SPOORWEGONGEVAL
TE AMERSFOORT.
Tferie mannen en
hun noodlot
Sedert de débacle van de .Credit Anversois" blijven de deuren Landstorm m Nea indië <s .opgeweest' Het atzwaaien werd gevierd
»,n het bankgebouw gesloten ondanks het feit, dat velen de tradi„oneele .heele „esschen" in de oHicers-sociêteit te Beta»,,
zien komen melden, om te hooren, wat er van hun geld
geworden is
De strijd in Finland. De brandende overblijfselen van een Russisch oorlogs
vliegtuig, dat in de nabijheid van Helsinki werd neergeschoten
Bronislaw Huberman, die in den Haag eenige vioolconcerten zal geven,
tijdens de repetitie met het Residentie-orkest onder leiding van Frits
Schuurman
Bij den spoorwegovergang op den Kleiner. Koppel te Amers
foort werden Woensdag twee auto's door den trein gegrepen
waarvan er één in de Eem werd geworpen, waarbij de chauffeur
om het leven kwam. Het deerlijk gehavende voertuig wordt
op den wal getakeld
De overlevenden van een vernielden Duitschen onderzeeër
zijn door een Engelschen torpedojager aan boord genomen
en in een haven aan de Britsche Noordoost kust aan wal
qezet
Het goeoeren
transport over zee
gaat m deze dagen
van oorlog met de
grootste gevaren
gepaard Delading
van een behouden
in Engeland aan
gekomen schip
wrrit qelos»
FEUILLETON
door
A. J. HUISMAN,
r*T (Nadruk verboden).
52)
„Weet je waarom ze je gevangen hiel
den?" vroeg hij.
„Neen. Ik vroeg het hen, maar ze lach
ten alleen maar. Ze zeiden dat mij niets zbu
gebeuren als ik niet schreeuwde of pro
beerde weg te komen. Ze vertelden mü dat
ik zou worden vrijgelaten als my,, broer
me kwam halen. Maar dat .eek me een uit
vlucht." Claudia drukte plotseling zijn vin
gers. „Zou hij in de taxi hebben gezeten
straks? Wat dacht u?"
„Dat is niet uitgesloten. Wie zal het zeg
gen? We konden moeilijk het risico nemen
om dat te onderzoeken. Maar vertel eens,
hoe ben je daar in dat huis gekomen?"
„Dat ging gemakkelijk genoeg," ant
woordde Claudia met een somber lachtje.
„Toen ik thuiskwam lag er een telegram
voor mij: „Taxi komt je om zeven uur ha
len; heb je hulp noodig; kom alsjeblieft;
chauffeur weet waar," De onderteekening
was „Ward". Natuurlijk dacht ik er geen
oogenblik aan dat het van een ander dan
van mijn broer zou kunnen zijn. Het was
juist zeven uur toen ik het las en ik ging
direct naar beneden. Een taxi wachtte v< or
de deur. Ik had den chauffeur nooit eerder
gezien. Hy vroeg mij of ik miss Hunt was
en toen ik dat bevestigde, opende hij het
portier voor mij. Ik stapte in en we reden
weg."
„Heb je hem niets gevraagd??"
„O ja. Maar hij vertelde alleen dat mijn
broer gezond en wel was en in Brooklyn
op me wachtte. Toen we halverwege waren
zei hij dat mijn broer' wilde dat ik eerst
ging eten en hij stopte aan een restaurant.
Dat kwam me vreemd voor, omdat ik even
goed thuis of met Ward samen had kunnen
eten. Maar de man zei dat mr. Barrett op
het laatste moment opgehouden was. Ik
stapte uit en at eerst in m'n eentje. De
chauffeur wachttf tot ik buiten kwam.
Daarop reed hij me naar dat ellendige huis
je, ik stapte uit en liep als een lam naar
binnen. Die twee afschuwelijke kerels
grepen me, trokken me mee naar boven en
sloten me gedurende den nacht in een slaap
kamer op. Ik dacht er eerst over een ven
ster open te breken, want het was dicht
gespijkerd. Maar ze zeiden dat een van
hen bij me in de kamer zou blijven als ik
probeerde weg te komen. Dus deed ik
dat niet."
„Hebben. hebben ze je geslagen?"
Claudia huiverde en schoof dichterbij,
tot haar schouder dien van O' Malley even
raakte.
„Neen. Tot vanavond ging het. Ik was te
veel van streek om te ontbijten, 's Middags
at ik een kleinigheid, maar vanavond kon
ik niets naar binnen krijgen en ze dreig
den mij te
„Ja, dat heb ik gedeeltelijk gehoord,"
viel O' Malley haar in de rede en zijn stem
trilde van ziedende verontwaardiging.
„Probeer dat te vergeten. Ze hebben hun
loon beet. En er staat nog meer voor ze in
het vet!" voegde hij er grimmig by.
„Ze wilden juist beginnen me te slaan."
Weer huiverde Claudia bij de herinne
ring. „U was net op tijd, mr. O' Malley!"
„Terrance", verbeterde O' Malley.
„Terry dan", lachte ze.
„Ja", vervolgde O' Malley en zijn toon
verried niet alleen voldoening over zijn
afstraffing aan de twee schavuiten, maar
ook om het feit dat het ijs nu tusschen hen
gebroken was; „daar hebben ze wat voor
terug gehad. En nu heb ik je iets te ver
tellen. Ik heb je brier, Ward Barrett ge
sproken."
Claudia's vingers klemden zich om de
zijne.
„Heusch? O waneer? En waar? Is het
goed met hem?"
O' Malley grinnikte bij de herinnering.
„O, het was best met hem. Toen ik thuis
kwam, zat hij op mij te wachten. Hij dacht
dat ik je ontvoerd nad!"
„Neen toch!" riep Claudia. „Waarom dacht
hij dat in vredesnaam?"
„Ik vermoed, dat hij te weten gekomen
is hoeveel ik van je houd!" waagde O' Mal
ley op te merken.
Claudia negeerde deze opmerking. Maar
het leek hem toe, dat de druk van haar
vingers iets steviger was.
„Hij zei later dat hij het zelf eigenlijk
niet geloofd had", vervolgde O' Malley.
„Hij had het gehoopt eigenlijk, omdae, als
ik het niet gedaan had, het veel erger zou
zijn."
„Maar waarom is hij niet...." Claudia
biak eensklaps af.
„Waarom hij je niet is komen zoeken? Hij
had geen flauw idee waar je kon zyn en
bovendien had hij gisteravond iets drin
gends te doen. Ik tast wat die heele ver
wikkelde, geheimzinnige geschiedenis be
treft, nog absoluut in het duister, maar on
danks alles geloof ik niet dat Barret...."
Nu was het O' Malley's beurt om be
schaamd af te breken.
„O, daar ben ik blij om!" riep Claudia
uit. „Maar toch begrijp ik niet waarom hij
niet gekomen is."
„De zaak zit zóó, legde O' Malley uit.
,.We hadden beiden het vermoeden dat Mc
Girk de hand had gehad in de ontvoering.
Ik slaagde er namelijk in een tweede brief
te lezen, dien Mc Girk in zijn bezit had.
Daar stoitd je naam in en het uur waarop
je verdwenen bent. Ik wist waar Mc Girk
uithing, dus volgde iK hem tot dat huisje
en vond jou."
„Een tweede brief?" vroeg Claudia
nieuwsgierig.
„Ja", bevestigde O' Malley. „En luister
eens, lievling ik bedoel Claudia ik sta
nu heelemaal aan Barretts kant. Voor een
deel komt dat doordat ik in hem geloof om
dat jij het doet. Maar ik zou graag willen
dat je me vertelde wat er dien avond in
zijn kantoor is voorgevallen. Ik wil hem
helpen als ik kan; ik geloof namelijk dat hij
iu een of ander afschuwelijk net verward
zit. Maar ik zou hem beter kunnen helpen
als ik wat meer wist. Ik zal je eerst iets
vertellen om je van mijn goede trouw te
overtuigen. Ik heb dien eersten brief ge
lezen, voor ik hem dien gaf. Ik had rede
nen om hem te verdenken in verband met
iets dat goede vrienden van mij overko
men is. Ik heb hem ook gezegd dat ik den
brief heb gelezen. Het was een mededee-
ling in code, maar ik heb die laten ontcij
feren. En die was hoogst gevaarlijk
voor hem."
Claudia was een oogenblik stil.
„Stond er in dat.dat hij iets was dat
hy niet moest zijn?" vroeg ze aarzelend.
„Juist!" grijnsde O' Malley.
„Nu", hernam Claudia na een kleine pau
ze, „onder deze omstandigheden zie ik niet
in dat het kwaad kan, je te vertellen, wat
er in zijn kantoor gebeurd is dien avond,
dat je mij uit de handen van dat afschu
welijke tweetal hebt gered. Het zit zóó: er
was dien morgen een broef voor mijn
broer bezorgd. Toevallig raakte die onder
mijn post verzeild. Ik las mijn bierven eerst
na het ontbijt, toen Ward al weg was. Ik
telefoneerde hem dat ik in den middag bij
hem zou komen en den brief meebrengen.
Hij zei, dat het goed was. Maar ik vergat
het heelemaal tot na den eten, toen ik van
Julian was weggegaan en weer thuiskwam
om een paar brieven te schrijven. Het
dienstmeisje was uit daarom aten we
in dat restaurant.
Ik had zoo het land over mijn vergéet-
achtigheid, dat ik direct weer wegging en
een bus pakte naar Wards kantoor. Hij had
mij gezegd, dat hy laat bleef werken.
De liften in het gebouw komen uit in de
personeel-kantoren. Daar was niemand
meer en het was er bijna donker. Dus ik
ging direct door, naar zijn 'privé-kantoor.
Maar ik wilde hem verrassen, daarom liep
ik zacht. Toen ik bij de deur kwam, hoor
de ik stemmen en ik merkte, dat er een
man bij hem was. Natuurlijk aarzelde ik.
De man was Mc Girk, hoewel ik pas gis
teravond zijn naam gehoord heb."
„Heb je gehoord wat ze zeiden?" infor
meerde C' Malley. „Ik geloof overigens
wel dat ik het raden kan."
(Wordt vervolgd).