fDe atidetpatig, aan de „Spaarndam De ramp van de „Sliedrecht" Vijf opvarenden vonden den dood Wilt U iets weten? DINSDAG 28 NOVEMBER 1339 DE LE'DSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 11 Op twee ml|l afstand werd de schok van de ont ploffing gevoeld Volgens opgave van het Departement van Buitenlandsche Zaken aan de Holland- Amerika Lijn, zijn bij de scheepsramp van het s.s. „Spaarndam" vijf personen om het leven gekomen, n.l. vier leden der beman ning en de eenige vrouwelijke passagier. De slachtoffers zijn: Dirk Hendrik de Boer, steward, gebo'ren 23 Mei 1917; Wil* lem van der Vis, steward, geboren 24 Januari 1920; mevr. Steffen-Gobel, passa- giere. Deze drie personen zijn om het leven gekomen aan boord van het getroffen schip. Aan boord van het reddingsvaartuig zijn overleden de matroos Johan Cornells Mikkelsen, geboren 30 Augustus 1921 en Lubertus Luchtenborg, chef-hofmeester, geboren 15 Jiili 1877. De geredden aan land gebracht. Bij de Bolland-Amerika Lijn is in den laten middag van haar agent uit Londen bericht ontvangen, dat de geredden in goede conditie aan land zijn gebracht. Maatregelen zijn getroffen om hen zoo spoedig mogelijk naar Londen te laten vertrekken. Nader is gebleken, dat drie der slacht offers verdronken zijn, n.l. de hofmeester de heer de Boer en W. van der Vis en mevrouw Steffen-Gobel. De matroos Mik kelsen schijnt reeds aan boord van de „Spaarndam" te zijn gedood. Slechts het stoffelijk overschot van den chef-hofmeester L.- Luchtenborg, die aan boord van het reddingsvaartuig aan zijn verwondingen bezweken is, is aan wal ge bracht. Toen de opvarenden van de „Spaarn dam" gisteravond in Londen aankwamen, hadden de meesten hunner weinig meer bij zich dan de kleeren, die zij droegen. De officieren vertelden, hoe de bemanning na de ontploffing van de mijn was aange treden op het sloependek met de zwem vesten aan. Een reddingboot met ongeveer acht personen liep vol bij het te water laten en vier of vijf der inzittenden kwa men in zee terecht, o.m. de eenige vrouwe lijke passagier, de 74-jarige mevrouw Steffen. In het hotel, waar de bemanning werd ondergebracht, ontmoetten de schipbreuke lingen nog een aantal overlevenden van de „Simon Bolivar". Zij werden verwelkomd door vertegenwoordigers der reederij en der Nederlandsche kolonie in Londen, die hen geluk wenschten met hun redding. De 63-jarige matroos P. Penning ver telde nog hoe de mijn vlak onder het voorschip tot explosie was gekomen en het voorste deel van het schip geheel ver nield had. Penning was een van de per* sonen die in zee vielen, toen de bovenge noemde reddingboot volliep. Hij wist ech ter naar het schip terug te zwemmen en langs een touwladder aan boord te klim men. Hij vond toen weer een plaats in een tweede reddingboot, die neergelaten werd. De stoker Oudenaarden, een man van middelbaren leeftijd, vertelde, dat hij in de stookruimte stond, toen de mijn ont plofte. Er ontstond een verschrikkelijk ge kraak en alles leek om mij neer te komen. Toen ik aan dek kwam, zag ik een jongen, die verschrikkelijke hoofdwonden had ge kregen. Hij was klaarblijkelijk dood. Ik ging in een reddingboot en wij zwalkten twee uur rond op het wilde water, voor wij opgepikt werden. In de zaal, waar de geredden den avond maaltijd gebruikten, had men de portret ten opgehangen van Koningin Wilhelmina, prinses Juliana, prins Bernhard en wijlen Koningin Emma. Alle overlevenden prezen de rust en kalmte, waarmede de gezag voerder en officieren hun bevelen gaven. Omtrent den dood van mevr. Steffen vernemen wij ten slotte nog, dat men ge looft, dat zij aan hartzwakte overleden is, toen zij in het water was gevallen. De radio-telegrafist G. H. van den Berg, heeft over het vergaan van de „Spaarn dam" nog het volgende verteld: Ik lag te rusten in mijn hut toen de ont ploffing kwam en ik werd ongeveer een meter omhoog geslingerd, de telefoonver binding met de brug wao verbroken en de voornaamste antenne sloeg neer. De nood- antenne, die van een der masten af loopt, bleef echter intact. Ik kon dus S.O.S.-sig- nalep geven en mededeelen, dat wij op een mijn waren geloopen. Ik kreeg onze positie van den stuurman en seinde die uit. Vten kreeg ik bevel in de reddingboot te gaan. De stuurman inspecteerde de voorste ruimten en wij konden het water hooren binnenstroomen. Het schip liep langzaam vol en zonk. Het was koud en er stond een snerpende wind. Wij hadden het schip in ongeveer tien minuten ver laten en waren niet langer dan een half uur in de booten geweest, toen wij gered werden door een loodskotter. De beman ning van den loodskotter stond er ver baasd over, dat er zoo velen gered waren. Zij vertelden den schipbreukelingen, dat zij, ofschoon zij met hun kotter op twee mijl afstand lagen van de „Spaarndam", toen de ontploffing zich voordeed, zij den schok gevoeld hadden. United Press weet uit Londen nog de volgende bijzonderheden te melden Kruisverbandjes en hechtpleisters wezen op de kleine verwondingen, die de over levenden van de ramp daarbij hadden op- geloopen. Volgens hun meening zijn de vier leden van de bemanning, die omgekomen zijn, n.l. de eerste steward, de steward van de officieren en de 'steward van de machinis ten, benevens de koksjongen gedood door de rondvliegende stukken metaal, terwijl mevrouw Steffens óf verdronken is óf ge storven tengevolge van een hartverlam ming. De explosie had direct plaats onder het voordek en schudde het schip hevig heen en weer, waarna het met een hevig gekraak van voren in tweeën gescheurd werd. De radio werd door de explosie verbrijzeld, waarop de machinist het S.O.S. uitzond op de wijze, waarop dat by noodgevallen ge bruikelijk is. Mevr. Steffen bevond zich in den salon, toen de explosie plaats had. Zij liep heen en weer en riep, dat zij haar bezittingen bijeen wilde pakken, waarop zij weer op het dek verscheen en met 7 of 8 anderen in een van de reddingbooten werd ge plaatst. Echter toen deze te water gelaten werd, spoelde een groote golf drie per sonen uit de boot o.w. mevr. Steffen. De 18-jarige steward De Boer heeft nog getracht haar te redden, toen zij door een zware zee uit de reddingboot was wegge spoeld- De Boer vertelde daaromtrent: „mevrouw Steffen was nog geen twee meter ver weg en riep om hulp, ik pakte haar en trachtte haar hoofd boven water te houden, zij worstelde, doch tenslotte werd zij door den zeegang weggetrokken. Het eenige wat ik kon doen, was terug naar de boot te zwemmen." Hoe de overblijvende twee van de vijf verongelukte se' ipbreukelingen zün om gekomen, viel uit de eenigszins tegenstrij dige verhalen van de geredden niet precies op te maken. Wel staat vast, dat zij ver dronken zijn. Het schip In vlammen. Een later telegram van United Press meldt, dat de „Spaarndam" nog niet is ge zonken. Het schip brandde evenwel als een fakkel. De vlammenzuilen kon men van het stand af de lucht in zien schieten. In deze omstandigheden is de hoop, dat het schip nog zou kunnen worden behou den wel op te geven. Na de ontploffing van de mijn is de voorsteven van de „Spaarndam" gedeelte lijk onder water komen te zitten. Kort vóór middernacht is aan boord brand uitgebroken en binnen enkele minu ten stond het geheele schip in lichter laaie. Een reddingboot en de bemanning van drie motorbooten wilde nog pogingen in het werk stellen om het vuur te blusschen maar men moest tot de overtuiging komen, dat er géén redding aan was. Een groot aantal toeschouwers, die in meer dan honderd auto's naar deze plek waren gekomen, klommen op de rotsen om getuige te zün van het machtige schouwspel, hoe de vlammen de „Spaarn dam" verteerden. De voorzorgsmaatregelen van den kapitein. De kapitein, die reeds 27 jaar in de vaart is, vertelde nog aan een corr. van hel „Vad.", dat de betrekkelijk goede afloop van het geval gedeeltelik te danken is aan de voorzorgsmaatregelen, die voor het ver trek uit Tilbury waren genomen. Niet alleen had hij order gegeven, dat niemand zich gedurende de reis door het gevaar lijke gebied op het voordek mocht bege ven, maar ook had hij de ruiten van de officiershutten op de brug met strepen pa pier laten beplakken. Daardoor is het te verklaren, dat er bij de geweldige ontplof fing onder de verschillende officieren, die zich op de brug bevonden, geen gewonden zün gevallen. Hoe krachtig de ontploffing is geweest, vervolgde de kapitein, moge blijken uit het feit, dat er over de heele hoogte van het voorschip een overlangsche scheur is ge slagen. Niettemin behoeft het schip nog niet geheel opgegeven te worden. Het staat nog niet vast of het ook werkelük in tweeën te gebroken en daar het in ondiep water is gezonken, is de mogelükheid van berging niet uitgesloten. Een deel van het schip steekt namelijk nog boven water uit. De kapitein verwacht dan ook binnenkort weer naar de plaats van de ramp terug te keeren, om hieromtrent, in overleg met zyn maatschappij, nader onderzoek te doen. De „Spaarndam" nog drijvende. Bü bet aanbreken van den dag was de „Spaarndam" nog stijds drijvende. Het schip brandde van voor- tot achtersteven. De vermiste leden der be manning als verleen beschouwd Tenzij zij opgepikt zijn door een onbekend schip Volgens bü de reederü van het m. s. „Sliedrecht" ontvangen rapporten, bleef het zoeken met vliegtuigen gedurende de laatste dagen zonder eenig resultaat. Men heeft tot zün diep leedwezen moe ten besluiten, op advies van tot oordeelen bevoegde Engelsche deskundigen, het zoeken te staken. De eenige hoop op redding blijft de mogelükheid, dat de vermisten aan boord zün genomen door een voorbüvarend schip, dat geen radiobericht kan of mag uitzenden. TRAGIEK ROND DE „SIMON BOLIVAR" Als gered gemeld en nu toch vermist. De vorige week stond op een der lüsten van geredden van de „Simon Bolivar" de naam van den bediende Engel Koper uit Zandvoort. Het bericht verwekte te Zand- voort veel vreugde en de jonge echtgenoo- te, die slechts vier dagen met hem ge trouwd was, werd overladen met geluk- wenschen bloemstukken, meldt de „Tel.". Toen de familie echter nadere gegevens wilde hebben, bleek, dat men geen contact met den geredde kon krügen. Nu volgden weer spannende dagen. Men ging op infor matie uit, dpch gisteravond werd de fami lie door de K N.S.M. verwittigd, dat Engel Koper alsncg tot de vermisten gerekend moet worden. DE BRAND OP DE „SLOTERDIJK". Omtrent den brand aan boord van het te Odense voor rekening van de Holland- Amerika Lyn in aanbouw zijnde motor schip „Sloterdük", verneemt het „Vad." nog, dat, volgens bericht van de deskun digen der reederü, een vertraging in den bouw zal ontstaan, van vermoedelük een maand. Zooals gemeld, was het de aanvan- kelüke verwachting, dat het schip over een maand gereed zou zün. De door den brand aangerichte schade komt geheel ten laste van de werf. Zoo lang een nieuw schip nog niet officieel door de reederü is overgenomen, is deze ook niet aansprakelük vcor eenige even- tueele schade. BELGISCHE SLEEPBOOT MET GEBROKEN KRUKAS. Behouden te Dinteloord binnengebracht. Gistermiddag omstreeks twee uur dreef tüdens den Zuidwesterstorm de Belgische sleepboot „Duo" uit Gent met gebroken krukas op het Volkerak rond. Op de nood signalen, welke het schip uitzond, kwam de veerboot van de reedery van der Schuyt, varende van Ooltgensplaat naar Dinteloord, te hulp. De opvarenden van deze boot slaagden er in een verbinding met het in nood verkeerende schip tot stand te brengen, doch de trossen braken. Later gelukte het evenwel de verbinding te herstellen, waarna de „Duo" de haven van Dinteloord kon worden binnen ge sleept. De vier leden der bemanning waren aan boord van de sleepboot gebleven. AANGESPOELDE MIJNEN. Twee kilometer ten noorden van Eg- mond aan Zee zün twee mijnen aange spoeld. Eveneens zün van Bergen aan Zee tot den Helder zes münen aangespoeld. Uit de Cocksdorp wordt gemeld, dat ook op Texel enkele münen zün aangespoeld en op het strand tot ontploffing gekomen. Vlak bij Oude Schild sloeg een mün tegen den dük, waardoor een groot gat ontstond. In het dorp braken vele ruiten. Tusschen twee palen waren alle tele foondraden vernield. Men vermoedt, dat dit op rekening moet worden geschreven van een door den storm voortgedreven kabelballon. Het telefoonverkeer met den vasten wal was hierdoor verbroken. Uit Egmond aan Zee wordt gemeld; Van nacht zün van Kamperduin tot Castricum zeven mijnen aangespoeld en wel een te Egmond aan Zee, twee te Bergen aan Zee, twee te Kamperduin en twee te Castricum. De zee blijft steeds woelig en de wind komt uit Westnoordwestelijke richting, zoo dat nog meer mijnen verwacht kunnen worden. „DRIJVENDE MIJN" WAS EEN STUK HOUT.... Zooals gisteren gemeld, werd ter hoogte van de Pier te Scheveningen door de kust wacht een voorwerp gezien, dat veel weg had van een dryvende mün. Later is ge bleken, dat het voorwerp geen mijn was, doch een stuk hout. De afzetting van de boulevard is toen opgeheven. AUTO GESLIPT EN OVER DEN KOP GESLAGEN. Bestuurder aan zijn verwondingen overleden. Gistermiddag om kwart over vier is op den Zütak te Nieuw-Amsterdam de 28- jarige automobilist R. Lamberts uit Nieuw- Amsterdam geslipt. De auto sloeg over den kop en kwam vervolgens tegen een boom terecht. L. liep ernstige verwondingen op en moest naar het ziekenhuis te Emmen worden overgebracht. By aankomst aldaar bleek hü reeds te zün overleden. DE ONBEWAAKTE OVERWEG. Auto door Diesel gegrepen. Op den onbewaakten spoorwegovergang in den Woudhuizerweg te Apeldoorn, is gistermiddag een personenauto, bestuurd door den heer H. J. Vos uit Zutfen, gegre pen. De auto sloeg over den kop en kwam in een slootje terecht De heer Vos, die de eenige inzittende was, werd ernstig ge wond. In zorgwekkenden toestand is hü naar het R.K. Ziekenhuis te Apeldoorn overgebracht De auto werd totaal ver nield. De trein had twintig minuten ver traging. Door het actief optreden van den heer A de Haan, die nabü dezen overweg woont, is de machinist van den trein, die spoedig uit de andere richting zou nade ren, tüdig gewaarschuwd. DRONKEN TE WATER GELOOPEN. Reizend koopman vindt den dood. Vorige week hebben arbeiders uit Vlis- singen, die naar hun werk gingen, aan het jaagpad langs het Kanaal door Walcheren kleeren gevonden en de gewaarschuwde politie heeft eenige uren later een lijk op gehaald. De kleeren waren netjes opgesta peld en bovendien werd er vrü veel geld in aangetroffen (ca. ƒ110.—). Het leek een gewoon geval van zelfmoord te zün. Sindsdien is gebleken, dat het hier een gevolg van drankmisbruik betreft. Cs be trokkene bleek namelijk een te Zaa Jam thuisbehoorende 25-jarige zwervende ven ter te zyn, die 's avends met drie kamera den in Vlissingen een aantal café's had be zocht. Alle vier raakten flink beschonken en in dien toestand werd besloten naar Middelburg te wandelen. Op het Jaagpad heeft de verdronkene In zün benevelden toestand gezegd: „ik ga me verdrinken" Hü ontkleedde zich, maakte van zün goed een net stapeltje en ging te water, waarin hü vrüwel onmiddel lijk verdween zonder dat een der anderen ook maar een vinger uitstak. Zij waren te dronken om te beseffen wat eigenlijk ge beurde en zün gewoon doorgeloopen. Een der mannen heeft den volgenden ochtend vrceg Middelburg verlaten, bang voor de gevolgen. Hij werd te IJzendüke gearres teerd en naar Vlissingen overgebracht, waar hü den comissaris van politie zei, zoo te zün geschrokken, dat hü gezworen bad nooit meer een druppel drank te ge bruiken. De twee andere drinkebroers, die reeds eerder waren aangehouden, hadden aan- vankelük uit angst voor de gevolgen verklaard, dat de verdronkene hen na het sluitingsuur der café's had verlaten en dat zü zonder hem naar Middelburg waren gegaan. Dit klopte echter niet op de erva ringen van een politie-agent, die 's nachts vier mannen op het Jaagpad heeft ent- moet, zoodat een nauwkeurig onderzoek naar de toedracht van het gebeurde werd ingesteld, bericht de „Vooruit". Het stoffelük overschot is inmiddels op verzoek der ouders van den verdronken koopman naar Zaandam overgebracht en daar teraardebesteld. TEKORT BIJ HAAGSCH CRIS1S- OMlTé. Onderzoek naar financieele onregelmatigheden. Naar de „Tel." verneemt zijn bü het Haagsche Crisiscomité ernstige financieele onregelmatigheden ontdekt. De secretaris van het comité, de heer G. H. J. B., oud- burgemeester van Makassar, moet eenige dagen in het Huis van Bewaring opgeslo ten zün geweest en voorloopig op vrije voeten gesteld zün. Op een bestuursverga dering van het Haagsche Crisiscomité zou de heer B. als secretaris geschorst en hem de toegang tot de kantoren aan de Drie Hoekjes zün c-ntzegd. De autoriteiten nemen deze zaak zeer ernstig op, daar het hier gelden betreft door collecten onder de Haagsche burgerü büeengebracht voor de noodlüdende Hage naars. Dit schünt dan ook de reden te zün, dat men deze zaak zoo geheimzinnig heeft behandeld. Want reeds 8 November j.l. werden er financieele onregelmatigheden met de collectegelden ontdekt. De hoofdcommissaris van politie, de heer N. G. van dei Mey, heeft persoonlijk het onderzoek ten kantore van het comité ge leid, en den secretaris B., toen deze van een kort verblüf buiten de stad terugkeer de, na zijn arrestatie, verhoord. Van politiezijde kon men ons hangende het verdere onderzoek door de Haagsche justitie, dat door den subst.-officier van Justitie mr. P. R. Blok en den rechter-com- ■missaris mr. W. G. F. Borgerhoff Mulder wordt geleid, geen enkele mededeeling doen. Het vermiste bedrag zou circa ƒ800 be dragen, waaivan later In het bureau van den heer B. ongeveer 650 zou zijn terug- HET TE AMSTERDAM VERMISTE MEISJE. Onbekende belde ook R.K. ArbeldRbeurs op. Naar de „Tel." verneemt is bü het ver dere onderzoek doof de politie naar de vermiste Johanna Elisabeth de Nigtere gebleken, dat de onbekende, die zich tele fonisch tot de Gemeentelijke Arbeidsbeurs wendde voor een kantoorjuffrouw en op gaf De Vries te heeten, zich ook met de R.K. Arbeidsbeurs voor Vrouwen en Meis jes in de Tweede Constantijn Huygens- straat in verbinding had gesteld. Ook daar heeft de onbekende telefonisch om vrou welijk kantoorpersoneel gevraagd. Toen de ambtenares op deze Beurs, die het telefoontje aannam, tot de wetenschap kwam, dat de zaak „Confectiefabriek De Vries. Singel 23" niet te vinden was en dus ging twüfelen aan de Juistheid van het adres, besloot zü eerst nader te infor- meeren, alvorens het adres aan werkzoe kenden door te geven. Op Vrüdagmorgen kwam de telefonische aanvrage en des Maandags zou men het adres eerst in na der onderzoek nemen. Toen echter op Maandagavond het be richt over de verdwüning van het meisje in de kranten stond, behoefde men natuur- lljk geen informaties meer in te winnen. Intusschen wordt nog steeds in alle richtingen naar het meisje gezocht. Tot Maandag echter zonder resultaat. Werd het meisje toch m auto weggevoerd? Op Zaterdag 18 November des avends omstreeks half negen liep een ingezetene van Hoornaar op den stillen dorpsweg al daar, toen naast hem eensklaps een per sonenauto stopte. In de auto zat een meis je, dat luide gilde om uit de auto gelaten te worden. Zü werd door twee mannen met geweld tegengehouden. De auto keer de en verdween snel. De man, die van dit voorval getuige was, heeft hieraan verder geen aandacht be steed, denkende, dat hü te doen had met eenige jcngelui, die bij wüze van grap een meisje in de auto hadden laten meerüden. Toen hy dezer dagen in de couranten las van de vermissing van Johanna de Nigtere uit Amsterdam, schoot de kwestie hem weer te binnen. Hü heeft toen hiervan als nog aangifte gedaan by de politie. Een signalement van het meisje en de mannen kon hü echter niet opgeven, evenmin als het autonummer. De politie te Hoornaar heeft een onder zoek ingesteld, doch zü gelooft niet, dat verband gezocht meet worden tusschen deze kwestie en die van het vermiste meis je in Amsterdam. Zij denkt, dat men te doen heeft met een pleizierritje van eeni ge jeugdige personen. gevonden, dat thans In beslag is geno men. Daar aan de administratie van het Haag sche Crisiscomité nogal een en ander schijnt te ontbreken, is het niet gemakke- lyk, van een tekort een juist overzicht te krijgen. Het wordt zelfs niet onmogelijk geacht, dat reeds vroeger gelden verdwe nen zün. Bü een controle, door de politie ingesteld naar hetgeen de straat- en hui- zencollecte hebben opgebracht en op de bank is gezet, en het bedrag dat er wer kelük had mceten staan, kwam men tot een tekort, dat voorloopig geraamd wordt op ƒ800. De secretaris, die tavens de financieele leiding had, genoot, mede vanwege gyn vroegere hooge Indische functie, het volste vertrouwen. Hy had tot taak de bedragen, door collecten verkregen in ontvangst te nemen en voorloopig in de safes op te la ten bergen om deze samen later op de bank te zetten. Op onverklaarbare wüze moeten daarbij geldzakken verdwenen zijn, die de politie in het afgesloten bureau van de secretaris zou hebben ontdekt. De secretaris, die de beschuldigingen ontkent, geeft echter deze lezing, dat hy de twee geldzakken met 650 niet in zijn bureau heeft neergezet met de bedoeling om het geld te verduisteren. Het was ech ter voorschrift, dat al het geld direct in de safes moest worden geborgen. Er zou ver der nog een belangrijk bedrag ontbreken, en ook zou er een zeer bezwarende verkla ring van één der controleurs van het H.H. C. tegen den secretaris zijn ingebracht. Het onderzoek in deze pijnlijke zaak in nog in vollen gang. POLITIE-INVAL IN BPEELHOL. De politie van het bureau Marnixstraat te Amsterdam, heeft Zaterdagavond een inval gedaan in een woning in de Derde Reguliersdwarsstraat, waarvan bekend was, dat men er een hazardspel beoefende. De politie trof hier negen mannen aan, die allen naar het bureau werden over gebracht. De eigenaar van de woning werd wegens overtreding van de wet op het hazardspel in het bureau opgesloten. De anderen konden, na te zün gehoord, heen gaan. V r aa g Kunt u mij ook geven naam en adres van den Directeur van de Bis schoppelijke Nüverheidsscnool? Antwoord: Zeereerw. Broeder Theo- dosius, Bi schoppelijke Nijverheidsschool „St. Gerardus Majella" Voorhout. Vraag: Hoe het Halmaspel gespeeld moet worden? Antwoord: Dat Is in 't kort niet mede te deelen. Aan de meeste spelen zyn de spelregels schriftelük toegevoegd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9