DE WINTER DOET ZIJN INTREDE IN ONS LAND. rkrie mannen en hun noodlot 3)e Êöidócfoe Gou/fccmt Koude-impressie op het Y in de hoofdstad Bij de warmte uitstralende kachelpijp aan boord van een lichter trachten de dekknechts even op verhaal te komen De verkeersagent heeft met de koude geen benijdenswaardig baantje. Oorklepjes ter bescherming tegen den guren wind komen hem zeer van pas Alle begin is moeilijk Mr. L H Roeters van Lennep heeft eervo' ontslag aangevraagd, als Olhcier van Justitie bij de Arrondissement*- rechtbank te Haarlem O. en O. Het ijsvermaak zal er zeker toe bijdragen, dat deze voor onze militairen zoo bekende klanken in populariteit zullen toenemen Even kijken of het .houdt". - Terwijl op enkele meters afstand de zwanen nog in open water zwemmen, probeeren jeugdige waaghalzen of de dunne ijslaag hun gewicht kan dragen FEUILLETON door A. J. HUISMAN. 61) Weer volgde een korte pauze; 'toen: „Bir.aies maakte het je niet gemakkelijk, hè Mc Girk? Hij was de baas en jullie te slim af. En hij pikte het leeuwenaandeel in van de plunderpartijen, die hij op touw zette, daar in zijn eenzaam huis. Geen wonder dat jij en Schenk er voor voelden om het zaakje zonder hem voort te zetten en tegelijkertijd mij uit den weg te rui men! Ik moest in het huis gesnapt worden bij het doode lichaam dat was de opzet Maariets ging verkeerd!" Mc Girk stiet een gesmoorden kreet van woede uit. Schenk had zich weer eenigs- zins hersteld. Er kwam weer kleur op zijn gezicht en hij had een meer nonchalante houding aangenomen. „Schei nu maar uit", grauwde hij „je kunt out niet eeuwig hier houden. Ik zal je hier wel voor krijgen, Barrett, en dan voor goed!" „Je vegist je, Schenk!" klonk het met tergende bedaardheid. „Je bende zal er aan gelooven nu en hier! De weg van het recht is lang en moeizaam. Waarom zoo lang op den electrischen stoel te wach ten?" „Dreigementen zijn goedkoop", mompelde Schenk. „Je was om Chesters geld niet eens bij zonder verlegen, toen je er bij Bindles op aan arong bij hem te laten inbreken, niet waar Schenk?" ging de diepe, onontkoom bare stem opnieuw voort. „Je wilde zijn dochter hebben! Je wist hoe Wj in het nauw zat en je wist ook dat de diefstal het nog heel wat moeilijker voor hem zou maken. Daarvoor had hij je zelf genoeg verteld. Zijn dochter moest de prijs van je hulp zijn, nietwaar? Maar ze stak een spaak in het wiel en Chester kreeg een hartver lamming van ellende. Nog een moord op je geweten, Schenk!" Schenk werd weer wit om zijn neus. Klets maar toe", snauwde hij; „mijn woord is evengoed als het jouwe. En je kunt niets bewijzen." Barrett knikte. „Dat is zoo. Dat kan ik niet. Dat com plot in Bindles huis dien nacht heeft mijn handen gebonden. Ik kan geen alibi geven want ik ben daar geweest. En je hebt ge daan wat je kon om de politie op mijn spoor te brengen. Ze zoeken mij nu, Schenk." „En of!" gilde Mc Girk plotseling. „En berg je maar op als ze je te pakken krij gen!" „Ik kan je niet in het openbaar aankla gen", vervolgde Barrett, zonder op Mc Girks interruptie in te gaan, maar ik zal je vertellen wat ik wèl kan doen. Ik kan zorgen dat ik nooit meer last heb van een van jullie drieën „Probeer dat maar" grauwde Mc Girk. Barretts arm ging een beetje hooger, tot de loop van zijn revolver, opgeheven naar de twee mannen, in één lijn was met zijn oog. „Het is heel eenvoudig", legde hij rustig uit, „maar ik wil jullie eerst vertellen waar om. Kijk als ze jullie met z*n drieën vinden, zal het het zooveelste onopgehel derde gevecht tusschen de leden van een bandietenbende zijn, waarin alle drie man nen elkaar vermoord hebben. Ik zal onze revolvers hier laten als stille getuigen." Er hing een met electriciteit geladen stil te Toen klonk het spannen van Barrets gevolver. „Je hebt het hart niet", hijgde Schenk opeens. O' Malley sloeg het tooneel met al zijn aandacht gade. Hij stond op het punt om tusschen beide te komen. Maar hij herin nerde zich Barretts waarschuwing om nie mand dood te schieten en de snelle bewe ging, die Barrett nu maakte, was te vlug, dat zijn oogen die konden volgen. Hij hoor de alleen de plotselinge knal van een re volver, die de zenuwschokkende stilte ver scheurde, en een angstkreet van Schenk. Het volgende oogenblik had hij de han den vol. Schenk was op den grond gevallen en wrong en kronkelde zich. Terwijl hij viel lieten Mc Girk en Bleekneus hun armen zakken, doken omlaag en schoten op O' Malley toe. De kamer was zoo klein, dat ze zich direct op hem stortten. O' Malley deed wat het meest natuurlijk was in de gegeven omstandigheden. Hij liet zy'n revolver vallen, stak snel zijn armen uit en greep Mc Girk met kracht in de keel. Door het geweld van zijn tegen aanval vloog Mc Girk achteruit en bonsde tegen Bleekneus op, met het gevolg, dat ze beiden op den vloer smakten. Terzelfder- tijd knalde Barretts revolver opnieuw en de kogel plofte in de planken voor him voeten. O' Malley bukte zich en raapte zijn re volver op. Onder de bedreiging der twee loopen brabbelden Mc Girk en Bleekneus overeind; volkomen gedwee hieven ze hun armen weer omhoog en liepen terug naar den versten hoek van het vertrek. Schenk wentelde zich nog op den grond; zijn bo venbeen met beide handen vasthoudend. Barrett ging langzaam op hem toe. „Het spijt me dat het eerste schot niet het effect had waarmee het bedoeld was, Schenk", zei hij koel, „want ik wilde je niet onnoodig laten lijden. Maar ik zal het nu beter doen. Bereid je voor!" Schenk hief zijn doodsbleek gezicht op, waarover tranen van pijn stroomden. „Wacht!" huilde hij, „schiet niet voor den tweeden keer! Ik zal bekennen! Ik zal alles doen wat je verlangt! Je kunt me niet in koelen bloede doodschieten!" Barrett ging achteruit en scheen te aar zelen. „Met O' Malley als getuige zal ik door een volledige bekentenis in het vervolg geen last meer van je hebben", gaf hij op nadenkenden toor. toe. „Ja, ja!" schreuwde Schenk, zich met in spanning half overeind werkend, „ik zal alles bekennen! En we zullen het je nooit meer lastig maken, Barrett, dat zweer ik je!" Barrett staarde op hem neer. „Je bekent hierbij, dat alles wat ik ge zegd heb, de waarheid is?" vroeg hij ein delijk. „Ja, ja, het is allemaal waar!" kreunde Schenk, zonder acht te slaan op het ge mompel van zijn handlangers. „Je hebt Chester bestolen en het plan in elkaar gezet dat Bleekneus Bindles zou vermoorden?" drong Barrett. „Ja!! Ja! Verdraaid, je hebt mijn been gebroken!" jammerde Schenk. „Bindles heeft de bende van de groene inktvlek georganiseerd", zette Barrett zijn onbarmhartig requisitoir voort. „Maar na dat Bleekneus hem doodgestoken had, werd jij de leider en nam het groene inktkussen mee naar huis, hè?" „Ja! Ja! Dat is zoo!" „Hoe was het je mogelijk al mijn gan gen na te gaan?" „Mc Girk huurde je broer, Hunt, af, om op je te letten en ons op de hoogte te hou den", vertelde Schenk. Een lichte schonk ging door Barett heen. Maar het volgend oogenblik was hij zichzelf weer meester en vroeg verder: „En je dacht dat ik het op jou gemunt had, nietwaar? Je dacht dat jij nu aan de beurt zou zijn, wat?" „Ja", kwam het benauwde antwoord. „Ik zag je bij Chester, even voordat O' Mal ley dien nacht de bibliotheek binnen kwam. Toen zorgden we, dat je naar Bind les' huis ging om zoo in de val te loopen. Ik veronderstelde dat ik de volgende zou zijn, als ik je niet tijdig uit den weg ruimde. „Ik begreep het", knikte Barrett grim mig; „het drietal dat mijn vader gerui- neerd heeft En nu ben jij alleen nog over, Schenk!" Met deze woorden deek Barrett een paar stappen achterwaarts en bracht zijn lin kerhand naar zb'r mond. „Schiet niet!" gilde Schenk in doodsangst Hij probeerde over den grond naar Barrett toe te kruipen. Maar eensklaps deed een schril fluiten van Barrett O' Malley naar de deur van de eetkamer snellen. In de volgende seconde werd hij met kracht op zij geduwd. Hij draaide zich om. Een po- litie-agent schoot langs hem heen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12