RECHTZAKEN LUCHTVAART Myra. hef elf ie en de booze kabouter Zwartvoet DONDERDAG 31 AUGUSTUS 1939 OE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 HAAGSCHE POLITIERECHTER. De schutting werd behandeld. De schutting van meneer J. uit Lei den vertoonde neiging om het te bege ven, reden om zaag en hamer op te vatten en het euvel te gaan verhelpen. Nu heb ben schuttingen de gewoonte om als af scheiding te dienen tusschen diverse tui nen, hetgeen dus zeggen wil, dat aan de andere zijde de wereld gewoon doorgaat. Meneer J. toog dus aan den arbeid, maar aangezien hij van timmerwerkzaamheden niet veel notie had en daarbij nog kwam, dat tegen de andere zijde van de schutting een klimroos welig tierde en stéun zocht en vond tegen de schutting, vlotte het werk niet bijster, terwijl de doornen der rozen ook een niet te overwinnen hinder nis bleken te zijn. Meneer uitte een kernachtig woord en begon met de hinderlijk over de schutting hangende rozenstruik iets te snoeien. En dat was het begin, want zijn buur man mocht nu nog zulk een lankmoedig mensch zijn, van zijn tuin, inbegrepen de rozenstruik, moesten een andermans vin geren afblijven. Als men nu nog weet, dat het al geen rozengeur tusschen beide buren was, dan zal men zich kunnen indenken, dat de nij dige buurman rood als een pioenroos naar den snoeier van zijn rozenstruik kwam ge hold om hem op opgewonden toon te doen weten, dat wat hij ook al mocht willen doen, hij zijn rozenstruik met rust moest laten. Meneer J., wien het reeds zoo tegen zat met het repareeren van zijn schutting, was niet in een stemming om zulk een toon te dulden en hij gaf weer een hak in de rozenstruik en sloeg er wederom een arm af. Hij had net zoo goed een arm van zijn buurman zelf af kunnen hakken, het ef fect was het zelfde gebleven. Boos is het eigenlijke woord niet voor de stemming van den buurman. Zoo woest werd hij, dat hij in zijn opgewondenheid een trap te gen de schutting gaf, die, gezien den ver- regaanden staat van vermolming, daar niet „Qadge Qity Deze inponeerende film geeft ons een interessanten blik op het Zuidwestelijk deel van Kansas ten tijde 1872, den aanleg van èèn der eerste spoor wegen en de groei en de bloei van de stal Dodge city, aan het eind van die spoor lijn ge legen. „Ten Westen van Chicago, geen wet ten Westen van Dodge City geen God!" Dit gezegde werd omstreeks 1870 gebe zigd als men sprak over het Zuidwestelijk deel van Kansas, waar zich in die dagen niets anders ophielden dan veedrijvers, buffel-jagers, cowboys, Indianen en for tuin-zoekers, lieden, die zich langzamer hand in één centraal punt begonnen te vestigen in de z.g. „City" naderhand „Dodge City" genaamd. Voor degenen, die over dezen tijd gaarne wat meer willen weten verwijzen wij naar het boek „Dodge City", geschreven door den bekenden auteur Robert Marr Wright, uitgegeven door de Eagle Press, Wichita in 1913. Wij zullen hier echter volstaan, met daar, waar het ons noodig lijkt, enkele passages uit zijn boek aan te halen ten einde een en ander duidelijker te illustreeren. „Dodge ligt in het hartje van de buffel streek, zegt Mr. Wright, „en nauwelijks hadden de eerste postkoetsen deze neder zetting aangedaan of er ontstond een le- vendigen handel. Eiken dag zag men kar- ladingen huiden, vleesch, graan en ande re levensmiddelen in deze inmiddels steeds groeiende plaats arriveeren. Van 's mor gens vroeg tot 's avonds laat kon men den loop en de lengte der straten zien aan de lange rijen voertuigen, welke voor de hui zen en magazijnen stonden". Mr. Wright, eigenaar van een groote ranch even buiten het tegenwoordige Dod ge City gelegen, vertelt ons in zijn boek ook over de lente van het jaar 1864, toen zijn ranch (zelf was hij niet thuis) door een bende van 300 Indianen overvallen werd. Zijn zoons, voorzien van geweren en ammunitie, maakten zich voor een langdu rig beleg gereed. Nadat zij één Indiaan en een aantal van hun paarden gedood hadden, werden de Indianen voorzichtiger en probeerden door allerlei listen de jon gens naar buiten te lokken. Mevr. Wright had haar twee jongste kin deren naar een veiliger oord gebracht en keek scherp uit naar de Indianen, terwijl zij de geweren van haar twee oudste zoons laadde. Na een hevig gevecht van plus minus zeven uur hielden de Roodhuiden krijgsraad, waarna zij in kano's de rivier afdreven. 7" Éb e Faye, Joan Davis en Constance Bennett £in de nieuwe 20th Century-Foxfilm DRAMA IN DE WOLKENf - 4(„Tail Spin") - tegen bestand was en knikte naar de zijde van den reparateur en het begaf, waardoor de planten en bloemen van meneer J. ook knikten en het begaven. Maar door ineenstorting van de schut ting was tevens de scheidsmuur tusschen beide buren verdwenen en ze konden dus bij elkaar komen. En zij kwamen bij el kaar, niet om het gesprek voort te zetten, verre van deze, maar om het uit te knok ken. Meneer J. gaf zijn buurman een lik met een stukje schutting, dat hij „toevallig" ter hand had genomen en de buurman bleef het antwoord niet schuldig. Toen het ge vecht in optima forma aan den gang was, waren de beide echtgenooten gekomen, die hun respectievelijke mannen mee ge troond hadden. De officier vond het optreden van me neer J. nog al ernstig. Eerst had hij de ro zenstruik verwoest en daarna was hij be gonnen zijn buurman met een stuk hout te bewerken. De eisch voor een en ander was een geldboete van f 25 subs. 25 dagen. Meneer J. vertelde en verzekerde, dat hij thans met zijn buurman in prettige har monie leefde, zelfs zoo, dat alle oude vee ten bijgelegd waren en dat de beide vrou welijke helften zelfs vriendinnen waren geworden en bij elkaar op bezoek kwamen. Tevens vertelde verdachte nog, dat de schutting in nieuwen staat was herrezen, m.a.w. te samen had men een nieuwe schutting geplaatst, terwijl men elkaar thans met raad en daad bijstaat bij het tuinieren. De politierechter wilde niet achterblij ven bij zooveel wederzijdsche vriendschap en legde daarom een geldboete op van 10 subs. 10 dagen. Een bijgelegde veete en een duurzame vriendschap is niet te duur gekocht voor tien gulden. PAARDEVLEESCH VOOR ZIEKEN EN GEZONDEN Aanbevolen door H H Doctoren i T. VAN BOHEEMEN LEIDEN - JAN VOSSENSTEEC VI Nieuwe leger-posten. Nog in datzelfde jaar ging het Gouver nement er toe over een serie leger-posten in deze landstreek te vestigen en fort Dod ge was daar één van. Deze leger-posten bevonden zich hoofd zakelijk aan de wegen, waarlangs de rei zigers en kolonisten trokken en die zij tot bescherming moesten dienen. Ook moesten zij herhaaldelijk by India nen-overvallen ingrijpen. Dat Ford Dodge één der gevaarlijkste punten was, blijkt voldoende uit het feit, dat men dit fort in de wandeling altijd „Hernado de meurti" noemde, hetgeen zoo veel beteekent als „de reis naar den dood". In zijn hoofdstuk aan verschillende In dianen-gevechten gewijd, zegt Mr. Wright o.a.: „Al de expedities tegen Indianen, paar- den-dieven en roovers, geschiedden altijd vanuit Ford Dodge of Dodge City, omdat hier de beschaving ophield en het onrecht begon. Men begon in te zien, dat het hoogst noodzakelijk werd, dat er verschillende officieele personen naar Dodge City moes ten komen ten einde de civilisatie van dit snel groeiende stadje met kracht ter hand te nemen. Diverse generaals als Sherman, Sheridan, Hancock, Miles, Sully, Custer en vele anderen, ja, zelfs President Ruther- ford B. Hayes kwamen zich persoonlijk van den goeen gang van zaken overtui gen. Dodge City is 8 K.M. ten Westen van Ford Dodge, aan den noordelijken oever van de Arkansas Rivier gelegen en ge noemd naar Kolonel I. Dodge, één der be roemdste commandanten van dezen post. „Gedurende deze periode", aldus Mr. Wright, „waren wij geheel zonder wet en recht en de dichtstbijzijnde plaats, waar een Gerechtshof was, was Hays City, een kleine 20 K.M. ten Noordwesten van Dod ge City. Bij onregelmatigheden had men zich daar te vervoegen, doch meestal was dit niet noodig, omdat meeningsverschillen met revolver of geweer werden beslecht" De ongerijmdheid van het recht te Hays City illustreert wel zeer duidelijk het ver hoor van een moordzaak, welke door den beroemden Ierschen rechter Joyce werd gepresideerd. Tijdens een vechtpartij had de een den ander zoodanig met een maiskolf bewerkt, dat de bewuste persoon aan de gevolgen hiervan bezweek. Er was niemand, die in deze zaak wilde getuigen, totdat er plot seling iemand binnenkwam, die een zeer aannemelijk verhaal opdichte. Er werden vervolgens eenige burgers aangewezen, die de kwestie ter plaatse on derzochten en tot de conclusie kwamen, dat de maiskolf uit zelfverdediging ge bruikt was geworden. Toen nu de beschuldigde voorkwam, stel de rechter Joyce hem de gebruikelijke vraag: „Is u schuldig of onschuldig?" „Schuldig, Edelachtbare!" luidde het ant woord. „Wilt u uw mond wel eens houden!" schreeuwde de rechter, geheel ontdaan bij Bnltenlandsche Berichten NIEUWE REGEERING IN JAPAN. De politiek jegens China blijft ongewijzigd. Te Tokio is thans een nieuw kabinet ge vormd. Na de eerste vergadering van het nieuwe Japansche kabinet heeft minister president Abe de pers ontvangen. Hij zeide dat de wereld thans vol gebeurtenissen is en vol kansen en dat de toestand van Japan zeer ernstig is. Japan zal doorgaan met het ten uitvoer brengen van zijn onaf hankelijke overtuiging ten aanzien van den huidigen toestand. Het zal samenwer ken met die landen, welke begrip toonen voor de positie van Japan en die niet MAXINE SULLIVAN in de film „St. Louis Blues''. de gedachte, dat de mogelijkheid hier be stond van mislukking van het recht. Rechter Joyce kwam tot kalmte en na een indrukwekende stilte voegde hij er op nuchteren toon aan toe: „U bent vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs"! Met betrekking tot het strafrecht ver telt mr. Wright o.a. nog: „Onze eerste ge vangenis te Dodge City was een vijf me ter diepet put, waarin dronkaards ter ont nuchtering werden neergelaten. Schert send voegde schrijver dezes hier aan toe, dat de put doorloopend bezet was. Betreffende de stad is er veel geschre ven en wordt er nog veel verteld, wat niet waar is. Immers, naast het gespuis, dat inderdaad een tijd lang de stad Dodge City onveilig maakte, vestigden zich hier tevens vele brave burgers en dappere mannen. Vele malen kwam het tot ern stige botsingen tusschen beide partijen. Allengs won de officieele macht terrein en werd het mindere allooi toegestaan zich in dat deel van de stad, dat zich ten Zuiden van de spoorlijn bevindt, te ves tigen. Hieraan werd streng de hand ge houden. En de auteur Wright besluit één van zyn hoofdstukken met de volgende zin snede: „Het is de spoorweg geweest, die ons groot maakte!" In figuurlijken zin was Dodge City niet het einde van deze spoorlijn, maar lag slechts aan het einde van een gedeelte daarvan. schroomen hiermede samen te werken, doch tegen hen, die dit niet wensohen, zal krachtig worden opgetreden. De politiek ten aanzien van China blijft ongewijzigd en de regeering wordt hierbij door het geheele volk gesteund. In de binnenlandsche politiek zal de re geering met kracht het land organiseeren tot bezuiniging, vergrooting van de bewa pening, uitbreiding van de productie en ontwikkeling van den buitemlandschen hendel, opdat het volk niets ongedaan laat, dat wenschelijk is voor een volk, dat ach ter de kanonnen staat. PATER JEZUÏET IN CHINA VERMOORD. De pater Jezuiet Frangois Lebreton, de overste van het weeshuis te Touseve, is vermoord. Verschillende critieken over Dodge City. De volgende interessante gegeven van Dodge City nemen wij over uit een arti kel,- dat in het jaar 1878 in de „Topeka Times" verscheen. „Gedurende het jaar 1873 was het Wes ten ongeciviliseerd. Onze eerste halte plaats was het beroemde Dodge City, in dien tijd een paradijs voor gokkers, moordenaars en al wat dies meer zij. Bij ons eerste bezoek bestonden de huizen en gebouwen dezer stad uit tenten en houten barakken. Slechts twee gebou wen waren grootendeels uit steen opge trokken. Bijna iedereen in deze stad ver kocht whiskey en veel, zeer veel men- schen hielden er een slijterij op na. De Atchison, Topeka en Santa Fé spoor weg was zoo juist begonnen met den aan leg van een spoorweg naar den laagsten oever van de Arkansas. Dodge City was de grens-stad en groei de in een razend tempo. Een maand na dat de spoorweg tot aan Dodge City was doorgetrokken, begon het plaatsje reeds op een stad te lijken. Houten huizen, één verdieping hoog, verrezen uit den grond als paddestoelen. Dodge werd het middel punt van buffel-jagers. Deze mannen droegen een paar Colt revolvers in him gordel, hadden rijlaarzen aan en als zij 'stierven, deden zy dat met hun laarzen aan. Vandaar, dat wy heden ten dage in Dodge City nog de begraafplaats „Boot Hill" aantreffen. De krant gaat in een volgend artikel eenige weken later verder mek Verleden week bezochten wij dit stadje weer eens en waren verrast door de groote veranderingen, die hier plaats ge vonden hadden. Men is druk aan het bou wen, een gerechtshof, kerk, goede scholen, groote huizen, waarin zich kantoren kun nen vestigen, alsmede twee behoorlijke couranten. In 1883 berichtte het plaatselijk blad: Voor het eerst sinds het bestaan van Dod ge, waren verleden Zondag, op den Hei ligen rustdag.... alle zaken, slijterijen, danslokalen en speelzalen gesloten. Beroemde burgers. Onder de beroemde burgers van Dodge City tellen wij om, den rustigen en be scheiden boer, Bill Tilghman, die drie jaar lang Sheriff van Dodge City was en een groot aandeel had in het zuiveren van de stad. Later als Sheriff van Ford County, waar Dodge een onderdeel van is, wist hij de geheele landstreek van het gespuis te be vrijden. Een andere beroemde Sheriff was „Bat" Masterson, die later als sportredacteur voor de New-York Telegram naar New-Sork vertrok. Hij stierf in 1921. En dan Eddic Foy, later over de geheele wereld beroemd als de vader van „the se ven little Foys." Foy was de eerste, die met een vaudeville-gezelschap in Dodge City optrad. Op een gegeven moment werd één van zijn moppen verkeerd opgevat en smeet het woedende publiek hem de rivier in. Toen Foy hun de zaak al zwemmende uitgelegd had, werd hij het water uitge DE BOMONTPLOFFING TE TARNOW. Het aantal slachtoffers van de bomont- ploploffing op het station van Tarnow be draagt thans negentien. De treinenloop gaat normaal door. DE POSTVLUCHTEN OP NED. INDIE. De positie der K. L. M. postvliegtuigen op de Indië-lijn was gisteravond als volgt: Op de uitreis arriveerden de „Nan- doe" te Medan en de „Gier" te Bashah". Op de thuisreis landden de „Peli kaan" te Athene en de „Oehoe" te Ran goon. haald en weer in triomf naar de stad: ge voerd. Foy heeft altijd een ruime plaats in de harten der bevolking van Dodge City in genomen. Warner Bros nu hebben dezen tijd met al haar emotioneele gebeurtenissen, met haar groote dramatiek, in schitterende technicolor opgenomen. Errol Flynn vertolkt de hoofdrol van een moedigen avonturier, die aan het hoofd van een groot vee-transport uit Texas in de stad Dodge City arriveert. Wien had men deze rol beter kunnen toevertrouwen dan Errol Flynn? Hij wordt Sheriff en gelijkt in zyn doen en laten sprekend op Bill Tilghman en „Bat" Masterson. Flynn brengt dan ook met verbijsterende resulaten ingrijpende ver anderingen tot stand. De lieftallige Olivia de Havilland is in deze film zijn tegen speelster. Verder treffen wij in de „cast" nog een aantal voortreffelijke hoofdrolspe lers aan, w.o.: Ann Sheridan, Bruce Cabot, Frank McHugh, Alan Hale, Henry Travers, Victor Jory en William Lundigan. Duizenden extra's verleenen eveneens him medewerking aan dit phenomenale filmwerk, dat onder de bezielende leiding van niemand minder dan Michael Curtiz, schepper van meesterwerken als „De Char ge van de Lichte Brigade" en de „Avontu ren van Robin Hood," tot stand 'kwam. Men fluistert.in de nieuwe BKO-film „Way Down South", waarin de jeugdige filmtenor Bobby Breen, in zijn rol van een plantage-bezitter in Louisiana, op timide wijze Alan Mowbray overhaalt hem te hel pen een ouden slaaf, gespeeld door Cla rence Muce, te redden uit de handen van een geldzuchtigen voogd en diens wree- den opzichter. 117. Even later stappen ze den winkel binnen. Myra ^springt van de hand van den jongen op de toonbank. O, o, wat hebben jullie daar gevangen? Een elfje? Hoe komt dat hier, schrikt de vrouw. En ze kijkt daarna heel ver baasd als Myra haar vraagt om de mand met de opgegeven boodschappen te vullen. Meel, suiker, boter en rozijnen moeten ze naar beneden brengen. 118. Vlug legt de vrouw alles in het mandje, en Peter en Myra loopen zoo hard'' ze kunnen langs een omweg naar het huisje. Ineens fluistert Myra: Zeg, Peter, ik hoor iets ritselen. Net heeft ze het gezegd, ofNu zul je ons zeker niet meer ontsnappen! klinkt het en voordat Myra 't weet, wordt ze naar een hol gejaagd en Peter laat van schrik de mand vallen en rent naar huis om het vrouwtje te waar schuwen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 10