HET EEUWFEEST DER SPOORWEGEN CN KERKNIEUWS LUCHTVAART Academienieuws WOENSDAG 20 SEPTEMBER 1939 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 Abonnementsprijs: voor Lelden 18 cent per week; 2.50 per kwartaal. Bij onze agenten 40 cent per wxN»k; 2.60 per kwartaal. Franco per penrt 2.95 per kwartaal. Geïllustreerd Zondagsblad 0.50 per kwartaal. Losse nummers 5 cent, met geïlL Zondagsblad 9 cent Advertentiën: 30 cent per regel. Ingezonden mededeelingen dubbel tarief. Telefoontjes hoogstens 30 woorden, 50 cent per plaatsing, al léén Woensdag en Zaterdag. HOE WORDT HET WEER? WEINIG VERANDERING De BUI selnl: Verwachting: Gedeeltelijk bewolkt, overwegend droog weer. Koude nacht. Plaatselijk ochtendmist in het Zuid-Oosten. Overdag weinig ver andering in temperatuur. Zwakke tot ma tige Noord-Oostelijke tot Oostelijke wind. De weerstoestand van hedenmorgen 7.20 uur: Den Helder: zwaarbewolkt, zwakke N. N. O. wind, 15 gr. C. Vlissingen: lichtbewolkt, matige O. N. O. wind, 14 gr. C. De Bilt: zwaarbewolkt, zwakke N. O. wind, 11 ge. C. wind, 12 gr. C. Maastricht: mist, zwakke Noord-Ooste lijke wind, 10 gr. C. BUITENLANDSCH WEEKOVERZICHT. In de luchtdrukverdeeling kwam betrek kelijk weinig veranderingen. Het gebied van hoogen luchtdruk over Zuid-Scandi- navië en de Nordelyke Noordzee nam iets in beteekenis af. Langs de Noordzijde vol gen diepe depressies elkaar regelmatig op. De depressie welke gisteren bij IJsland lag was hedenmorgen Bereneiland gepasseerd, terwijl een nieuwe zich bij IJsland ontwik keld heeft. Op de kust van Midden- en Noord-Noorwegen heerschen overal storm achtige winden en hier en daar komt zware regenval voor. De aanvoer van arctische lucht, deed er de temperatuur dalen. Over Zuid-Oost-Europa bleef de luchtdruk be trekkelijk laag. In dit gebied met enkele vlakke kernen werden onweders met zwaren regenval gemeld. Over de Azoren en Spanje is de luchtdruk gedaald. LUCHTTEMPERATUUR 18.6 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS ea.: Van Woensdagnamiddag 7.37 uur tot Donderdagmorgen 6.12 uur. HOOG WATER Te Katwijk aan Zee op Donderdag 21 Sept. voorm. 9.15 en nam. 9.40 uur. Maan op 15.28 uur Donderdagmiddag. Maan onder 0.26 uur Vrijdagnacht. BENOEMINGEN IN HET AARTSBISDOM Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft aan den hoogeer, heer G. G. Eekwie- lens op zijn verzoek wegens gevorderden leeftijd ontslag verleend als pastoor te Heino en heeft benoemd tot pastoor te Heino den zeereerw. heer H. J. Meijerink, tot pastoor te Wierden den zeereerw. heer M. J. van Dam en tot rector aan de St. Ludgerus-weeksehool te Hilversum den zeereerw. heer G. J. Braakhuis, leeraar aan het Seminarie te Apeldoorn. POSTVLUCHTEN OP NED.-INDIë. De positie der K.L.M.-postvliegtuigen op de Indië-lyn was gisteravond als volgt.. Op de uitreis arriveerden de „Gier" te Calcutta en de „Buizerd" te Alexadrië. Op de thuisreis landden de „Toren valk" te Karachi en de „Wielewaal" te Medan. LEIDEN. Geslaagd: Doctoraal examen Wis- en Natuurkunde, hoofdvak Dierkunde, de heer W. F. H. M. Momaerts, Den Haag. Hoewel onder den zwaren da-uk der in ternationale verhoudingen van de oorspron kelijke feestviering in verband met het honderdjarig bestaan der Nederlandsche Spoorwegen, niet veel meer is overgeble ven, is deze heuglijke dag voor een der grootste bedrijven in den lande geenszins onopgemerkt voorbijgegaan. Van het uiterlijke rest niet veel meer dan de sobere versieringen der verschillen de stations en kantoorgebouwen in den lande, waarbij de vaderlandsche driekleur ir. dit bij uitstek nationale bedrijf bijzon der domineeren. H. Mis in de St. Dominicus-kerk. Deze gedenkwaardige dag ving aan met een gezongen H. Mis van dankbaarheid in de St. Dominicus-kerk aan de Mariaplaats te Utrecht, opgedragen door den geestelijk adviseur van de R.-K. vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel „St. Ra- phaël", pastoor W. P. A. M. Mutsaers van de St. Theresia-parochie te Tilburg. Het parochiale zangkoor „In honorem dei" zong onder leiding van den heer Hans Pon ten een meerstemmige Mis van Perosi. Onder de velen, die dezen dienst bij woonden merkten wij o.a. op: de volgen de leden van den Raad van Commissaris sen der Nederlandsche Spoorwegen: mr. dx. G. van der Meulen, mr. dr. D. A. P. N. Kooien, dr. A. G. Kröller, mr. dr. A. van Doominck en dr. H. van Manen, oud-direc teur der Nederlandsche Spoorwegen: fle le den van de directie, prof. dr. ir. J. Gou- driaan, ir. W. Hupkes, ir. W. F. H. van Rijckevorsel, drs. D. J. Wansink, secreta ris van de directie, de wethouders van de gemeente Utrecht, H. A. Bekker en G. D. Zegers, ir. Th. M. B. van Marle, inspecteur- generaal van het verkeer, de vertegenwoor digers van de vijf erkende organisaties van spoor- en tramwegpersoneel, n.L de Neder landsche vereeniging van Spoor- en Tram wegpersoneel, de R.-K. vereeniging van Spor- en Tramwegpersoneel, den bond van ambtenaren bij de Nederlandsche Spoor wegen (B.A.N.S.) en den Centralen Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel. Aanbieding geschenk van personeel. Om half elf verzamelde zich een groote schare van genoodigden in de hal van het Centraal Station te Utrecht om tegenwoor dig te zijn bij de aanbieding van het ge schenk van het personeel aan de directie. Behalve de reeds genoemde personen, die de plechtigheid in de St. Dominicuskerk bijwoonden, waren nog aanwezig: Z.Exc. ir. J. W. Albarda, minister van Water staat, kolonel EL T. Thoden van Velzen, di recteur van den etappe- en verkeersdienst, mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk, burgemees ter van Utrecht, de leden van den Raad van Commissarissen, leden van den Perso- neelraad, vertegenwoordigers der erkende organisaties van Spoor- en Tramwegper soneel, alsmede de schepper van het kunst werk, dat werd aangeboden, den heer Charles Eijck. Een drietal sprekers voerde het woord. Het eerst nam de heer H. J. van Braambeek, voorzitter van den Personeel- raad het woord ter aanbieding van het fraaie geschenk, dat een eereplaats zal gaan innemen in de hal van het Utrecht- sche stationsgebouw, de moderne uitvoe ring van ir. van Raves te in. Rede van den heer van Braambeek. Ware de dag van heden, aldus spr., een 25 a 30 jaar eerder gevallen, zoo zou naar alle waarschijnlijkheid een groot deel van het personeel niet wenschen mede te doen en zou zeker een personeelraad gesteld al dat onder toenmalige verhoudingen zoo'n instituut denkbaar ware geweest geen bemoeienis met dit feest hebben ge had. Gelukkig is dat thans h,el anders: geluk kig voor het personeel, gelukkig voor het bedrijf, zooals zoowel directie als perso neelraad in de laatste tien, vijftien jaren meermalen in de gelegenheid zijn geweest om te verklaren. En zooals ook meermalen een der ministers van Waterstaat kon ver zekeren, was deze verhouding in 's lands belang te apprecieeren. De personeelraad is in dit opzicht niet van meening veran derd. In den betrekkelijk korten tijd, dat de tegenwoordige directie aan het hoofd staat, heeft zij evenzeer er blijk van gege ven een gezond verkeer met de vakbewe ging op prijs te stellen. Van den tegen- woordigen minister van Waterstaat hebben wij geen andere verwachting. Bij het spoorwegpersoneel is het bewust zijn daarbij sedert vele jaren levendig ge worden en onophoudelijk versterkt, dat het mede zijn bedrijf is, dat deze belang rijke plaats in onze, volksgemeenschap in neemt. Het gevoel, dat een bloeiend spoor wegbedrijf een direct personeelsbe lang beteekent, is daardoor in onze rijen voortdurend gegroeid. De begeer te, ja de behoefte, bij het personeel om met uiterste krachten de belangen van het bedrijf te dienen is daardoor in alle rijen en rangen aanwezig. Op jaardagen, met Sinterklaas en bij sommige familiefeestjes is het gebruikelijk, dat de leden daarvan door middel van ca deautjes uitdrukking geven aan hun ge voelens van waardeering en blijdschap. De directie heeft zulks jegens het per soneel gedaan door, ondanks de voor de onderneming nog steeds moeilijke tijden, dit eeuwfeest mede tot een personeelge- beurtenis te maken. Wij zijn daarvoor zeer erkentelijk en we ten hoog te waardeemen de maatregelen, die de directie in dezen jubileumtij d voor het personeel heeft getroffen en gehand haafd. De personeelraad meende daarom, dat het geëigend was om ook van zijn kant aan het bedrijf op dezen zijn honderdsten verjaar dag een cadeau aan te bieden. Met groote welwillendheid heeft de heer ir. van Ravesteijn ons daarbij met zijn voor lichting terzijde gestaan. Op zijn advies is een jury van drie leden de heeren L. Bolle, W. F. Gouwe en hij zelf gevormd, die zou hebben te oordee- len, welke van de ontwerpen, die gevraagd werden, het meest aan de gestelde eischen zou voldoen. Eenstemmig viel de keuze der jury op het ontwerp van den heer Charles Eijck. De personeelraad deelde deze keuze. Wij kunnen thans nog niet meer doen dan u de veel verkleinden maquette te laten zien van hetgeen wij door den heer Char les Eijck in marmer laten hakken, in groo- ter afmetingen. De personeelraad hoopt, dat u. directie, dit geschenk van het personeel wel zult willen aanvaarden en gedoogen, dat het de finitieve stuk het volgend jaar een plaats in de hal zal krijgen. Het moge dan een blyvend monument zijn voor de goede samenwerking tusschen directie en vakbeweging, tusschen bedrijf en personeel. Indien het eenmaal in de hal zijn defini tieve plaats zal hebben gevonden, zullen jaarlijks eenige honderduizenden er aan voorbijgaan. Spreker eindigde met het verzoek aan de directie het beeld te willen aanvaar den, daarbij allen genoodigden dank zeg gend voor hun belangstelling en tegenwoor digheid. Rede prof. dr. ir. Goudriaan Prof. dr. ir. J. Goudriaan, president der Nederlandsche Spoorwegen, was in deze by eenkomst de tweede spreker. Ook wanneer de feestelijkheden ter ge- 'orrpnheid van ons honderdjarig jubileum in den oorspronkelijken opzet waren door gegaan zoo zeide hy zouden wij als punt 1 van het officieele programma be gonnen zyn met de feestelijke aanbieding van het geschenk van den personeelraad. Want ,wy achten d:t een bijzone, r goed symbool van de voortreffelijke samenwer king, welke in het spoorwegbedrijf be staat tusschen directie en personeel. En deze samenwerking is de eerste voorwaar de voor een gezonde ontwikkeling van het bedrijf. Elk spoorwegman voelt het bedrijf als een deel van zich zelf en al het lief en leed als iets wat hem direct persoonlijk aangaat. De versiering van de stations is dan ook geheel geschied op eigen initiatief van het personeel ter plaatse en wordt geheel be taald uit vrijwillige personeel-bijdragen. De directie heeft dan ook bijzonder gaar ne haar instemming betuigd met het aan brengen van deze versieringen, zoodra ge bleken was, dat wij, althans voor zoover het zich nu laat aanzien, voorloopig voor het ernstige zijn gespaard gebleven. Tot zijn vreugde kon spr. meedeelen, dat in overeenstemming met het gemeentebe stuur van Utrecht en den voorzitter van het algemeen comité besloten is, den ver- keersoptocht in Utrecht alsnog te laten doorgaan. Niets zou voor de goede stemming in deze zorgelijke tijden verkeerder zijn dan elk vreugdebetoon te onderdrukken, voor al wanneer dit met zoo groote spontaniteit en hartelijkheid geschiedt. H^t is een genoegen om aan het hoofd van dit bedriif te staan, want bij eiken maatregel, die de directie in groote lijnen projecteert, kan zij rekenen op de volledi ge hulp van al haar medewerkers. En deze voortreffelijke stemming dateert niet van den laatsten tijd. Zij is geleidelijk gegroeid en te danken aan het werk van wijlen Kallf en van Dijk en nic' het minst aan sprekers voorganger, dr. van Manen. Hii heeft ons zegt spreker het bedrijf overgedragen met een sfeer van samen werking waaraan niets meer te verbeteren valt. Hiermede is de onmisbare grondslag voor elke \erdere reorganisatie hecht en stevig gelogd. Spr. maakte vervolgens enkele alge- meene opmerkingen over de positie van bet bedrijf nu en in de na»ste toekomst, waarbij hij o.m. constateerde, dat de in komsten over de drie maanden Juni. Juli en Augustus dit jaar rond 13 procent hoo- ger waren dan over dezelfde maanden van het vorige jaar. Rede van minister Albarda. De ernstige stemming, die de ontzetten de oorlogsellende thans aan alle denkende mensohen opdringt, kan bij dit jubleum van de Nederlandsche Spoorwegen geen blijde feestviering met luid gejoxbile gedoo gen. Toch zou het verkeerd zyn, het feit van het honderdjarig bestaan der Spoor wegen onopgemerkt voorbij te laten gaan, aldus spr.. Spreker ging dan in het kort na de tech nische ontwikkeling van het Spoorwegbe drijf, om dan te vervolgen: Maar het volledige beeld van wat in die honderd jaren is gebeurd, zal niet worden verkregen, als men ook niet zyn volle aandacht schenkt aan de ver houding tusschen directie en personeel en aan de veranderingen, die die ver houding heeft ondergaa. De gedachten der ouderen onder ons gaan zeker vanmorgen terug naar de jaren in het begin van de twintigste eeuw, toen die verhouding nog zooveel te wenschen overliet, op een gegeven oogenblik zelfs zóó veel, dat het toen tot een grooten strijd kwam, die door niemand kan zijn vergeten. Uit de ordeloosheid, die in dien tyd op zoo menig gebied nog bestond en die tot zulke groote, voor de gemeen schap gevaarlijke, conflicten kon lei oen, Heeft een snelle en krachtige ont wikkeling ons verlost. Thans zien wij reeds sedert meer dan dertien jaren bij het Spoorwegbedrijf die verhouding geregeld op een wijze, die in elk opzicht voorbeeldig mag worden genoemd. De instelling van den pensioenraad zou niet mogelijk zijn geweest, als niet zij, die bij de Spoorwegen in dienst zijn, zich in vrije vakvereenigingen hadden georganiseerd en als die vakvereenigin gen niet bereid waren geweest on danks ideologische verschillen tot sa menwerking de handen ineen te slaan. Maar die instelling zou evenmin zijn geslaagd, als niet de directies met breed inzicht de waarde der organisa ties hadden erkend en den wil hadden getoond, met haar in geregeld overleg te treden. Zoo is een verband ontstaan, dat direc ties en personeel nader tot elkaar heeft ge bracht; dat aan beide zijden de waardee ring heeft doen groeien voor elkanders rechten en elkanders plichten; dat tot in nige samenwerking heeft geleid tusschen allen, die aan het bedrijf him krachten geven, en dat de belangstelling, ja de lief de voor het gemeenschappelijk bedrijf bij allen heeft doen groeien. Spr. eindigde met den wensch, dat die samenwerking een voorbeeld mag zijn voor zeer velen en dat zij bij de Spoorwegen mag strekken tot heil van allen, die daar bij werkzaam zyn, en niet minder tot heil van het volk, dat gij, aldus spr., allen met de Spoorwegen wilt dienen. Dejeuner in het Jaarbeurs, restaurant. Om half één bood de Nederlandsche spoorwegen der genoodigden een dejeuner aan in het Jaarbeursrestaurant, waaraan behalve de reeds genoemde personen, nog aanzaten Z. Exc. generaal I. H. Reijnders, opperbevelhebber van land- en zeemacht, kapitein J. J. Jurissen, hoofd van de sec tie spoorwegdienst van den generalen Staf, alsmede de eerstaanwezende ambtenaren. Aan dezen maaltijd hield, nadta de ta felpresident, mr. dr. G. van der Meulen, president-commissaris der Nederlandsche Spoorwegen, het woord had gevoerd, de Minister van Waterstaat, Ir. J. W. Albar- TER HERINNERING AAN 20 SEPT. 1839 Honderd jaar geleden 20 September 1839 was Amsterdam in feeststemming. Honderd jaar geleden vertrok van Am sterdam naar Haarlem de eerste Neder landsche trein. Honderd jaar geleden stond nabij de Haarlemmerpoort een klein, on ooglijk gebouwtje: het eerste Nederland sche station „De eenhonderd roe". Deftige heeren in het zwart en met hooge zijden op het hoofd waren toenmaals op deze plaats bijeen. Zij waren vergezeld van >un echtgenooten en er heerschte een opge wekte, blijde stemming. Geen oorlogsge weld kon haar beïnvloeden, vroolijk wap perden de vlaggen in den najaarswind en iedereen was er zich van bewust, dat zich zoo dadelijk een historisch gebeuren zou voltrekken. Op breede rails langs het per ronnetje stond Neerlands eerste trein. Voorop Neerlands eerste locomotief „De Arend" en daarachter drie wagons. Toen klonk er trompetgeschal. De hoofdconduc teur maakte zich hieraan schuldig en al de deftige dames en heeren stapten in. Weer klonk toen trompetgeschal en luid puf fend zette „De Arend" aan. De eerste Ne derlandsche trein was vertrokken En vandaag, 100 jaar later, is deze his torische gebeurtenis officieel herdacht. Men had zich die herdenking zoo heel an ders voorgesteld. Spontaan feestelijk had zij moeten zijn, maar zoo heeft ze niet 'mogen en kunnen zijn. Daarom was zij sober, maar in geen ge val minder treffend. In hun gewone werkkleeding verzamel de zich vanmorgen een aantal spoorweg- menschen op de plaats, waar honderd jaar geleden de oogen van heel Nederland op waren gevestigd, waar „De eenhonderd roe" stond en vanwaar het eerste treintje ver trok. Nu is deze plaats een spoordijk dicht bij het centrum van Amsterdam bij het Haarlemmerplein. Op dien dijk stond een lange witte paal en daaromheen groepeer den zich vanmorgen kwart voor acht de chef van het Centraal Station te Amster dam, de heer W. Jongstra, de hoofden van de verschillende takken van dienst der N.S. in de hoofdstad, en verder een groot aantal vertegenwoordigers van het lager spoorwegpersoneel te Amsterdam, machi nisten, rangeerders, stokers, seinhuiswach ters enz. enz. In een korte toespraak wees de heer Jongstra op de historische beteekenis van dezen dag en op den reusachtigen invloed, die het spoorwegbedrijf heeft gehad op de economische ontwikkeling van het land. En terwijl achterelkaar twee afgeladen forensentreinen met een vaart van circa 100 K.M. langs het geëlectrificeerde baan vak snelden, vroeg de heer Jongstra zijn toehoorders hun gedachten te laten uit gaan naar de pioniers van het spoorweg wezen, de grondsleggers van wat thans als de gewoonste zaak van de wereld wordt beschouwd. Aan de lange, witte mast werd daarop da, een rede, waarvan wij het volgende ontleenen: Het spoorwegbedrijf staat nu vóór ons als een jeudige kracht, opgewassen tegen de moeilijkheden van dezen tijd, in staat en bestemd om op voortreffelijke wijze zijn diensten te blijven verrichten voor on ze volksgemeenschap. Het zou een groote tekortkoming zyn, als wij niet aan de directie, de vroegere en de tegenwoordige, aan de Ingenieurs, aan de administratieve krachten en aan het geheele groote personeel der spoor- wegen daarvoor onze hartelijke hulde brachten. Het is my een voorrecht, namens de regeering hun allen dien hulde te mogen brengen. En nu in ons midden een aantal man nen zijn, aan wie het de Koningin heeft behaagd bij dit jubileum een onderschei ding toe tè kennen, hoop ik, dat zij die onderscheiding niet slechts willen beschou wen als een bewijs v\n waardeering voor de diensten, die zij persoonlijk aan de Ne derlandsche volksgemeenschap hebben be wezen, maar als een erkenning van de ver diensten van allen, die aan de spoorwegen zijn verbonden. In hen huldigt de regeering het groote jubileerende bedrijf. Meer dan eens wordt de onjuist meening uitgesproken, dat de regeering het eene vervoer-bedrijf boven het andere wil be- voordeelen; dat zij de spoorwegen begun stigt en het auto-bedrijf wil tegenwerken; of wel, dat zij voor de binnenscheepvaart zelfs alle belangstelling allengs zou gaan verliezen. Ik hecht er groote waarde aan, die mee ning hier onjuist te noemen. De behoeften van het verkeer en die van het vervoer zijn zoo groot en zoo veelsoor tig, dat in Nederland aan transport van verschillende soorten behoefte bestaat en behoefte zal blijven bestaan. Spoorweg, autoweg en waterweg zul len elk een gedeelte van verkeer en ver voer moeten behouden. De plicht der overheid is, zooveel mo gelijk te bevorderen, dat een rationeele taakverdeeling tot stand komt. Dankbaar voor de zeer groote diensten, die de spoorwegen gedurende honderd ja ren aan Nederland hebben bewezen, spre ken wij onze beste wenschen uit voor hun toekomst. Gedurende den maaltijd werd verder nog door meerderen het woord gevoerd. Ten slotte woonden de reeds genoemde autorietiten en genoodigden alsmede nog vele anderen in het Rembrandt Theater de eerste vertooning bij van Kommer Kleijn's revue „Van diligence tot diesel" en van de spoorwegjubileumfilm, vervaar digd door de filmassociatie „visie" onder regie van Max de Haas. de nationale driekleur geheschen. Daar mede was deze sobere en treffende plech tigheid afgeloopen. EEN FEESTTREIN VERTREKT. Vanmorgen vroeg stond aan het eerste perron van het Centraal Station een trein. Oogenschijnlijk een doodgewone trein, een sneltrein, die om 8.40 uur naar Enschede zou vertrekken. Toch was deze trein niet zoo gewoon als hij er oogenschijnlijk uit zag. Deze trein was een feesttrein. De zware Jumbo, die er voor stond, en ook de tender, waren met dennegroen en oranje appels prachtig versierd. Op de twee buf fers wapperden groote rood-wit-blauwe vlaggen en aan de voorzijde van de loco motief, op de kogelronde ketelwand stond met gouden letters op een zwarten ach tergrond: „1839 Amsterdam C.S. 1939". Op deze feestelijk versierde locomotief stond machinist A. J. C. van Dijk en de leerling-machinist A. D. Eleveld en beiden hadden een vergenoegd gezicht. Zij toch hadden het groote voorrecht de „jubileum- trein" door het land te rijden en zij waren zich deze eervolle opdracht heel goed be wust. Enkele seconden voor het vertrek duwde de heer Jongstra den machinist een kistje sigaren in de hand. „Voor jullie zelf en voor hen, die je straks gelukwen- schen" zoo zeide hij, waarop onmiddel lijk een jonge handige rangeerder, die er bij stond, sprak: „Van Dijk, laat mij de eerste zijn, die je feliciteert". En prompt kreeg hij zijn 6igaar. Tien minuten over half negen vertrok de jubileumtrein, afge laden met reizigers, waaronder vele mili tairen. Het eerste perron is prachtig ver sierd. Over een lengte van ruim 100 meter op geregelde afstanden vlak bij de spoor baan heeft men mooie zuilen gezet. Hier aan zijn kleurige breede linten bevestigd. Aan het andere einde zitten deze linten vast aan het stationsgebouw met op de zelfde hoogte groote wapens van de pro vincies, de hoofdsteden der provincies en van nog enkele andere steden. Ook de wachtkamer eerste klasse is keurig ver sierd. Op artistieke wyze is het spoorweg bedrijf op een der wanden uitgebeeld. On der een groote zon op een achtergrond van blauw doek is het spoorweg-embleem aan gebracht: een gevleugeld wiel. Ter weers zijden daaxwan de jaartallen 1939 en 1939. Onder het jaartal 1839 de wapens van Am sterdam en Haarlem, en onder het jaartal 1939 de Nederlandsche leeuw en de wa pens van de elf provincies. PIONIERS HERDACHT. Negen uur precies verzamelde het gezel schap zich voor de derde maal, nu aan de Westzijde van het station, waar in de muur de bustes zijn aangebracht van de inge nieurs Conrad, Goudriaan en van der Kun, de drie pioniers der Nederlandsche Spoor wegen. Weer hield de heer Jongstra een korte toespraak, aan het slot waarvan een krans aan het drietal beelden werd be vestigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 2