STADS NIEUWS MAANDAG 18 DECEMBER 1939 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Abonnenvmtsprijs: voor Lelden II cent per week; 2.50 per kw&rtaaL Bty onze a,|enten /O cent per wo#k; f ft.60 per kwartaal. Franco per poat 2.95 per kwartaal. Geïllustreerd Zondagsblad 0.50 per kwartaal. Losse nummers 5 cent, met geïli Zondagsblad 9 cent Advertentiën: 80 cent per regel. Ingezonden mededeelingen dubbel tarief. Telefoontjes hoogstens 30 woorden, 50 cent per plaatsing, al* léén Woensdag en Zaterdag. HOE WORDT HET WEER 7 AANHOUDENDE VORST. De Bilt seint: Verwachting: Voor het Zuiden: Temperatuur om het vriespunt tot lichte vorst. Nevelig tot half bewolkt of betrokken. Geen neerslag van beteekenis. Meest matige Oostelijke wind. Voor het Noorden: des nachts matige, overdag lichte vorst. Nevelig tot helder of halfbewolkt. Droog weer. Zwakke tot ma tige Oostelijke wind. De weerstoestand van hedenmorgen 7.20 uur: Den Helder: lichtbewolkt, matige Ooste lijke wind 5 gr. C. Vlissingen: lichtbewolkt, matige O. N. O. wind, 3 gr. C. De Bilt: helder, matige O. N. O. wind 7 gr. C. Groningen: helder matige Oostelijke wind —8 graden C. Maastricht: betrokken, zwakke Z. O. wind, 0 gr. C. BUITENLANDSCB WEEROVERZICHT. Het gebied van hoogen luchtdruk, waar van de kern Zaterdag over Zuid-Scandina- vië en het Oostzeegebied lag, breidde zich verder naar het Zuiden en Oosten uit en nam daarbij nog in beteekenis toe. Thans ligt de kern met luchtdruk waarden boven 1037 mbar over Noord-Roemenië,. terwijl een rug zich naar Denemarken en het Noord zeegebied uitstrekt. Onze omgeving bleef daarbij onder den invloed van den aanvoer van koude lucht uit het Oosten. In het Noorden en Midden van ons land vroor liet hedenmorgen 7 tot 8 graden. In het Zuiden waren de temperaturen minder laag, daar een wolkendek de nachtelijke uitstraling belemmerde. Te Maastricht was de temperatuur juist 0 graden. Over het Iberisch Schiereiland ligt een depressie van ongeveer 1002 mbar, die zich langzaam in Noordelijke richting verplaatst. In dit gebied werden zware regen gemeld, terwijl op de hoogvlakten ook sneeuw voorkwam. Onder invloed van dit minimum wordt over België en het Zuiden van ons land iets vochtiger lucht aangevoerd. Terwijl het genoemde gebied van hoogen luchtdruk zich meer naar het Zuiden verplaatste, trok een stroom van depressies over Midden- en Noord-Scandinavië naar het Oosten. Er heerschen gisteren op de Noorsche kust zware stormen, van veel neerslagverge zeld. De aanvoer van warme Oceaanlucht deed de vorst in Zuid-Noorwegen, met uitzondering van enkele plaatsen, geheel v'erdwijnen. Te Dombas steeg de tempe ratuur sinds Zaterdag van 17 graden be neden het vriespunt tot 3 graden erboven. Achter de wegtrekkende depressies ont wikkelde zich over Oost-Groenland een ge bied van hoogen luchtdruk met luchtdruk waarden boven 1030 mbar. Hier heerschen temperaturen van ongeveer 22 graden on der nul. Over de Poolzee stroomen koude luchtmassa's naar het Zuiden, waardoor de temperatuur op Noord-IJsland weer he reden het vriespunt daalde. LUCHTTEMPERATUUR 1.4 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.! Van Maandagnamiddag 4.17 uur tot Dinsdagmorgen 7.36 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 19 Dec voorm. 8,10 en nam. 8.35 uur. Maan op 12.05 uur Dinsdagmiddag. Maan onder 1.10 uur Woensdagnacht. INGEZONDEN STUKKEN WETTELIJK GEREGELDE, VERVROEGDE WINKELSLUITING. Nog niet zoo heel lang geleden was het algemeen gebruik de winkels om 11 uur des avonds te sluiten. Niet lang daarna volgde de winkelslui ting te 10 ure, op de voet gevolgd door die om 9 uur, terwijl thans de winkelsluiting te 8 uur als wettelijk voorschrift geldt. Het wil. den ondergeteekende vporko- men, dat in verband met de groote span- J ning, waaronder zoowel werkgevers als werknemers tegenwoordig leven, het ten I zeerste gewenscht is, om dat sluitingsuur I Kweekelingen met acte Nu zelfs minister Bolkestein blijkens zijn Memorie van Antwoord in zake de Onderwijsbegrooting niet van plan blijkt in te grijpen ter onthalzing van het toch feitelijk onwettig instituut der „kweeke- ling met acte", wordt het toch werke lijk hoog tijd, dat anderzijds getracht wordt dit instituut het leven uit te bla zen. Geschiedt dit niet dan staat te vree zen, dat het steeds meer wortel zal schie ten en dan mogelijk in onafzienbaren tijd niet meer verdwijnen zal. Het is immers o zoo verleidelijk goedkoope leerkrachten te kunnen aanstellen, die wel volkomen be voegd zijn, maar toch met een schijn-sala- ris worden afgescheept, omdat men hen wederrechtelijk „kweekeling met acte" mag blijven noemen. Wederrechtelijk. Immers: een kweeke ling, die slaagt voor zijn onderwijzers-exa men, houdt in datzelfde oogenblik op nog langer kweekeling te zijn. Hij krijgt zijn acte van bekwaamheid als onderwijzer en is gerechtigd niet alleen den titel van onderwijzer te voeren, maar ook als zoo danig op te treden. En nu laat men hem of haar nog jarenlang als kweekeling te boek en voor de klas staan, zij het dan on der bijvoeging „met acte". 't Is welbeschouwd treurig! Hoe daaraan nu een einde te maken. Het werd vroeger al in dit blad be toogd: door in te stellen den rang van on derwijzer 2e klasse onder toekenning daaraan van een behoorlijk onderwijzers salaris. Men wordt immers als onderwij zer benut en heeft dus recht op een dien overeenkomstig salaris. In zoo'n tweede rang zit niets kleinee- rends. We kennen immers reeds de 2e lui tenants, de inspecteurs 2e klasse en wie er nog meer van dien aard in de breede rijen van ambtelijke functies mogen voorko men. En niemand zal het in zijn hoofd krijgen om een luitenant te laten' dienst doen als „sergeant-majoor met een sterre tje" of een inspecteur als „agent met een lange sabel". Zij zijn dit eenvoudig niet en daarmede uit! Maar dan ook niet langer onderwijzers verlaagd tot kweekeling. Zij zijn dit een voudig niet en daarmede uit. Hoe de salarieering van een onderwijzer 2e klasse moet wezen en aan welke eischen een leerkracht moet voldoen om le klasse te worden, kan en moet natuur lijk nader worden geregeld. Men zou b.v. voor de le klasse den eisch kunnen stel len: bezit der hoofdacte of c.q. en een zeker aantal practijk-jaren. Deze eischen zouden niet onbillijk wezen, want ieder zal toegeven, dat een pas geslaagd onderwijzer als regel nog niet die waarde heeft voor een klasse, welke een oudere leerkracht kan verworven hebben. Hoe men die opklimming wil regelen kan intusschen nog overwogen worden, maar een oogenblikkelijke eisch van recht en billijkheid is, dat de ongelukkige „kweekeling met acte" voorgoed uit de scholen verdwijnt. Daarmede zal tevens veel leed worden verzacht. A. J. O. Objectieve voorlichting De „Maasbode" schrijft: De „Telegraaf" brengt hulde aan de be kwaamheid van minister Gerbrandy. Dat is echter slechts een aanloopje om te komen tot een dubbel doel: vooreerst een aanval op de anti-revolutionaire par tij, echter alleen met de nobele bedoeling, om het verderfelijke van het partijstelsel in het algemeen aan den kaak te stellen. Natuurlijk: partij- of liever beginselloos is veel gemakkelijker. Men kan dan b.v. in 1918 naar de S.D.A.P. overwippen; als de N.S.B. eenigen groei vertoont met deze beweging gaan „liebauglen"; als een be paald staatsman op een bepaald moment als d figuur wordt beschouwd, dezen hinderlijk met een al te opvallende be langstelling gaan volgen. Maar de bedoeling van de „Telegraaf' ging nog verder: via minister Gerbrandy, de antirevolutionairen, het partijstelsel en.... Oss komt zij op het, niet door het algemeen Nederlandsch recht, maar door de geestelijkheid beheerde Brabant. Ziezoo, die zit, denkt de „Telegraaf"; en die goedzakken van Brabanders zullen me toch wel blijven lezen. Zouden we eigenlijk niet het best doen, van een „politiek", die alle objectiviteit mist, die de huik hangt naar alle momen teel domineerende winden, maar zoo wei nig mogelijk notitie te nemen, en, vooral als katholiek, voor een dergelijke voor lichting zoo beslist mogelijk te bedanken? alsnog te vervroegen, b.v. to 7 uur of zelfs tot 6 uur des avonds. Hij is er tevens van overtuigd, dat elk modern zakenman iets dergelijks zal toe juichen, daar de voordeelen vele zijn en is het onnoodig, om daaromtrent in details te treden. Ongetwijfeld sympathiseert ook U met bovenvermelde gedachte en zou ik u der halve beleefd in overweging willen geven om daarvan te doen blijken, door die ge dachte aan vier nf meer u bevriende rela ties uit het winkelbedrijf te willen doorge ven en tevens uw adhaesie door middel van enkele woorden aan ondergeteekende te betuigen. Ook het nemen van andere maatregelen, die voor het bereiken van het gestelde doel bevorderlijk zijn, wordt beleefd in over weging gegeven. Het spreekt vanzelf, dat op de vele mede werking van de firma Cycle Import met haar 20 winkelbedrijven hier te lande kan worden gerekend. Cycle Import, HERMAN J. DE WOLF. HET ZILVEREN JUBILEUM VAN MOEDER SEBASTIANA. Het feest in het St. Elisabeth Ziekenhuis herdacht. Zaterdagavond en gisteren werd het zilveren professiefeest gevierd van de eerw. Moeder Sebastiana, overste der Cor- tona-stichting en Huize „Elisabeth". Wanneer we hier in korte trekken een overzicht ook van deze herdenking moeten geven, dan voelen we ons bijna verheven tot het koor der engelen, die in de feest cantate, de jubilaresse Zaterdagavond na het Lof toegezongen, als volgt worden uitgenoodigd: „Zingt haar daden, zingt haar deugden", „Zingt de glorie haar bereid". Zoo inderdaad hebben wij de laatste weken den lof van moeder Sebastiana mo gen zingen en dat dit niet onverdiend was, getuigt de feestelijke herdenking, welke haar in de afgeloopen dagen is bereid. Het stemde de jubilaresse tot groote vreugde, dat pastoor Reijnen, met wien zij zooveel in het belang van het ziekenhuis heeft mogen doen, bereid was aan deze herdenking deel te nemen en wederkeerig gaf het pastoor Reijnen groote voldoening, dat hij deel kon nemen, omdat, naar hij verklaarde, zijn Leidsche jaren tot de ge lukkigste van zijn leven behoorden. Pastoor Reijnen deed te half zeven een plechtig Lof, waarbij het koor der Zusters op stemmig devote wijze de lofgezangen vertolkten, terwijl de heer Abr. Martij n aan het orgel zijn beste beentje voorzette. Onder het Lof hield pastoor Reijnen een feestpredicatie, welke, zooals vanzelf spreekt, geheel op het zilveren feest van moeaer Sebastiana was ingesteld. Spr. begon met in herinnering te bren gen hoe de patroon van de jubilaresse, de H. Sebastianus onder Keizer Diocletiaan om zijn geloof in den waren God werd ge vangen genomen en met pijlen werd doorboord. Later werd St. Sebastiaan buiten de muren van Rome begraven op de plaats waar zich thans de S. Sebas- tiano bevindt. Daar was 'n begraafplaats, waar niet slechts christenen, doch ook heidenen werden begraven. Deze passage uit het verhaal van het leven en den dood van Sint Sebastianus kwam bij spr. op, toen hij er over na dacht hoe de Congregatie zich het lot der St. Margarieta van Cortona Stichting had aangetrokken en de jubilaresse tenslotte daar overste werd. Spr. schetste vervolgens het Werk van moeder Sebastiana. Zonder haar werk in de ziekenverpleging gering te schatten, meende spr. toch wel te mogen zeggen, dat haar werk na haar benoeming tot overste van het St. Elisabeth Ziekenhuis meer waardeering verdient. Er werd in die jaren spr. weet zulks van zeer nabij heel wat van de overste gevergd en het moge waar zijn, dat allen samenwerkten, de moeder-overste ving toch de pijlen op, die van alle kanten op haar werden afge schoten. In dit verband ging pastoor Reijnen na hoe het ziekenhuis zich geleidelijk uit breidde èn in omvang van gebouwen èn in aantal afdeelingen, welke steeds nieuwe zorgen van de jubilaresse vroegen. En haar grootste zorg ging wel uit naar de inrichting der kapel, wier speciale ver zorging haar bijzonder ter harte ging. Het was spreker een vreugde op dezen jubeldag aanwezig te mogen zijn en dit feest mede te kunnen vieren, omdat het een herinnering wakker riep aan zijn Leidsche jaren, de gelukkigste van zijn leven. Na in welgekozen woorden de bijzon dere verdiensten der jubilaresse zoowel voor de huizen te Leiden als voor de Con gregatie zelf te hebben geschetst, eindigde pastoor Reijnen met den wensch, dat de jubilaresse eens het verdiende hemelloon voor al haar werken zal mogen ontvangen. Na het Lof werd door het Zusterkoor een feestcantate ten gehoore gebracht. Gistermorgen werd de feestdag begon nen met een plechtige Hoogmis, opge dragen door den hoogeerw. heer deken A. Homulle, met assistentie van den zeer- eerw. heer pastoor R. Reijnen en den weleerw. heer F. Bernefeld. Het Zusterkoor voerde op verdienste lijke wijze de Engelenmis van Ph. Loots uit, aan het orgel begeleid door den heer Abr. Martij n. De huiselijke viering vond verder in den intiemen kring der communauteit plaats. DE WINKELSLUITING OP DE A.S. FEESTDAGEN. De Commissaris van Politie maakt be kend, dat alle winkels in het tijdvak van 18 tot en met 23 December a.s. tot 10 uur des avonds geopend mogen zijn. Het personeel van 18 jaar of ouder mag gedurende dit tijdvak in winkels 11 uur per dag en 62 uur per week arbeid verrichten. Voor personeel beneden den leeftijd van 18 jaar is geen verlen ging van werktijd toegestaan. Voorts mogen winkels waarin uitslui tend of in hoofdzaak brood, banket, suiker werk, chocolade, bloemen en planten wor den verkocht op 24 en 31 December a.s. van 8 uur des morgens tot 8 uur des avonds geopend zijn, echter alleen voor den verkoop van brood, banket, suiker werk, chocolade, bloemen en planten. Het personeel van 18 jaar of ouder mag in deze winkels 14 uur werkzaam zijn op 24 December en in winkels waar in uitsluitend of in hoofdzaak brood, ban ket, suikerwerk en chocolade wordt ver kocht op 31 December 13 uur. TEEKENINGEN VAN JO SPIER. Tentoonstelling bij het 40-jarig bestaan der Leidsche Kunstvereeniging. Zaterdagmiddag is in de Lakenhal ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan der Leidsche Kunstvereeniging een tentoon stelling geopend van teekeningen van Jo Sprier. De tentoonstelling werd geopend door den voorzitter der vereeniging, mr. J. Slagter, die de volgende rede hield. Spr. begon het te zeggen, dat het heden 40 jaar geleden was, dat werd opgericht de Leidsche Kunstvereeniging „Die Laec- ken halle", sinds 1904 kortweg Leidsche Kunstvereeniging genoemd. Oprichters wa ren in 1899 de heeren A. C. Hartevelt, A. H. Dros, dr. W. Martin, A. W. Sijthoff, mr. Leembruggen, en de heeren Heintz, Breuning en den Beer Poortugael. Het bestuur heeft gemeend, dit feit we gens de huidige tijdsomstandigheden wel te moeten herdenken maar niet te moeten vieren. Het heeft dan ook geen enkele autoriteit voor deze herdenking uitgenoo digd behalve de hierbij betrokken gemeen telijke organen, zijnde de Lakencommissie en het college van B. en W. van Leiden. Immers de Leidsche Kunstvereeniging geniet steeds de zeer gewaarde gastvrijheid voor haar tentoonstellingen in de Laken hal en spr. betuigde dan ook den dank van het bestuur aan het Gemeentebestuur en de Lakenhalcommissie voor deze mede werking, en tevens aan den Directeur van het museum en zijn personeel voor de steeds gegeven hulp. Na ook de besturen van „De Kunst om de kunst" en„ Ars Aemula Naturae" te hebben begroet, bracht spr. hulde aan de nog levende op richters de heeren A. H. Dros en prof dr. W. Martin en dankte in het bijzonder den laatste voor den steun, die de L.K.V. steeds heeft ondervonden van den heer Martin, ook in diens kwaliteit van lid der Laken halcommissie. Tien jaren geleden herdacht de Leidsche Kunstvereeniging in deze zelfde zalen haar 30-jarig bestaan en spr. mocht daarbij een kort overzicht geven van de lotgevallen der Ned. beelden kunst in de periode 1899 —1929. Het begin dier periode viel samen met een uit Frankrijk gekomen reactie op de conventioneel geworden tonalistische schilderwijze. Toorop pointilleerde reeds in 1897 en de trilling van het zonlicht spat te van zijn palet. Al eerder, omstreeks 1895 had de grootste Leidsche meester sinds de 17e eeuw, Floris Verster, zijn kleur vernieuwd en laten zien, wat eigen lijk coloriet is. Naast hem werkte Breitner aan zijn machtige Amsterdamsche poëmen, die nog altijd onbegrijpelijk zijn voor hen, die daarin de weergave willen zien van de werkelijkheid zooals die aan Jan-en alle man bekend is. Isaac Israëls, de onfeilbare waarnemer van het moment, was in de kracht van zijn leven. In de 30-jarige periode tot 1929 zagen wij bovenal reactie op de verheerlijking der alledaagsche werkelijkheid en een stre ven naar het vertastbaren van diepere er varingen in den mensch, een reactie die ook in de beeldhouwkunst duidelijk werd. Nu wij weer 10 jaren verder zijn, zien wij het eigenaardig verschijnsel, dat ook deze reactie een nieuwe reactie opleverde en dat tal van schilders niet alleen van de visueele werkelijkheid een indruk trachten te geven, doch dat zij die in haar details willen afbeelden en catalogiseeren, details die ons alleen dan zouden interes seeren, wanneer zij even zoovele schilder kunstige waarden zouden opleveren. Aan die waarden schort het vooralsnog bij de meeste fijnsohilders in belangrijke mate. Intusschen is dit slechts een groep. Daarnaast zien wij een groote verschei denheid van opvatting, wat tenslotte maar gelukkig is. Wanneer de staat gaat uitma ken wat kunst is en wat niet, gaat de kunst dood. Dat zich in de afgeloopen 10 jaar groote nieuwe talenten hebben voorgedaan kun nen wij niet zeggen: het is niet de jongste generatie, welke in de beeldende kunst de leiding heeft. Een zekere stiltstand is waar te nemen; misschien is dat noodig om tot een nieuwe spanning te komen. In de afgeloopen 10 jaren hebben wij, aldus spr. de voornaamste vertegenwoordi gers onzer beeldende kunst gelegenheid tot exposeeren gegeven en aan deze stad de kans geboden met hun werk kennis te ma ken. Ik noem de beeldhouwers Mendes da Costa, Raedecker, Wenckebach, Wezelaar, Zijl, van de schilders Jeanne Bieruma Oosting, Gestel, van Herwijnen, Kelder, Nijland, Jan Sluyters, Charley Toorop, Matthieu Wiegman en Willink, van de pot tenbakkers Chris Lanooy. Uit het buiten land brachten wij een volledige tentoon stelling van affiches van Cassandre en een tentoonstelling van den Vlaamschen schil der Permeke. Een tentoonstelling van ker kelijke en religieuse kunst gaven wij, be nevens een keur uit de collecties Kröller- Müller en Bremmer. Hier wilde spr. een woord van herden king spreken voor Mevr. Kröller-Müller, die hedenmorgen op de Hooge Veluwe ten grave werd gedragen. Spr. wijdde enkele woorden aan de door haar bijeengebrachte belangrijke collectie, waaruit ook de L.K. V. eenige jaren geleden een keuze mocht doen voor een tentoonstelling. Wij deden dit werk met de geringe mid delen die ons ter beschikking staan, dank zij vooral de trouwe steun van onze leden. Zij zijn het tenslotte die ons in staat stel len, dit werk te <ioen. En het is vandaag stellig de dag om hen te danken voor hun trouw en hun toewijding. Wij hebben slechts één wensch; dat bij de ruim hon derd leden nog een paar honderd nieuwe zich voegen en dat wij eindelijk eens zul len merken, dat Leiden inderdaad een stad is en wel met een Universiteit. Dan ook DE „GRAF SPEE" HEEFT ZICHZELF TOT ZINKEN GEBRACHT OP DE REEDE VAN MONTEVIDEO. DE OPVARENDEN HADDEN HET SCHIP VERLATEN. (1ste blad). EEN BRITSCHE ONDERZEEER MELDT EEN DUITSCHE KRUISER GETORPE DEERD TE HEBBEN. (2de blad). DE STRIJD DER FINNEN! (2de blad). REDE VAN GRAAF CIANO. (2de blad). Binnenland HET EERSTE US MAAKTE REEDS VERSCHILLENDE SLACHTOFFERS; TWEE KINDEREN UIT ééN GEZIN BU DOKKUM EN JONGEMAN TE ZAAN DAM VERDRONKEN. (4e blad). kunnen wij méér doen en belangrijke ex posities geven, waarvoor nu het geld ont breekt. Het heeft ons, zoo vervolgde spr., genoe gen gedaan, dat wij ons 40-jarig bestaan konden herdenken met een tentoonstelling van teekeningen van Jo Spier en dat deze wanden gevuld zijn met grafisch werk, dat niet alleen opmerkelijke grafische kwalitei ten heeft, maar dat door zijn geest en zijn humor de menschen in dezen tijd een oogenblik tot vroolijker gedachten kan stemmen. Spier's werk vertoont een zeer eigen teekenkunst, die de karakteristiek scherp en snel weet te vatten. Wie als hij, ook werkt voor het dagbladbedrijf en voor reclame, moet natuurlijk veel afdoen, waar voor de bezieling niet altijd aanwezig is, maar bezien wij zijn beste werk, dan vin den wij daarin een graficus met een vaak prachtig zwart en wit en een sierlijk, pé- tillante lijn. Maar ook vinden wij in zijn werk vaak het vermogen om een wereld op te roepen door een enkel nuchter feit, en om een samenhang of een contrast te doen zien, waaraan wy nooit dachten. Spier is een psycholoog en, in den waren zin des woords, een humorist, een man van dien humor, die ons het leven met een glimlach doet begrijpen. Wie kon beter dan hij het werk illustreeren van den Leidschen student, die 100 jaar geleden de humor van zijn proza legde op de gewre ven mahoniehouten tafel der Holl'andsche burgerij? Deze eeuwig-jonge Camera, nu in haar 40sten drukeen onzer wanden bevat een bloemlêzing uit Spier's illustra ties moge ons, die vandaag, eveneens aan het getal 40 denken, aanmoedigen, met op gewektheid op onzen weg voort te gaan. Zoo is het inderdaad. Een blik op de wanden toont overduidelijk de geest van Spier's werk; Dit werk heeft geest, die misschien des te duidelijker uit de sierlijke dunne lijnen te voorschijn treedt, naarma- de de kunstenaar minder lijnen noodig had om te zeggen, hetgeen hij te zeggen had. Spier is overtuigend door zijn geest, om dat hij met zoo weinig middelen zoo veel weet te zeggen. Er ligt een glimlach in deze teekeningen, die zich meedeelt. Hij schrijft met lijnen, maar hij beschrijft even gemak kelijk een manspersoon, die in heel zijn karakter voor je staat ook al teekent hij hem van achter gezien als een situatie of een satyre op een gewoonte. Maar hy is nooit hard. Iiemand, die zoo gracieus tee kent, kan ook niet hard zijn. Zoo zijn Spier's teekeningen, die vol zijn van een glimlachende humor, een bron van vreugde, welke ons rustiger kunnen doen staan tegenover vele dingen, omdat Spier de mensch boven zichzelf, zooals hy hem ziet, weet te verheffen. Zulk een tentoonsteling is vooral heden de moeite waard. Zij blijft geopend tot o© 7 Januari. KERSTVIERING K.J.M.V ST, JOSEPHSGEZELLEN. In de groote zaal van het Gezellenhuis op het Rapenburg organiseerde de St. Jo- sephsgezellenvereeniging in samenwerking met de K.J.M.V. „St. Petrus Canisius" gis terenavond een Kerstuitvoering, die be halve ten aanzien van de medewerking van de Sint Odo-Knapen o. 1. v. kapelaan E. A. M. Paap, geheel door eigen krachten verzorgd werd en uitstekend geslaagd mag worden genoemd. De Praeses der St. Josephsgezellenver eeniging, kapelaan H. Schrama, opende den avond met den christelijken groet en 'n inleidend woord over den Advent, waar na de Odo-Knapen tezamen met de K.J.M. V.-Zanggroep het „Rorate" op goede wijze vertolkten. Kapelaan Schrama wees hier na op den grooten rol, die Maria heeft ge speeld in het Kerstgebeuren, waarmede te vens eenige liederen en declamaties, be trekking hebbende op den Advent, werden ingeleid. Zoo zong het knapenkoor enkele Duitsche Adventsliedjes, het gezellen- zangkoor een Maria lied en zorgde de K.J. M.V. voor enkele declamaties. De Kerstherdenking werd geopend met een inleiding van den Praeses en enkele aardige liedjes door de Odo-Knapen en werd na de pauze voortgezet met de uit voering van een Kerstlied en het ten too- neele brengen van een Kerstspel, beide verzorgd door de Gezellen. Vcoral dit laat ste, korte spel viel zeer in den smaak. Kapelaan Schrama heeft aan het eind van den avond nog gesproken over het ko mende Kerstfeest, en allen, die meege werkt hadden om deze kerstherdenking te doen slagen, en niet het minst het muziek gezelschap „Franz Schweitzer" o. 1. v. den heer A'. Martijn, dat voor gepaste entre acte-muziek zorgde, bedankt voor de moei te welke zij zich bij het totstandbrengen van dezen avond hebben getroost.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 2