D SKI-BAAN IN GEBRUIK GENOMEN. rie mannen en hun noodlot Seicbclic ©ou/ïa/nt He» sto'leijk overschot van dr C J K van Aa's», oud president van de Ned Handel Mij is Zaterdag op de Oosterbegraalplaats te Amsterdam ter aarde besteld Vele autoriteiten volgden de baar. VI nr: minister Welter; dr H. Colijn; dr. E Heldring; J. ter Haar Jr.; dr A baron Röell en burgemeester dr W de Vlugt De ski-baan op Duinrell bij Den Haag is Zondag in gebruik genomen en velen waren weldra ijverig in de weer, om hun vaardigheid op de lange smalle sneeuwschoenen te toonen Dr. D J Hissink, aan wien per 1 Nov a.s eervol onls>ag 15 verleend als directeur van het Bodemkundig Instituut te Gron ngen Bij de vrij hevige botsing tusschen de twae goederentreinen ie Bierick werden eemge personen gewond, terwijl de mateneele schade aanzienlijk was. Een kijkje op de plaats van het ongeval De beroemde groote bibliotheek in het paleis van den hertog van Marlborough is thans ingericht als leslokaal, tevens slaapzaal voor de leerlingen van Malvern College De jongens, gezeten op hun bed, bezig met hun werk in historische omgeving Tijdens de goHwedstrijden om den Prins Bernhard-beker op de links te Hilversum scoort de landskampioen, de heer B. Carp, een ze dzame .stymie". Links de heer F van Erven Dorens Mr. W J. G baron Gevers, gezantschapsattaché te War schau. die na het vertrek van den Nederlandschen gezant belast werd met de leiding der zaken aldaar, is in den Haag teruggekeerd, om rapport uit te brengen Baron Gevers od weg naar het departement van Buitenlandsehe FEUILLETON door A. J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 20) rT^. „De raak zit zoo", legde hij uit, terwijl hij geen oog van Barrett af had; „er zijn vier pogingen gedaan om den brief in han den te krijgen gisteravond. Iemand tracht te hem uw zuster af te nemen. Dan de over val in de taxi, waarvan uw zuster u waar schijnlijk heeft verteld. Toen ik thuis kwam waren mijn kamers overhoop ge haald. En vannacht had ik bezoek van een inbreker die het ook nog eens probeerde. Deze grappenmaker vond hem en had hem uit de enveloppe gehaald voor ik wakker werd. Het was de kerel, die uw zuster den eersten keer aanviel. Ik bokste hem er uit en verstopte den brief opnieuw. Maar vanmiddag heb ik hem gelezen. Hier is hy." Hij haalde den brief uit zijn zak en stak hem Barrett over het schrijfbureau toe. De financier nam hem aan en vouwde hem open zonder een andere opmerking dan „dank u". O' Malley sloeg hem gade ter wijl hij las. Na enkele oogenblikken keek Barrett op. „Wilt u mij even excuseeren?" Een lichte buiging was 'O' Malley's be vestigend antwoord, terwijl hij zich inner lijk verbaasde over de kalmte waarmee deze man een dergelijke bizarre situatie aanvaardde. Barrett trok een kleine lade van zijn schrijftafel uit en kreeg een blad onbeschreven wit papier. Vervolgens haalde hii uit zijn portfeuille een klein blaadje, kennelijk uit een notitieboekje gescheurd, te voorschijn en legde dat op het bureau. O' Malley zag dat er enkele regels in pot lood op stonden. Terwijl hij eerst naar deze regels en daarna in den brief dien O' Malley hem had overhandigd, keek, begon Barrett woorden op het blanco papier te noteeren. O' Malley concludeerde onmiddellijk dat de brief een mededeeling in code was, warvan de potloodregels den sleutel vorm den. Maar wat Barrett schreef kon hij niet zien. De financier beëindigde zijn werk, liet zijn oogen toen een oogenblik op zijn eigen werk rusten, en frommelde toen het blad papier in elkaar. Wat er op stond was ook niet meer dan enkele regels; daarvan was O' Malley zeker. Een dieproode kleur was langzaam over Barrett's gezicht getrokken. Hij keek met een zwakken glimlach naar zyn bezoeker, reikte daarop naar een lucifersstandaard op de schrijftafel en streek een lucifer af. O' Malley had een gewaarwording, dat de man tegenover hem hem in het oog hield met het. loerende van een kat. Nu bracht Barrett de vlam van den lu cifer bij den brief dien O' Malley meege bracht had, daarna by het papiertje uit zjjn portefeuile, dat den sleutel van het geheimschrift bevatte en ten slotte bij het blad met zijn eigen aanteekeninppn. Na dat hij ze aangestoken had, legde hij de papieren de een na de ander op een groo- ten bronzen aschbak en keek toe hoe ze el kaar krulden en met zacht kraken tot asch verteerden. Toen nam hij een papier snijder en stampte daarmee de overblijfse len fijn. „Mr. O' Malley", zei hij daarop, met een haast onmerkbaren zweem van ironie in zijn stem, „ik ben u buitengewoon erken telijk voor uw. vriendelijkheid om mij den brief te komen brengen. Zooals ik wel dacht, was hij voor anderen van meer ge wicht dan voor mij. Maar ik ben toch blij, dat ik gelegenheid heb gehad hem te lezen. Overigens ben ik u véél dankbaarder voor den moed waarmee u mijn zuster gister avond te hulp bent gekomen, en voor de nog veel zeldzamer eigenschap van rid derlijkheid die u getoond hebt, toen u haar betrapte bij haar door over-y ver inge geven en volkomen misplaatse poging om zich in uw appartementen van den brief meester te maken." „Praat u er alstublieft verder niet over, mr. Barrett", verzocht O' Malley, zicht baar niet op zijn gemak. „Werkelijk, zoo als ik me in die taxi heb gehouden, lijkt eenvoudig op niets. Ik heb me gewoon la ten overrompelen. AUes bij elkaar geno men, deed ik minder voor Miss Hunt, dan ieder andere man zou hebben gedaan. Maar van dien brief kan ik werkelijk geen hoog te krijgen...." Een soort bevroren trek die over Bar retts gezicht kroop, deed hem midden in den zin ophouden. „Neemt u mij niet kwalijk, mr. O' Mal ley", viel hij in, „maar die brief zou u werkelük niet intp"-«"porpn. T^t^pondrel zou ik zeggen. Het spijt me dat u het noo- dig hebt geacht hem te lezen. Maar het komt me voor, dat u er niet veel van hebt kunnen maken." Zijn oogen waren monsterend op O' Mal ley gevestigd. Maar als hij verwacht had op diens gelaat iets van verborgen triomf te ontdekken, kwam hy bedrogen uit. En hy vervolgde: „Als ik zoo vry mag zijn u van advies te dienen in een aangelegenheid, waarvan ik de draagwijdte beter kan beoordeelen dan u, zou ik u aanraden de heele zaak zoo spoedig mogelijk te vergeten. Dat is heusch het beste voor alle betrokken par tijen." Een zoo duidelijke bedreiging kon geen andere uitwerking hebben dan O' Malley's diep geworteld gevoel van onafhankelijk heid tot verzet prikkelen. Zijn mond trok in een vastbesloten lyn. Hij zei geen woord. Barrett keek hem een oogenblik uit- vorschend aan. Toen brak de strakheid van zijn gelaatsuitdrukking in een begrijpen den glimlach. „Het is absoluut niet mijn bedoeling u uit eigenbelang er toe te brengen, u niet verder met de zaak bezig te houden, mr. O Malley", legde hij voorkomend uit, „en evenmin om u den mond te snoeren. Wat ik u zeg is de simpele waarheid; het is heusch beter u deze geschiedenis te ver geten." „En nu, mr. O' Malley", ging hij voort, zender ook maar even te wachten om den indruk te zien, dien zijn woorden had den gemaakt, „ik heb het heel druk en neem aan, dat u my zult willen excuseer en. Ik hoop binnenkort het genoegen te hebben te vinden u meer op mijn gemak te dan ken. Mijn zuster wil u ook graag haar er kentelijkheid betuigen ik ben over tuigd dat u my zult begrijpen. Overigens nog wel bedankt voor het brengen van den brief." Er zat voor O' Malley niets anders op dan op te staan. Hij wist eigenlijk niet goed wat hij doen moest. Het onderhoud mocht interessant zijn geweest, bevredi gend was het niet. Hij was niets gewaar geworden, behalve het feit dat de brief in geheimschrift was. Maar van één ding was hy zeker: Barrett had hem gewan trouwd en was het nóg niet heelemaal met zichzelf eens wat hem betrof. Barrett drukte op een bel op zijn schrijf tafel. O' Malley stak zijn gastheer de hand toe en volgde den bediende, die bin- nennkwam om hem uit te laten. Bij de deur keerde hij zich om. „Adieu, mr. Barrett", zei hij. „Het was me heel aangenaam u ontmoet te hebben. Als ik me niet vergis, hebben we, gemeen schappelijke kennissen. En met het oog daarop en in verband met onze gemeen schappelijke interesse voor den brief, lykt het me gewenscht de kennismaking Voort te zetten." Hij lette scherp op hoe Barrett op dit af scheid reageerde Maar diens buiging en glimlach leken eerder geamuseerd dan dat zij schrik of verrassing verrieden. O' Mal ley verliet het privé-kantoor geër gerd, van zijn stuk gebracht, en, diep in zijn hart geimponeerd Hij moest zich wel vergissen, als Ward Barrett niet zou blijken een formidabele tegenpartij te zijn. 'Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12