MaarschalkGoering
Rudolf Hess
Warschau
Bidden
Het Poolsche
Lourdes
DINSDAG 5 SEPTEMBER 1939
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 11
MAARSCHALK GOERING DE EERSTE
OPVOLGER VAN HITLER?
Veldmaarschalk Goering, de „pa
ladijn" van Hitier, zooals hij niet
door anderen is genoemd, maar
zichzelf noemt is door den
Führer aangewezen als zijn opvol-
volger, indien Hitier den oorlog
niet zal overleven.
Wie is deze „paladijn?
In de werkkamer van Maarschalk Goe
ring in diens woning op de Leipziger Platz
te Berlijn staan drie borstbeelden tegen de
wand: van Hitler van Dr. Furtwangler en.
van Goering zelf. Op het bureau staat een
schakelbord met knopjes. Tot een bezoe
ker zeide Goering eens: „Als ik op dit knop
je druk, is U binnen vijf seconden gearres
teerd!"
Het bovenstaande typeert den mensch
Goering, een gecompliceerde figuur, met de
allergrootste dosis zelfachting, die mogelijk
is, en met een bijna onbeperkte macht.
Nooit ziet men hem zonder ridderorden,
nooit komt hij in het openbaar zonder zijn
imaarschalkstaf. Zijn verlangen naar rid
derorders is oorzaak geworden van ontel
bare anecdotes, die ook in de hoogste par
tijkringen in Berlijn de ronde doen.
Een geboren revolutionair.
Goering is een geboren revolutionair! Dat
was het oordeel van den leermeester op de
militaire school van Karlsruhe over zijn
leerling, Hermann Goering, die op 12 Ja
nuari 1893 te Rosenheim in Beieren geboren
was uit een taai geslacht
De vader van Hermann Goering was
werkzaam in de diplomatie in Amerika, toen
zijn zoon geboren werd.
De oorlogsjaren maakte Hermann Goering
mee aan het front. In 1914 was hij onder
luitenant in de Elzas, in 1915 kwam hij bij
de militaire luchtvaart, in 1917 kreeg hij
Ihet commando over een escadrille vliegtui
gen, en na den dood van van Richthofen
werd Goering geplaatst aan hel hoofd van
het beroemde Duitscheriuchteskader, waar
van hij tot het einde van "den wereldoorlog
aanvoerder was. Snellere promotie was niet
denkbaar.
Moeilijke jaren.
De wereldoorlog eindigde met een cata
strophe. Goering moest zijn brood gaan
verdienen buiten het Duitsche leger. Hij
mam dienst bij een Zweedsche luchtvaart
maatschappij, trouwt en gaat terug naar
Duitschland. In 1921 komt hij in contact
met Hitier, en zeer graag ontvangt de toe
komstige Fühere den gewezen oorlogsheld
in de gelederen van zijn nationaallistische
partij. Er volgen moeilijke jaren. Eerst aan
houdende samenwerking met Adolf Hitler,
daarna komt de putsch van 1923, die mis
lukt Hermann Goering vlucht.
Hij vlucht naar Oostenrijk, naar Venetië,
maar Rome, naar Zweden. Het is de zwaar
ste tijd van zijn leven. Werk kan hij niet
vinden, en zijn vrouw is ziek. Doodarm
zwerft de oorlogsheld rond in ballingschap.
In 1926 komt er amnestio en Goering kan
terugkeeren naar Duitschland. Met kleine
bezigheden moet hij de kost verdienen en
in vrije uren staat hij aan de zijde van
Hitler.
Enkele jaren later neemt Hitler hem in
dienst. Zijn roem in de Partij gaat stijgen.
Hij werd president van de Rijksdag -en
maakte van de brand in het Rijksdaggebouw
handig gébruik om het communisme te be
strijden. Hij vormde de Gestapo, zijn macht
werd bijna onbegrensd. Duizenden commu
nistische beambten werden op zijn bevel
gearresteerd.
Toen Hitier de macht in handen kreeg,
werd hij Minister van Luchtvaart. Hij orga
niseerde het nieuwe Duitsche Luchtvaart-
sche Luchtvaartwezen, liet vele toestellen
bouwen, stichtte opleidingsscholen voor de
luchtvaart en zorgde voor de luchtafweer-
dienst.
Minister-President van Pruisen.
In Maart 1933 is Goering Minister-presi-
'dent van Pruisen. Hij is de jongste Minis
ter-president die Pruisen ooit heeft gekend,
nauwelijks veertig jaar oud. Ontegenzegge
lijk echter is hij een man met talenten, met
een sterken wil, die tot onbarmhartig egoïs
me kan overslaan.
Zijn positie in de Nationaalsocialistische
Partij is eigenaardig. Hij is niet uit het volk
voortgekomen als Hitler, of uit de midden
stand als Hess, wiens vader koopman was.
Hij komt uit de Duitsche hoogere kringen.
Daarom vormde hij ook de band tusschen
de Nationaal-Socialistische Partij en de
Duitsche Jonkers. Aan deze unieke positie
is het te danken, dat hij de eerste raadsman
van den Führer is geworden.
Hij is meer diplomaat dan de anderen en
is niet in dezelfde mate anti-semiet als de
meeste van zijn collega's in de hooge pos
ten der Nationaal-Socialistische Partij. Hij
beschouwt het anti-semitisme als een klein
burgerlijke hoedanigheid.
Hij is liever diplomaat.
Tegenstelling met Hess.
Tegelijk met hem staat Rudolf Hess op de
lijst der opvolger van den Führer. Toch zijn
deze twee, Goering en Hess, geenszins ge
lijk aangelegd. Hess is vurig maar berede
neerd en kalm, Goering is fanatiek. Hij is
een geweldenaar en een doordrijver.
Hij volgt liever z^n eigen zin, dan de zin
van Hitler, die heel wat moeite heeft om
deze diplomatieke krachtfiguur in bedwang
te houden.
DE TWEEDE OPVOLGER VAN
ADOLF HITLER?
Hitler staat voor de Rijksdag in
soldatenuniform. De wereld luis
tert. Op de kanselarijen van alle
hoofdsteden der wereld wordt het
werk gestaakt. Men luistert naar
den man, die het heft van de span
ning in handen heeft. Oorlog of
vrede? Oorlog!!!!!
Hitier verklaart: als ik de strijd
niet mocht overleven, zal mijn
opvolger zijn: Goering Rudolf
Hess.
Wie is Rudolf Hess? Rudolf Hess is
reeds geruimen tijd de plaatsvervanger
van den Führer. Hij is de eenige man, van
wien gezegd wordt, dat Hitier hem on
beperkt vertrouwen heeft geschonken. Aan
Hess dicteerde Hitier zijn boek „Mein
Kampf". Aan Hess was het opgedragen,
de Duitsohe taalfouten van Hitier te ver
beteren. Het is in Berlijn een publiek
geheim, dat Hess les in de Duitsche taal
heeft gegeven aan Hitier. In 1925 was
Hess reeds secretaris van den Führer, die
hem in April 1933 benoemde tot zijn plaats
vervanger als voorzitter van de N.S.D.A.P.
Is Hess wel een Duitscher? Er wordt in
Duitschland tegenwoordig zooveel ge
schreven over dit probleem, dat men er
zeker van kan zijn, dat er iets aan hapert.
Vier generaties van de familie Hess heb
ben in Egypte geleefd. Daar werd Hess ge
boren op 26 April 1894. Wie was zijn
moeder? In Duitschland legt men bij deze
vraag een vinger op de mond. Dat mag
men niet vragen. Waarom niet? Omdat de
moeder van Hess een Arabische vrouw
was, dus geen Arische, maar een Semitische.
De eerste zestien jaren van zijn leven
heeft Hess in Afrika gewoond. Eerst op
zestienjarigen leeftijd heeft hij de Duitsche
bodem betreden. Kort daarop nam hij
dienst in het Duitsche leger bij het uit
breken van den wereldoorlog. Hijwas
toen juist 18 jaar oud. Als vrijwilliger bij
een patrouille in de Karpathen ontving hij
een longschot. Nauwelijks genezen van
deze zware verwonding, meldde hij zich
opnieuw aan bij het leger, en nam dienst
bij een luchteskader aan het Westfront. Na
de wereldoorlog werd hij nog enkele
malen gewond bij het ontzet van München,
welke stad in handen was van de Sparta-
kisten.
Spoedig daarop kwam hij bij de partij
van Adolf Hitler. Hij nam deel aan het ge
vecht in de zaal van het Hofbraühaus te
München en kreeg een zware schedel-
wonde. In November 1923 marcheerde hij
aan de zijde van Adolf Hitler naar de
Feldherrnhalle. Tesamen met den Führer
zat hij in de gevangenis in Landsberg.
Daarna diende hij hem als particulier se
cretaris en vertrouweling. Het was Rudolf
Hess, die in die strijdperiode de beste vlug
schriften in elkaar kon zetten. Hij had een
groot aandeel bij de opstelling van de wet
over de veüigheid en de eenheid van partij
en staat. Regelmatig hield hij redevoerin
gen, sprak tot de officieren van de weer
macht. De zoogenaamde „Auslanddeut-
schen" de Duitschers in het buitenland
vergat hij niet, en ieder jaar houdt hy
met Kerstmis tot deze Duitschers in den
vreemde een redevoering.
Reeds voor Hitler eenigen tijd in hechte
nis had doorgebracht in Landsberg, kende
hij reeds de toegenegenheid en de vurige
ijver van Rudolf Hess. Maar de grootste
toenadering kwam in de gevangenis zelf
tot 6tand. Ook Rudolf Hess was hier opge
sloten, en zijn cel lag naast de cel van
Adolf Hitler. In Landsberg werd Hitler
niet slecht behandeld en het was hem
langen tijd toegestaan, zijn medegevange
nen te bezoeken, zelfs op andere verdie
pingen.
En van deze tijd af dateert de groote
vriendschap van Hitler met Rudolf Hess.
Er is nog een bijzonderheid, die de vriend
schap van Hitier voor Rudolf Hess heeft
gewekt.
Reeds in de woelige jaren van 1920 had
Rudolf Hess op een concours den eersten
prijs behaald met een geschrift, over de
wijze waarop Duitschland gered zou kun
nen worden.
De „redder", die Rudolf Hess zich in
beeldt, komt tamelijk veel overeen met de
persoon van den Führer, ofschoon Rudolf
Hess destijds den sergeant Hitier nog niet
kende.
Rudolf Hess, nu 45 jaar oud, is de man
aan wien de organisatie van de nationaal
socialistische partij voor het grootste ge
deelte te danken is. Hij begrijpt de idealen
van Hitier, maar is zelf geen idealist, en
weet de werkelijkheid onder de oogen te
zien.
Langen tijd werd hij beschouwd als de
voorman van de gematigde richting in de
nationaal-socialistische party, hoewel hij
deze gematigdheid steeds verbonden heeft
met een absolute en blinde gehoorzaamheid
aan den Führer.
De vliegsport is hij trouw gebleven. Nog
meermalen heeft hy meegedaan aan wed
strijden in de lucht. In 1932 behaalde hy
bij dergelijke wedstrydvluchten een twee
de prijs (in de „Zugspitzflug") en in 1934
zelfs een eerste prys.
Kort voor de Anschlusz van Oostenrijk is
bij een huiszoeking in de Teinfalltstrasze
een document aan het licht gekomen,
waarbij gebleken is, dat Rudolf Hess een
groote rol heeft gespeeld bij de gebeurte
nissen rond de Anschlusz.
De bevelen aan degenen, die deze
Anschlusz in het geheim moesten voorbe
reiden, waren onderteekend door Rudolf
Hess.
Rudolf Hess heeft er steeds op gewezen,
dat bewapening voor Duitschland een
eerste vereischte is. Typeerend hiervoor
in October 1936 bij de 'opening van de
zyn de woorden, die hij gesproken heeft
nieuwe Adolf-Hitler-Halle in Hof: „Ieder
kanon meer, iedere tank meer,
ieder vliegtuig meer beteekent
meer zekerheid voor de 'Duit
sche moeders, dat haar kinde
ren niet zullen worden uitge-
m o ord.
STAD VAN HONDERD KERKEN EN
PRACHTIGE WERELDLIJKE
GEBOUWEN.
Op het oogenblik dat wij dit schrijven
rukken de Duitsche troepen van vier zijden
Polen binnen... Krakau, Kattowitz en
Warschau worden gebombardeerd, een der
luchtbombardementen op laatstgenoemde
stad duurde veertig minuten.De lawine
is in beweging gekomen..het vraagteeken
achter het met angst en vreeze gestamelde
woord oorlog is verdwenen. Herinnerin
gen doemen op dit oogenblik op aan de
trotsche Spaansche steden die onder mee-
doogenlooze bommenregens teloor gingen
toen daar de strijd woedde en thans gaan
veler» gedachten uit naar de bevolking der
Poolsche steden, nu het noodlot naar hen
een hand heeft uitgestoken.
Warschau, Polen's hoofdstad ligt op den
linkeroever van de Weichsel, tegenover de
op den rechteroever gelegen voorstad Pra-
ga. De Oude Stad bevindt zich in het Noor
den en het Noord-Westen, waar ook de
Nieuwe Stad en de Jodenwijk gelegen zijn,
de mooiere en moderner stadswijken en
stadsgedeelten vinden wij in het Zuiden en
Zuid-Westen, terwijl zich aan de Westzijde
de voorstad Wola bevindt. Behalve ver
schillende fraaie parken bezit Warschau
een groot aantal moderne pleinen, zooals
het Pilsoedski-plein, (het voormalige „Sak
sische Plein") het Slotplein e.a. Rond het
Pilsoedskiplein bevinden zich de vele re-
geeringsgebouwen, die het plein in een
wijde rechthoek omzoomen. En de leege
grasvlakte in het midden herinnert aan de
dagen van vóór den wereldoorlog, toen daar
de prachtige Russische Kathedraal stond,
welke later door de Polen werd afgebro
ken, om de herinnering aan de Russische
overheersching van toen uit te \viss#hen.
Bijna honderd kerken bezit de Poolsche
hoofdstad, meest Roomsch-Katholieke en
verder Grieksch-Katholieke en Evangeli
sche, synagogen en een moskee. De oudste
daarvan is de omstreeks het jaar 1350 ge
bouwde Gothische St. Johannes-Kathedraal,,
een der monumentale sieraden der stad.
Westelijk daarvan staat op het Krasinski-
plein de orthodoxe Direvuldigheidskathe-
draal, terwijl de Alexander-Newsky-Kathe-
draal zich op het Pilsoedskiplein bevond.
En dan zyn daar voorts de vele fraaie we
reldlijke gebouwen die nimmer ophielden
de aandacht van den bezoeker te trekken,
zooals in de eerste plaats het voormalig
Koninklijk Slot, door Sigismund III ge
bouwd en door Augustus II vergroot, waar
zich een omvangrijke bibliotheek en het
Poolsche archief bevinden. Aan het
Schouwburgplein bevinden zich het Stad
huis (van 180) en de Groote Schouwburg
(van 1833). Vermelding verdienen voorts
de kasteelen Lazienki en Belvedere.
Warschau is een stad met een zeer uit
gebreide nijverheid: metaalbewerking, ma
chinebouw, textiel-, glas-, schoenen-, voe-
dinsmiddelen-, zeep- en scheikundige in
dustrieën. Bovendien heeft de Poolsche
hoofdstad een levendigen handel. Spoor
wegverbindingen en dan vooral ook de
Weichsel onderhouden het passagiers- en
goederenverkeer. De voornaamste inrichtin
gen van Hooger Onderwijs zijn de in 1816
gestichte Universiteit (met omstreeks
10.000 studenten), een botanische en een
sterrenwacht omvattend, de Handels- en
de Technische Hoogeschool. Voorts vee
artsenijscholen, gymnasia en zgn. „pro-
gymnasia." Ten'slotte bezit Warschau en
kele prachtige musea.
En reeds op dit oogenblik vraagt men
zich met angst in het hart af hoevele van
deze gebouwen reeds geschonden zullen
zyn..
Het Katholiek Comité van Actie
„Voor God" schrijft ons:
Nederland paraat.
Onze grenzen worden be
veiligd.
Allerlei maatregelen worden
genomen.
Vergeel niei: te bidden
W at gaat er met Krakau
en Gdynia gebeuren?
Zelden zullen er in één land twee
steden zyn, die zooneer met elkaar
verschillen als Krakau en Gdynia
in Polen, de oude en de jonge stad,
die thans één tragisch feit gemeen
hebben, nl. de belevenis van een
vernielend en mensdhonteerend
bombardement.
Wanneer men zyn radio afstemde op
het Poolsche station Warschau, kon men
precies om 11 uur 20 Amsterdamsche tijd
den hoornblazer van den toren der Heilige
Mariakerk te Krakau een melodie hooren
spelen, die reeds in de 13de eeuw vanaf
dienzelfden toren werd geblazen. Hy steekt
de trompet gedurende twee minuten en
breekt dan plotseling af. Waarom? Iedere
Pool kan het U vertellen: toen in 1241 de
Tartaren Krakau belegerden, werd de
hoornblazer door één hunner pijlen in de
keel getroffen; midden in zijn alarmsig
naal stortte hij dood neer. Ter herinnering
aan dit historische moment breekt iederen
middag twee minuten na twaalf Poolschen
tyd dit hoornsignaal af.
Krakau is allereerst middeleeuwsch en
dan pas Poolsch, want het is gebouwd in
den tyd, dat een universeele Europeesche
cultuur overheerschte. Doordat in het be
gin der 17de eeuw Krakau ophield de
hoofdstad van Polen te zijn, groeide het
sindsdien zeer langzaam, zoodat Barok-,
Rococo- en andere stylen practisch van
geen invloed waren op het stadsbeeld.
Maar voor den liefhebber van Gothiek
was Krakau een onuitputtelijke bron van
genot. Juist in het midden van de stad be
vindt zich het „Rynek,"# het hoofdplein.
Daar waant men zich terug in de 14de
eeuw. De vroegere Lakenhal, die 70 M. lang
is, staat daar naast de Kerk van de Heilige
Maria, gebouwd in 1226. De Lakenhal doet
thans dienst als Nationaal Museum en bergt
de* werken van beroemde Poolsche schil
ders, zooals Matejko, Kossak, Wyspianski
enz.
De grootste attractie echter voor de
vreemdelingen, die Krakau bezochten, was
het oude Koninklijke slot, Wawel, dal op
een hooge heuvel ligt, vanwaar men een
prachtig uitzicht op de stad heeft. Wawel
is gebouwd boven een grot, waarin volgens
de legende de Poolsche hertog Krakus
de stichter van Krakau een draak ver
sloeg.
Op denzelfden heuvel staat de Kathe
draal, één van de schoonste Gothische ker
ken in Europa, een nationaal heiligdom
voor Polen, als begraafplaats van alle Pool
sche koningen en helden. In een zilveren
kist in het midden van de Cathedraal rust
het gebeente van St. Stanislaus, den be
schermheilige van Polen, die in deze kerk
door koning Boleslaus werd gedood in 1079.
Na deze wandaad vluchtte de koning in een
Boheemsch klooster, waar hij als monnik
stierf. In het gewelf onder de kerk bevindt
zich, te midden van de graftomben van
verscheidene koningen, die van den grooten
vrijheidsheld Kosciuszko.
In de oudste vleugel van het slot Wawel
staat een toren, die bewoond werd door
koningin Hedvige. Deze jonge en mooie
vorstin was hartstochtelijk verliefd op een
Oostenrijksche prins. Haar raadgevers
drongen er echter op aan, dat zij haar hand
zou schenken aan den heidenschen, half
barbaarschen Litauschen hertog Jagiello,
die tweemaal zoo oud was als zij. Door dat
huwelijk zou zy bewerken, dat de Litauers
tot het Christendom overgingen. Na veel
dramatische scènes stemde Hedvige er in
toe, haar geliefde op te geven en den woes-
ten hertog te trouwen. De liefdesgeschiede
nis van de bekoorlijke koningin is vele ma
len het onderwerp geweest van gedichten
en novellen uit»de Poolsche litteratuur. In-
tusschen bleek Jagiello een van de beste
koningen te zijn, die Polen ooit gehad heeft.
In de eerste jaren der 15de eeuw werd hij
de machtigste heerscher in Europa; zijn
ryk strekte zich uit van de Baltische tot
aan de Zwarte Zee. De dynastie van Jagiel
lo regeerde tot 1572; de Polen noemen dat
tydperk de „Gouden Eeuw." Op een plein
in het nieuwere deel van Krakau staat het
standbeeld van Jagiello, dat door Paderews-
ki aan het land geschonken werd, ter gele
genheid van de herdenking van den slag
bij Grünewald in 1410, toen Jagiello door
zijn overwinning op de Teutoonsche Orde
den grondslag legde voor de grootheid van
zyn rijk.
Typische feesten, interessanto oude ge
woonten in Krakau herinnerden aan dien
vroegeren glorietijd. Op Lajkonik-dag bij
voorbeeld, herdenkt men de Poolsche zege
over de Tartaren in de 13de eeuw. Dan
komt Lajkonik, een man, verkleed als Tar-
taarsch hoofdman, op een houten paard de
stad binnenrijden, vergezeld van zijn vol
gelingen in fantastisch gewaad en muzi
kanten, die wilde Mongoolsche melodieën
spelen. En zoo zijn er meer overblijfselen
uit den ouden tijd, want Krakau is in de
allereerste plaats een stad van traditie, een
echo uit vervlogen tijden.
Een geheel ander beeld biedt Gdynia, de
Poolsche zeehaven, eigenlijk pas een stad
van de laatste twintig jaren. Voorhêen im
mers, was Gdynia niets anders dan een vis-
schersplaatsje, dat slechts enkele honderden
inwoners had. Pas sedert 1921, toen het met
den Poolschen Corridor aan Polen was ge
komen. begon men de verbouwing van het
visschersdorp tot een groote nationale zee
haven zoowel handels als oorlogsha
ven.
Kosten noch moeite werden gespaard en
tien jaar later was Gdynia een moderne
havenstad geworden. In 1921 had de plaats
1268 inwoners, in 1934 reeds 40.000. De ha
venterreinen zijn 530 H.A. groot,-de kade
lengte bedraagt 8,8 K.M. Verschillende bui-
tenlandsche scheepvaartlijnen doen de ha
ven Gdynia in de laatste jaren aan.
Ook tot moderne badplaats ontwikkelde
deze vooruitstrevende stad zich snel, en
DE ONDERGANG VAN CZESTOCHOWA
Reeds in de eerste dagen van den
Europeeschen oorlog" van de twin
tigste eeuw is de heilige stad van
Polen. Czestochowa, door de Duit
schers in brand geschoten en inge
nomen. Wij geven hier de volgen
de bijzonderheden over deze stad,
die het „Lourdes van Polen" ge
noemd wordt
Krakau is de stad der Poolsche Konin
gen, Czestochowa is de stad der Poolsche
Koningin. Deze Koningin van Polen ls de
H. Maagd Dag in dag uit trokken tot nu
toe bedevaarten naar de heilige stad van
Polen, waar de „Zwarte Madonna" zich be
vindt. De miraculeuze afbeelding van de
H. Maagd ls een beeltenis van Maria met
het Kind, op hout geschilderd; volgens de
legende zou de schilderij gemaakt zijn tij
dens het leven van de II. Maagd door den
Evangelist Lucas. In 1656 werd de H.
Maagd officieel geproclameerd tot Konin
gin van Polen. In de Litanie van Loretto
wordt door de Polen gebeden: „Koningin
van Polen, bid voor ons!"
De toewijding van Polen aan de H.
Maagd werd herhaald in 1717 bij de plech
tige kroningsfeesten van de Madonne van
Czestochowa en in 1926.
Wie ooit Czestochowa heeft bezocht, zal
de herinnering hieraan nooit vergeten. De
heuvels aan de bovenloop van de rivier
de Warthe worden kleiner in het zuiden
om over te gaan in de vlakte. De vele pel
grims, die men onderweg ontmoet, zien
met ernstigen blik naar de verte. Dan rijst
plotseling de slanke toren van de Maria
kerk van Czestochowa voor onze oogen
op. De pelgrims blijven staan, zij vallen op
de knieën, heffen de handen omhoog en
danken God, dat zij het 'doel van de reis
aanschouwen.
Hoe meer men het genade-oord nadert,
des te talrijker worden de pelgrims. De
Bedevaartskerk ligt op een zacht glooiende
heuvel, die wegens het licht gesteente de
„Jasna Gora" d.w.z. lichte berg, wordt ge
noemd.
De zwarte Moeder Gods.
In het reusachtige schip van de hoofd
kerk volgt de eene kapel op de andere. Deze
kapellen werden gesticht door Poolsche
koningen en edelen. Maar geen enkele ka
pel, met hoeveel luister zij ook getooid
is, welke beminde koning haar ook heeft
gesticht, weet de aandacht zoozeer te
boeien als de kapel van de „Zwarte Moe
der Gods", wier beeltenis straalt in het
licht van honderden kaarsen, die een too-
verachtig aanzien geven aan de talloozc
flonkerende edelstecnen rond de beeltenis.
De historie van het schilderij is tamelijk
duister. Zooals reeds gezegd, zou het ge
schilderd zijn door den H. Lucas, op hout
van de tafel van de H. Familie in Naza
reth. Tot in den tijd van Constantijn de
Groote zou de afbeelding verborgen zijn
geweest in Jdrusalem.
Geschiedenis van het
Wonderbeeld.
Het schilderij zou dan gevonden zijn
door keizerin Helena, die het naar Con-
stantinopel overbracht. Van daaruit zou
het in de 9c eeuw overgebracht zyn naar
het kasteel Belz in Oekraïne, waar het
bleef tot het jaar 1382. Hertog Wladislaus
van Opeln wilde het schilderij overbren
gen naar Silezië, maar onderweg gewerd
hem een droom, waarin hem gezegd werd
het beeld te laten op de plaats, waar hij
zich toen bevond. Die plaats was Czesocho-
wa, waar de Zwarte Madonna nu nog
wordt vereerd. Nauw verbonden is de
historie van de Zwarte Madonna met de
geschiedenis van Polen. In de veertiende
eeuw werd de stad ingenomen door de
Hussieten. Het klooster werd verwoest en
de beeltenis geschonden, maar terugge
vonden door de monnikken. In dc zeven-
tiCTide eeuw begon de nederlaag der
Zweedsche legers in Polen bij het beleg
van Czestochowa. Ook de overwinning van
het Poolsche leger op de Russische Sovjet
troepen in 1920 wordt door de Polen be
schouwd als een gunst van de Zwarte Ma
donna.
Nog versch is het geheugen ligt de vie
ring van het 550-jarig bestaan van dc
Poolsche bedevaartsplaats in 1932. Geheel
Polen huldigde de Moeder Gods van
den staatspresident tot de Poolsche kinde
ren toe, van den Kardinaal Primaat van
Polen tot de eenvoudigste leekenbroeder.
Professoren, kunstenaars en officieren
verdrongen zich in de hoofdkerk van Czes
tochowa. Honderdduizenden pelgrims ston
den bijeen op het reusachtige plein voor
het klooster. In Augustus 1932 stonden
150 compagnieën van het Poolsche leger
op het plein, en in September van dat jaar
200 compagnieën die te voet uit alle dee-
len van Polen naar Czestochowa waren ge
marcheerd.
De heilige stad staat in vlammen! De
stad van de Madonna, de stad met de be
roemde schatkamers, de stad der pelgrims,
de stad, die de orthodoxe Russen tijdens
hun overheersching niet durfden te schen
den.
ontving jaarlijks ongeveer 5000 gasten,
hoofdzakelijk Polen.
Moderne kantoorgebouwen, groote bank
instellingen en fabrieken, ziedaar het over-
heerschende stadsbeeld van de jonge stad
Gdynia wel zeer verschillend van dat
van Krakau. Maar wat zal er overblijven
van het oeroude Krakau en het „piepjonge"
Gdynia? Welke eeuwenoude monumenten
en moderne gebouwen zullen bewaard blij
ven in deze verwoestende tijd, waarin niet
eens meer eerbied bestaat voor het leven
van een medemensch.
L. R