RECHTZAKEN
FAILLISSEMENTEN
DONDERDAG 14 SEPTEMBER 1939
ut LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 8
Het „Requiem" voor de
Ewijck-slachtoffers
De lijkrede van aalmoezenier
Bangert
Ter aanvulling van het verslag van de
rouw-plechtigheid voor de zielerust van
de slachtoffers van de „Van Ewijck" vol-
ge hier de tekst van de predikatie, door
vlootaalmoezenier Bangert uitgesproken.
De gewijde spreker herinnerde er aan
hoe de triomphator over het leven, de
dood, toegrijpend zijn vernielingszucht
kon botvieren en dertig menschenlevens
vernietigde. Bij het vernemen van de
ramp voelden ook wij, evenals de geheele
bemanning van het schip, de nabijheid van
den dood.
Wie kan beschrijven de verschrikkelijke
uitwerking van de bom, die daar ontplof
te héél, héél erg dicht bij het hart van de
arme familieleden der slachtoffers?
De meedoogenlooze dood was héél dicht
bij hen en zij behooren tot de meest ern
stig getroffenen, want de ontplofbare bom
raakte hun hart en bracht het een wonde
toe, die hun geheele verdere leven zal
bloeden, tenzij de berusting kome, die al
leen van God komen kan. Hun wanhoops-
stemming is tenslotte alleen weg te wer
ken door het Gethsemane-gebed: „Vader,
niet mijn wil, maar de Uwe geschiede!"
Deze berusting wenschen en bidden wij
den dierbaren familieleden van ganscher
harte toe. Wij beschouwen de familieleden
als de meest ernstig getroffenen van de
Van Ewijck-ramp, die onzen troost en ons
gebed wel heel bijzonder verdienen.
Ook de Katholieke Kerk behoort tot de
getroffenen: elf katholieken onder de der
tig slachtoffers.
Ook dus de Katholieke Kerk, die het
zich een goddelijke roeping en daarom een
zware plicht acht door Christus' leer, Chris
tus' geboden en Christus' genademiddelen
de menschen bij te staan en hen te leiden
tot een blij Godsaanschouwen in de
eeuwigheid, is zwaar getroffen.
Ik breng, als Haar vertegenwoordiger
en als geestelijk verzorger van het kath.
marinepersoneel, hier de groote spijt van
onze Moeder de H. Kerk tot uiting, dat
het ons door de omstandigheden niet ge
geven is geweest aan een van de kath.
slachtoffers de laatste H.H. Sacramenten
toe te dienen. Dat vervult de H. Kerk met
de zorg, dat de meest ernstig getroffene
door de Van Ewijck-ramp is: ons aller
Verlosser en Zaligmaker Jesus Christus,
die Zijn Goddelijk Bloed martelend offer
de voor het eeuwig geluk van de zielen.
Niet de plotselinge dood is te vreezen,
maar wel de dood, die tegelijk plotseling
èn onvoorbereid is. En is het marinemi
lieu zóó vol van God-dienen, dat ik onze
marinemannen gaarne zonder directe voor
bereiding de eeuwigheid zie ingaan?
Op deze misschien sombere overpein
zing wil ik echter onmiddellijk laten vol
gen de uiting van ons Katholiek gelooven:
Gods Barmhartigheid is oneindig.
Ja, ook al zouden wij al ons verstand,
geheel ons voorstellingsvermogen uitput
ten en gewaagd ver gaan in de wijdte van
Gods Barmhartigheid, dan staan wij nog
eerst aan het begin ervan; de oneindigheid
van Gods Barmhartigheid lacht om onze
armzalige voorstelling over Zijn barmhar
tigheid; we hebben immers op z'n hoogst
een eindig begrip; de oneindigheid van
Gods barmhartigheid kunnen we niet vat
ten. Dit leert de Kerk en ze stond dikwijls
in haar eeuwenlang contact met de arme
zielen van de zondige menschheid bewon
derend en aanbiddend tegenover de on
begrijpelijke barmhartigheid van den on
eindig goeden God.
Mogen deze woorden bemoediging ge
ven aan de familieleden en vrienden, die
als echte katholieken over niets zoo be
droefd zijn als juist over het feit, van het
plotseling en zonder eenige voorbereiding
opgeroepen zijn van hun dierbaren.
Overigens doet ook de Kath. Kerk wat
zij kan. Zij gelooft in een louteringsoord,
in een Vagevuur en zij gelooft, dat de
menschen op aarde door de gemeenschap
der Heiligen in staat zijn die zielen te hel
pen, die niet geheel rein zijn en voor hun
tekortkomingen nog te boeten hebben.
Daarom bidden wij, katholieken, voor de
zielen der afgestorvenen, daarom brengen
wij onze offers en doen wij onze goede
werken.
Maar daar boven uit, draagt de Kath.
Kerk voor de zielen der afgestorvenen het
H. Misoffer op. Dit deed ik j.l. Zondag, dit
gebeurt op ditzelfde oogenblik op verschil
lende plaatsen in het land en wij zijn hier
ook op het oogenblik bijeen tijdens een
plechtige H. Mis van Requiem voor de zie
lerust van de slachtoffers.
Hier geeft onze Moeder de H. Kerk, wat
zy geven kan. Hier helpt zij wat nog maar
even kan. Hier bidden de katholieken, hier
smeeken onze mannen Gods Barmhartig
heid af over him makkers.
Hier bidt en zingt de geheele Katholieke
wereldkerk haar officieele gebeden en
smeekingen uit.
Maar vooral, hier strekt aanstonds on
der de Consecratie Jesus Christus, zelve,
volgens ons geloof tegenwoordig onder de
gedaante van brood en wijn opnieuw ge
slachtofferd even waarachtig als op het
Kruishout, Zijn machtig-smeekende han
den naar God den Vader uit om barmhar
tigheid, om vergeving.
Moge de Heer zich welwillend neigen
naar de boetedoening, naar de smeekingen
van ons, nu wij bidden voor onze vrien
den.
En moge de pijnlijk-leerrijke Van Ewijck
ramp ons allen dichter brengen tot God
en ons doen besluiten Hem steeds trouw
en offervaardig te dienen.
EEN REGELING VOOR BEENDEREN.
Verkoop door de slagers is vrijgelaten.
De Minister van Economische Zaken, ge
bruik makende van de bevoegdheid hem
verleend bij de Distributiewet 1939, heeft
besloten het Rijksbureau voor Chemische
Producten uit te breiden met een nieuwe
sectie, t.w. voor beenderen.
Tot directeur van de sectie beenderen
van het Rijksbureau voor Chemische Pro
ducten is benoemd ir. D. J. Akkerman, aan
wien de uitvoering en regeling is opgedra
gen. Het kantoor der sectie is gevestigd
Laan Copes van Cattenburch 16 te 's-Gra-
venhage.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
deze beschikking verbiedt het be- of ver
werken van beenderen zonder een daartoe
van den directeur der sectie verkregen
schriftelijke vergunning, voorts is een be
paling opgenomen, waarbij aan degenen,
die van den handel in beenderen niet hun
normaal bedrijf maken (den z.g. ketting-
handel) zonder een van den directeur ver
kregen vergunning het koopen van been
deren, met het doel deze weder te verkoo-
pen, verboden is.
Bij deze regeling wordt in den normalen
handel in beenderen dus niet ingegrepen.
Met name is de verkoop van beenderen
door de slagers vrijgelaten.
Gedurende een termijn van 8 dagen na
de inwerkingtreding dezer beschikking
HAAGSCHE POLITIERECHTER
Voor een betrekking in
Duitschland
J. C. W. V. te Leiden had zich voor
den Haagschen Politierechter te verant
woorden wegens oplichting.
J. H. L. uit Leiden had in de „Tel." een
advertentie gezien, waarop hij geschreven
had. Het antwoord was geweest, da,t hij
1 moest storten, dan zou hij wel een be
trekking krijgen in Duitschland. Hij had
de gulden gestort, maar had geen betrek
king in Duitschland gekregen en ook zijn
gulden was hij kwijt.
De officier noemde zulks pure zwendel
en eischte een maand gevangenisstraf.
De verdediger betoogde, dat verdachte
als bemiddelaar optrad om electrotechnisch
personeel in Duitschland te plaatsen, zulks
in opdracht van zekeren K. te Berlijn.
Verdachte maakte inderdaad veel kosten,
dus was het redelijk, aldus de verdediger,
dat gegadigden een gulden moesten be
talen. Verder voerde pleiter aan, dat ver
dachte geheel ter goeder trouw had gehan
deld en iemand was, die nog nooit met de
politie in aanraking was geweest. Spr. con
cludeerde tot vrijspraak.
De politierechter was van meening, dat
verdachte niet uit wederrechtelijke be
voordeeling heeft gehandeld omdat inder
daad de gestorte gülden door hem ge
bruikt werd als onkosten en sprak ver
dachte vrij.
Gebeurtenissen.
In December van het vorig jaar was me
neer V. uit Leiden gaan autorijden. Ach
ter hem reed een autobus. Meneer V. oor
deelde het noodig om onder Wassenaar de
autobus steeds te hinderen tot groote woe
de van den chauffeur van de autobus. Deze
geldt een algemeene dispensatie, voorzoo
ver het betreft de be- of verwerking van
normale hoeveelheden. De directeur is be
voegd dezen termijn te bekorten.
Inlichtingen worden verstrekt door de
afdeeling economische voorlichting van het
Departement van Economische Zaken,
Rijnstraat 24 te 's-Gravenhage en door de
Kamers van Koophandel en Fabrieken.
was op zeker oogenblik, toen meneer V.,
om te plagen weer plotseling afremde, met
zijn bus tegen de voor hem rijdende auto
gereden. Toen waren de gebeurtenissen
razend vlug gebeurd.
Voor hij wist wat er gebeurde, had de
plagerige meneer V. een klap op zijn neus
beet van den inmiddels woedend uitgeste
gen autobus-chauffeur. Heel ontactisch
vroeg meneer V: „Wat gebeurt me nou",
waarop de chauffeur antwoordde, „dat ge
beurt er", en meteen werd meneer V. te
gen zijn radiateur aangeslingerd. „Dat is
me nog nooit gebeurd", meende meneer
V. te moeten protesteeren. „Nou dan ge
beurt je dat nou", was het wederwoord van
den woedenden chauffeur geweest. U ziet,
er gebeurden heel wat gebeurtenissen.
Toen was het natuurlijk gebeurd, dat de
politie belang in de gebeurtenissen begon
te stellen en kon het gebeuren, dat de of
ficier voor deze minder nette gebeurtenis
sen van den chauffeur een geldboete van
10 eischte, hetgeen ook al een gebeurte
nis was, ómdat verdachte reeds tallooze
malen voor dergelijke gebeurtenissen, het
slaan op andersmans neuzen, veroordeeld
is geworden. Voor meneer V. zal er ook nog
wel wat gebeuren, want ook hij zal zich ter
gelegenertijd te verantwoorden hebben.
Het slot van al deze gebeurde feiten was,
dat de politierechter op zijn beurt met het
milde requisitoir mee kon gaan en ver
dachte B. uit den Haag veroordeelde tot
10 subs. 10 dagen.
„En zorg nu maar, dat het niet weer ge
beurt", was het slotwoord van den magi
straat.
„Het zal niet weer gebeuren", beloofde
de chauffeur.
Uitgesproken:
A. H. Diepenhorst te Katwijk aan
Zee, Drieplassenweg 30; cur. mr. H. R.
Goudsmit te Leiden.
A. Versluis, koopman te Boskoop,
Valkenburglaan 77; cur. mr. C. M. Loef, te
Boskoop.
Jan Telkamp, bloembollenhandelaar, Hil-
legom, Weeresteynstraat 112; cur. mr. L.
V. Hoog, Haarlem.
21e Racende. Uo'ide
LEON ERROLeen van de bekendst®
komieken, is den 3den Juli 1881 te Sydney,
New South Wales, geboren. Hij studeerde
op St. Joseph's College en aan de Sydney
University voor dokter, maar op aandrang
van mede-sfcudenten besloot hij aan het
tooneel te gaan. Zijn debuut vond plaats
toen hij nog geen 20 jaar was. Tien jaar lang
maakte hij tournée's door Australië en
Nieuw Zeeland met variété-gezelschappen,
operettes en revues. In 1910 begaf Errol
zich naar Amerika en was 5 seizoens lang
de eerste komiek van de Ziegfeld „Follies".
Andere tooneelsuccessen volgden. Hij heeft
den bijnaam „Rubber Legs" gekregen, van
wege zijn lenige onderdanen. De eerste film,
waarin hij optrad, was „Sally" met Colleen,
Moore. Hij draagt nog steeds zijn „mascot
tes": de witte slobkousen, gekocht voor zijn
eerste optreden in Amerika. Hij is de ster
van een uiterst succesvolle serie RKO
kluchten en speelt een der hoofdrollen in
„The Girl From Mexico" met Lupe Velez
en in „Career."
HOLLYWOOD'S
RUITEN VROUW.
Lucille Ball ziet er
zonderling uit in
haar rood-geruite
tuin jurk met zon-
nemuts tijdens de
rustdagen buiten de
RKO Radio studio's,
waar zij haar rol in
de nieuwe „Five
Came Back" juist
beëindigd heeft. Lu
cille Ball's contract
is inmiddels door
RKO Radio ver
nieuwd. Zy zal met
James Ellison in
„Cross Country Ro
mance" de hoofdrol
spelen.
„NEW YORK CITY," EEN NIEUWE
MARCH OF TIME.
New York, met haar 7 1/2 millioen inwo
ners, waaronder alle rassen en nationalitei
ten van de wereld, zal vastgelegd worden
in een nieuwe uitgave van de March of Ti
me, getiteld „Metropolis 1939."
„Metropolis 1939" werpt een licht op
de tallooze factoren, die New York tot een
unieke stad in het huidige Amerika maken.
March of Time tevens een beeld van de
ROBERT YOUNG organisatie der New Yorksche politie, die
bw T tttcp -D a TMiT-D met haar ruim 600 radio-auto's en snelle pa-
un RAINER trouille-wagens dagelijks New York's stra-
IN „KIND ten doorkruisen, haar 11 booten, die een
VROUWTJE". watervlakte van 580 mijl controleeren en
haar vliegtuigpatrouilles.
Amerika is het vaderland van het lyn
chen. Wat dit wil zeggen, kunnen wij, die
deze wreede en dierlijke volkswoede nim
mer hebben aanschouwd, ons niet voorstel
len. In ieder volk is het gepeupel weieens
baas geworden en heeft een medemensch
gesteenigd, of geknuppeld, of op andere
afschuwelijke wijze van het leven beroofd.
Maar alleen in Noord-Amerika is in deze
uitbarstingen iets van systeem te erken
nen, iets van regelmatigen terugkeer,
waardoor dit verschijnsel van het lynchen
nog te bedenkelijker wordt.
Immers: het is méér dan een toegeven
aan de ongeremde volkswoede, het is een
zich kunstmatig opwinden daartoe, zoo vaak
de gelegenheid zich daartoe voordoet; op
één en dezelfde plaats soms meermalen
per jaar! Het spreekt, dat het lynchen
steeds een voorwendsel heeft. Een misdaad
is altoos het uitgangspunt, maar in een
angstwekkend groot aantal malen wordt
een volmaakt onschuldige gelyncht. En in
die gevallen, waarin men inderdaad den
schuldige te pakken heeft, is het leed, dat
men aan hem begaat, zóó buitensporig
groot, dat hy den afgrijselijksten martel
dood sterft, welke zich denken laat.
In den regel is het lynchen het antwoord
op moord, of aanranding. Maar ook andere
misdaden kunnen deze ongehoorde wraak
neming uitlokken. De politie doet bijna
steeds groote moeite om het a.s. slachtof
fer te beschermen. Maar het gepeupel
waagt een wilden aanval op de gevange
nis, bevrijdt den arrestant, sleept hem
naar buiten, hangt hem aan een boom op
en steekt het lijk in brand. Ofwel: hij -
wordt geheel met teer bestreken en daar
na in vogelveeren gewenteld, waarna hij
voor spot wordt meegevoerd. Deze straf
oefeningen gaan zóó ruw in hun werk,
dat het slachtoffer bijna steeds reeds in
den aanvang der geweldpleging bezwykt.
Wie van meening mocht zijn, dat dus de
delinquent maar heel weinig te lyden
heeft, vergeet de uitzinnige angst, die moet
worden doorstaan, eer de bende hem in
handen heeft. Somtijds gaat er een wilde
en vreeselijke wedreii aan vóorcif, waarin
duizenden één enkelen medemensch naja
gen. Het jachtinstinct uit de duisterste en
oudste tijden is op eenmaal weer ont
waakt.
Bij het lynchen is het in het geheel niet
een bepaalde maatschappelijke groep en
wanneer.we hen, die er zich aan overge
ven met „onderwereld" betitelen, beduidt
dit niet, dat daarmee een aparte kaste
wordt bedoeld. Het lynchen omvat bur
gers van hoog tot laag, maar het zyn de
ruwste en domste elementen, die er zich
aan schuldig maken.
Deze misdaad is heel moeilijk te stuiten.
Er bestaan strenge antilynchwetten, maar
zij, die ze in volle zwaarte willen toepas
sen, maken zich in hooge mate onpopu
lair. De woedende, opgezweepte, schier
waanzinnige menigte, die voor de gevan
genis samendromt en met donderende
stem het slachtoffer opeischt, boezemt
groote vrees in by de bewakers. Wie nooit
een dermate opgewonden horde heeft aan
schouwd, wéét niet, welk een angst zij
kan inboezemen. By herhaling hebben zich
gewapende politiebeambten bevreesd ge
voeld voor de razende bende.
Daarbij komt, dat velen, die niet per
soonlijk aan het lynchen deelnemen, in tal
van gevallen heimelijk gelooven dat er
een soort van hoogere rechtvaardigheid in
deze zoo primitieve straf- en wraakoefe
ning zou schuilen, dat de eenvoudige stem
der massa de waarheid spreken zou.In
werkelijkheid is het lynchen een groote
schande voor hen, die er zich aan schuldig
maken, voor hen, die er zich niet tegen
verzetten en voor het land, waar dit kwaad
epidemisch voorkomt.
Een hevige stofwolk duidt reeds van
verre de plaats aan. waar de dol geworden
massa zich bevindt. Als een kudde razen
de dieren staan de mannen opeéngekneld.
Onder deze totaal ontzinde menschen zijn
zelfs vrouwen en het is meermalen voor
gekomen, dat moeders haar kleine kinde
ren hoog optilden, opdat deze maar zou
den kunnen meegenieten van het mensch-
onteerend schouwspel. Een dof en diep
gegrom verkondigt de volkswoede en geen
oogenblik komen zachtere gevoelens in het
geding. Deze horde zal niet bedaren, voor
en aleer zy haar ten hemel schreiend werk
heeft gedaan!
Eén man heeft het gewaagd, geheel al
leen en ongewapend, er tegenin te gaan
en deze bezetenen te weerhouden van hun
misdaad. Eén man heeft zich durven ver
zetten en als het ware een groep tijgers
het bloedende prooi ontrukt, waarop zij
wilden aanvallen. De ongehoord groote
zedelijke moed, die daartoe benoodigd is,
kan slechts worden opgebracht door een
man van buitengewone karaktergaven.
Die man was Abraham Lincoln, die la
ter president der Vereenigde Staten van
Noord-Amerika zou worden, maar die in
zijn jonge jaren, als advokaat, dit helden
feit gepresteerd heeft. Young Mr. Lin
coln" werd hij toen algemeen genoemd en
niet ieder nam hem volkomen au serieux.
Maar na deze bijzondere heldendaad, na
dat de wilde woede der menigte zich weer
had neergelegd, werd de hooge waarde
van zijn daad algemeen beseft.
„Young Mr. Lincoln".een onderwerp,
waard er aandacht aan te wjjden. Een
groot man vóór zijn Aufstieg naar de hoog
ste toppen der carrière, een interessant
studieobject. En thans: een film. Die met
streng historisch onderzoek en groot res
pect deze merkwaardige en moedige fi
guur heeft belicht. De film „Young Mr.
Lincoln" (een product der 20th Century-
Fox) is even sober als deze jeugdige
rechtsgeleerde zelf is geweest. Maar zij
wijdt aandacht aan die byzonde-e episode,
die zoo groote heldendaad, dit unicum van
den man, die de bestiale lynchers tot
kalmte vermocht te brengen. Waarmee hij
heel Amerika een voorbeeld gegeven
heeft.
TIM HOLT EN TERRY KILBURN IN
RKO's „SWISS FAMILY ROBINSON"
De jeugdige hoofdrolspeler Tim Holt en
Terry Kilburn, begaafde jongens-acteur,
zijn door den schrijver-productieleider Ge
ne Towne geëngageerd voor belangrijke
rollen in „Swiss Family Robinson", welke
film „The Play's the Thing Productions" de
volgende maand voor RKO Radio zal pro-
duceeren. Holt staat onder contract bij
RKO, Kilburn is geleend van MGM.
Edward Ludwig zal de regie voeren van
„Swiss Family Robinson", de eerste film
van een serie, welke Towne en zijn partner,
Graham Baker, voor RKO zullen vervaar
digen. De andere producties in deze serie
zijn verfilmingen van „African Intrigue,"
- „Tom Brown's Schooldays" en „The Deer-
slayer."
IRENE DUNNE EN GARY GRANT IN
„PASSPORT TO LIFE".
Cary Grant, die in RKO Radio's „In Na
me Only" naast Carole Lombard tn Kay
Francis de hoofdrol vervult, is na een Euro-
peesche vacantie terug in Hollywood. Zijn
volgende rol voor RKO Radio is in „Pass
port to Life", welke film Garson Kanin zal
regisseeren. Irene Dunne is hierin zijn te
genspeelster.