De strijd in Polen
De Duitsche opmarsch
Chamberlain over
het eerste treffen
De Duitschers in
Krakau
VRIJDAG 8 SEPTEMBER 1939
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Een Poolsclte generaal
gevangen
EEN VROEGERE MEDEWERKER VAN
PILSOEDSK1.
Het Duitsche Nieuwsbureau bericht, dat
de Poolsche generaal Gosiorowski, com
mandant van de zevende divisie, in Duit
sche gevangenschap is geraakt.
Generaal Gosiorowski is tot 1936 chef
van den generalen staf onder maarschalk
Pilsoedski geweest. Hij was een der oudste
medewerkers van den maarschalk.
De Duitsche troepen, die ten Zuiden van
Lodz oprukken, hebben de stad Rawa-Ma-
Eowiecka bereikt.
De bezetting van de door de Polen ont
ruimde provincie Posen duurt voort, Won-
gowiz en Obornik ten Noorden van Posen
en Kosjmin ten Z.O. van die stad zijn be
zet Ook uit Westelijke richting rukken de
troepen de provincie Posen binnen.
BRUGGEN OVER DE WEICHSEL
VERNIELD.
Het Duitsche Nieuwsbureau deelt mede,
dat gistermiddag de Duitsche lucht
strijdkrachten de bruggen over de
Weichsel ten Zuiden van Warschau
hebben vernield. Het terugtrekken van het
verslagen Poolsche leger is hierdoor aan-
Eienlijk bemoeilijkt.
DE STRIJD OM DE WESTERPLATTE.
Omtrent de reeds gemelde verovering
van de Westerplatte bij Dantzig worden de
volgende bijzonderheden bekend:
In de vroege ochtenduren vielen vanuit
zee stormcompagnieën van het schoolschip
„Schleswig Holstein" met krachtigen artil-
leriesteun de Westerplatte aan. Tegelijker
tijd werd van de landzijde een aanval on
dernomen door stormtroepen van een ba
taljon pioniers. In aansluiting op dezen
systematisch uitgevoerden aanval en de
zware beschieting door de scheepsartille-
rie toonde de Poolsche bezetting van de
Westerplatte tegen half tien witte vlaggen
ten teeken van overgave. Ongeveer een
■uur later meldde zich de commandant van
de Westerplatte met een groep soldaten bij
de Duitsche linie aan en gaf hij den com
mandant van het bataljon pioniers, die den
aanval te land geleid had en den com
mandant van het schip de Westerplatte
over, tezamen met de bezetting.
DUITSCHE HULDE VOOR EEN DAPPERE
BRIGADE.
Het Duitsche Nieuwsbureau deelt mede,
dat, zooals reeds in het legerbericht werd
gemeld, zich onder de Poolsche troepen,
die in de Corridor werden vernietigd, ook
een cavalerie-brigade bevond.
De groote verliezen, welke dit onderdeel
van het Poolsche leger heeft geleden, zijn
een gevolg van het feit, dat deze brigade
buitengewoon dapper heeft gestreden. Deze
brigade heeft hiermede een houding aan
genomen, welke door de Duitsche soldaten
•wordt gehuldigd.
BIJZONDERHEDEN OVER DE MIL IA IRE
OPERATIES.
Het Fransche dagblad de „Temps" publi
ceert de volgende bijzonderheden over de
militaire operaties in Polen:
Volgens de Poolsche communiqué's zag
de toestand op 6 September des avonds er
als volgt uit: Twee groote convergeerende
aanvallen zijn door den grooten Duitschen
generalen staf ondernomen tegen de Pool
sche troepen. De eerste in de richting
Noord-Zuid vertrok uit Oost-Pruisen op een
front van ongeveer 150 K.M., en rukte op
in de richting van Torun, Sierpc, Plonsk en
Ciechanow. De opmarsch van dezen aan
val was Woensdagavond gestuit op een
lijn, die op een gemiddelde afstand van 70
K.M. van de Oost-Pruisische grens ligt.
Het eerste objectief schijnt te zijn het be
reiken van den loop van de Weichsel ten
Westen van de samenvloeiing Boeg. Het
punt van vertrek van het tweede groote
offensief, dat in Noord-Oostelijke richting
ontketend werd, was het Duitsche Silezië.
Op 5 September hadden de Duitschers
een front bereikt, waarin de volgende ste
den lagen: Warta, Szeercow, Kamiensk, Ra-
domsk. Op het oogenblik wordt gestreden
ten Noord-Oosten van dezen lijn in de
streek van Lodz, Piotrkow, Tomaszow en
Mazovië. De Duitsche opmarsch schijnt dus
aan dezen kant om te buigen naar het
Noorden als om de uit Oost-Pruisen ko
mende troepen tegemoet te gaan. Het doel
van het dubbele offensief schijnt te zijn
de isoleering van de Poolsche gebieden in
het Westen, zooals Posen. Ten slotte wordt
een derde terrein van krijgsverrichtingen
gevormd door Poolsch-Silezië en West-Ga-
licië. In dit gebied woedt op het oogen
blik de strijd tusschen Krakau en Tarnow.
De bruutheid en snelheid der tot dusverre
door de Duitsche legers geleide operaties
worden verklaard door het uitgebreide ge
bruik van gepantserd oorlogstuig, gesteund
door even uitgebreide actie der lucht
macht, waarbij de infanterie tot dusverre
slechts een secundaire rol speelt. Het ter
rein, dat behalve in het uiterste Zuiden, ge
vormd wordt door een uitgestrekte vlakte
zonder ernstige hindernissen, is klaarblij
kelijk gunstig voor een optreden van ge
pantserde divisies. Gezien de strijdmetho-
den kan men uiteraard niet spreken van
een aaneengesloten front; de Duitsche le
gers hebben kortom een soort machtige
raids ten uitvoer gelged, die ten doel had
den de inrichtingen van de Poolsche de
fensie te ontwrichten, de centra van eco
nomisch leven in Boven Silezië in de
streek van Lodz te verlammen en zekere
groote verbindingswegen af te snijden. Op
sommige punten hebben zij naar het
schijnt diepe zakken in het Poolsche front
gestooten. Maar de opmarsch en zelf zijn
niet zonder gevaar voor de uitvoerenden.
DE POSITIE VAN DUITSCHLAND IN DE
OOSTZEE.
In Ttaliaansche kringen gelooft men niet,
dat de Oostzee nog het tooneel van be
langrijke militaire actie zal zijn. De zeer
beperkte Poolsche marinestrijdkrachten
zijn gedeeltelijk tot zinken gebracht, gedeel
telijk geblokkeerd. De Duitsche marine be
hoeft slechts met het leger samen te wer
ken om het versterkte Gdynia en het schier-
eliand Hela in haar bezit te krijgen. De
overheersching van zijn vloot in de Balti-
sche wateren maakt het Duitschland mo
gelijk, rustig het volledige verkeer met alle
Baltische landen en Rusland te handhaven.
Men kan niet a priori de mogelijkheid uit
sluiten, dat in deze zee vijandelijke onder
zeeërs verschijnen, maar het resultaat hier
van kan niet groot zijn. In tegenstelling met
den vorigen oorlog zal Duitschland niet vol
komen geblokkeerd zijn en zijn verbindin
gen in de Oostzee maken een uitgebreide
ravaitailleering mogelijk, waardoor zijn
weerstand en strijd/vermogen beschermd
worden.
EEN VERKLARING VAN DEN PRIOR
VAN CZETICHOWA.
De Prior van het klooster der Paters Pa-
lijnen heeft de volgende verklaring afge
legd:
„Hiermede verklaar ik op verzoek van
de Duitsche militaire autoriteiten, dat het
miraculeuze beeld van de Moeder Gods van
Czetochowa op de Lichte Berg (Jasna Go-
ra) noch bij den intocht der Duitsche troe
pen, noch tot op heden beschadigd werd.
De Jasna Gora heeft geen verliezen ge
leden".
MEDEDEELINGEN IN HET LAGERHUIS.
In de gisteren gehouden zitting van
het Lagerhuis heeft minister-president
Chamberlain een verklaring afgelegd
over den huidigen toestand. Hij zei-
de o. a.:
In het Oosten voeren de Polen een
zwaren strijd tegen een sterken, mee-
doogenloozen vijand, die vertrouwt op
het gewicht van zijn aantal en zijn
materiaal om allen tegenstand te bre
ken.
Het Duitsche plan, zoo vervolgde
Chamberlain, schijnt daarin te bestaan,
dat de voornaamste inspanning gericht
wordt tegen Polen.
Ondanks het verlies aan materiaal
en menschenlevens, dat zij reeds gele
den hebben, blijven het moreel en de
moed van het Poolsche volk onaange
tast.
De Britsohe en Fransche regeeringen
hebben een overeenkomst met de Poolsche
regeering geteekend voor de verschaffing
van verdere financieele hulp aan Polen.
In het Westen heeft Frankrijk zijn
strijdkrachten met volkomen doeltref
fendheid en gemak gemobiliseerd en
thans zijn zij met den vijand in con
tact aan hun gemeenschappelijke
grens.
De samenwerking tusschen beide landen
is volledig en de regelingen, welke thans
van kracht zijn geworden voor overleg op
elk gebied, verband houdende met de
oorlogvoering, werken gemakkelijk en
goed.
Hier te lande, aldus Chamberlain, zijn
de defensieve maatregelen van ons leger,
welke zeer uitgebreid zijn, op tijd geno
men, dank zij de voorzorgen gedurende
het tijdperk van spanning.
Sprekende over de strijdkrachten ter
zee, zeide Chamberlain: Een belangrijk
feit is tot dusver de ontwikkeling van den
aanval van Duitsche duikbooten op Engel-
sche schepen.
Het tot zinken brengen van de „Athe-
nia" met zijn tooneelen van dood en
schrik heeft feitelijk den oorlog inge
luid en geen ontkenningen of fanta
sieën van Duitschland zullen het pu
bliek overtuigen van Duitschlands on
schuld aan deze misdaad, welke de
wereld diep heeft geschokt en ver
schrikt.
Behalve op de „Athenia" zijn aanvallen
ondernomen op andere Britsche schepen
door Duitsche duikbooten en zijn drie of
vier schepen tot zinken gebracht.
De admiraliteit, zoo vervolgde Cham
berlain, heeft terstond tegenmaatregelen
getroffen.
Sprekende over de aanvallen van
vliegtuigen op Duitsche oorlogssche
pen te Wilhelmshaven, zeide Cham
berlain: Op een z.g.n. slagschip in
zakformaat zijn minstens twee treffers
neergekomen. Men moet bedenken,
dat het aangevallen doel waarschijn
lijk tot de best verdedigde punten van
Duitschland behoort.
De wijze, waarop de aanvallers him taak
hebben volbracht, ondanks de kracht der
verdediging, is den hoogsten lof waardig.
Ook moet rekening gehouden worden met
de weersgesteldheid op den namiddag van
den aanval. Het zicht was bijzonder slecht
en het laatste stadium der aanvallen ge
schiedde in een verblindenden regen en
storm.
Het zal het huis interesseeren te verne
men, dat onder hen, die aan den aanval
deelnamen, zich eenigen bevonden uit de
dominions.
Het huis weet, dat uitgebreide verken
ningsvluchten boven Duitschland zijn uit
gevoerd op drie achtereenvolgende avon
den van deze week. Meer dan tien millioen
exemplaren strooibiljetten, gerich tot het
Duitsche volk, zijn over een uitgestrekt ge
bied in Noordelijk en Westelijk Duitsch
land, incl. het Roergebied, neergelaten.
De „vestzak-kruiser" niet vernield.
Het Duitsche Nieuwsbureau verneemt
van officieede zijde, dat de berichten over
het vernielen van den Duitschen „vestzak
kruiser" de „Gneisenau" door Britsche
bommenwerpers, onjuist zijn. Het schip is
niet getroffen en is volkomen onbescha
digd.
De grafkelder van
Maarschalk Pilsoedski
DE WAVEL-BURCHT VAN KRAKAU.
Het Duitsche hoofdkwartier deelt
mede, dat de Duitsche troepen
zonder strijd de stad Krakau zijn
binnengerukt. De commandeeren-
de generaal, alsmede de divisie
commandant, hebben de militaire
eer bewezen aan het graf van den
Poolschen vrijheidsheld maarschalk
Pilsoedski. Bij het graf is een eere-
wacht geplaatst.
De prachtige heuvelrij ten Westen van
de stad Krakau houdt op bij de rivier de
Weichsel. Dichte wouden bedekken de
heuvels, waarover zilver maanlicht straalt.
In de verte zien wij boven op een heuvel
de kloosterkerk van Bielany. Duisternis
heerscht op den grooten weg door het heu
velland naar Krakau. Donkere boomen
staan aan den rand van den weg, en men
herademt, als men de laatste heuvel be
klommen heeft en in de vlakte de lichten
ziet van Krakau. Vele kerktorens verhef
fen zich boven de daken van de stad. En
aan den oever van de Koningsburcht, het
Wawel, omhoog.
De heuvels van den draak.
Deze burcht zou men het spiegelbeeld
kunnen noemen van de Poolsche ontwik
keling. De wieg van Polen stond weliswaar
niet in Krakau, maar in het gebied van
Gnesen en Posen, waar de oudste nationale
sagen van Polen zich afspeelden. Maar
reeds in het begin van de Poolsche staat
speelt Krakau een rol in de historie. Over
de stichting van de stad bestaan alleen sa
gen. Volgens deze sagen zou een draak ge
woond hebben op den heuvel, waar nu de
burcht staat. Krakus, de vorst der Wisla-
nen doodde het ondier en stichtte de stad.
De eerste historisch geloofwaardige be
richten over Krakau dateeren uit de laat
ste jaren van de 10de eeuw. In het jaar
990 zou Krakau, dat eerst tot Bohemen
behoorde, door Polen veroverd zijn. In
het jaar 1000 wordt Polen genoemd als
zetel van een bisschop. Aan de oudste tijden
van het katholicisme in Polen herinnert
de St. Leonards-crypte in de Wawei-burcht.
Tegen het einde van de 11e eeuw werd het
zwaartepunt van Groot-Polen naar Krakau
verlegd, welke stad na 1138 de zetel was
van de oudste der Poolsche vorsten. De
Leonards-crypte en de „Toren der zilve
ren klokken" dateeren uit de 11e en 12e
eeuw en zijn gebouwd in de Romaansche
stijl. In de 14e eeuw werd begonnen met
de bouw van een kathedraal, die niet uit
hetzelfde materiaal bestond, maar uit bak-
steenen en zandsteenblokken. In den loop
der eeuwen werden vele kapellen rondom
het koor van de kathedraal gebouwd, en
zij zijn typische voorbeelden van de bouw
stijlen uit de verschillende eeuwen, waar
uit zij dateeren. Vooral de invloed der Go-
thiek is sterk merkbaar in de kathedraal. In
de 15e eeuw was Krakau een middelpunt
van kunstenaars uit het Zuiden van
Duitschland. Voit Stosz schiep het prach
tige hoogaltaar in de Mariakerk van Kra
kau; volgens het ontwerp van Veit Stosz
vervaardigde Jöryg Huber uit Paschau
WIJLEN MAARSCHALK PILSOEDSK.I
oen grafmonument in rood marmer voor
Casimir Jagellen. In de Kruis-Kapel van
de kathedraal bij de Wawel-burcht bevindt
zich een gothiek vleugelaltaar, dat afkom
stig zou zyn van Meester Lorenz van
Maagdenburg.
In de tijd der Renaissance werden aan de
kathedraal verschillende veranderingen
aangebracht door Italiaansche kunstenaars
op last van koning Sigismund I (1506
1548) en koning Sigismund Augustus
(15481572). Ook de Wawel-burcht werd
beduidend vergroot, en in de verdiepingen
die in dezen tyd volgens het ontwerp van
dfclla Lores en Berecci gebouwd werden,
bevinden zich de prachtige zalen, waar de
staatspresident van Polen bij zijn bezoe
ken aan Krakau na den wereldoorlog
woonde.
De grafkelder van Pilsoedski.
Reeds vele eeuwen geleden is de politie
ke voorrang van Krakau in Polen verlo
ren gegaan, maar toch is de stad en de
Wawel-burcht als kroningsplaats en als
begraafplaats der Poolsche koningen van
de grootste beteekenb is voor de natie ge
bleven.
In den laatsten tijd worden naast de gra
ven der Poolsche koningen in de Wawcl-
kathedraal beroemde dichters en vrij
heidshelden begraven. In de 19de eeuw
werd het stoffelijk overschot van den
grooten Poolschen dichter Adam Mickie-
wicz hier ter aarde besteld. En in een een-
voudigen zilveren zerk in de St. Leonards-
crypte rust hier ook het stoffelijk over
schot van Maarschalk Pilsoedski, de bevrij
der van Polen.
Rondom zijn graf staan de prachtige
grafmonumenten der Poolsche koningen
en helden. Hier rusten Jozef Joniatowski
Johan Soebièski en Thaddcus Kosciuszko,
die in 1794 zijn land door een opstand
wilde bevrijden. Meer dan een eeuw later
werd deze poging opnieuw ondernomen
door Pilsoedski Vanuit Krakau begon hij
den strijd met zijn legioenen tot den roem
rijken dag van de bevrijding van Polen
was aangebroken.
Het is nog n;et lang geleden, (cfr. Germa-
nia 4 Juli 1937), dat de oud-legionairs van
Pilsoedski op diens graf een groote krans
hebben neergelegd, die niet gevlochten was
uit bloemen of bladeren, maar uit prik
keldraad. Daarnaast stond een vaas van
donkerroode rozen, scherp afgetcekend te
gen de zilveren grafzerk.
De Duitsch Poolsche strijd. De verwoesting van den toegang tot
de Westerplatte te Danzig na de verbitterde gevechten