fDe atidetpatig, aan
de „Spaarndam
De ramp van de
„Sliedrecht"
Vijf opvarenden
vonden den dood
Wilt U iets weten?
DINSDAG 28 NOVEMBER 1339
DE LE'DSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 11
Op twee ml|l afstand werd
de schok van de ont
ploffing gevoeld
Volgens opgave van het Departement
van Buitenlandsche Zaken aan de Holland-
Amerika Lijn, zijn bij de scheepsramp van
het s.s. „Spaarndam" vijf personen om het
leven gekomen, n.l. vier leden der beman
ning en de eenige vrouwelijke passagier.
De slachtoffers zijn: Dirk Hendrik de
Boer, steward, gebo'ren 23 Mei 1917; Wil*
lem van der Vis, steward, geboren 24
Januari 1920; mevr. Steffen-Gobel, passa-
giere.
Deze drie personen zijn om het leven
gekomen aan boord van het getroffen
schip. Aan boord van het reddingsvaartuig
zijn overleden de matroos Johan Cornells
Mikkelsen, geboren 30 Augustus 1921 en
Lubertus Luchtenborg, chef-hofmeester,
geboren 15 Jiili 1877.
De geredden aan land gebracht.
Bij de Bolland-Amerika Lijn is in den
laten middag van haar agent uit Londen
bericht ontvangen, dat de geredden in
goede conditie aan land zijn gebracht.
Maatregelen zijn getroffen om hen zoo
spoedig mogelijk naar Londen te laten
vertrekken.
Nader is gebleken, dat drie der slacht
offers verdronken zijn, n.l. de hofmeester
de heer de Boer en W. van der Vis en
mevrouw Steffen-Gobel. De matroos Mik
kelsen schijnt reeds aan boord van de
„Spaarndam" te zijn gedood.
Slechts het stoffelijk overschot van den
chef-hofmeester L.- Luchtenborg, die aan
boord van het reddingsvaartuig aan zijn
verwondingen bezweken is, is aan wal ge
bracht.
Toen de opvarenden van de „Spaarn
dam" gisteravond in Londen aankwamen,
hadden de meesten hunner weinig meer
bij zich dan de kleeren, die zij droegen. De
officieren vertelden, hoe de bemanning
na de ontploffing van de mijn was aange
treden op het sloependek met de zwem
vesten aan. Een reddingboot met ongeveer
acht personen liep vol bij het te water
laten en vier of vijf der inzittenden kwa
men in zee terecht, o.m. de eenige vrouwe
lijke passagier, de 74-jarige mevrouw
Steffen.
In het hotel, waar de bemanning werd
ondergebracht, ontmoetten de schipbreuke
lingen nog een aantal overlevenden van de
„Simon Bolivar". Zij werden verwelkomd
door vertegenwoordigers der reederij en
der Nederlandsche kolonie in Londen, die
hen geluk wenschten met hun redding.
De 63-jarige matroos P. Penning ver
telde nog hoe de mijn vlak onder het
voorschip tot explosie was gekomen en
het voorste deel van het schip geheel ver
nield had. Penning was een van de per*
sonen die in zee vielen, toen de bovenge
noemde reddingboot volliep. Hij wist ech
ter naar het schip terug te zwemmen en
langs een touwladder aan boord te klim
men. Hij vond toen weer een plaats in een
tweede reddingboot, die neergelaten werd.
De stoker Oudenaarden, een man van
middelbaren leeftijd, vertelde, dat hij in
de stookruimte stond, toen de mijn ont
plofte. Er ontstond een verschrikkelijk ge
kraak en alles leek om mij neer te komen.
Toen ik aan dek kwam, zag ik een jongen,
die verschrikkelijke hoofdwonden had ge
kregen. Hij was klaarblijkelijk dood. Ik
ging in een reddingboot en wij zwalkten
twee uur rond op het wilde water, voor
wij opgepikt werden.
In de zaal, waar de geredden den avond
maaltijd gebruikten, had men de portret
ten opgehangen van Koningin Wilhelmina,
prinses Juliana, prins Bernhard en wijlen
Koningin Emma. Alle overlevenden prezen
de rust en kalmte, waarmede de gezag
voerder en officieren hun bevelen gaven.
Omtrent den dood van mevr. Steffen
vernemen wij ten slotte nog, dat men ge
looft, dat zij aan hartzwakte overleden is,
toen zij in het water was gevallen.
De radio-telegrafist G. H. van den Berg,
heeft over het vergaan van de „Spaarn
dam" nog het volgende verteld:
Ik lag te rusten in mijn hut toen de ont
ploffing kwam en ik werd ongeveer een
meter omhoog geslingerd, de telefoonver
binding met de brug wao verbroken en de
voornaamste antenne sloeg neer. De nood-
antenne, die van een der masten af loopt,
bleef echter intact. Ik kon dus S.O.S.-sig-
nalep geven en mededeelen, dat wij op
een mijn waren geloopen. Ik kreeg onze
positie van den stuurman en seinde die
uit. Vten kreeg ik bevel in de reddingboot
te gaan. De stuurman inspecteerde de
voorste ruimten en wij konden het water
hooren binnenstroomen. Het schip liep
langzaam vol en zonk. Het was koud en
er stond een snerpende wind. Wij hadden
het schip in ongeveer tien minuten ver
laten en waren niet langer dan een half
uur in de booten geweest, toen wij gered
werden door een loodskotter. De beman
ning van den loodskotter stond er ver
baasd over, dat er zoo velen gered waren.
Zij vertelden den schipbreukelingen, dat
zij, ofschoon zij met hun kotter op twee
mijl afstand lagen van de „Spaarndam",
toen de ontploffing zich voordeed, zij den
schok gevoeld hadden.
United Press weet uit Londen nog de
volgende bijzonderheden te melden
Kruisverbandjes en hechtpleisters wezen
op de kleine verwondingen, die de over
levenden van de ramp daarbij hadden op-
geloopen.
Volgens hun meening zijn de vier leden
van de bemanning, die omgekomen zijn,
n.l. de eerste steward, de steward van de
officieren en de 'steward van de machinis
ten, benevens de koksjongen gedood door
de rondvliegende stukken metaal, terwijl
mevrouw Steffens óf verdronken is óf ge
storven tengevolge van een hartverlam
ming.
De explosie had direct plaats onder het
voordek en schudde het schip hevig heen
en weer, waarna het met een hevig gekraak
van voren in tweeën gescheurd werd. De
radio werd door de explosie verbrijzeld,
waarop de machinist het S.O.S. uitzond op
de wijze, waarop dat by noodgevallen ge
bruikelijk is.
Mevr. Steffen bevond zich in den salon,
toen de explosie plaats had. Zij liep heen
en weer en riep, dat zij haar bezittingen
bijeen wilde pakken, waarop zij weer op
het dek verscheen en met 7 of 8 anderen
in een van de reddingbooten werd ge
plaatst. Echter toen deze te water gelaten
werd, spoelde een groote golf drie per
sonen uit de boot o.w. mevr. Steffen.
De 18-jarige steward De Boer heeft nog
getracht haar te redden, toen zij door een
zware zee uit de reddingboot was wegge
spoeld- De Boer vertelde daaromtrent:
„mevrouw Steffen was nog geen twee
meter ver weg en riep om hulp, ik pakte
haar en trachtte haar hoofd boven water
te houden, zij worstelde, doch tenslotte
werd zij door den zeegang weggetrokken.
Het eenige wat ik kon doen, was terug
naar de boot te zwemmen."
Hoe de overblijvende twee van de vijf
verongelukte se' ipbreukelingen zün om
gekomen, viel uit de eenigszins tegenstrij
dige verhalen van de geredden niet precies
op te maken. Wel staat vast, dat zij ver
dronken zijn.
Het schip In vlammen.
Een later telegram van United Press
meldt, dat de „Spaarndam" nog niet is ge
zonken. Het schip brandde evenwel als
een fakkel. De vlammenzuilen kon men
van het stand af de lucht in zien schieten.
In deze omstandigheden is de hoop, dat
het schip nog zou kunnen worden behou
den wel op te geven.
Na de ontploffing van de mijn is de
voorsteven van de „Spaarndam" gedeelte
lijk onder water komen te zitten.
Kort vóór middernacht is aan boord
brand uitgebroken en binnen enkele minu
ten stond het geheele schip in lichter laaie.
Een reddingboot en de bemanning van
drie motorbooten wilde nog pogingen in
het werk stellen om het vuur te blusschen
maar men moest tot de overtuiging komen,
dat er géén redding aan was.
Een groot aantal toeschouwers, die in
meer dan honderd auto's naar deze plek
waren gekomen, klommen op de rotsen
om getuige te zün van het machtige
schouwspel, hoe de vlammen de „Spaarn
dam" verteerden.
De voorzorgsmaatregelen van den
kapitein.
De kapitein, die reeds 27 jaar in de vaart
is, vertelde nog aan een corr. van hel
„Vad.", dat de betrekkelijk goede afloop
van het geval gedeeltelik te danken is aan
de voorzorgsmaatregelen, die voor het ver
trek uit Tilbury waren genomen. Niet
alleen had hij order gegeven, dat niemand
zich gedurende de reis door het gevaar
lijke gebied op het voordek mocht bege
ven, maar ook had hij de ruiten van de
officiershutten op de brug met strepen pa
pier laten beplakken. Daardoor is het te
verklaren, dat er bij de geweldige ontplof
fing onder de verschillende officieren, die
zich op de brug bevonden, geen gewonden
zün gevallen.
Hoe krachtig de ontploffing is geweest,
vervolgde de kapitein, moge blijken uit het
feit, dat er over de heele hoogte van het
voorschip een overlangsche scheur is ge
slagen. Niettemin behoeft het schip nog
niet geheel opgegeven te worden. Het staat
nog niet vast of het ook werkelük in
tweeën te gebroken en daar het in ondiep
water is gezonken, is de mogelükheid van
berging niet uitgesloten. Een deel van het
schip steekt namelijk nog boven water uit.
De kapitein verwacht dan ook binnenkort
weer naar de plaats van de ramp terug te
keeren, om hieromtrent, in overleg met
zyn maatschappij, nader onderzoek te doen.
De „Spaarndam" nog drijvende.
Bü bet aanbreken van den dag was de
„Spaarndam" nog stijds drijvende. Het
schip brandde van voor- tot achtersteven.
De vermiste leden der be
manning als verleen
beschouwd
Tenzij zij opgepikt zijn door
een onbekend schip
Volgens bü de reederü van het m. s.
„Sliedrecht" ontvangen rapporten, bleef
het zoeken met vliegtuigen gedurende de
laatste dagen zonder eenig resultaat.
Men heeft tot zün diep leedwezen moe
ten besluiten, op advies van tot oordeelen
bevoegde Engelsche deskundigen, het
zoeken te staken.
De eenige hoop op redding blijft de
mogelükheid, dat de vermisten aan boord
zün genomen door een voorbüvarend
schip, dat geen radiobericht kan of mag
uitzenden.
TRAGIEK ROND DE „SIMON BOLIVAR"
Als gered gemeld en nu toch vermist.
De vorige week stond op een der lüsten
van geredden van de „Simon Bolivar" de
naam van den bediende Engel Koper uit
Zandvoort. Het bericht verwekte te Zand-
voort veel vreugde en de jonge echtgenoo-
te, die slechts vier dagen met hem ge
trouwd was, werd overladen met geluk-
wenschen bloemstukken, meldt de „Tel.".
Toen de familie echter nadere gegevens
wilde hebben, bleek, dat men geen contact
met den geredde kon krügen. Nu volgden
weer spannende dagen. Men ging op infor
matie uit, dpch gisteravond werd de fami
lie door de K N.S.M. verwittigd, dat Engel
Koper alsncg tot de vermisten gerekend
moet worden.
DE BRAND OP DE „SLOTERDIJK".
Omtrent den brand aan boord van het
te Odense voor rekening van de Holland-
Amerika Lyn in aanbouw zijnde motor
schip „Sloterdük", verneemt het „Vad."
nog, dat, volgens bericht van de deskun
digen der reederü, een vertraging in den
bouw zal ontstaan, van vermoedelük een
maand. Zooals gemeld, was het de aanvan-
kelüke verwachting, dat het schip over
een maand gereed zou zün.
De door den brand aangerichte schade
komt geheel ten laste van de werf. Zoo
lang een nieuw schip nog niet officieel
door de reederü is overgenomen, is deze
ook niet aansprakelük vcor eenige even-
tueele schade.
BELGISCHE SLEEPBOOT MET
GEBROKEN KRUKAS.
Behouden te Dinteloord binnengebracht.
Gistermiddag omstreeks twee uur dreef
tüdens den Zuidwesterstorm de Belgische
sleepboot „Duo" uit Gent met gebroken
krukas op het Volkerak rond. Op de nood
signalen, welke het schip uitzond, kwam
de veerboot van de reedery van der
Schuyt, varende van Ooltgensplaat naar
Dinteloord, te hulp. De opvarenden van
deze boot slaagden er in een verbinding
met het in nood verkeerende schip tot
stand te brengen, doch de trossen braken.
Later gelukte het evenwel de verbinding
te herstellen, waarna de „Duo" de haven
van Dinteloord kon worden binnen ge
sleept. De vier leden der bemanning waren
aan boord van de sleepboot gebleven.
AANGESPOELDE MIJNEN.
Twee kilometer ten noorden van Eg-
mond aan Zee zün twee mijnen aange
spoeld.
Eveneens zün van Bergen aan Zee tot
den Helder zes münen aangespoeld.
Uit de Cocksdorp wordt gemeld, dat ook
op Texel enkele münen zün aangespoeld
en op het strand tot ontploffing gekomen.
Vlak bij Oude Schild sloeg een mün tegen
den dük, waardoor een groot gat ontstond.
In het dorp braken vele ruiten.
Tusschen twee palen waren alle tele
foondraden vernield. Men vermoedt, dat
dit op rekening moet worden geschreven
van een door den storm voortgedreven
kabelballon. Het telefoonverkeer met den
vasten wal was hierdoor verbroken.
Uit Egmond aan Zee wordt gemeld; Van
nacht zün van Kamperduin tot Castricum
zeven mijnen aangespoeld en wel een te
Egmond aan Zee, twee te Bergen aan Zee,
twee te Kamperduin en twee te Castricum.
De zee blijft steeds woelig en de wind
komt uit Westnoordwestelijke richting, zoo
dat nog meer mijnen verwacht kunnen
worden.
„DRIJVENDE MIJN" WAS EEN STUK
HOUT....
Zooals gisteren gemeld, werd ter hoogte
van de Pier te Scheveningen door de kust
wacht een voorwerp gezien, dat veel weg
had van een dryvende mün. Later is ge
bleken, dat het voorwerp geen mijn was,
doch een stuk hout. De afzetting van de
boulevard is toen opgeheven.
AUTO GESLIPT EN OVER DEN KOP
GESLAGEN.
Bestuurder aan zijn verwondingen
overleden.
Gistermiddag om kwart over vier is
op den Zütak te Nieuw-Amsterdam de 28-
jarige automobilist R. Lamberts uit Nieuw-
Amsterdam geslipt. De auto sloeg over den
kop en kwam vervolgens tegen een boom
terecht. L. liep ernstige verwondingen op
en moest naar het ziekenhuis te Emmen
worden overgebracht. By aankomst aldaar
bleek hü reeds te zün overleden.
DE ONBEWAAKTE OVERWEG.
Auto door Diesel gegrepen.
Op den onbewaakten spoorwegovergang
in den Woudhuizerweg te Apeldoorn, is
gistermiddag een personenauto, bestuurd
door den heer H. J. Vos uit Zutfen, gegre
pen. De auto sloeg over den kop en kwam
in een slootje terecht De heer Vos, die
de eenige inzittende was, werd ernstig ge
wond. In zorgwekkenden toestand is hü
naar het R.K. Ziekenhuis te Apeldoorn
overgebracht De auto werd totaal ver
nield. De trein had twintig minuten ver
traging. Door het actief optreden van den
heer A de Haan, die nabü dezen overweg
woont, is de machinist van den trein, die
spoedig uit de andere richting zou nade
ren, tüdig gewaarschuwd.
DRONKEN TE WATER GELOOPEN.
Reizend koopman vindt den dood.
Vorige week hebben arbeiders uit Vlis-
singen, die naar hun werk gingen, aan het
jaagpad langs het Kanaal door Walcheren
kleeren gevonden en de gewaarschuwde
politie heeft eenige uren later een lijk op
gehaald. De kleeren waren netjes opgesta
peld en bovendien werd er vrü veel geld
in aangetroffen (ca. ƒ110.—). Het leek
een gewoon geval van zelfmoord te zün.
Sindsdien is gebleken, dat het hier een
gevolg van drankmisbruik betreft. Cs be
trokkene bleek namelijk een te Zaa Jam
thuisbehoorende 25-jarige zwervende ven
ter te zyn, die 's avends met drie kamera
den in Vlissingen een aantal café's had be
zocht. Alle vier raakten flink beschonken
en in dien toestand werd besloten naar
Middelburg te wandelen.
Op het Jaagpad heeft de verdronkene In
zün benevelden toestand gezegd: „ik ga
me verdrinken" Hü ontkleedde zich,
maakte van zün goed een net stapeltje en
ging te water, waarin hü vrüwel onmiddel
lijk verdween zonder dat een der anderen
ook maar een vinger uitstak. Zij waren te
dronken om te beseffen wat eigenlijk ge
beurde en zün gewoon doorgeloopen. Een
der mannen heeft den volgenden ochtend
vrceg Middelburg verlaten, bang voor de
gevolgen. Hij werd te IJzendüke gearres
teerd en naar Vlissingen overgebracht,
waar hü den comissaris van politie zei,
zoo te zün geschrokken, dat hü gezworen
bad nooit meer een druppel drank te ge
bruiken.
De twee andere drinkebroers, die reeds
eerder waren aangehouden, hadden aan-
vankelük uit angst voor de gevolgen
verklaard, dat de verdronkene hen na het
sluitingsuur der café's had verlaten en dat
zü zonder hem naar Middelburg waren
gegaan. Dit klopte echter niet op de erva
ringen van een politie-agent, die 's nachts
vier mannen op het Jaagpad heeft ent-
moet, zoodat een nauwkeurig onderzoek
naar de toedracht van het gebeurde werd
ingesteld, bericht de „Vooruit".
Het stoffelük overschot is inmiddels op
verzoek der ouders van den verdronken
koopman naar Zaandam overgebracht en
daar teraardebesteld.
TEKORT BIJ HAAGSCH CRIS1S-
OMlTé.
Onderzoek naar financieele
onregelmatigheden.
Naar de „Tel." verneemt zijn bü het
Haagsche Crisiscomité ernstige financieele
onregelmatigheden ontdekt. De secretaris
van het comité, de heer G. H. J. B., oud-
burgemeester van Makassar, moet eenige
dagen in het Huis van Bewaring opgeslo
ten zün geweest en voorloopig op vrije
voeten gesteld zün. Op een bestuursverga
dering van het Haagsche Crisiscomité zou
de heer B. als secretaris geschorst en hem
de toegang tot de kantoren aan de Drie
Hoekjes zün c-ntzegd.
De autoriteiten nemen deze zaak zeer
ernstig op, daar het hier gelden betreft
door collecten onder de Haagsche burgerü
büeengebracht voor de noodlüdende Hage
naars. Dit schünt dan ook de reden te zün,
dat men deze zaak zoo geheimzinnig heeft
behandeld. Want reeds 8 November j.l.
werden er financieele onregelmatigheden
met de collectegelden ontdekt.
De hoofdcommissaris van politie, de heer
N. G. van dei Mey, heeft persoonlijk het
onderzoek ten kantore van het comité ge
leid, en den secretaris B., toen deze van
een kort verblüf buiten de stad terugkeer
de, na zijn arrestatie, verhoord.
Van politiezijde kon men ons hangende
het verdere onderzoek door de Haagsche
justitie, dat door den subst.-officier van
Justitie mr. P. R. Blok en den rechter-com-
■missaris mr. W. G. F. Borgerhoff Mulder
wordt geleid, geen enkele mededeeling
doen.
Het vermiste bedrag zou circa ƒ800 be
dragen, waaivan later In het bureau van
den heer B. ongeveer 650 zou zijn terug-
HET TE AMSTERDAM VERMISTE
MEISJE.
Onbekende belde ook R.K. ArbeldRbeurs op.
Naar de „Tel." verneemt is bü het ver
dere onderzoek doof de politie naar de
vermiste Johanna Elisabeth de Nigtere
gebleken, dat de onbekende, die zich tele
fonisch tot de Gemeentelijke Arbeidsbeurs
wendde voor een kantoorjuffrouw en op
gaf De Vries te heeten, zich ook met de
R.K. Arbeidsbeurs voor Vrouwen en Meis
jes in de Tweede Constantijn Huygens-
straat in verbinding had gesteld. Ook daar
heeft de onbekende telefonisch om vrou
welijk kantoorpersoneel gevraagd.
Toen de ambtenares op deze Beurs, die
het telefoontje aannam, tot de wetenschap
kwam, dat de zaak „Confectiefabriek De
Vries. Singel 23" niet te vinden was en
dus ging twüfelen aan de Juistheid van
het adres, besloot zü eerst nader te infor-
meeren, alvorens het adres aan werkzoe
kenden door te geven. Op Vrüdagmorgen
kwam de telefonische aanvrage en des
Maandags zou men het adres eerst in na
der onderzoek nemen.
Toen echter op Maandagavond het be
richt over de verdwüning van het meisje
in de kranten stond, behoefde men natuur-
lljk geen informaties meer in te winnen.
Intusschen wordt nog steeds in alle
richtingen naar het meisje gezocht. Tot
Maandag echter zonder resultaat.
Werd het meisje toch m auto
weggevoerd?
Op Zaterdag 18 November des avends
omstreeks half negen liep een ingezetene
van Hoornaar op den stillen dorpsweg al
daar, toen naast hem eensklaps een per
sonenauto stopte. In de auto zat een meis
je, dat luide gilde om uit de auto gelaten
te worden. Zü werd door twee mannen
met geweld tegengehouden. De auto keer
de en verdween snel.
De man, die van dit voorval getuige was,
heeft hieraan verder geen aandacht be
steed, denkende, dat hü te doen had met
eenige jcngelui, die bij wüze van grap een
meisje in de auto hadden laten meerüden.
Toen hy dezer dagen in de couranten las
van de vermissing van Johanna de Nigtere
uit Amsterdam, schoot de kwestie hem
weer te binnen. Hü heeft toen hiervan als
nog aangifte gedaan by de politie. Een
signalement van het meisje en de mannen
kon hü echter niet opgeven, evenmin als
het autonummer.
De politie te Hoornaar heeft een onder
zoek ingesteld, doch zü gelooft niet, dat
verband gezocht meet worden tusschen
deze kwestie en die van het vermiste meis
je in Amsterdam. Zij denkt, dat men te
doen heeft met een pleizierritje van eeni
ge jeugdige personen.
gevonden, dat thans In beslag is geno
men.
Daar aan de administratie van het Haag
sche Crisiscomité nogal een en ander
schijnt te ontbreken, is het niet gemakke-
lyk, van een tekort een juist overzicht te
krijgen. Het wordt zelfs niet onmogelijk
geacht, dat reeds vroeger gelden verdwe
nen zün. Bü een controle, door de politie
ingesteld naar hetgeen de straat- en hui-
zencollecte hebben opgebracht en op de
bank is gezet, en het bedrag dat er wer
kelük had mceten staan, kwam men tot
een tekort, dat voorloopig geraamd wordt
op ƒ800.
De secretaris, die tavens de financieele
leiding had, genoot, mede vanwege gyn
vroegere hooge Indische functie, het volste
vertrouwen. Hy had tot taak de bedragen,
door collecten verkregen in ontvangst te
nemen en voorloopig in de safes op te la
ten bergen om deze samen later op de
bank te zetten. Op onverklaarbare wüze
moeten daarbij geldzakken verdwenen
zijn, die de politie in het afgesloten bureau
van de secretaris zou hebben ontdekt.
De secretaris, die de beschuldigingen
ontkent, geeft echter deze lezing, dat hy
de twee geldzakken met 650 niet in zijn
bureau heeft neergezet met de bedoeling
om het geld te verduisteren. Het was ech
ter voorschrift, dat al het geld direct in de
safes moest worden geborgen. Er zou ver
der nog een belangrijk bedrag ontbreken,
en ook zou er een zeer bezwarende verkla
ring van één der controleurs van het H.H.
C. tegen den secretaris zijn ingebracht. Het
onderzoek in deze pijnlijke zaak in nog in
vollen gang.
POLITIE-INVAL IN BPEELHOL.
De politie van het bureau Marnixstraat
te Amsterdam, heeft Zaterdagavond een
inval gedaan in een woning in de Derde
Reguliersdwarsstraat, waarvan bekend
was, dat men er een hazardspel beoefende.
De politie trof hier negen mannen aan,
die allen naar het bureau werden over
gebracht. De eigenaar van de woning werd
wegens overtreding van de wet op het
hazardspel in het bureau opgesloten. De
anderen konden, na te zün gehoord, heen
gaan.
V r aa g Kunt u mij ook geven naam
en adres van den Directeur van de Bis
schoppelijke Nüverheidsscnool?
Antwoord: Zeereerw. Broeder Theo-
dosius, Bi schoppelijke Nijverheidsschool
„St. Gerardus Majella" Voorhout.
Vraag: Hoe het Halmaspel gespeeld
moet worden?
Antwoord: Dat Is in 't kort niet
mede te deelen. Aan de meeste spelen zyn
de spelregels schriftelük toegevoegd.