Wijsheid 3: 1-9 Amerika en de oorlog Oorlogsreacties in andere landen BINNENLAND ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1939 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Maar de zielen der rechtvaardigen zijn in Gods hand; Geen kwelling kcm hen deeren. In het oog der dwazen was het, of zij stierven; Men beschouwde hun einde wel als een ramp, En hun heengaan van ons als het einde van alles: Maar toch zijn zij in vrede. Want al scheen het voor de menschen, dat zij werden gestraft, Toch is het de onsterfelijkheid, die hen wacht, En na die korte kastijding worden ze rijkelijk beloond. Want God was het, die hen beproefde En hen Zijner waardig bevond; 4 Als goud in de smeltoven heeft Hij hen beproefd, Maar als een aangenaam brandoffer hen aanvaard. Als de tijd van hun vergelding komt, zullen zij schitteren Als sprankelende vonken in een stoppelveld; Zij zullen de volkeren richten en de naties beheerschen, En de Heer zal hun Kening zijn voor eeuwig. Die op Hem hopen, zullen zijn trouw ondervinden, En die Hem trouw zijn, in zijn liefde verblijven; Want genade en erbarming vallen zijn uitverkorenen ten deel. DE HERZIENING DER NEUTRALITEITS- WET. Men gelooft, dat Roosevelt het pleit zal winnen. Nadat Roosevelt geconfereerd had met de senaatscommissies van de democrati sche en republikeinsche partij inzake de neutraliteitswet, blijkt, volgens Un. Press, dat de president, als hij zijn aanhangers wat betreft de herziening van genoemde wet opsomt, tot de conclusie komt, dat de beide partijen daaronder vertegenwoordigd zijn, zoodat dus geheel gebroken is met de partijtraditie. Gistermiddag heeft het kabinet verga derd. De ministers hebben geconfereerd over de middelen om de behandeling van de neutraliteitswet te bespoedigen met het oog op de taktiek der isolationisten, die zeker zullen trachten de debatten te ver lengen. Ondertusschen blijft een groot aantal brieven en telegrammen naar het Witte Huis stroomen. Men meldt daar, dat bijna alle eenstemmig Roosevelt steunen, ter wijl de isolationisten beweren, dat de meeste schrijvers van de brieven voor het embargo zijn. In onpartijdige kringen voorspelt men tot nu toe, dat de president zal winnen. Duitsch commentaar op Roosevelts rede. De door president Roosevelt in de spe ciale zitting van het congres uitgesproken boodschap wordt door de Duitsche pers op zeer zakelijke wijze besproken. Het „Hamburger Fremdenblatt" merkt op, dat de president er handig in geslaagd is een doeltreffend compromis tot stand te brengen tusschen den authentieken vre deswil van het Amerikaansche volk en de opvattingen van degenen, die zich van de Europeesche gebeurtenissen een groote le verantie-conjunctuur voor de Amerikaan sche bedrijven droomen. De bij de amen deering van de neutraliteitsclausule over wogen beperkingen hebben de beteekenis, dat de oorlogvoerende mogendheden alleen tegen contante betaling en met eigen sche pen oorlogsmateriaal uit Amerika kunnen invoeren. De belangrijke bepalingen van de neu traliteitswet, die een herhaling van het „Lusitania"-geval en daardoor oorlogsza ken voor de Vereenigde Staten van tevo ren uit den weg moeten ruimen, zullen van kracht blijven. Van Amerikaansche zij de is wel tegen de opheffing van het wapenembargo inge bracht, dat oorlogsleveranties tot oorlogs- credieten en deze ten slotte tot een nood zakelijk partijkiezen der Vereenigde Sta ten in het Europeesche conflict moeten leiden. De poging van Roosevelt om vooruit te loopen op de kwestie van de schuld aan den oorlog, geeft het blad aanleiding tot het uitspreken van de vrees, dat Roose velt in dit opzicht eens dezelfde les zal krijgen, die ook het standpunt van Wilson, die Duitschland als aanvaller in den we reldoorlog aanwees, corrigeerde. REDE VAN CORDELL HULL. Europeesche oorlog, „de grootste aller rampen". Op de wereldtentoonstelling te New York heeft de staatssecretaris Cordell Huil een rede uitgesproken, waarin hij in ver band met den pan-Amerikaanschen dag een Europeeschen oorlog „de grootste aller rampen" noemde. Voortgaande zeide hij: „Nu een groote oorlog in Europa een grimmige realiteit is, bestaat er een grootere noodzaak dan ooit tevoren voor alle naties, die nog in staat zijn zulks te doen, om haar streven te doen toenemen tot behoud van die funda- menteele beginselen der beschaafde inter nationale betrekkingen, welker toepassing alleen den vooruitgang van het mensche- lijk ras kan handhaven. Het is onze vrome hoop, dat het thans in Europa woedende eonflict op dat vasteland niet het licht zal dooven van die schitterende beschaving, waarmede het in de moderne tijden de wereld heeft verlicht. Dat is ons vurig ge bed aan alle naties. Inmiddels is het onze plicht om die be ginselen levend te houden in ons midden en er intensief en onophoudelijk naar te streven, dat men ze in de geheele wereld zal gaan aanhangen". VREEMDE DUIKBOOTEN OP AMERIKAANSCHE KUST. President Roosevelt heeft tegenover ver tegenwoordigers van de pers verklaard, dat twee buitenlandsche duikbooten gezien zijn op zee, een buiten de zuidelijke grens van Alaska en een op 50 tot 70 mijl bui ten de zuidpunt van Nieuw Schotland. De nationaliteit dezer duikbooten is niet ge ïdentificeerd. Roosevelt weigerde de bron te noemen van deze inlichtingen der re geering. Wel verklaarde hij, dat deze bron volkomen betrouwbaar was. GAAT TURKIJE EEN PACT MET RUSLAND SLUITEN? Reuter meldt, dat de Turksche minister van buitenlandsche zaken,Saradjogloe, ver gezeld door den sovjet-ambassadeur in Tur kije, naar Moskou is vertrokken, om te on derhandelen over een Turksch-Russisch pact van wederzijdschen bijstand. Men is te Istanboel van meening, dat een Turksch-Russisch pact de positie van Tur kije als beheerscher van de Dardanellen zeer zou versterken en de veiligheid in de Zwarte Zee zou verzekeren, hetgeen een waardevolle aanvulling van de Turksche overeenkomsten met Frankrijk en Enge land, die de veiligheid in de Middelland- sche Zee tot voorwerp hebben, zou blijken te zijn. Saradjogloe roemde, voor hij zich inscheepte, de oprechte vriendschap tus schen Turkije en de Sovjetunie en voegde daaraan toe, dat de internationale onrust van den laatsten tijd en de identiteit van hun belangen en het wederzijdsohe vertrou wen versterkt had. NA DEN MOORD OP CALINESCOE Talrijke leden der IJzeren Garde terechtgesteld. Het Duitsche Nieuwsbureau deelt mede, dat na het vermoorden van minister-presi dent Calinecsoe, de autoriteiten scherpe vergeldingsmaatregelen hebben genomen tegen de leden van de voormalige IJzeren Garde. In bijna alle plaatsen des lands werden oud-Gardisten gearresteerd en in enkele gevallen werden zij gefusilleerd. In het concentratiekamp van Miercurea Ciuculiu in Zevenburgen, waar zich sedert anderhalf jaar ongeveer 150 voormalige leiders van de IJzeren Garde bevinden, werden er 44 doodgeschoten. Hun namen zouden van avond gepubliceerd worden. De Roemeensche pers zegt, dat Dumes- tricoe, de leider van het domplot, dat den moord op Calinescoe heeft georganiseerd, onlangs naar Praag teruggekeerd is. In Duitschland zou hij in verbinding gestaan hebben mét groepen legionarissen, die se dert een jaar op een gelegenheid zouden hebben gewacht om op sensationeele wijze in Roemenië binnen te rukken. Dumestri- coe heeft zich, aldus de pers, veertien dagen in het dorp Apsa bij de Roemeensche grens opgehouden en is daarna met een groep buitenlanders over de grens gekomen. Hij wist van den vluchtelingenstroom gebruik te maken om de politie te ontwijken en in Boekarest aan te komen. VOLMACHTEN VOOR DE MILITAIRE AUTORITEITEN IN ZWITSERLAND. De Zwitsersche federale raad heeft gis teren een ordonnantie voor de bescherming en de veiligheid van het land uitgevaar digd, waarbij den militairen autoriteiten aanzienlijke bevoegdheden worden ver leend, terwijl de grondrechten der burgers behouden zijn gebleven. Het militaire commando kan alle maatregelen treffen, die voor de veiligheid noodig zijn. Zij heb ben het recht tot huiszoeking, visitatie en in beslagneming. DUITSCHE ACTIVITEIT IN BELGIë. De liberale „Journal" zet de gereserveer de houding van de Fransche, Britsche en Poolsche diplomaten in Brussel tegenover de activiteit van de Duitschers in België. De eersten beperken zich tot het verstrek ken van objectieve mededeelingen en offi- cieele documenten. Het blad schrijft vreder: „We gelooven niet, dat wij een geheim verraden, dat ons door de neutraliteit is op gelegd, wanneer wij constateeren, dat de Duitsche ambassade te Brussel zijn onder- afdeelingen aanzienlijk heeft uitgebreid. Een groot deel van het personeel van de diplomatieke vertegenwoordigingen in de landen, welke thans vijanden zijn gewor den, heeft zich te Brussel gevestigd. De handelsafdeeling heeft haar diensten vervijfvoudigd en de andere afdeelingen naar verhouding". Verder merkt het blad op, dat de Fran- schen Polen en Britten, die in België woon den en dienstplichtig waren, zijn terugge roepen. De Duitsche kolonie is evenwel in haar geheel in België gebleven. GEEN INUNDATIESTELLING. Het Belgische ministerie van nationale voorlichting ontkent formeel, dat de be richten, in het buitenland verschenen, vol gens welke sommige dijken van het Albert- kanaal zouden zijn doorgestoken, ten ein de een inundatie te stellen tusschen Luik en Antwerpen, juist zouden zijn. De militaire autoriteiten hebben een der gelijke maatregel niet gelast. Hoe zal de houding van Roemenië zijn? MOEILIJKHEDEN MET DE NABUUR- STATEN. (Van een bij zonderen correspondent). De houding van Roemenië in het huidige conflict is nog niet be paald; voorloopig blijft het neu traal, maar in de Roemeensche hoofdstad heerscht ernstige be zorgdheid voor de toekomst, die van verschillende factoren afhan kelijk is. Voor de wereldoorlog 19141918 was Roemenië een land met acht millioen in woners en met een totale oppervlakte van 138.000 K.M.2. De overwinning van de ge allieerden stelde de Roemenen in staat hun droom van een Groot-Roemenië te verwe zenlijken. 9 Transsylvanië werd ontnomen aan Hon garije en Bessarabië aan Rusland. De op pervlakte van het land werd meer dan verdubbeld, en bedraagt 295.000 K.M.2, en het aantal inwoners steeg van acht mil lioen tot achttien en een half millioen. Roemenië is rijk aan petroleum en ko ren; het is een landbouwstaat gebleven. De bevolking bestaat uit 15 millioen boeren en 3 y2 millioen stedelingen. Het groot grondbezit, dat vóór den wereldoorlog een oorzaak van ellende was, werd tijdens de wereldoorlog nagenoeg opgeheven. Enor me gebieden werden door den staat ont eigend, voor een gedeelte betaald en aan de boeren geschonken. De periode van vrijheid voor de boeren is nog te kort ge weest, en tot nu toe werd nog met te ouderwetsche landbouwwerktuigen ge werkt, dan dat men zou kunnen spreken van een zekere welgesteldheid der boeren in Roemenië, die toch leven op een der rijkste gebieden van Europa. Men zal zich wel kunnen indenken, dat Roemenië alles in het werk zal stellen, om de huidige grenzen te handhaven en zoo mogelijk neutraal te blijven. Maar of Roe menië buiten het conflict zal blijven is minstens twijfelachtig, daar met verschil lende elementen rekening moet worden gehouden. Deze voornaamste elementen zijn: petroleum, Drang nach Osten; en minderheden Roemeensche petroleum. Van de Europeesche landen, die petro leum produceeren, komt Rusland op de eerste plaats en Roemenië op de tweede. Het rijkste petroleumgebied van Roeme nië omvat een oppervlakte van 5000 K.M.2 en is gelegen op zestig kilometer ten Noor den van Boekarest om zich daar uit te strekken over een breedte van 200 K.M. Op de vruchtbare velden ziet men plot seling de houten boortorens oprijzen. Het petrcleumbekken van Moreni is ermee be zaaid; In het jaar 1893 bedroeg de productie 20.000 ton, in 1907 werd een millioen ton bereikt. In het jaar 1913 werd 1.845.000 ton petroleum door Roemenië uitgevoerd. Enkele jaren lag de productie nu stil. Op verzoek van de geallieerden hadden de Roemenen hun installaties vernietigd, op dat de Duitschers er geen gebruik van zouden kunnen maken. Na de wereldoorlog werd de petroleum- productie nog vermeerderd. In 1938 werd 6.600.000 ton petroleum geproduceerd. Deze rijkdom aan petroleum is echter een medaille, die niet zonder keerzijde ge bleven is. Want waar in deze nieuwe we reldoorlog zooveel petroleum voor de weermacht noodig is, en waar deze petro leum voor enkele mogendheden zoo goed als ontbreekt, daar zal vroeg of laat het verlangen opkomen, om gebruik te ma ken van de Roemeensche petroleum. De „Drang nach Osten". De Duitsche „Drang nach Osten", die van tijd tot tijd niet geheel en al is los te maken van de Duitsche drang naar petro leum, heeft in Roemenië zekere bezorgd heid gewekt. Vooral in het laatste jaar is deze „Drang De zorg voor de Kath. gemobiliseerden Een initiatief van het „Katholiek Comité van Actie „Voor God" Vrijdagmorgen zijn te Utrecht op initia tief van het „Katholiek Comité van Actie „Voor God" de voornaamste katholieke organisaties bijeengekomen, om te be raadslagen over een gemeenschappelijk werkplan aangaande de zorg voor de Ka tholieke Gemobiliseerden en de gezinnen in mobilisatietijd. Ter vergadering waren aanwezig de vertegenwoordigers der Katholieke Stands organisaties, der Vrouwenorganisaties en Jeugdorganisaties, de afgevaardigden van de vereeniging der onderwijzers, journa listen en kunstenaars, het comité voor de actie „Naar de Nieuwe Gemeenschap" en het onlangs opgerichte „Amico" der Inter diocesane Jeugdcommissie, alsmede de Majoors van Straelen en Bangert, Aal moezeniers van Leger en Vloot. Na de uiteenzeting van den voorzitter prof. dr. A. Steger, die o.m. mededeelde, dat dit stre ven de volle instemming heeft van het Hoogwaardige Episcopaat en van den Hoofdaalmoezenier werd met algemeene instemming besloten tot het oprichten van een Centraal Comité „Voor Onze Gemobili seerde»" (V.O.G.) Hierin hebben de ver- vertegenwoordigers van bovengenoemde organisatie zitting en ook de Aalmoezenier van Straelen en Bangert. Eenige andere vereenigingen zullen nog worden uitge- noodigd. Als Centraal secretariaat zal fungeeren het Secretariaat van Comité van Actie „Voor God" (Mr. A. Diepenbrock pr. Postbus 2, Heemstede). Als de plaatselijke organisaties, welke zich voor dit werk beschikbaar stellen, tre den op de comité's voor de Actie „Naar de Nieuwe Gemeenschap", welke contact zoe ken met de plaatselijke Jeugdbewegingen. In plaatsen waar deze comité's nog niet bestaan zullen zij zoo spoedig mogelijk worden opgericht en dan aanstonds dit werk ter hand nemen. De Centrale leiding berust by het nationaal Comité „V.O.G." Het aldus gevormde Centrale Comité V.O.G. benoemde uit zijn midden een werkcommissie waarin zitting namen de heeren: L. M. G. A. Beumer, Rector J. v. Campen, Dr. H. Deelen, Mr. A. Diepenbrock pr., Mevr. F. Steenberghe- Engeringh, Prof. Dr. Alfons Steger, en Majoor H, van Straelen. Reeds terstond werd de verzekering ge geven, dat het nieuwe centrale comité het contact zal onderhouden met den Raad, welke onlangs op initiatief van Z.K.H. Prins Bernhard werd ingesteld, met het officieele instituut voor Ontwikkeling en Ontspanning, en andere organisaties, welke, nationaal of plaatselijk, op dit terrein reeds werkzaam zyn. Aan de hand van een uitvoerig werk- nach Osten" door de annexatie van het Sudetengebied en van Bohemen en Mora- vië, alsmede door het uitbreiden van den Duitschen invloed over Slowakije, een stap dichter tot de verwezenlijking genaderd. Met bezorgdheid vraagt men zich af in Roemenië, wat er gescheiden zal als Duitschland eventueel in het Westen een overwinning zou behalen. Dan zouden aan de algeheele verwezenlijking van de „Drang nach Osten" al heel weinig hin derpalen in den weg staan. Roemenië zou dan moeten beginnen met zijn offertje bij te dragen voor de vorming van een onaf hankelijk Oekraine; verder zouden Bulga rije en Hongarije aankloppen, om de reke ning te vereffenen, die dateert uit de jarén 1918 en 1919. Spoedig zou dan ook Roeme nië tot de „landen van het verleden" be- hooren. Minderhedenprobleem. Roemenië gaat er eenigszins prat op, dat er Roemeensche minderheden zijn in het buitenland, maar dat Roemenië te groot moedig is, dan dat het zijn rechten zou op eischen om deze minderheden ter hulp te snellen. Deze grootmoedigheid heeft echter een bijzondere tint. Want als Roemenië aandrong op het be ginsel, dat de minderheden absoluut thuis hooren bij hun eigen volk, dan zou het viermaal zooveel gebied moeten afstaan, dan het ontvangen zou. Want Transsylva nië (Zevenburgen) is het gebied der Hon garen, en de Debroedscha het gebied der Eulgaren, en Roemenië denkt er voorloo pig niet aan deze gebieden zonder slag of stoot terug te geven aan de oorspronkelij ke eigenaars. In Roemenië levens minstens anderhalf millioen Hongaren, 800.000 Duitschers, 500.000 Russen en 200.000 Bulgaren. De Roemenen zelf vormen ongeveer 75 pro cent der bevolking. Roemenië wacht op de houding der an dere landen, vooral op die der nabuursta- ten. Het wil niets meer hebben, dan het nu heeft, maar het wil ook niets prijsge ven. Men wacht op de Hongaren en op de Bulgaren, of deze zich mogelijk alle neutraliteitsverklaringen ten spijt zul len aansluiten bij de Duitschers, teneinde met geweld te verkrijgen, wat met diplo matie niet is gelukt: een herziening der vredesverdragen. schema werden de vele mogelijkheden op godsdienstig, sociaal en cultureel terrein bezien, om aldus in gezamenlijk overleg te bepalen, wat in groote lijnen, zoowel zelf standig door de plaatselijke comité's als door de Centrale zou kunnen worden ge daan voor de militairen en ook voor de gezinnen, welke door de mobilisatie op een of andere wijze zijn getroffen. Het overal verkrijgen van militaire „tehuizen" bleek de allereerste behoefte te zijn, waarin plaatselijk dan zoo spoedig mogelijk moet worden voorzien. Voor de gezinnen zullen de organisaties der vrouwen en meisjes de speciale zorg op zich nemen, om aldus onder leiding van de Centrale, Sociale hulp in oorlogstijd te verschaffen. Zij vormen hiertoe een speci aal subcomité, waarvan het Secretariaat te Utrecht, Lange Nieuwstraat 63a, zal zijn gevestigd. De Mannelijke Jeugdbewegingen zullen dan in samenwerking met andere instanties bijzonder de cultureele zorg en de zorg voor ontspanning behartigen onder leiding van het comité „Amico", dat zich even eens onder de auspiciën van het centrale comité heeft gesteld. Het secretariaat van dit subcomité is gevestigd: L. Putstraat 44, den Bosch. Uitvoerige aandacht werd daarna ge schonken aan de taak van het Centrale Comité „V.O.G." Reeds terstond zullen de noodige acties worden ondernomen, zoo dat binnen de korst mogelijke tijd in de meest dringende behoeften zal worden voorzienè Op godsdienstig terrein zal de Centrale bijzondere richtlijnen verstrekken tot het vormen van Apostolische kernen onder de militairen zelf. Voorts zullen christelijke cursussen worden samenge steld in Godsdienstkennis, Kerkgeschiede nis, Maatschappijleer, enz. Ook op sociaal gebied zal de centrale zich bewegen, adviezen verstrekken, mon delinge en schriftelijke vak- en landbouw- curssen organiseert onz. In directe samenwerking met „Amico" wordt reeds gearbeid aan een uitvoerig plan voor cultuur en ontspanning. Hier kunnen genoemd worden het circuleeren van boekenkisten, de distributie van dag bladen, het verwerven van abonnementen op couranten en tijdschriften voor de mili tairen, het geven van tooneel- en filmvoor stellingen enz. Voorts onderhoudt de Centrale het con tact met de Katholieke Radio Omroep, (K.R.O.), de Katholieke Film-Actie'; (K.F.A.), het Katholiek Beroepstooneel, enz. Nadere mededeelingen zullen weldra volgen. Giften voor dit onmisbaar werk kunnen worden gestort voorloopig op het gironummer 310217 van den Secretaris van van het Uitvoerend Comité van Actie voor God, Heemstede. ADRES VAN ANTWOORD OP DE TROONREDE. Aan H. M. de Koningin aangboden. H. M. de Koningin heeft gistermiddag om vyf uur op het paleis Noordeinde te 's-Gra- venhage den voorzitter van de Eerste Ka mer, mr. W. L. baron de Vos van Steen- wijk en de leden van de commissie van re dactie van het adres van antwoord dier Kamer op de Troonrede ontvangen ter aan bieding van dit adres. De commissie bestond uit de Eerste Ka merleden: jhr. mr. G. A. H. Michiels van Kessenich, J. Ter Haar Jr., prof. dr. J. A. J. Barge, prof. dr. J. de Zwaan en jhr. ds. S. van Citters. Om kwart voor vijf kwamen de heeren in drie auto's voor het ale is aan. In elke auto reed een bode van de Eerste Kamer mede. De voorzitter en de heeren Michiels, Barge en Van Citters droegen het amibts' costuum van lid der Eerste Kamer. De heer Ter Haar droeg dat van wethouder en de heer De Zwaan de toga van hoogleeraar. In de hall van het paleis stond een eere- wacht opgesteld, die bij de aankomst en het vertrek van de commissie de gebruike lijke eerbewijzen bracht. HET LEGER EN DE VOORSCHRIFTEN VAN DE MOTOR- EN RIJWIELWET. De Commandant der Vesting Holland brengt in herinnering van weggebruikers, dat in verband met het aanwezig zijn van oorlogsgevaar in den zin, waarin dat woord in 's lands wetten voorkomt, inge volge het bepaalde in art. 37 van de Mo tor- en Rijwielwet, deze wet, zoomede de krachtens die wet vastgestelde algemeene maatregelen van bestuur, provinciale en plaatselijke verordeningen, niet meer van toepassing zijn op motorrijtuigen (vier- of tweewielige) en rijwielen, voor zoover deze worden gebezigd ten behoeve van 's Rijksdienst. Ofschoon aan de onder zijn bevelen staande Commandanten is opgedragen de troepen ter kennis te brengen, dat de nor male voorschriften, zooverre als de belan gen van den dienst zulks toelaten, moeten worden in acht genomen, wordt allen weg gebruikers met nadruk erop gewezen, dat militaire bestuurders, met uitzondering van het verkeer op voorrangswegen, aan ander verkeer te hunnen opzichte in het algemeen geen voorrang behoeven te ver- leenen. Als militaire bestuurders moeten worden aangemerkt de bestuurders van vierwielige motorrijtuigen, voorzien van het rood-wit- blauw-kenteeken, alsmede de bestuurders van tweewielige motorrijtuigen, voorzoo ver deze laatste bestuurders voorzien zijn van een breede rood-wit-blauwe band om de linker arm.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 6