Wijsheid 3: 1-9
Amerika en de
oorlog
Oorlogsreacties in
andere landen
BINNENLAND
ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1939
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Maar de zielen der rechtvaardigen zijn in Gods hand;
Geen kwelling kcm hen deeren.
In het oog der dwazen was het, of zij stierven;
Men beschouwde hun einde wel als een ramp,
En hun heengaan van ons als het einde van alles:
Maar toch zijn zij in vrede.
Want al scheen het voor de menschen, dat zij werden gestraft,
Toch is het de onsterfelijkheid, die hen wacht,
En na die korte kastijding worden ze rijkelijk beloond.
Want God was het, die hen beproefde
En hen Zijner waardig bevond; 4
Als goud in de smeltoven heeft Hij hen beproefd,
Maar als een aangenaam brandoffer hen aanvaard.
Als de tijd van hun vergelding komt, zullen zij schitteren
Als sprankelende vonken in een stoppelveld;
Zij zullen de volkeren richten en de naties beheerschen,
En de Heer zal hun Kening zijn voor eeuwig.
Die op Hem hopen, zullen zijn trouw ondervinden,
En die Hem trouw zijn, in zijn liefde verblijven;
Want genade en erbarming vallen zijn uitverkorenen ten deel.
DE HERZIENING DER NEUTRALITEITS-
WET.
Men gelooft, dat Roosevelt het pleit zal
winnen.
Nadat Roosevelt geconfereerd had met
de senaatscommissies van de democrati
sche en republikeinsche partij inzake de
neutraliteitswet, blijkt, volgens Un. Press,
dat de president, als hij zijn aanhangers
wat betreft de herziening van genoemde
wet opsomt, tot de conclusie komt, dat de
beide partijen daaronder vertegenwoordigd
zijn, zoodat dus geheel gebroken is met de
partijtraditie.
Gistermiddag heeft het kabinet verga
derd. De ministers hebben geconfereerd
over de middelen om de behandeling van
de neutraliteitswet te bespoedigen met het
oog op de taktiek der isolationisten, die
zeker zullen trachten de debatten te ver
lengen.
Ondertusschen blijft een groot aantal
brieven en telegrammen naar het Witte
Huis stroomen. Men meldt daar, dat bijna
alle eenstemmig Roosevelt steunen, ter
wijl de isolationisten beweren, dat de
meeste schrijvers van de brieven voor het
embargo zijn.
In onpartijdige kringen voorspelt men
tot nu toe, dat de president zal winnen.
Duitsch commentaar op Roosevelts rede.
De door president Roosevelt in de spe
ciale zitting van het congres uitgesproken
boodschap wordt door de Duitsche pers
op zeer zakelijke wijze besproken.
Het „Hamburger Fremdenblatt" merkt
op, dat de president er handig in geslaagd
is een doeltreffend compromis tot stand te
brengen tusschen den authentieken vre
deswil van het Amerikaansche volk en de
opvattingen van degenen, die zich van de
Europeesche gebeurtenissen een groote le
verantie-conjunctuur voor de Amerikaan
sche bedrijven droomen. De bij de amen
deering van de neutraliteitsclausule over
wogen beperkingen hebben de beteekenis,
dat de oorlogvoerende mogendheden alleen
tegen contante betaling en met eigen sche
pen oorlogsmateriaal uit Amerika kunnen
invoeren.
De belangrijke bepalingen van de neu
traliteitswet, die een herhaling van het
„Lusitania"-geval en daardoor oorlogsza
ken voor de Vereenigde Staten van tevo
ren uit den weg moeten ruimen, zullen van
kracht blijven.
Van Amerikaansche zij de is wel tegen
de opheffing van het wapenembargo inge
bracht, dat oorlogsleveranties tot oorlogs-
credieten en deze ten slotte tot een nood
zakelijk partijkiezen der Vereenigde Sta
ten in het Europeesche conflict moeten
leiden.
De poging van Roosevelt om vooruit te
loopen op de kwestie van de schuld aan
den oorlog, geeft het blad aanleiding tot
het uitspreken van de vrees, dat Roose
velt in dit opzicht eens dezelfde les zal
krijgen, die ook het standpunt van Wilson,
die Duitschland als aanvaller in den we
reldoorlog aanwees, corrigeerde.
REDE VAN CORDELL HULL.
Europeesche oorlog, „de grootste aller
rampen".
Op de wereldtentoonstelling te New
York heeft de staatssecretaris Cordell Huil
een rede uitgesproken, waarin hij in ver
band met den pan-Amerikaanschen dag
een Europeeschen oorlog „de grootste aller
rampen" noemde.
Voortgaande zeide hij: „Nu een groote
oorlog in Europa een grimmige realiteit is,
bestaat er een grootere noodzaak dan ooit
tevoren voor alle naties, die nog in staat
zijn zulks te doen, om haar streven te
doen toenemen tot behoud van die funda-
menteele beginselen der beschaafde inter
nationale betrekkingen, welker toepassing
alleen den vooruitgang van het mensche-
lijk ras kan handhaven. Het is onze vrome
hoop, dat het thans in Europa woedende
eonflict op dat vasteland niet het licht zal
dooven van die schitterende beschaving,
waarmede het in de moderne tijden de
wereld heeft verlicht. Dat is ons vurig ge
bed aan alle naties.
Inmiddels is het onze plicht om die be
ginselen levend te houden in ons midden
en er intensief en onophoudelijk naar te
streven, dat men ze in de geheele wereld
zal gaan aanhangen".
VREEMDE DUIKBOOTEN OP
AMERIKAANSCHE KUST.
President Roosevelt heeft tegenover ver
tegenwoordigers van de pers verklaard,
dat twee buitenlandsche duikbooten gezien
zijn op zee, een buiten de zuidelijke grens
van Alaska en een op 50 tot 70 mijl bui
ten de zuidpunt van Nieuw Schotland. De
nationaliteit dezer duikbooten is niet ge
ïdentificeerd. Roosevelt weigerde de bron
te noemen van deze inlichtingen der re
geering. Wel verklaarde hij, dat deze bron
volkomen betrouwbaar was.
GAAT TURKIJE EEN PACT MET
RUSLAND SLUITEN?
Reuter meldt, dat de Turksche minister
van buitenlandsche zaken,Saradjogloe, ver
gezeld door den sovjet-ambassadeur in Tur
kije, naar Moskou is vertrokken, om te on
derhandelen over een Turksch-Russisch
pact van wederzijdschen bijstand.
Men is te Istanboel van meening, dat een
Turksch-Russisch pact de positie van Tur
kije als beheerscher van de Dardanellen
zeer zou versterken en de veiligheid in de
Zwarte Zee zou verzekeren, hetgeen een
waardevolle aanvulling van de Turksche
overeenkomsten met Frankrijk en Enge
land, die de veiligheid in de Middelland-
sche Zee tot voorwerp hebben, zou blijken
te zijn. Saradjogloe roemde, voor hij zich
inscheepte, de oprechte vriendschap tus
schen Turkije en de Sovjetunie en voegde
daaraan toe, dat de internationale onrust
van den laatsten tijd en de identiteit van
hun belangen en het wederzijdsohe vertrou
wen versterkt had.
NA DEN MOORD OP CALINESCOE
Talrijke leden der IJzeren Garde
terechtgesteld.
Het Duitsche Nieuwsbureau deelt mede,
dat na het vermoorden van minister-presi
dent Calinecsoe, de autoriteiten scherpe
vergeldingsmaatregelen hebben genomen
tegen de leden van de voormalige IJzeren
Garde.
In bijna alle plaatsen des lands werden
oud-Gardisten gearresteerd en in enkele
gevallen werden zij gefusilleerd.
In het concentratiekamp van Miercurea
Ciuculiu in Zevenburgen, waar zich sedert
anderhalf jaar ongeveer 150 voormalige
leiders van de IJzeren Garde bevinden,
werden er 44 doodgeschoten. Hun namen
zouden van avond gepubliceerd worden.
De Roemeensche pers zegt, dat Dumes-
tricoe, de leider van het domplot, dat den
moord op Calinescoe heeft georganiseerd,
onlangs naar Praag teruggekeerd is. In
Duitschland zou hij in verbinding gestaan
hebben mét groepen legionarissen, die se
dert een jaar op een gelegenheid zouden
hebben gewacht om op sensationeele wijze
in Roemenië binnen te rukken. Dumestri-
coe heeft zich, aldus de pers, veertien dagen
in het dorp Apsa bij de Roemeensche grens
opgehouden en is daarna met een groep
buitenlanders over de grens gekomen. Hij
wist van den vluchtelingenstroom gebruik
te maken om de politie te ontwijken en in
Boekarest aan te komen.
VOLMACHTEN VOOR DE MILITAIRE
AUTORITEITEN IN ZWITSERLAND.
De Zwitsersche federale raad heeft gis
teren een ordonnantie voor de bescherming
en de veiligheid van het land uitgevaar
digd, waarbij den militairen autoriteiten
aanzienlijke bevoegdheden worden ver
leend, terwijl de grondrechten der burgers
behouden zijn gebleven. Het militaire
commando kan alle maatregelen treffen,
die voor de veiligheid noodig zijn. Zij heb
ben het recht tot huiszoeking, visitatie en
in beslagneming.
DUITSCHE ACTIVITEIT IN BELGIë.
De liberale „Journal" zet de gereserveer
de houding van de Fransche, Britsche en
Poolsche diplomaten in Brussel tegenover
de activiteit van de Duitschers in België.
De eersten beperken zich tot het verstrek
ken van objectieve mededeelingen en offi-
cieele documenten.
Het blad schrijft vreder:
„We gelooven niet, dat wij een geheim
verraden, dat ons door de neutraliteit is op
gelegd, wanneer wij constateeren, dat de
Duitsche ambassade te Brussel zijn onder-
afdeelingen aanzienlijk heeft uitgebreid.
Een groot deel van het personeel van de
diplomatieke vertegenwoordigingen in de
landen, welke thans vijanden zijn gewor
den, heeft zich te Brussel gevestigd.
De handelsafdeeling heeft haar diensten
vervijfvoudigd en de andere afdeelingen
naar verhouding".
Verder merkt het blad op, dat de Fran-
schen Polen en Britten, die in België woon
den en dienstplichtig waren, zijn terugge
roepen. De Duitsche kolonie is evenwel in
haar geheel in België gebleven.
GEEN INUNDATIESTELLING.
Het Belgische ministerie van nationale
voorlichting ontkent formeel, dat de be
richten, in het buitenland verschenen, vol
gens welke sommige dijken van het Albert-
kanaal zouden zijn doorgestoken, ten ein
de een inundatie te stellen tusschen Luik
en Antwerpen, juist zouden zijn.
De militaire autoriteiten hebben een der
gelijke maatregel niet gelast.
Hoe zal de houding
van
Roemenië zijn?
MOEILIJKHEDEN MET DE NABUUR-
STATEN.
(Van een bij zonderen correspondent).
De houding van Roemenië in het
huidige conflict is nog niet be
paald; voorloopig blijft het neu
traal, maar in de Roemeensche
hoofdstad heerscht ernstige be
zorgdheid voor de toekomst, die
van verschillende factoren afhan
kelijk is.
Voor de wereldoorlog 19141918 was
Roemenië een land met acht millioen in
woners en met een totale oppervlakte van
138.000 K.M.2. De overwinning van de ge
allieerden stelde de Roemenen in staat hun
droom van een Groot-Roemenië te verwe
zenlijken. 9
Transsylvanië werd ontnomen aan Hon
garije en Bessarabië aan Rusland. De op
pervlakte van het land werd meer dan
verdubbeld, en bedraagt 295.000 K.M.2, en
het aantal inwoners steeg van acht mil
lioen tot achttien en een half millioen.
Roemenië is rijk aan petroleum en ko
ren; het is een landbouwstaat gebleven. De
bevolking bestaat uit 15 millioen boeren
en 3 y2 millioen stedelingen. Het groot
grondbezit, dat vóór den wereldoorlog een
oorzaak van ellende was, werd tijdens de
wereldoorlog nagenoeg opgeheven. Enor
me gebieden werden door den staat ont
eigend, voor een gedeelte betaald en aan
de boeren geschonken. De periode van
vrijheid voor de boeren is nog te kort ge
weest, en tot nu toe werd nog met te
ouderwetsche landbouwwerktuigen ge
werkt, dan dat men zou kunnen spreken
van een zekere welgesteldheid der boeren
in Roemenië, die toch leven op een der
rijkste gebieden van Europa.
Men zal zich wel kunnen indenken, dat
Roemenië alles in het werk zal stellen, om
de huidige grenzen te handhaven en zoo
mogelijk neutraal te blijven. Maar of Roe
menië buiten het conflict zal blijven is
minstens twijfelachtig, daar met verschil
lende elementen rekening moet worden
gehouden. Deze voornaamste elementen
zijn: petroleum, Drang nach Osten; en
minderheden
Roemeensche petroleum.
Van de Europeesche landen, die petro
leum produceeren, komt Rusland op de
eerste plaats en Roemenië op de tweede.
Het rijkste petroleumgebied van Roeme
nië omvat een oppervlakte van 5000 K.M.2
en is gelegen op zestig kilometer ten Noor
den van Boekarest om zich daar uit te
strekken over een breedte van 200 K.M.
Op de vruchtbare velden ziet men plot
seling de houten boortorens oprijzen. Het
petrcleumbekken van Moreni is ermee be
zaaid;
In het jaar 1893 bedroeg de productie
20.000 ton, in 1907 werd een millioen ton
bereikt. In het jaar 1913 werd 1.845.000
ton petroleum door Roemenië uitgevoerd.
Enkele jaren lag de productie nu stil. Op
verzoek van de geallieerden hadden de
Roemenen hun installaties vernietigd, op
dat de Duitschers er geen gebruik van
zouden kunnen maken.
Na de wereldoorlog werd de petroleum-
productie nog vermeerderd. In 1938 werd
6.600.000 ton petroleum geproduceerd.
Deze rijkdom aan petroleum is echter
een medaille, die niet zonder keerzijde ge
bleven is. Want waar in deze nieuwe we
reldoorlog zooveel petroleum voor de
weermacht noodig is, en waar deze petro
leum voor enkele mogendheden zoo goed
als ontbreekt, daar zal vroeg of laat het
verlangen opkomen, om gebruik te ma
ken van de Roemeensche petroleum.
De „Drang nach Osten".
De Duitsche „Drang nach Osten", die
van tijd tot tijd niet geheel en al is los te
maken van de Duitsche drang naar petro
leum, heeft in Roemenië zekere bezorgd
heid gewekt.
Vooral in het laatste jaar is deze „Drang
De zorg voor de Kath.
gemobiliseerden
Een initiatief van het „Katholiek Comité
van Actie „Voor God"
Vrijdagmorgen zijn te Utrecht op initia
tief van het „Katholiek Comité van Actie
„Voor God" de voornaamste katholieke
organisaties bijeengekomen, om te be
raadslagen over een gemeenschappelijk
werkplan aangaande de zorg voor de Ka
tholieke Gemobiliseerden en de gezinnen in
mobilisatietijd.
Ter vergadering waren aanwezig de
vertegenwoordigers der Katholieke Stands
organisaties, der Vrouwenorganisaties en
Jeugdorganisaties, de afgevaardigden van
de vereeniging der onderwijzers, journa
listen en kunstenaars, het comité voor de
actie „Naar de Nieuwe Gemeenschap" en
het onlangs opgerichte „Amico" der Inter
diocesane Jeugdcommissie, alsmede de
Majoors van Straelen en Bangert, Aal
moezeniers van Leger en Vloot. Na de
uiteenzeting van den voorzitter prof. dr. A.
Steger, die o.m. mededeelde, dat dit stre
ven de volle instemming heeft van het
Hoogwaardige Episcopaat en van den
Hoofdaalmoezenier werd met algemeene
instemming besloten tot het oprichten van
een Centraal Comité „Voor Onze Gemobili
seerde»" (V.O.G.) Hierin hebben de ver-
vertegenwoordigers van bovengenoemde
organisatie zitting en ook de Aalmoezenier
van Straelen en Bangert. Eenige andere
vereenigingen zullen nog worden uitge-
noodigd.
Als Centraal secretariaat zal fungeeren
het Secretariaat van Comité van Actie
„Voor God" (Mr. A. Diepenbrock pr.
Postbus 2, Heemstede).
Als de plaatselijke organisaties, welke
zich voor dit werk beschikbaar stellen, tre
den op de comité's voor de Actie „Naar de
Nieuwe Gemeenschap", welke contact zoe
ken met de plaatselijke Jeugdbewegingen.
In plaatsen waar deze comité's nog niet
bestaan zullen zij zoo spoedig mogelijk
worden opgericht en dan aanstonds dit
werk ter hand nemen. De Centrale leiding
berust by het nationaal Comité „V.O.G."
Het aldus gevormde Centrale Comité
V.O.G. benoemde uit zijn midden een
werkcommissie waarin zitting namen de
heeren:
L. M. G. A. Beumer, Rector J. v.
Campen, Dr. H. Deelen, Mr. A.
Diepenbrock pr., Mevr. F. Steenberghe-
Engeringh, Prof. Dr. Alfons Steger, en
Majoor H, van Straelen.
Reeds terstond werd de verzekering ge
geven, dat het nieuwe centrale comité het
contact zal onderhouden met den Raad,
welke onlangs op initiatief van Z.K.H.
Prins Bernhard werd ingesteld, met het
officieele instituut voor Ontwikkeling en
Ontspanning, en andere organisaties, welke,
nationaal of plaatselijk, op dit terrein
reeds werkzaam zyn.
Aan de hand van een uitvoerig werk-
nach Osten" door de annexatie van het
Sudetengebied en van Bohemen en Mora-
vië, alsmede door het uitbreiden van den
Duitschen invloed over Slowakije, een stap
dichter tot de verwezenlijking genaderd.
Met bezorgdheid vraagt men zich af in
Roemenië, wat er gescheiden zal als
Duitschland eventueel in het Westen een
overwinning zou behalen. Dan zouden aan
de algeheele verwezenlijking van de
„Drang nach Osten" al heel weinig hin
derpalen in den weg staan. Roemenië zou
dan moeten beginnen met zijn offertje bij
te dragen voor de vorming van een onaf
hankelijk Oekraine; verder zouden Bulga
rije en Hongarije aankloppen, om de reke
ning te vereffenen, die dateert uit de jarén
1918 en 1919. Spoedig zou dan ook Roeme
nië tot de „landen van het verleden" be-
hooren.
Minderhedenprobleem.
Roemenië gaat er eenigszins prat op, dat
er Roemeensche minderheden zijn in het
buitenland, maar dat Roemenië te groot
moedig is, dan dat het zijn rechten zou
op eischen om deze minderheden ter hulp
te snellen. Deze grootmoedigheid heeft
echter een bijzondere tint.
Want als Roemenië aandrong op het be
ginsel, dat de minderheden absoluut thuis
hooren bij hun eigen volk, dan zou het
viermaal zooveel gebied moeten afstaan,
dan het ontvangen zou. Want Transsylva
nië (Zevenburgen) is het gebied der Hon
garen, en de Debroedscha het gebied der
Eulgaren, en Roemenië denkt er voorloo
pig niet aan deze gebieden zonder slag of
stoot terug te geven aan de oorspronkelij
ke eigenaars.
In Roemenië levens minstens anderhalf
millioen Hongaren, 800.000 Duitschers,
500.000 Russen en 200.000 Bulgaren. De
Roemenen zelf vormen ongeveer 75 pro
cent der bevolking.
Roemenië wacht op de houding der an
dere landen, vooral op die der nabuursta-
ten. Het wil niets meer hebben, dan het
nu heeft, maar het wil ook niets prijsge
ven. Men wacht op de Hongaren en op de
Bulgaren, of deze zich mogelijk alle
neutraliteitsverklaringen ten spijt zul
len aansluiten bij de Duitschers, teneinde
met geweld te verkrijgen, wat met diplo
matie niet is gelukt: een herziening der
vredesverdragen.
schema werden de vele mogelijkheden op
godsdienstig, sociaal en cultureel terrein
bezien, om aldus in gezamenlijk overleg te
bepalen, wat in groote lijnen, zoowel zelf
standig door de plaatselijke comité's als
door de Centrale zou kunnen worden ge
daan voor de militairen en ook voor de
gezinnen, welke door de mobilisatie op een
of andere wijze zijn getroffen. Het overal
verkrijgen van militaire „tehuizen" bleek
de allereerste behoefte te zijn, waarin
plaatselijk dan zoo spoedig mogelijk moet
worden voorzien.
Voor de gezinnen zullen de organisaties
der vrouwen en meisjes de speciale zorg
op zich nemen, om aldus onder leiding van
de Centrale, Sociale hulp in oorlogstijd te
verschaffen. Zij vormen hiertoe een speci
aal subcomité, waarvan het Secretariaat te
Utrecht, Lange Nieuwstraat 63a, zal zijn
gevestigd.
De Mannelijke Jeugdbewegingen zullen
dan in samenwerking met andere instanties
bijzonder de cultureele zorg en de zorg
voor ontspanning behartigen onder leiding
van het comité „Amico", dat zich even
eens onder de auspiciën van het centrale
comité heeft gesteld. Het secretariaat van
dit subcomité is gevestigd: L. Putstraat 44,
den Bosch.
Uitvoerige aandacht werd daarna ge
schonken aan de taak van het Centrale
Comité „V.O.G." Reeds terstond zullen de
noodige acties worden ondernomen, zoo
dat binnen de korst mogelijke tijd in de
meest dringende behoeften zal worden
voorzienè Op godsdienstig terrein zal de
Centrale bijzondere richtlijnen verstrekken
tot het vormen van Apostolische kernen
onder de militairen zelf. Voorts zullen
christelijke cursussen worden samenge
steld in Godsdienstkennis, Kerkgeschiede
nis, Maatschappijleer, enz.
Ook op sociaal gebied zal de centrale
zich bewegen, adviezen verstrekken, mon
delinge en schriftelijke vak- en landbouw-
curssen organiseert onz.
In directe samenwerking met „Amico"
wordt reeds gearbeid aan een uitvoerig
plan voor cultuur en ontspanning. Hier
kunnen genoemd worden het circuleeren
van boekenkisten, de distributie van dag
bladen, het verwerven van abonnementen
op couranten en tijdschriften voor de mili
tairen, het geven van tooneel- en filmvoor
stellingen enz.
Voorts onderhoudt de Centrale het con
tact met de Katholieke Radio Omroep,
(K.R.O.), de Katholieke Film-Actie';
(K.F.A.), het Katholiek Beroepstooneel,
enz.
Nadere mededeelingen zullen weldra
volgen. Giften voor dit onmisbaar werk
kunnen worden gestort voorloopig op het
gironummer 310217 van den Secretaris van
van het Uitvoerend Comité van Actie
voor God, Heemstede.
ADRES VAN ANTWOORD OP DE
TROONREDE.
Aan H. M. de Koningin aangboden.
H. M. de Koningin heeft gistermiddag om
vyf uur op het paleis Noordeinde te 's-Gra-
venhage den voorzitter van de Eerste Ka
mer, mr. W. L. baron de Vos van Steen-
wijk en de leden van de commissie van re
dactie van het adres van antwoord dier
Kamer op de Troonrede ontvangen ter aan
bieding van dit adres.
De commissie bestond uit de Eerste Ka
merleden: jhr. mr. G. A. H. Michiels van
Kessenich, J. Ter Haar Jr., prof. dr. J. A. J.
Barge, prof. dr. J. de Zwaan en jhr. ds. S.
van Citters.
Om kwart voor vijf kwamen de heeren
in drie auto's voor het ale is aan. In elke
auto reed een bode van de Eerste Kamer
mede. De voorzitter en de heeren Michiels,
Barge en Van Citters droegen het amibts'
costuum van lid der Eerste Kamer. De heer
Ter Haar droeg dat van wethouder en de
heer De Zwaan de toga van hoogleeraar.
In de hall van het paleis stond een eere-
wacht opgesteld, die bij de aankomst en
het vertrek van de commissie de gebruike
lijke eerbewijzen bracht.
HET LEGER EN DE VOORSCHRIFTEN
VAN DE MOTOR- EN RIJWIELWET.
De Commandant der Vesting Holland
brengt in herinnering van weggebruikers,
dat in verband met het aanwezig zijn van
oorlogsgevaar in den zin, waarin dat
woord in 's lands wetten voorkomt, inge
volge het bepaalde in art. 37 van de Mo
tor- en Rijwielwet, deze wet, zoomede de
krachtens die wet vastgestelde algemeene
maatregelen van bestuur, provinciale en
plaatselijke verordeningen, niet meer van
toepassing zijn op motorrijtuigen (vier-
of tweewielige) en rijwielen, voor zoover
deze worden gebezigd ten behoeve van
's Rijksdienst.
Ofschoon aan de onder zijn bevelen
staande Commandanten is opgedragen de
troepen ter kennis te brengen, dat de nor
male voorschriften, zooverre als de belan
gen van den dienst zulks toelaten, moeten
worden in acht genomen, wordt allen weg
gebruikers met nadruk erop gewezen, dat
militaire bestuurders, met uitzondering
van het verkeer op voorrangswegen, aan
ander verkeer te hunnen opzichte in het
algemeen geen voorrang behoeven te ver-
leenen.
Als militaire bestuurders moeten worden
aangemerkt de bestuurders van vierwielige
motorrijtuigen, voorzien van het rood-wit-
blauw-kenteeken, alsmede de bestuurders
van tweewielige motorrijtuigen, voorzoo
ver deze laatste bestuurders voorzien zijn
van een breede rood-wit-blauwe band om
de linker arm.