alsnog te vervroegen, b.v. to 7 uur of zelfs
tot 6 uur des avonds.
Hij is er tevens van overtuigd, dat elk
modern zakenman iets dergelijks zal toe
juichen, daar de voordeelen vele zijn en is
het onnoodig, om daaromtrent in details te
treden.
Ongetwijfeld sympathiseert ook U met
bovenvermelde gedachte en zou ik u der
halve beleefd in overweging willen geven
om daarvan te doen blijken, door die ge
dachte aan vier nf meer u bevriende rela
ties uit het winkelbedrijf te willen doorge
ven en tevens uw adhaesie door middel
van enkele woorden aan ondergeteekende
te betuigen.
Ook het nemen van andere maatregelen,
die voor het bereiken van het gestelde doel
bevorderlijk zijn, wordt beleefd in over
weging gegeven.
Het spreekt vanzelf, dat op de vele mede
werking van de firma Cycle Import met
haar 20 winkelbedrijven hier te lande kan
worden gerekend.
Cycle Import,
HERMAN J. DE WOLF.
HET ZILVEREN JUBILEUM VAN
MOEDER SEBASTIANA.
Het feest in het St. Elisabeth Ziekenhuis
herdacht.
Zaterdagavond en gisteren werd het
zilveren professiefeest gevierd van de
eerw. Moeder Sebastiana, overste der Cor-
tona-stichting en Huize „Elisabeth".
Wanneer we hier in korte trekken een
overzicht ook van deze herdenking moeten
geven, dan voelen we ons bijna verheven
tot het koor der engelen, die in de feest
cantate, de jubilaresse Zaterdagavond na
het Lof toegezongen, als volgt worden
uitgenoodigd:
„Zingt haar daden, zingt haar deugden",
„Zingt de glorie haar bereid".
Zoo inderdaad hebben wij de laatste
weken den lof van moeder Sebastiana mo
gen zingen en dat dit niet onverdiend was,
getuigt de feestelijke herdenking, welke
haar in de afgeloopen dagen is bereid.
Het stemde de jubilaresse tot groote
vreugde, dat pastoor Reijnen, met wien zij
zooveel in het belang van het ziekenhuis
heeft mogen doen, bereid was aan deze
herdenking deel te nemen en wederkeerig
gaf het pastoor Reijnen groote voldoening,
dat hij deel kon nemen, omdat, naar hij
verklaarde, zijn Leidsche jaren tot de ge
lukkigste van zijn leven behoorden.
Pastoor Reijnen deed te half zeven een
plechtig Lof, waarbij het koor der Zusters
op stemmig devote wijze de lofgezangen
vertolkten, terwijl de heer Abr. Martij n
aan het orgel zijn beste beentje voorzette.
Onder het Lof hield pastoor Reijnen een
feestpredicatie, welke, zooals vanzelf
spreekt, geheel op het zilveren feest van
moeaer Sebastiana was ingesteld.
Spr. begon met in herinnering te bren
gen hoe de patroon van de jubilaresse, de
H. Sebastianus onder Keizer Diocletiaan
om zijn geloof in den waren God werd ge
vangen genomen en met pijlen werd
doorboord. Later werd St. Sebastiaan
buiten de muren van Rome begraven op
de plaats waar zich thans de S. Sebas-
tiano bevindt. Daar was 'n begraafplaats,
waar niet slechts christenen, doch ook
heidenen werden begraven.
Deze passage uit het verhaal van het
leven en den dood van Sint Sebastianus
kwam bij spr. op, toen hij er over na
dacht hoe de Congregatie zich het lot der
St. Margarieta van Cortona Stichting had
aangetrokken en de jubilaresse tenslotte
daar overste werd.
Spr. schetste vervolgens het Werk van
moeder Sebastiana. Zonder haar werk in
de ziekenverpleging gering te schatten,
meende spr. toch wel te mogen zeggen,
dat haar werk na haar benoeming tot
overste van het St. Elisabeth Ziekenhuis
meer waardeering verdient. Er werd in
die jaren spr. weet zulks van zeer nabij
heel wat van de overste gevergd en het
moge waar zijn, dat allen samenwerkten,
de moeder-overste ving toch de pijlen op,
die van alle kanten op haar werden afge
schoten.
In dit verband ging pastoor Reijnen na
hoe het ziekenhuis zich geleidelijk uit
breidde èn in omvang van gebouwen èn
in aantal afdeelingen, welke steeds nieuwe
zorgen van de jubilaresse vroegen. En
haar grootste zorg ging wel uit naar de
inrichting der kapel, wier speciale ver
zorging haar bijzonder ter harte ging.
Het was spreker een vreugde op dezen
jubeldag aanwezig te mogen zijn en dit
feest mede te kunnen vieren, omdat het
een herinnering wakker riep aan zijn
Leidsche jaren, de gelukkigste van zijn
leven.
Na in welgekozen woorden de bijzon
dere verdiensten der jubilaresse zoowel
voor de huizen te Leiden als voor de Con
gregatie zelf te hebben geschetst, eindigde
pastoor Reijnen met den wensch, dat de
jubilaresse eens het verdiende hemelloon
voor al haar werken zal mogen ontvangen.
Na het Lof werd door het Zusterkoor
een feestcantate ten gehoore gebracht.
Gistermorgen werd de feestdag begon
nen met een plechtige Hoogmis, opge
dragen door den hoogeerw. heer deken A.
Homulle, met assistentie van den zeer-
eerw. heer pastoor R. Reijnen en den
weleerw. heer F. Bernefeld.
Het Zusterkoor voerde op verdienste
lijke wijze de Engelenmis van Ph. Loots
uit, aan het orgel begeleid door den heer
Abr. Martij n.
De huiselijke viering vond verder in
den intiemen kring der communauteit
plaats.
DE WINKELSLUITING OP DE A.S.
FEESTDAGEN.
De Commissaris van Politie maakt be
kend, dat alle winkels in het tijdvak van
18 tot en met 23 December a.s. tot 10 uur
des avonds geopend mogen zijn.
Het personeel van 18 jaar of ouder
mag gedurende dit tijdvak in winkels 11
uur per dag en 62 uur per week arbeid
verrichten.
Voor personeel beneden den
leeftijd van 18 jaar is geen verlen
ging van werktijd toegestaan.
Voorts mogen winkels waarin uitslui
tend of in hoofdzaak brood, banket, suiker
werk, chocolade, bloemen en planten wor
den verkocht op 24 en 31 December a.s.
van 8 uur des morgens tot 8 uur des
avonds geopend zijn, echter alleen voor
den verkoop van brood, banket, suiker
werk, chocolade, bloemen en planten.
Het personeel van 18 jaar of ouder
mag in deze winkels 14 uur werkzaam
zijn op 24 December en in winkels waar
in uitsluitend of in hoofdzaak brood, ban
ket, suikerwerk en chocolade wordt ver
kocht op 31 December 13 uur.
TEEKENINGEN VAN JO SPIER.
Tentoonstelling bij het 40-jarig bestaan
der Leidsche Kunstvereeniging.
Zaterdagmiddag is in de Lakenhal ter
gelegenheid van het 40-jarig bestaan der
Leidsche Kunstvereeniging een tentoon
stelling geopend van teekeningen van Jo
Sprier. De tentoonstelling werd geopend
door den voorzitter der vereeniging, mr.
J. Slagter, die de volgende rede hield.
Spr. begon het te zeggen, dat het heden
40 jaar geleden was, dat werd opgericht
de Leidsche Kunstvereeniging „Die Laec-
ken halle", sinds 1904 kortweg Leidsche
Kunstvereeniging genoemd. Oprichters wa
ren in 1899 de heeren A. C. Hartevelt, A.
H. Dros, dr. W. Martin, A. W. Sijthoff,
mr. Leembruggen, en de heeren Heintz,
Breuning en den Beer Poortugael.
Het bestuur heeft gemeend, dit feit we
gens de huidige tijdsomstandigheden wel
te moeten herdenken maar niet te moeten
vieren. Het heeft dan ook geen enkele
autoriteit voor deze herdenking uitgenoo
digd behalve de hierbij betrokken gemeen
telijke organen, zijnde de Lakencommissie
en het college van B. en W. van Leiden.
Immers de Leidsche Kunstvereeniging
geniet steeds de zeer gewaarde gastvrijheid
voor haar tentoonstellingen in de Laken
hal en spr. betuigde dan ook den dank van
het bestuur aan het Gemeentebestuur en
de Lakenhalcommissie voor deze mede
werking, en tevens aan den Directeur van
het museum en zijn personeel voor de
steeds gegeven hulp. Na ook de besturen
van „De Kunst om de kunst" en„ Ars
Aemula Naturae" te hebben begroet,
bracht spr. hulde aan de nog levende op
richters de heeren A. H. Dros en prof dr.
W. Martin en dankte in het bijzonder den
laatste voor den steun, die de L.K.V. steeds
heeft ondervonden van den heer Martin,
ook in diens kwaliteit van lid der Laken
halcommissie.
Tien jaren geleden herdacht de Leidsche
Kunstvereeniging in deze zelfde zalen haar
30-jarig bestaan en spr. mocht daarbij een
kort overzicht geven van de lotgevallen
der Ned. beelden kunst in de periode 1899
—1929. Het begin dier periode viel samen
met een uit Frankrijk gekomen reactie op
de conventioneel geworden tonalistische
schilderwijze. Toorop pointilleerde reeds
in 1897 en de trilling van het zonlicht spat
te van zijn palet. Al eerder, omstreeks
1895 had de grootste Leidsche meester
sinds de 17e eeuw, Floris Verster, zijn
kleur vernieuwd en laten zien, wat eigen
lijk coloriet is. Naast hem werkte Breitner
aan zijn machtige Amsterdamsche poëmen,
die nog altijd onbegrijpelijk zijn voor hen,
die daarin de weergave willen zien van de
werkelijkheid zooals die aan Jan-en alle
man bekend is. Isaac Israëls, de onfeilbare
waarnemer van het moment, was in de
kracht van zijn leven.
In de 30-jarige periode tot 1929 zagen
wij bovenal reactie op de verheerlijking
der alledaagsche werkelijkheid en een stre
ven naar het vertastbaren van diepere er
varingen in den mensch, een reactie die
ook in de beeldhouwkunst duidelijk werd.
Nu wij weer 10 jaren verder zijn, zien
wij het eigenaardig verschijnsel, dat ook
deze reactie een nieuwe reactie opleverde
en dat tal van schilders niet alleen van
de visueele werkelijkheid een indruk
trachten te geven, doch dat zij die in haar
details willen afbeelden en catalogiseeren,
details die ons alleen dan zouden interes
seeren, wanneer zij even zoovele schilder
kunstige waarden zouden opleveren. Aan
die waarden schort het vooralsnog bij de
meeste fijnsohilders in belangrijke mate.
Intusschen is dit slechts een groep.
Daarnaast zien wij een groote verschei
denheid van opvatting, wat tenslotte maar
gelukkig is. Wanneer de staat gaat uitma
ken wat kunst is en wat niet, gaat de kunst
dood.
Dat zich in de afgeloopen 10 jaar groote
nieuwe talenten hebben voorgedaan kun
nen wij niet zeggen: het is niet de jongste
generatie, welke in de beeldende kunst de
leiding heeft. Een zekere stiltstand is waar
te nemen; misschien is dat noodig om tot
een nieuwe spanning te komen.
In de afgeloopen 10 jaren hebben wij,
aldus spr. de voornaamste vertegenwoordi
gers onzer beeldende kunst gelegenheid tot
exposeeren gegeven en aan deze stad de
kans geboden met hun werk kennis te ma
ken. Ik noem de beeldhouwers Mendes da
Costa, Raedecker, Wenckebach, Wezelaar,
Zijl, van de schilders Jeanne Bieruma
Oosting, Gestel, van Herwijnen, Kelder,
Nijland, Jan Sluyters, Charley Toorop,
Matthieu Wiegman en Willink, van de pot
tenbakkers Chris Lanooy. Uit het buiten
land brachten wij een volledige tentoon
stelling van affiches van Cassandre en een
tentoonstelling van den Vlaamschen schil
der Permeke. Een tentoonstelling van ker
kelijke en religieuse kunst gaven wij, be
nevens een keur uit de collecties Kröller-
Müller en Bremmer.
Hier wilde spr. een woord van herden
king spreken voor Mevr. Kröller-Müller,
die hedenmorgen op de Hooge Veluwe ten
grave werd gedragen. Spr. wijdde enkele
woorden aan de door haar bijeengebrachte
belangrijke collectie, waaruit ook de L.K.
V. eenige jaren geleden een keuze mocht
doen voor een tentoonstelling.
Wij deden dit werk met de geringe mid
delen die ons ter beschikking staan, dank
zij vooral de trouwe steun van onze leden.
Zij zijn het tenslotte die ons in staat stel
len, dit werk te <ioen. En het is vandaag
stellig de dag om hen te danken voor hun
trouw en hun toewijding. Wij hebben
slechts één wensch; dat bij de ruim hon
derd leden nog een paar honderd nieuwe
zich voegen en dat wij eindelijk eens zul
len merken, dat Leiden inderdaad een stad
is en wel met een Universiteit. Dan ook
DE „GRAF SPEE" HEEFT ZICHZELF
TOT ZINKEN GEBRACHT OP DE REEDE
VAN MONTEVIDEO. DE OPVARENDEN
HADDEN HET SCHIP VERLATEN. (1ste
blad).
EEN BRITSCHE ONDERZEEER MELDT
EEN DUITSCHE KRUISER GETORPE
DEERD TE HEBBEN. (2de blad).
DE STRIJD DER FINNEN! (2de blad).
REDE VAN GRAAF CIANO. (2de blad).
Binnenland
HET EERSTE US MAAKTE REEDS
VERSCHILLENDE SLACHTOFFERS;
TWEE KINDEREN UIT ééN GEZIN BU
DOKKUM EN JONGEMAN TE ZAAN
DAM VERDRONKEN. (4e blad).
kunnen wij méér doen en belangrijke ex
posities geven, waarvoor nu het geld ont
breekt.
Het heeft ons, zoo vervolgde spr., genoe
gen gedaan, dat wij ons 40-jarig bestaan
konden herdenken met een tentoonstelling
van teekeningen van Jo Spier en dat deze
wanden gevuld zijn met grafisch werk, dat
niet alleen opmerkelijke grafische kwalitei
ten heeft, maar dat door zijn geest en zijn
humor de menschen in dezen tijd een
oogenblik tot vroolijker gedachten kan
stemmen. Spier's werk vertoont een zeer
eigen teekenkunst, die de karakteristiek
scherp en snel weet te vatten. Wie als hij,
ook werkt voor het dagbladbedrijf en voor
reclame, moet natuurlijk veel afdoen, waar
voor de bezieling niet altijd aanwezig is,
maar bezien wij zijn beste werk, dan vin
den wij daarin een graficus met een vaak
prachtig zwart en wit en een sierlijk, pé-
tillante lijn. Maar ook vinden wij in zijn
werk vaak het vermogen om een wereld
op te roepen door een enkel nuchter feit,
en om een samenhang of een contrast te
doen zien, waaraan wy nooit dachten.
Spier is een psycholoog en, in den waren
zin des woords, een humorist, een man van
dien humor, die ons het leven met een
glimlach doet begrijpen. Wie kon beter
dan hij het werk illustreeren van den
Leidschen student, die 100 jaar geleden de
humor van zijn proza legde op de gewre
ven mahoniehouten tafel der Holl'andsche
burgerij? Deze eeuwig-jonge Camera, nu
in haar 40sten drukeen onzer wanden
bevat een bloemlêzing uit Spier's illustra
ties moge ons, die vandaag, eveneens aan
het getal 40 denken, aanmoedigen, met op
gewektheid op onzen weg voort te gaan.
Zoo is het inderdaad. Een blik op de
wanden toont overduidelijk de geest van
Spier's werk; Dit werk heeft geest, die
misschien des te duidelijker uit de sierlijke
dunne lijnen te voorschijn treedt, naarma-
de de kunstenaar minder lijnen noodig had
om te zeggen, hetgeen hij te zeggen had.
Spier is overtuigend door zijn geest, om
dat hij met zoo weinig middelen zoo veel
weet te zeggen. Er ligt een glimlach in deze
teekeningen, die zich meedeelt. Hij schrijft
met lijnen, maar hij beschrijft even gemak
kelijk een manspersoon, die in heel zijn
karakter voor je staat ook al teekent hij
hem van achter gezien als een situatie
of een satyre op een gewoonte. Maar hy
is nooit hard. Iiemand, die zoo gracieus tee
kent, kan ook niet hard zijn.
Zoo zijn Spier's teekeningen, die vol
zijn van een glimlachende humor, een bron
van vreugde, welke ons rustiger kunnen
doen staan tegenover vele dingen, omdat
Spier de mensch boven zichzelf, zooals hy
hem ziet, weet te verheffen.
Zulk een tentoonsteling is vooral heden
de moeite waard. Zij blijft geopend tot o©
7 Januari.
KERSTVIERING K.J.M.V
ST, JOSEPHSGEZELLEN.
In de groote zaal van het Gezellenhuis
op het Rapenburg organiseerde de St. Jo-
sephsgezellenvereeniging in samenwerking
met de K.J.M.V. „St. Petrus Canisius" gis
terenavond een Kerstuitvoering, die be
halve ten aanzien van de medewerking
van de Sint Odo-Knapen o. 1. v. kapelaan
E. A. M. Paap, geheel door eigen krachten
verzorgd werd en uitstekend geslaagd mag
worden genoemd.
De Praeses der St. Josephsgezellenver
eeniging, kapelaan H. Schrama, opende
den avond met den christelijken groet en
'n inleidend woord over den Advent, waar
na de Odo-Knapen tezamen met de K.J.M.
V.-Zanggroep het „Rorate" op goede wijze
vertolkten. Kapelaan Schrama wees hier
na op den grooten rol, die Maria heeft ge
speeld in het Kerstgebeuren, waarmede te
vens eenige liederen en declamaties, be
trekking hebbende op den Advent, werden
ingeleid. Zoo zong het knapenkoor enkele
Duitsche Adventsliedjes, het gezellen-
zangkoor een Maria lied en zorgde de K.J.
M.V. voor enkele declamaties.
De Kerstherdenking werd geopend met
een inleiding van den Praeses en enkele
aardige liedjes door de Odo-Knapen en
werd na de pauze voortgezet met de uit
voering van een Kerstlied en het ten too-
neele brengen van een Kerstspel, beide
verzorgd door de Gezellen. Vcoral dit laat
ste, korte spel viel zeer in den smaak.
Kapelaan Schrama heeft aan het eind
van den avond nog gesproken over het ko
mende Kerstfeest, en allen, die meege
werkt hadden om deze kerstherdenking te
doen slagen, en niet het minst het muziek
gezelschap „Franz Schweitzer" o. 1. v. den
heer A'. Martijn, dat voor gepaste entre
acte-muziek zorgde, bedankt voor de moei
te welke zij zich bij het totstandbrengen
van dezen avond hebben getroost.