LUCHTAANVALLEN OP POLEN. feuilleton Toen de scheidsmuur viel! door ISABEL C. CLARKE. 70) Lambert probeerde het nog eens met groot geduld. „Maar lieve moeder, we hebben het zoo net gehoord, vanuit Zwitserland. Hij was geïnterneerd in Duitschland, hij kreeg een longontsteking en stierf t aan." Zij keek hem aan, terwijl zij slim haar hoofd schudde. „Dat zeg je allemaal om me te plagen. Je hebt me altijd willen plagen, Lambert. Maar ik weet wel beter. Danny is niet in Duitschland en hij is niet gestorven aan longontsteking. Hij is gisteren nog bij me geweest en hij komt vanavond weer, let maar eens op." Lambert hield er nu maar mee op. Was het eigenlijk niet beter als zij ma-T bleef gelooven, dat haar zoon nog in leven was? Dat hij haar nog iederen dag opzocht in die nevelige wereld, waarin zij door ouder dom en zwakte was verzonken? En om Daniël recht te laten wedervaren, hij was een liefderijk zoon voor haar ge weest. Hij verdiende het, dat hij in haar herinnering bleef leven door zijn onveran derlijke trouw. Lambert bleef staan, niet wetend wat hij doen of zeggen moest. Zij schudde waar schuwend haar vinger tegen hem. „Ga weg, Lambert. Kom me hier geen leelijke dingen over je broertje vertellen. Ga dadelijk weg, versta je." Zij werd boos en wond zich op, hij ging gehoorzaam de kamer uit op een teeken van een van haar verpleegsters. Hij keerde naar zijn vader terug, dien hij nog in dezelfde houding vond zitten met het telegram in zijn hand. „Heb je het haar v rteld, Lambert? Scheen zij het te begrijpen?" „Ik heb het haar gezegd, maar het geeft niet, vader. Misschien is het zoo beter. Zij gelooft het niet, zij zegt, dat zij hem gis teren nog gesproken heeft. Dat hij nooit overslaat, haar te bezoeken. Ik heb het zoo maar gelaten." In werkelijkheid was hij veel banger voor de uitwerking welke die onverwachte tijding op mijnheer Harriman zou hebben. Hij was in het voorjaar lang ziek geweest. Een lastige hoest en bronchitis hadden hem verzwakt. Hij was nu in zijn vier en zeventigste jaar en ging er wat kracht en flinkheid betrof, niet op vooruit. De slag was hard en heel plotseling ge weest. en had hem getroffen in wat men- schelijkerwijze gesproken hem het dier baarste was. De vreeselijke realiteit van den oorlog was ook zijn huis binnen getreden. Daniël was iets langer dan twee jaar ge leden weggegaan en bijna al dien tijd was hij in gevangenschap geweest. Hij had nau welijks kunnen schrijven, zelfs zijn eigen vader niet. En in gevangenschap was hij 1 gestorven. De oorlog had zijn eerste slacht offer geëischt uit de familie Harriman. HOOFDSTUK XXXI. Viola was heel erg lief voor den ouden man in de droeve dagen die volgden. Zij vergaf hem zijn hardheid tegenover haar zoon, ten deele omdat dit haar natuur was en ten deele omdat zij niet boos kón blijven op iemand die zoo diep ongelukkig was. Zij had zielsmedelijden met hem want zij wist dat Daniël hem altijd het liefste was ge weest. Zij was bijna boos op zichzelf, om dat zij nooit van Daniël had gehouden, nooitgeprobeerd had zijn vriendschap te winnen en zich op een afstand had gehou den, omdat hij haar en Cymbeline min achtte. Cymbeline was de heele maand Augus tus en September in Lnoden, bezig met een geheime opdracht waarvan hij alleen maar kon 'zeggen, dat het van groot gewicht was. Tweemaal had hij een Zondag op het Oude Huis kunnen doorbrengen, beide keeren was hij plichtmatig zijn grootvader gaan opzoeken. Geen woord was er gesproken over het onverkwikkelijke onderwerp van zijn verloving en godsdienst. Hij ook voel de een soort medelijden met den gebroken ouden man, die nergens anders over kon praten dan over Daniël.Daniël, zijn flin ken sterken jongen, die aan longontsteking was gestorven in Ruhleben. Mijnheer Harriman was inwendig erg verbaasd geweest over de verandering die in Cymbeline had plaats gegrepen. Hij was verbrand en heel mager en de kleine zwarte snor, die hij droeg, deed hem meer man schijnen. Nu was hij niet meer zijn moeder's troetelkind. Hij zag er taai en ge zond uit en zijn donkere oogen keken iemand open en recht aan. Zij hadden hem toch 1 niet heelemaal kunnen bedreven met him flauwigheidjes, bedacht de oude man met een soort trots. Hij was dan ook een jonge kerel om trotsch op te zijn, er was niets aanstellerigs aan hem, maar een ernstige teruggetrokkenheid die vertrouwen wekte. Het was een zegen dat hij hem gered had van dat dwaze engagement met al dien godsdienstige rommel die er aan vast zat. Zeker is het, dat zijn bezoeken aan Pag- don, kort na het groote verlies, mijnheer Harrimans's gedachten afleidden vande vortdurende overpeinzing van zijn eigen smart. Hij wenschte zichzelf ook geluk, dat hij Cymbeline gered had uit de klauwen van Angela Weste. Zijn ouders, die den jongen nooit pijn wilden doen, hadden geen stap willen verzetten en de zaak op haar beloop gelaten. Maar hij had den moed gehad om tusschenbeide te komen. Hij zou dat pre cies zoo gedaan hebben, als het een van zijn eigen jongens betroffen had. Al had hij nog zoo graag gehad, dat Daniël getrouwd was, toch zou hij hem nooit hebben toege staan zijn oogen te slaan op Valley lands voor een vrouw. Hij slaagde er in, zichzelf te overtuigen, dat hij uitsluitend voor het bestwil van den jongen had gehandeld. Hij kende de fami lie Weste veel beter dan Cymbeline, hij wist dat de dochter van Sir Roger geen goede vrouw voor hem geweest zou zijn. Het was maar beter, haar heelemaal links te laten liggen. De maand October begon nat en storm achtig en de somberheid die over de To wers hing werd er nog erger door. Mijn heer Harriman moest binnen blijven en zoo als alle actieve en energieke menschen, die gedwongen worden niets te doen, voelde hij het vreeselijk. Hij dacht dien morgen aan Cymbeline en al had hij niet veel inzicht, toch scheen hij nu een beetje te begrijpen, dat het niet een jongensgril was geweest die hom er toe gebracht had, in het leger te gaan. Hij had 'n zekere onbarmhartigheid getoond als de oorlog niet gekomen was, zouden zijn ouders er door geruïneerd zijn geweest en tóch had hij doorgezet. En nu kreeg hij ge lijk. Engeland had al zijn soldaten hard noodig. Omdat hij al vroeg met zijn opleiding was begonnen, had hij kunnen gaan op een tijdstip dat de meeste jongens van zijn leeftijd nog met hun training moesten be ginnen. En was het niet beter, op het veld van eer te vallen dan langzaam te verrot ten in een vijandelijke gevangenis? Mijnheer Harriman was een van die men schen geweest, die nooit had willen luiste ren naar de pessimisten die den oorlog voorspelden, vooral een oorlog met Duitsch land. Maar de jongeren hadden geluisterd en geloofd en velen met Cymbeline hadden zich voorbereid op alle gebeurlijkheden. Den heelen morgen had mijnheer Harri man over deze dingen nagedacht en zoo hielden zij hem bezig, dat hij het gerucht van stemmen en voetstappen niet opmerk te „U behoeft me niet aan te dienen. Als mijnheer Harriman binnen is, zal ik dat zelf wel doen," zei een jeudige vrouwelij ke stem, niet zonder vastberadenheid. Mijnheer Harriman kende die stem niet, maar hij begreep, dat er een aanslag werd beraamd op zijn afzondering en met het instinct van zelfverdediging stond hü haas tig op en deed een stap in de richting van de deur om die ramp af te wenden. (Wordt vervolgd). £cicbcltc Goii/^ont Aan de Vereeniging .De Zaansche Molen" is de uit het jaar 1620 dateerende oliemolen .Het Pink" te Koog aan de Zaan in eigendom aangeboden Het badseizoen is door het vroegtijdig vertrek der gasten op ongewone wijze geëindigd. Scheveningen bereidt zich voor op den komenden winter Dood en verderf zaaiend richtten de intense luchtaanvallen der Duilsche vliegtuigen ontzaglijke verwoestingen aan in het Poolsche gebied. Een unieke foto, genomen uit een Duitschen bommenwerper, welke het resultaat laat zien van drie voltreffers tijdens een der jongste raids De overlevenden van de „Courageous" het Engelsche vliegtuigmoederschip, dat door een Duitschen onderzeëer getorpedeerd werd, zijn door torpedo jagers in Engeland aan wal gebracht Terug op vaderlandschen bodem Eenzaam en verlaten ligt de visschers- vloot in de haven van Scheveningen, nu door de internationale toestanden het onmogelijk geworden is het bedrijf od zee uil te oefenen De heer J. W. Kallenborn, inspecteur van politie te Amsterdam, is belast met de leiding van het bureau inzake falsificaties en internationale misda-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9