3)e£eictoohxjGou/fccmt Hoog water rond het inundatiegebied als gevolg van de voorbe reidende maatregelen, welke van militaire zijde daartoe genomen zijn In het te inundeeren gebied zijn op vele plaatsen de dijken afgegraven en de daarover liggende wegen van noodbruggen voorzien De nieuwbenoemde Nederlandsche ge zant te Londen, is per .Batavier" naar Engeland vertrokken. De gezant maakt kennis met den gezagvoerder, den heer van Rijkenboer feuilleton Toen de scheidsmuur viel! door •ISABEL C. CLARKE. 66) Zij ging hen voor, de lange gang af met de rijen deuren aan iederen kant. Cymbe- line volgde met Angela, die zwaar op zijn arm leunde. Zij beefde over al haar leden. Wat zou hij doenom haar te redden? Wat kon hij doen 7^0, waarom waren zij niet getrouwd, toen het nog kon. Zij had den van dag tot dag geleefd als dwazen, niets vermoedend van wat hun boven het hoofd hing. Viola sloot de deur af. Wat zij van Sir Roger gezien had, maakte dat die maat regel haar wenschelijk voorkwam. Hij was vast besloten, zich van zijn dochter meester te maken op het oogenblik, dat zij terug kwam. „Lieve kinderen, ik wou, dat ik jullie kon helpen. Maar er is nu geen tijd om plannen temaken. Angela is minderjarig en zij kan haar vader geen weerstand bieden, lat zegt zelfs Lady Weste. Zij kan niet trou wen zonder zyn goedkeuring. En hij is ver schrikkelijk boos. Hij wil je dcdelijk mee naar huis nemen." Zij keek instinctief naar Angela, wetend, dat het meisje er het meest onder lijden zou. „Wees flink, mijn schat." Den heelen tijd had Viola nauwelijks haar zoon durven aanzien. Nu blikte zij in zyn gezicht. Het was moe en vol zorg, de oogen waren somber en zwart. Zijn snelle drift was uitgebluschl Het bleeke meisje hing snikkend aan zijn arm, als een lelie door een wilden stroom geknakt. „Ik k an je niet laten gaan", zei Cymbe- line ten laatste. „We hadden het juist over trouwen,, hier trouwen. Ik wou de toestem ming van Lady Weste vandaag nog vra gen. Ik wil, dat Angela-van mij is, als ik weer naar het front ga." Hij boog zijn hoofd en kuste 'Anglea heel teeder. Viola dacht, dat zij dat beeld altijd voor oogen zou houden. Het scheen, dat zij haar aanwezigheid totaal vergeten hadden. De kus maakte An gela rustiger en troostte haar, alsof zij een kind was, dat zich bezeerd had. „Ik vrees, dat het onmogelijk zou ge weest zyn", zei Viola kalm. „Zelfs zooals de zaken nu.staan'kon je toch niet trou wen, in Rome tenminste niet, tot over een paar weken. En Sir Roger kon niet wach ten. Hij heeft maar kort verlof.... hy wil vanavond weer weg." Cymbeline leidde Angela naar een divan bij het raam en liet haar zitten. Zij keken een oogenblik over de daken en torens van Rome, bleek en teer in de lentezon. In de lucht zweefden de honderden zwalu wen, vlekjes tegen den blauwen. hemeL Angela fluisterde hem toe: „Ik kan niet gaan. Je moet me niet la ten gaan. Ik ben bang voor hem. Het is, wat je vanmorgen zei, Cym, dat we klaar moesten zyn om elkander op te offeren.... onze liefde, ons geluk. En ik kan het niet. Ik zou het besterven." Er kwam een harde klop op de deur en Angela kromp bevreesd in elkaar. Toen hoorden zij voetstappen inde gang en de stem van Lady Weste dieriep: „Mevrouw Harriman, mevrouw Harri- man.... 'is Angela daar? Haar vader vraagt naar haar." Viola ging naar de deur. en opende die. „Angela is- hier", antwoordde zy. „Zij moet komen. Zeg, dat zij dadelijk komt. Haar vader vraagt naar haar." „Laat haar nog even wachten", zei'Vio la zachtjes. „Zy is erg van streek." „O, laat hem niet wachten", zei "Lady Weste zenuwachtig. Angela sprong op. „Ik ga, Cym, laat ik niet laf zijn." Zij glimlachte «tegen hem. Hij kuste haar. „Liefste, mijn liefste, wees flink". Zij ging naar de deur,- met opgeheven hoofd en glinterende oogen. Cymbeline volgde haar. In de gang zagen zy, dat Sir Roger was komen toeloopen, verbaasd, waarom het zoo lang moest duren. Hij stond by zijn vrouw. Hij v/as magerder dan Cymbeline ge dacht had en dit deed hem nog grooter schijnen. Bijna twee jaren harde en actie ve dienst hadden zijn gezondheid verbe terd, maar niet zijn humeur. Er lag een boosaardige trek op zijn ge zicht, de diepliggende, roodbruine oogen, die te dicht bij elkaar geplaatst waren, had den een onaangename' uitdrukking. Een zware snor vérborg zyn dikke lippen. Zyn dikke haarbos,grijzend, had nog sporen van de vroegere rossige kleur. Maar toch zag hy er deftig uit, - autocratisch, beve lend, met iets brutaals in zyn manier van optreden. Een man, dien twee vrouwen had bemind, Ladv Weste en Suze Harri man, beide tot haar ongeluk. Hy greep Angela by den schouder en trok haar in de gang. Zij keerde zich snel tot Cymbeline, maar Sir Roger hield haar tegen en na haar stevig by den arm vast. Zij bood geen weerstand, de lichaams kracht van den man maakte zooiets nutte loos. Hy hield haar als het ware in een schroef en zij wist, dat als zij poogde te ontkomen, de greep vaster zou worden. Maar de aanwezigheid van Cymbeline gaf haar moed en een zekere waardigheid. „Nou, je hebt me mooi half Europa af laten reizen", zei hy boos tegen zijn doch ter. „Maar nu is het uit en je komt van avond met me mee. Dus kijk nog maar eens goed voor het laatst naar je Harriman". De bittere beleediging, met onzet zoo scherp geformuleerd, stak Cymbeline's trots diep. „Ik' ben je vader en ik zal wel zorgen, dat je my niet weer ontsnapt. Geen reisje meernaar het Zuiden, omdat je je een beetje moe voelt, ik zal je zeggen, wien je hebt te trouwen en dien trouw je." Hy keerde zich plotseling woedend te gen Cymbeline. „En jy, hoe durf jy naar myn dochter opzien. Hoe durf jy iemand wijsmaken, dat je met haar verloofd ben? Ga terug naar je straatgoot, niar je vuile fabriek in Pag- don. Ga en trouw iemand uitje eigen klasse en waag het-niet meer naar mijn dochter te kijken. En ik wil niet hebben, dat haar naam in één adem genoemd wordt met den jouwe". Hij kon de woorden nauwelijks uitbren gen, zoo was hy vervoerd door woede. „Raak haar niet aan", toen Cymbeline een stap nader deed, „je zult haar nooit meer terug zien, zoolang je leeft. Zy zal jou gemakkelijk genoeg vergeten. Hoe durf je in myn huis te sluipen, als ik er niet ben, om mijn dochter te stelen? Als je er ooit nog je gezicht vertoont, zal ik je er uit laten ranselen." Hy maakte een woeste, dreigende be weging naar Cymbeline. Cymbeline's ge zicht was bleek, maar heel rustig. Hij was absoluut niet bang voor Sir Roger en zijn bedreigingen, noch voor zijn macht om hen gescheiden te houden. „Ik houd van uw dochter", zei hy, „en zy heeft mij de eer aangedaan mijn lief de te beantwoorden. Ik ben van plan met haar te huwen. U kunt haar nu meene men. zij is uw dochter en in uw macht. Maar ik zal met haar trouwen, als zij meerderjarig is. Ik zou mijn heele leven op haar kunnen wachten." „Je zult nooit of te nimmer met haar trouwen. Zy is je al lang vergeten, voor zij een en twintig is. Geen kind van my zal een Harriman trouwen, zoolang ik leef. Angela is te jong om te weten wat zy wil." Hij klemde haar arm nog vaster, alsof hy bang was, dat zij hem nog ontsnappen zou. „Ga naar je kamer", en hij duwde haar weg. „Waag het niet er uit te komen, tot dat het tijd is, dat we vertrekken. We gaan vanavond nog naar Milaan. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12