MaarschalkGoering Rudolf Hess Warschau Bidden Het Poolsche Lourdes DINSDAG 5 SEPTEMBER 1939 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 11 MAARSCHALK GOERING DE EERSTE OPVOLGER VAN HITLER? Veldmaarschalk Goering, de „pa ladijn" van Hitier, zooals hij niet door anderen is genoemd, maar zichzelf noemt is door den Führer aangewezen als zijn opvol- volger, indien Hitier den oorlog niet zal overleven. Wie is deze „paladijn? In de werkkamer van Maarschalk Goe ring in diens woning op de Leipziger Platz te Berlijn staan drie borstbeelden tegen de wand: van Hitler van Dr. Furtwangler en. van Goering zelf. Op het bureau staat een schakelbord met knopjes. Tot een bezoe ker zeide Goering eens: „Als ik op dit knop je druk, is U binnen vijf seconden gearres teerd!" Het bovenstaande typeert den mensch Goering, een gecompliceerde figuur, met de allergrootste dosis zelfachting, die mogelijk is, en met een bijna onbeperkte macht. Nooit ziet men hem zonder ridderorden, nooit komt hij in het openbaar zonder zijn imaarschalkstaf. Zijn verlangen naar rid derorders is oorzaak geworden van ontel bare anecdotes, die ook in de hoogste par tijkringen in Berlijn de ronde doen. Een geboren revolutionair. Goering is een geboren revolutionair! Dat was het oordeel van den leermeester op de militaire school van Karlsruhe over zijn leerling, Hermann Goering, die op 12 Ja nuari 1893 te Rosenheim in Beieren geboren was uit een taai geslacht De vader van Hermann Goering was werkzaam in de diplomatie in Amerika, toen zijn zoon geboren werd. De oorlogsjaren maakte Hermann Goering mee aan het front. In 1914 was hij onder luitenant in de Elzas, in 1915 kwam hij bij de militaire luchtvaart, in 1917 kreeg hij Ihet commando over een escadrille vliegtui gen, en na den dood van van Richthofen werd Goering geplaatst aan hel hoofd van het beroemde Duitscheriuchteskader, waar van hij tot het einde van "den wereldoorlog aanvoerder was. Snellere promotie was niet denkbaar. Moeilijke jaren. De wereldoorlog eindigde met een cata strophe. Goering moest zijn brood gaan verdienen buiten het Duitsche leger. Hij mam dienst bij een Zweedsche luchtvaart maatschappij, trouwt en gaat terug naar Duitschland. In 1921 komt hij in contact met Hitier, en zeer graag ontvangt de toe komstige Fühere den gewezen oorlogsheld in de gelederen van zijn nationaallistische partij. Er volgen moeilijke jaren. Eerst aan houdende samenwerking met Adolf Hitler, daarna komt de putsch van 1923, die mis lukt Hermann Goering vlucht. Hij vlucht naar Oostenrijk, naar Venetië, maar Rome, naar Zweden. Het is de zwaar ste tijd van zijn leven. Werk kan hij niet vinden, en zijn vrouw is ziek. Doodarm zwerft de oorlogsheld rond in ballingschap. In 1926 komt er amnestio en Goering kan terugkeeren naar Duitschland. Met kleine bezigheden moet hij de kost verdienen en in vrije uren staat hij aan de zijde van Hitler. Enkele jaren later neemt Hitler hem in dienst. Zijn roem in de Partij gaat stijgen. Hij werd president van de Rijksdag -en maakte van de brand in het Rijksdaggebouw handig gébruik om het communisme te be strijden. Hij vormde de Gestapo, zijn macht werd bijna onbegrensd. Duizenden commu nistische beambten werden op zijn bevel gearresteerd. Toen Hitier de macht in handen kreeg, werd hij Minister van Luchtvaart. Hij orga niseerde het nieuwe Duitsche Luchtvaart- sche Luchtvaartwezen, liet vele toestellen bouwen, stichtte opleidingsscholen voor de luchtvaart en zorgde voor de luchtafweer- dienst. Minister-President van Pruisen. In Maart 1933 is Goering Minister-presi- 'dent van Pruisen. Hij is de jongste Minis ter-president die Pruisen ooit heeft gekend, nauwelijks veertig jaar oud. Ontegenzegge lijk echter is hij een man met talenten, met een sterken wil, die tot onbarmhartig egoïs me kan overslaan. Zijn positie in de Nationaalsocialistische Partij is eigenaardig. Hij is niet uit het volk voortgekomen als Hitler, of uit de midden stand als Hess, wiens vader koopman was. Hij komt uit de Duitsche hoogere kringen. Daarom vormde hij ook de band tusschen de Nationaal-Socialistische Partij en de Duitsche Jonkers. Aan deze unieke positie is het te danken, dat hij de eerste raadsman van den Führer is geworden. Hij is meer diplomaat dan de anderen en is niet in dezelfde mate anti-semiet als de meeste van zijn collega's in de hooge pos ten der Nationaal-Socialistische Partij. Hij beschouwt het anti-semitisme als een klein burgerlijke hoedanigheid. Hij is liever diplomaat. Tegenstelling met Hess. Tegelijk met hem staat Rudolf Hess op de lijst der opvolger van den Führer. Toch zijn deze twee, Goering en Hess, geenszins ge lijk aangelegd. Hess is vurig maar berede neerd en kalm, Goering is fanatiek. Hij is een geweldenaar en een doordrijver. Hij volgt liever z^n eigen zin, dan de zin van Hitler, die heel wat moeite heeft om deze diplomatieke krachtfiguur in bedwang te houden. DE TWEEDE OPVOLGER VAN ADOLF HITLER? Hitler staat voor de Rijksdag in soldatenuniform. De wereld luis tert. Op de kanselarijen van alle hoofdsteden der wereld wordt het werk gestaakt. Men luistert naar den man, die het heft van de span ning in handen heeft. Oorlog of vrede? Oorlog!!!!! Hitier verklaart: als ik de strijd niet mocht overleven, zal mijn opvolger zijn: Goering Rudolf Hess. Wie is Rudolf Hess? Rudolf Hess is reeds geruimen tijd de plaatsvervanger van den Führer. Hij is de eenige man, van wien gezegd wordt, dat Hitier hem on beperkt vertrouwen heeft geschonken. Aan Hess dicteerde Hitier zijn boek „Mein Kampf". Aan Hess was het opgedragen, de Duitsohe taalfouten van Hitier te ver beteren. Het is in Berlijn een publiek geheim, dat Hess les in de Duitsche taal heeft gegeven aan Hitier. In 1925 was Hess reeds secretaris van den Führer, die hem in April 1933 benoemde tot zijn plaats vervanger als voorzitter van de N.S.D.A.P. Is Hess wel een Duitscher? Er wordt in Duitschland tegenwoordig zooveel ge schreven over dit probleem, dat men er zeker van kan zijn, dat er iets aan hapert. Vier generaties van de familie Hess heb ben in Egypte geleefd. Daar werd Hess ge boren op 26 April 1894. Wie was zijn moeder? In Duitschland legt men bij deze vraag een vinger op de mond. Dat mag men niet vragen. Waarom niet? Omdat de moeder van Hess een Arabische vrouw was, dus geen Arische, maar een Semitische. De eerste zestien jaren van zijn leven heeft Hess in Afrika gewoond. Eerst op zestienjarigen leeftijd heeft hij de Duitsche bodem betreden. Kort daarop nam hij dienst in het Duitsche leger bij het uit breken van den wereldoorlog. Hijwas toen juist 18 jaar oud. Als vrijwilliger bij een patrouille in de Karpathen ontving hij een longschot. Nauwelijks genezen van deze zware verwonding, meldde hij zich opnieuw aan bij het leger, en nam dienst bij een luchteskader aan het Westfront. Na de wereldoorlog werd hij nog enkele malen gewond bij het ontzet van München, welke stad in handen was van de Sparta- kisten. Spoedig daarop kwam hij bij de partij van Adolf Hitler. Hij nam deel aan het ge vecht in de zaal van het Hofbraühaus te München en kreeg een zware schedel- wonde. In November 1923 marcheerde hij aan de zijde van Adolf Hitler naar de Feldherrnhalle. Tesamen met den Führer zat hij in de gevangenis in Landsberg. Daarna diende hij hem als particulier se cretaris en vertrouweling. Het was Rudolf Hess, die in die strijdperiode de beste vlug schriften in elkaar kon zetten. Hij had een groot aandeel bij de opstelling van de wet over de veüigheid en de eenheid van partij en staat. Regelmatig hield hij redevoerin gen, sprak tot de officieren van de weer macht. De zoogenaamde „Auslanddeut- schen" de Duitschers in het buitenland vergat hij niet, en ieder jaar houdt hy met Kerstmis tot deze Duitschers in den vreemde een redevoering. Reeds voor Hitler eenigen tijd in hechte nis had doorgebracht in Landsberg, kende hij reeds de toegenegenheid en de vurige ijver van Rudolf Hess. Maar de grootste toenadering kwam in de gevangenis zelf tot 6tand. Ook Rudolf Hess was hier opge sloten, en zijn cel lag naast de cel van Adolf Hitler. In Landsberg werd Hitler niet slecht behandeld en het was hem langen tijd toegestaan, zijn medegevange nen te bezoeken, zelfs op andere verdie pingen. En van deze tijd af dateert de groote vriendschap van Hitler met Rudolf Hess. Er is nog een bijzonderheid, die de vriend schap van Hitier voor Rudolf Hess heeft gewekt. Reeds in de woelige jaren van 1920 had Rudolf Hess op een concours den eersten prijs behaald met een geschrift, over de wijze waarop Duitschland gered zou kun nen worden. De „redder", die Rudolf Hess zich in beeldt, komt tamelijk veel overeen met de persoon van den Führer, ofschoon Rudolf Hess destijds den sergeant Hitier nog niet kende. Rudolf Hess, nu 45 jaar oud, is de man aan wien de organisatie van de nationaal socialistische partij voor het grootste ge deelte te danken is. Hij begrijpt de idealen van Hitier, maar is zelf geen idealist, en weet de werkelijkheid onder de oogen te zien. Langen tijd werd hij beschouwd als de voorman van de gematigde richting in de nationaal-socialistische party, hoewel hij deze gematigdheid steeds verbonden heeft met een absolute en blinde gehoorzaamheid aan den Führer. De vliegsport is hij trouw gebleven. Nog meermalen heeft hy meegedaan aan wed strijden in de lucht. In 1932 behaalde hy bij dergelijke wedstrydvluchten een twee de prijs (in de „Zugspitzflug") en in 1934 zelfs een eerste prys. Kort voor de Anschlusz van Oostenrijk is bij een huiszoeking in de Teinfalltstrasze een document aan het licht gekomen, waarbij gebleken is, dat Rudolf Hess een groote rol heeft gespeeld bij de gebeurte nissen rond de Anschlusz. De bevelen aan degenen, die deze Anschlusz in het geheim moesten voorbe reiden, waren onderteekend door Rudolf Hess. Rudolf Hess heeft er steeds op gewezen, dat bewapening voor Duitschland een eerste vereischte is. Typeerend hiervoor in October 1936 bij de 'opening van de zyn de woorden, die hij gesproken heeft nieuwe Adolf-Hitler-Halle in Hof: „Ieder kanon meer, iedere tank meer, ieder vliegtuig meer beteekent meer zekerheid voor de 'Duit sche moeders, dat haar kinde ren niet zullen worden uitge- m o ord. STAD VAN HONDERD KERKEN EN PRACHTIGE WERELDLIJKE GEBOUWEN. Op het oogenblik dat wij dit schrijven rukken de Duitsche troepen van vier zijden Polen binnen... Krakau, Kattowitz en Warschau worden gebombardeerd, een der luchtbombardementen op laatstgenoemde stad duurde veertig minuten.De lawine is in beweging gekomen..het vraagteeken achter het met angst en vreeze gestamelde woord oorlog is verdwenen. Herinnerin gen doemen op dit oogenblik op aan de trotsche Spaansche steden die onder mee- doogenlooze bommenregens teloor gingen toen daar de strijd woedde en thans gaan veler» gedachten uit naar de bevolking der Poolsche steden, nu het noodlot naar hen een hand heeft uitgestoken. Warschau, Polen's hoofdstad ligt op den linkeroever van de Weichsel, tegenover de op den rechteroever gelegen voorstad Pra- ga. De Oude Stad bevindt zich in het Noor den en het Noord-Westen, waar ook de Nieuwe Stad en de Jodenwijk gelegen zijn, de mooiere en moderner stadswijken en stadsgedeelten vinden wij in het Zuiden en Zuid-Westen, terwijl zich aan de Westzijde de voorstad Wola bevindt. Behalve ver schillende fraaie parken bezit Warschau een groot aantal moderne pleinen, zooals het Pilsoedski-plein, (het voormalige „Sak sische Plein") het Slotplein e.a. Rond het Pilsoedskiplein bevinden zich de vele re- geeringsgebouwen, die het plein in een wijde rechthoek omzoomen. En de leege grasvlakte in het midden herinnert aan de dagen van vóór den wereldoorlog, toen daar de prachtige Russische Kathedraal stond, welke later door de Polen werd afgebro ken, om de herinnering aan de Russische overheersching van toen uit te \viss#hen. Bijna honderd kerken bezit de Poolsche hoofdstad, meest Roomsch-Katholieke en verder Grieksch-Katholieke en Evangeli sche, synagogen en een moskee. De oudste daarvan is de omstreeks het jaar 1350 ge bouwde Gothische St. Johannes-Kathedraal,, een der monumentale sieraden der stad. Westelijk daarvan staat op het Krasinski- plein de orthodoxe Direvuldigheidskathe- draal, terwijl de Alexander-Newsky-Kathe- draal zich op het Pilsoedskiplein bevond. En dan zyn daar voorts de vele fraaie we reldlijke gebouwen die nimmer ophielden de aandacht van den bezoeker te trekken, zooals in de eerste plaats het voormalig Koninklijk Slot, door Sigismund III ge bouwd en door Augustus II vergroot, waar zich een omvangrijke bibliotheek en het Poolsche archief bevinden. Aan het Schouwburgplein bevinden zich het Stad huis (van 180) en de Groote Schouwburg (van 1833). Vermelding verdienen voorts de kasteelen Lazienki en Belvedere. Warschau is een stad met een zeer uit gebreide nijverheid: metaalbewerking, ma chinebouw, textiel-, glas-, schoenen-, voe- dinsmiddelen-, zeep- en scheikundige in dustrieën. Bovendien heeft de Poolsche hoofdstad een levendigen handel. Spoor wegverbindingen en dan vooral ook de Weichsel onderhouden het passagiers- en goederenverkeer. De voornaamste inrichtin gen van Hooger Onderwijs zijn de in 1816 gestichte Universiteit (met omstreeks 10.000 studenten), een botanische en een sterrenwacht omvattend, de Handels- en de Technische Hoogeschool. Voorts vee artsenijscholen, gymnasia en zgn. „pro- gymnasia." Ten'slotte bezit Warschau en kele prachtige musea. En reeds op dit oogenblik vraagt men zich met angst in het hart af hoevele van deze gebouwen reeds geschonden zullen zyn.. Het Katholiek Comité van Actie „Voor God" schrijft ons: Nederland paraat. Onze grenzen worden be veiligd. Allerlei maatregelen worden genomen. Vergeel niei: te bidden W at gaat er met Krakau en Gdynia gebeuren? Zelden zullen er in één land twee steden zyn, die zooneer met elkaar verschillen als Krakau en Gdynia in Polen, de oude en de jonge stad, die thans één tragisch feit gemeen hebben, nl. de belevenis van een vernielend en mensdhonteerend bombardement. Wanneer men zyn radio afstemde op het Poolsche station Warschau, kon men precies om 11 uur 20 Amsterdamsche tijd den hoornblazer van den toren der Heilige Mariakerk te Krakau een melodie hooren spelen, die reeds in de 13de eeuw vanaf dienzelfden toren werd geblazen. Hy steekt de trompet gedurende twee minuten en breekt dan plotseling af. Waarom? Iedere Pool kan het U vertellen: toen in 1241 de Tartaren Krakau belegerden, werd de hoornblazer door één hunner pijlen in de keel getroffen; midden in zijn alarmsig naal stortte hij dood neer. Ter herinnering aan dit historische moment breekt iederen middag twee minuten na twaalf Poolschen tyd dit hoornsignaal af. Krakau is allereerst middeleeuwsch en dan pas Poolsch, want het is gebouwd in den tyd, dat een universeele Europeesche cultuur overheerschte. Doordat in het be gin der 17de eeuw Krakau ophield de hoofdstad van Polen te zijn, groeide het sindsdien zeer langzaam, zoodat Barok-, Rococo- en andere stylen practisch van geen invloed waren op het stadsbeeld. Maar voor den liefhebber van Gothiek was Krakau een onuitputtelijke bron van genot. Juist in het midden van de stad be vindt zich het „Rynek,"# het hoofdplein. Daar waant men zich terug in de 14de eeuw. De vroegere Lakenhal, die 70 M. lang is, staat daar naast de Kerk van de Heilige Maria, gebouwd in 1226. De Lakenhal doet thans dienst als Nationaal Museum en bergt de* werken van beroemde Poolsche schil ders, zooals Matejko, Kossak, Wyspianski enz. De grootste attractie echter voor de vreemdelingen, die Krakau bezochten, was het oude Koninklijke slot, Wawel, dal op een hooge heuvel ligt, vanwaar men een prachtig uitzicht op de stad heeft. Wawel is gebouwd boven een grot, waarin volgens de legende de Poolsche hertog Krakus de stichter van Krakau een draak ver sloeg. Op denzelfden heuvel staat de Kathe draal, één van de schoonste Gothische ker ken in Europa, een nationaal heiligdom voor Polen, als begraafplaats van alle Pool sche koningen en helden. In een zilveren kist in het midden van de Cathedraal rust het gebeente van St. Stanislaus, den be schermheilige van Polen, die in deze kerk door koning Boleslaus werd gedood in 1079. Na deze wandaad vluchtte de koning in een Boheemsch klooster, waar hij als monnik stierf. In het gewelf onder de kerk bevindt zich, te midden van de graftomben van verscheidene koningen, die van den grooten vrijheidsheld Kosciuszko. In de oudste vleugel van het slot Wawel staat een toren, die bewoond werd door koningin Hedvige. Deze jonge en mooie vorstin was hartstochtelijk verliefd op een Oostenrijksche prins. Haar raadgevers drongen er echter op aan, dat zij haar hand zou schenken aan den heidenschen, half barbaarschen Litauschen hertog Jagiello, die tweemaal zoo oud was als zij. Door dat huwelijk zou zy bewerken, dat de Litauers tot het Christendom overgingen. Na veel dramatische scènes stemde Hedvige er in toe, haar geliefde op te geven en den woes- ten hertog te trouwen. De liefdesgeschiede nis van de bekoorlijke koningin is vele ma len het onderwerp geweest van gedichten en novellen uit»de Poolsche litteratuur. In- tusschen bleek Jagiello een van de beste koningen te zijn, die Polen ooit gehad heeft. In de eerste jaren der 15de eeuw werd hij de machtigste heerscher in Europa; zijn ryk strekte zich uit van de Baltische tot aan de Zwarte Zee. De dynastie van Jagiel lo regeerde tot 1572; de Polen noemen dat tydperk de „Gouden Eeuw." Op een plein in het nieuwere deel van Krakau staat het standbeeld van Jagiello, dat door Paderews- ki aan het land geschonken werd, ter gele genheid van de herdenking van den slag bij Grünewald in 1410, toen Jagiello door zijn overwinning op de Teutoonsche Orde den grondslag legde voor de grootheid van zyn rijk. Typische feesten, interessanto oude ge woonten in Krakau herinnerden aan dien vroegeren glorietijd. Op Lajkonik-dag bij voorbeeld, herdenkt men de Poolsche zege over de Tartaren in de 13de eeuw. Dan komt Lajkonik, een man, verkleed als Tar- taarsch hoofdman, op een houten paard de stad binnenrijden, vergezeld van zijn vol gelingen in fantastisch gewaad en muzi kanten, die wilde Mongoolsche melodieën spelen. En zoo zijn er meer overblijfselen uit den ouden tijd, want Krakau is in de allereerste plaats een stad van traditie, een echo uit vervlogen tijden. Een geheel ander beeld biedt Gdynia, de Poolsche zeehaven, eigenlijk pas een stad van de laatste twintig jaren. Voorhêen im mers, was Gdynia niets anders dan een vis- schersplaatsje, dat slechts enkele honderden inwoners had. Pas sedert 1921, toen het met den Poolschen Corridor aan Polen was ge komen. begon men de verbouwing van het visschersdorp tot een groote nationale zee haven zoowel handels als oorlogsha ven. Kosten noch moeite werden gespaard en tien jaar later was Gdynia een moderne havenstad geworden. In 1921 had de plaats 1268 inwoners, in 1934 reeds 40.000. De ha venterreinen zijn 530 H.A. groot,-de kade lengte bedraagt 8,8 K.M. Verschillende bui- tenlandsche scheepvaartlijnen doen de ha ven Gdynia in de laatste jaren aan. Ook tot moderne badplaats ontwikkelde deze vooruitstrevende stad zich snel, en DE ONDERGANG VAN CZESTOCHOWA Reeds in de eerste dagen van den Europeeschen oorlog" van de twin tigste eeuw is de heilige stad van Polen. Czestochowa, door de Duit schers in brand geschoten en inge nomen. Wij geven hier de volgen de bijzonderheden over deze stad, die het „Lourdes van Polen" ge noemd wordt Krakau is de stad der Poolsche Konin gen, Czestochowa is de stad der Poolsche Koningin. Deze Koningin van Polen ls de H. Maagd Dag in dag uit trokken tot nu toe bedevaarten naar de heilige stad van Polen, waar de „Zwarte Madonna" zich be vindt. De miraculeuze afbeelding van de H. Maagd ls een beeltenis van Maria met het Kind, op hout geschilderd; volgens de legende zou de schilderij gemaakt zijn tij dens het leven van de II. Maagd door den Evangelist Lucas. In 1656 werd de H. Maagd officieel geproclameerd tot Konin gin van Polen. In de Litanie van Loretto wordt door de Polen gebeden: „Koningin van Polen, bid voor ons!" De toewijding van Polen aan de H. Maagd werd herhaald in 1717 bij de plech tige kroningsfeesten van de Madonne van Czestochowa en in 1926. Wie ooit Czestochowa heeft bezocht, zal de herinnering hieraan nooit vergeten. De heuvels aan de bovenloop van de rivier de Warthe worden kleiner in het zuiden om over te gaan in de vlakte. De vele pel grims, die men onderweg ontmoet, zien met ernstigen blik naar de verte. Dan rijst plotseling de slanke toren van de Maria kerk van Czestochowa voor onze oogen op. De pelgrims blijven staan, zij vallen op de knieën, heffen de handen omhoog en danken God, dat zij het 'doel van de reis aanschouwen. Hoe meer men het genade-oord nadert, des te talrijker worden de pelgrims. De Bedevaartskerk ligt op een zacht glooiende heuvel, die wegens het licht gesteente de „Jasna Gora" d.w.z. lichte berg, wordt ge noemd. De zwarte Moeder Gods. In het reusachtige schip van de hoofd kerk volgt de eene kapel op de andere. Deze kapellen werden gesticht door Poolsche koningen en edelen. Maar geen enkele ka pel, met hoeveel luister zij ook getooid is, welke beminde koning haar ook heeft gesticht, weet de aandacht zoozeer te boeien als de kapel van de „Zwarte Moe der Gods", wier beeltenis straalt in het licht van honderden kaarsen, die een too- verachtig aanzien geven aan de talloozc flonkerende edelstecnen rond de beeltenis. De historie van het schilderij is tamelijk duister. Zooals reeds gezegd, zou het ge schilderd zijn door den H. Lucas, op hout van de tafel van de H. Familie in Naza reth. Tot in den tijd van Constantijn de Groote zou de afbeelding verborgen zijn geweest in Jdrusalem. Geschiedenis van het Wonderbeeld. Het schilderij zou dan gevonden zijn door keizerin Helena, die het naar Con- stantinopel overbracht. Van daaruit zou het in de 9c eeuw overgebracht zyn naar het kasteel Belz in Oekraïne, waar het bleef tot het jaar 1382. Hertog Wladislaus van Opeln wilde het schilderij overbren gen naar Silezië, maar onderweg gewerd hem een droom, waarin hem gezegd werd het beeld te laten op de plaats, waar hij zich toen bevond. Die plaats was Czesocho- wa, waar de Zwarte Madonna nu nog wordt vereerd. Nauw verbonden is de historie van de Zwarte Madonna met de geschiedenis van Polen. In de veertiende eeuw werd de stad ingenomen door de Hussieten. Het klooster werd verwoest en de beeltenis geschonden, maar terugge vonden door de monnikken. In dc zeven- tiCTide eeuw begon de nederlaag der Zweedsche legers in Polen bij het beleg van Czestochowa. Ook de overwinning van het Poolsche leger op de Russische Sovjet troepen in 1920 wordt door de Polen be schouwd als een gunst van de Zwarte Ma donna. Nog versch is het geheugen ligt de vie ring van het 550-jarig bestaan van dc Poolsche bedevaartsplaats in 1932. Geheel Polen huldigde de Moeder Gods van den staatspresident tot de Poolsche kinde ren toe, van den Kardinaal Primaat van Polen tot de eenvoudigste leekenbroeder. Professoren, kunstenaars en officieren verdrongen zich in de hoofdkerk van Czes tochowa. Honderdduizenden pelgrims ston den bijeen op het reusachtige plein voor het klooster. In Augustus 1932 stonden 150 compagnieën van het Poolsche leger op het plein, en in September van dat jaar 200 compagnieën die te voet uit alle dee- len van Polen naar Czestochowa waren ge marcheerd. De heilige stad staat in vlammen! De stad van de Madonna, de stad met de be roemde schatkamers, de stad der pelgrims, de stad, die de orthodoxe Russen tijdens hun overheersching niet durfden te schen den. ontving jaarlijks ongeveer 5000 gasten, hoofdzakelijk Polen. Moderne kantoorgebouwen, groote bank instellingen en fabrieken, ziedaar het over- heerschende stadsbeeld van de jonge stad Gdynia wel zeer verschillend van dat van Krakau. Maar wat zal er overblijven van het oeroude Krakau en het „piepjonge" Gdynia? Welke eeuwenoude monumenten en moderne gebouwen zullen bewaard blij ven in deze verwoestende tijd, waarin niet eens meer eerbied bestaat voor het leven van een medemensch. L. R

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 11