3)e Zoidóchd 6ou^cml
Aar» de Fransch-Duitsche grens. Een der Fransche artillerie-
afdeelingen brengt geschut in stelling op een platform
De Nederlandsche verdedigingsmaatregelen. Ten behoeve van het
schutsveld in het inundatiegebied moeten hier en daar enkele boomen
worden omgehakt
De strijd in Polen. Een Poolsche pantsertrein werd deze week bij
Lochowa door Duitsche bommenwerpers bestookt. Een der bommen,
die naast den trein insloeg, richtte on%ettende verwoestingen aan. Een
luchtfoto, welke aantoont, wat er van de wagens overbleef
Twintig Nederlandsche Rijnschepen, die zich te Straatsburg bevonden, hebben toestemming gekregen,
naar Nederland terug te keeren. Een der schepen passeert de Rijnbrug te Arnhem
Zelfs bij de voetbalwedstrijden vergeet
het jeugdige Engelsche publiek zijn
gasmasker niet, dat tot een onontbeerlijk
onderdeel van ieders uitrusting ge
worden is
feuilleton
Toen de
scheidsmuur viel!
door
ISABEL C CLARKE.
75)
„Laten we hier een beetje blijven zitten.
Het meisje zal je koffer web uitpakken."
Hij liet Angela zitten in den diepen stoel
met de hooge leuning, vlak voor het vuur,
want de rit in het open zijspan had haar kil
gemaakt Toen zij daar zoo zat, met haar
voeten op het haardihekje, zag zij er uit
als een kind, met haar losse, blonde ha
ren. Niemand zou van haar verwacht heb
ben, dat zij zoo rotsvast in haar voorne
mens kon zijn. Zij zag er zoo jong en teer
uit.
„Cym, ik moet je wat vertellen."
„Wat is het, schat?"
„Zul je niet boos zijn?"
„Boos? Waarom?"
„Beloof het me dan."
„Natuurlijk, Angela."
„Toen we verleden maand hier waren,
ben ik naar je grootvader geweest", zei zij
langzaam.
Cymbeline stond verstomd.
„Maar.... liefste...."
„O, kijk niet zoo, Cym. Ilc weet wel, dat
je me een standje zou willen geven. En ik
ben al maanden lang door mijn vader uit
gescholden. Ik heb er wel zoowat genoeg
„Ik wou je heelemaal geen standje geven.
Maar waarom ter wereld ben je er heen ge
gaan?"
„Ik ging voor jou pleiten. Voor jou Cym
beline", zei zij en haar lippen beefden.
„O, jou lieve kind." Hij boog zich over
haar 'en kuste haar. „Wat een moed heeft
het kind tooh, al ziet het er zoo teer uit,
het bezoekt den leeuw in zijn eigen hol."
Hij verlangde er heftig naar, te hooren
wat zij gezegd had, welke onthullingen zij
hem zou doen.
„Ik heb hem gezegd, dat ik je niet los
liet. Ik heb ook gezegd, dat jij door dik en
dun katholiek zou blijven. En ik smeekte
hem. ja heusch, smeekte, óm naar mijn
vader te schrijven, een enkel woord te on
zen gunste. Orndat je weet, dat vader zei,
dat hij daardoor alleen gedwongen zou
kunnen worden, zijn toestemming te ge
ven".
„Was hij erg boos?"
Cymbeline was half versuft door deze
drastische maatregelen, waardoor ineens de
schepen achter hem verbrand waren.
Hij wist, dat mijnheer Harriman zich
troostte met de gedachte, dat de heele zaak
dood gebloed was.
„Hij was wel boos.... Hij zei, ik moest
jo vrij laten.hij haat vader en alle Wes-
tes. Hij zei, hij zou de eerste zijn om je met
een ander te laten trouwen. O, we werden
allebei knap nijdig. We hebben elkaar on
gezouten de waarheid gezegd. Toen ik weg
ging, vóelde ik me werkelijk flauw."
„Zou hij het mijn vader verteld heb
ben?" zei Cymbeline.
„Daar kan je gemakkelijk achter komen.
Hoewel ik denk, dat hij er liever niet over
praat. O, Cym, ik heb zooveel goeds van
je gezegd. Ik zeide hem, dat je een held
-was en een heilige en hij spotte er mee en
zei, dat je maar een heel gewone jongen
was, met een harden kop en dat je ver
wend was."
„Je had het een beetj- zachter moeten
zeggen, zei hij geroerd.
„Hij was in zijn kamer en ilc wou niet
zeggen wie ik was, maar liep ijskoud naar
binnen. Het was er gruwelijk benauwd. Hij
zei, dat niets van zijn geld aan katholieken
zou komenhij is zooals die lui waar je
wel eens van leest, die zoo'n bepaling in
hun testament zetten. Hij zei, je zou je
eigen glazen niet ingooien en je zou mij
dadelijk laten schieten, als je maar eens
begreep, wat *r aan vast zat."
„Hij weet heel goed, dat ik geen klap
om zijn geld geef", zei Cym.
„O, Cym, als hij ons maar hielp, dat wij
tftnden trouwen."
Hij boog zich naar voren en raakte haar
arm liefkozend aan.
„Wil je het dan zoo graag?"
„Jij niet?" vroeg zij.
„O, schat, natuurlijk. Liever dan wat
ook."
Nu merkte hij voor het eerst op, dat zij
leed onder het uitstel, dat de onzekerheid
haar neer drukt^.
„Liefste, liefste Angela", zei hij.
Hij drukte haar aan zijn hart, kuste en
liefkoosde haar teer.
„Ging je daaromjij kleine heldin?"
„Natuurlijk. Waarom anders?"
„Het spijt me, dat hij zoo akelig was.
Maar hij heeft mij nooit kunnen uitstaan.
Hij houdt niet van moeder. Daarom, denk
ik."
„En toch is je moeder zoo lief, Cym."
„Ja, maar hij houdt niet van het soort."
Zij hoorden in de hal de telefoonschel
hard en dringend overgaan. Cymbeline
sprong op en vlcog de kamer uit.
„Hallo, hallo, wie is daar?" hoorde zij
hem zeggen.
Zij luisterde ademloos. Dan hoorde zij:
„Best. Ik kom. Binnen tien minuten."
Hij kwam terug met een kleur van op
winding en schitterende oogen.
„Ik moet naar het vliegveld. Maar geen
woord er over, Angela. Het spijt me, dat ik
je alleen moet laten."
„Maar het is al zoo laat. Ik dacht, dat je
vanavond vrij was."
„Dat hangt er van af. Nu moet ik weg.
Zeg het maar aan moeder, als zij komt.
Jammer, dat ik je nu moet verlaten."
Zy kroop bevend in zijn armen.
„O, denk je, dat het een Zepp is?"
„Misschien", ontweek hij haar. „Maar ik
geloof niet, dat ik zoo bof."
Een onbestemde vrees beving haar. Het
was al laat, bijna acht uur, waarom moes
ten zij hem nu nog hebben? Wat was er
gebeurd? En gevoel van naderend onheil
greep haar erger dan ooit aan. Zij hield
Cymbeline vast, alsof zij hem niet wilde
laten gaan.
„O, Cym", zei zy.
Hij maakte zich zachtjes los.
„Ik moet weg. Nacht, Angela, mijn schat"
Zy was alleen voor zij het goed wist. Zijn
haastig vertrek deed har angst toenemen.
Zij ging terug naar.haar stoel bij den haard
en rilde ondanks de v/armte. Zij leek een
bloem, door den nachtvorst geraakt. Het
scheen haar toe, dat Cymbeline haar alleen
maar even geschonken was om weer weg
gerukt te worden. Bij was weg, zij hoorde
zyn motor knarsen langs den weg naar
Pagdon.
„Hij wordt zeker gedood. Ik heb nog niet
eens kunnen zeggen, hoeveel ik van hem
houd. Nu zelfs weet hij nietik schaam
de menu zal hij het nooit weten."
Zij drong de tranen terug, tot haar oogen
begonnen te branden. Haar handen klem
den zich om de gebeldhouwde leeuningen
van den stoel. Zij hoorde niet, dat de deur
open ging en Viola zachtjes de kamer in
kwam.
„Kyk, Angela", zei Viola verwonderd.
Wat deed het meisje daar alleen? Waar
om zag zij er zoo bleek en akelig uit? Waar
was Cymbeline?
Angela bewoog zich niet.
Voor den eersten keer voelde Viola een
soort ongeduld en was zij bijna boos. Dat
was toch een beetje al te dwaas, daar maar
te zitten en geen inlichtingen te willen ge-
„Waar is Cymbeline?" Er klonk iets on
geduldigs in haar stem.
„Weg", zei Angela en keek haar met holle
oogen aan. Dat eene woord uitte zij nog
moeilijk.
„Weg? Waarheen? Zeg toch eens wat,
Angela."
Zij kwam dichterbij en keek haar onder
zoekend aan. Hadden zij na hun lange
scheiding gekibbeld? Als Angela Cymbe
line weer ongelukkig had gemaakt, zou zij
het haar nooit vergeven. Haar Jongen was
vijftig Angela's waard.
„Hijhywerd opgebeld, van het
vliegveld. Hij ging meteen..,. We hadden
geen eens tijd om afscheid te nemen". Zij
beefde over al haar leden.
Viola stond naast den stoel van An gela -
„Wat is er, Angela? Ben je ziek?"
„Neen. Alleen maar bang."
„Bang? Waarvoor?"
„Dat hij sterven zal. Misschien is het..
weleen Zppelin. En hy ging zoo gauw.
Hij wist meer dan hij zeggen wou."
(Wordt vervolgd).
Nu het veevoeder schaarsch wordt, krijgen de afgevallen
eikels weer eenige waarde. De jeugd beijvert zich in de stads
parken met het rapen
Het vee in de Fransche grenszone
wordt door de boeren in veiligheid
gebracht