De staatslieden zoeken naar
een uitweg
Oorlogsspook tot Dinsdag
ochtend aan banden?
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Weigert Hitier te
onderhandelen?
Mitien, weet, %)a£adie%ó aaenótei af
Dantzig en de Corridor moeten
terug tot Duitschland
De briefwisseling
Daladier-Hitler
Mafrilióxdie afgekondigd
MAANDAG 28 AUGUSTUS 1939
30ste Jaargang No. 9424
S)e £eidóch£0oti/ïa/nt
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Adv. en Abonn.-tarieven zie pog 2.
Giro 103003. Postbus 11.
Dit nummer bestaat alt
vier bladen.
Het contact Is nog niet
verbroken
Iedere dag, die den oorlog niet brengt, is
winst.
De Zondag is voorbijgegaan, zonder dat
het tot een uitbarsting is gekomen en ook
de dag van vandaag zal Europa waar
schijnlijk nog niet in den afgrond stor
ten. Deze verwachting is gebaseerd op de
mededeeling, dat het resultaat van de be
raadslagingen tusschen Londen en Berlijn
eerst Dinsdagochtend bekend zal worden
gemaakt.
Vanaf Zaterdag is de hoop herleefd, dat
alsnog een uitweg uit den doolhof zal kun
nen worden gevonden. De staatslieden
confereeren met elkaar onder hoogdruk,
koeriers, telegrammen en boodschappen
vliegen tusschen de hoofdsteden heen en
weer en hoe langer de besprekingen du
ren, des te vaster wordt de overtuiging,
dat er wel een oplossing zal worden ge
vonden.
De overtuiging berust echter uitsluitend
op het feit, dat men nog met elkander
praat en blijft praten. Over den inhoud
der besprekingen is zoo goed als niets be
kend en voorzoover'er. wel iets bekend is
geworden, voorspelt dat niet veel goeds.
Zoo heeft bijv. Berlijn de briefwisseling
gepubliceerd tusschen Daladiei en Hitier.
Daaruit blijkt, dat Daladier een beroep op
den Führer heeft gedaan om de bereid
willigheid van Polen tot directe onder
handelingen te aanvaarden. Hitier heeft
dat echter afgewezen. Hij heeft zich nu
eenmaal vastgebeten als een grimmige
dog in zijn eigen voorstelling van zaken
en deze is: Dantzig en de Corridor zijn
door het vredesverdrag van Versailles van
Duitschland afgenomen. Dat was een on
recht en moet hersteld worden. De terreur
van de Polen tegenover de in de afgeschei
den gebieden wonende Duitschers is zóó
barbaarsch en ten hemelschreiend, dat het
herstel van het onrecht geen uitstel meer
duldt. Derhalve moet dat gebeuren en "En
geland en Frankrijk houden dat tegen
waar bemoeien zij zich mee? door de
Polen te stijven in hun verzet.
Dat is Hitler's voorstelling van zaken.
Maar hij vergeet, dat niet de wijziging van
den status van Dantzig en den Corridor
de kern van de kwestie is want nie
mand, en speciaal Engeland niet, beweert,
dat de toestand daar ideaal is en voor al
tijd bestendigd moet blijven. Het is juist
de geweld-methode, waarmede Duitsch
land de door hem gewilde oplossingen na
streeft en doorzet, welke de Westèrsche
democratieën ertoe heeft gebracht om zich
achter Polen te stellen.
Onrecht moet door overleg worden weg
genomen en niet door geweld, welke nieuw
onrecht schept.
Nu is zulk een debat zeer belangwek
kend. maar wanneer geen van beide par
tijden zich laat overtuigen is de conclu
sie: oorlog.
En waar het in het brieven-debat Dala
dierHitier op'aan komt is, dat de Führer
dus weigert om de onderhandelingen met
Polen te hervatten. En daar Polen van zijn
kant weigert een hem opgedrongen oplos
sing te aanvaarden, komen daardoor de
pogingen om te bemiddelen in een uiterst
gevaarlijke impasse.
De „Petit Parisien" schrijft: „De tegen
werking van Hitier brengt den vrede in
het grootste gevaar. Hoewel hij den am
bassadeurs van Frankrijk en Engeland
verzekerd heeft men zegt zelfs met een
trilling in de stem dat hij geen oorlog
wensch, handelt de heerscher over Duitsch
land juist alsof hij hem onvermijdelijk wil
maken. Of is deze weigering een laatste
intimidatie poging? Indien deze hypothese
juist is, zal het effect van deze maneuvre
nihil zijn".
In de „Echo de Paris" schrijft Bailby:
„Men zegt in Frankrijk dat het beter is er
nu maar eens en voor goed een einde aan
te maken. Men acht het beter thans het
risico te loopen, nu er zooveel kansen in
ons voordeel zijn. Willen wij, na Dantzig
en Polen en Roemenië en Joegoslavië, ge
noodzaakt worden ons binnen zes o:
twaalf maanden te moeten meten met een
vijand wiens kracht verdubbeld is? Neen.
Het is omdat wij er genoeg van hebben,
dat wij het „neen" van Daladier en Cham
berlain op elk aanbod om te onderhandelen
onder de bedreiging van geweld goedkeu
ren".
Zoo staan de standpunten dus schijn
baar muurvast tegenover elkaar. De eeni-
ge hoop is er nog op gevestigd, dat het
antwoord van Engeland een basis zal be
vatten voor een vreedzame oplossing.
Doch deze hoop is, zooals gezegd, uit
sluitend gegeven op het feit,, dat het con
tact nog niet verbroken is.
Zaterdag en Zondag hebben te Londen drukke besprekingen plaats
gevonden tusschen de Britsche ministers over de boodschap van Hitier,
welke Henderson uit Berlijn heeft medegebracht.
Vanmiddag om twaalf uur zou een nieuwe kabinetszitting worden
gehouden. Henderson keert heden naar Berlijn terug met het antwoord
der Britsche regeering op de mededeeling van Hitier.
Naar vernomen wordt, zullen, overeenkomstig de buidige overeen
komst Dinsdagochtend de voorstellen van rijkskanselier Hitier en het
Britsche antwoord hierop gepubliceerd worden.
Men verwacht geen wijziging in den toestand, zoolang het antwoord
van de Britsche regeering niet is medegedeeld aan den Duitschen
rijkskanselier.
Ook te Rome wordt druk geconfereerd. Hitier heeft Mussolini door
tusschenkomst van von Mackensen, den ambassadeur van Duitsch
land te Rome, niet minder dan viermaal een telefonisch overgebrachte
boodschap doen toekomen.
Hoe gespannen, ondanks alle besprekingen, de situatie is, blijkt uit
hetgeen gisteren op het minister-presidium te Parijs is medegedeeld
over den loop van de jongste gebeurtenissen:
Op 25 Augustus j.l. te 17.30 uur is de Fransche ambassadeur te Ber
lijn, Coulondre, in antwoord op een uitnoodiging, door Hitier ontvan
gen. Deze verzocht den ambassadeur een verklaring aan Daladier te
overhandigen. In deze verklaring gaf de rijkskanselier te kennen, dat
hij niet langer kon dulden, dat de toestand, zooals deze in Polen be
stond, zou voortbestaan en dat hij betreurde, dat Duitsch en Fransch
bloed zou kunnen vloeien tengevolge van de maatregelen, welke hij
genoodzaakt zou kunnen zijn te nemen, tot regeling van den toestand.
Daladier heeft onmiddellijk Hitier een boodschap doen overhandi
gen, waarin hij eraan herinnerde, dat Frankrijk diep verknocht is aan
den vrede. Tezelfder tijd gaf hij te kennen, dat Frankrijk trouw zou
blijven aan de verplichtingen, welke het openlijk jegens andere mo
gendheden heeft aangegaan.
Verder herinnerde hij eraan, dat geen enkel Franschman meer heer-
gedaan dan hijzelf om een goede verstarrdhouding tot stand te bren
gen tusschen het Duitsche en Fransche volk, alsmede een hartelijke
samenwerking tot het behoud van den vrede.
Minister-president Daladier stelde zich garant voor de bereidwillig
heid, welke Polen te kennen heeft gegeven, tot het aanvaarden van
een methode van wederkeerig vrij onderhandelen. Hij bevestigde, dat
niemand met menschelijk gevoel zou kunnen begrijpen, waarom een
oorlog zou kunnen uitbreken, zonder dat op zijn minst een nieuwe
poging is gedaan lot een directe, vreedzame regeling van het ge
schil tusschen Duitschland en Polen.
Hij verklaarde zich bereid alle pogingen in het werk te stellen, om
een dergelijk streven te begunstigen.
In den middag van 26 Augustus heeft rijkskanselier Hitler den Fran-
schen ambassadeur Coulondre medegedeeld, dat hij de voorstellen,
welke minister-president Daladier heeft gedaan, niet kon aanvaarden.
Dit mondelinge antwoord werd Zondag bevestigd, door een schrif
telijke mededeeling, welke door den zaakgelastigde van de Duitsche
ambassade te Parijs, Brauer, aan minister-president Daladier werd
overhandigd.
Hitiers aanbod aan Polen kon niet herhaald worden. Indien Enge
land Polen niet had aangemoedigd, dan zou Europa een duurzamen
vrede van 25 jaar hebben gekend.
Rijkskanselier Hitier verklaarde verder, dat Dantzig en de Corridor
naar Duitschland terug moesten keeren
„IK ZIE GEEN KANS DE POLEN TOT
REDE TE BRENGEN", ZEGT HITLER.
Na aanleiding van de bovengenoemde
mededeelingen van het minister-presidium
te Parijs over de briefwisseling tusschen
Daladier en Hitier heeft het Duitsche
Nieuwsbureau de tekst van deze briefwis
seling gepubliceerd.
De inhoud van den brief van Daladier
blijkt te kloppen met het resumé, dat er te
Parijs van werd gegeven.
Uit het antwoord van Hitier kan nog het
volgende worden geciteerd:
Na eraan herinnerd te hebben, dat
Duitschland de Westgrens heeft gegaran
deerd, van welke garantie de „tal van mil-
liarden verslindende „Westwall" de leven
digste bevestiging is en na eraan herin
nerd te hebben, dat er een revisie van het
vredesverdrag van Versailles „moest" ko
men, welke revisie er ook zonder bloedver
gieten gekomen is, schrijft Hitier:
„Ik heb de Poolsche regeering een aan
bod gedaan, waarvan het Duitsche volk
ontsteld was. Geen ander dan ik zou het
kunnen riskeeren met een dergelijk aan
bod voor de openbare meening te komen.
Daarom kon het ook slechts voor één keer
gelden.
Ik ben er thans innig van overtuigd, dat,
wanneer van Engeland uit indertijd in-
plaats van een wilde campagne tegen
Duitschland in de pers en geruchten over
een Duitsche mobilisatie te lanceeren, Po
len op eenige wijze zou zijn toegesproken
verstandig te zün, Europa thans en voor
25 jaren den toestand van diepen vrede
zou kunnen genieten."
Vervolgens geeft Hitier weer de be
kende voorstelling van zaken, alsof
Duitschers door de Polen op onbeschrijfe
lijke wijze zijn geterroriseerd en vervolgt
hij:
„Mag ik mij nu de vraag veroorloven,
mijnheer Daladier, hoe u als Franschman
zou handelen, wanneer door de een of an
dere ongelukkige uitslag van een dappe
ren strijd één van uw provincies door
een vraemde mogendhend bezette cor
ridor werd afgescheiden van een groo-
te stad, laat ons zeggen, Marseille, werd
verhinderd zich ten gunste van Frankrijk
te verklaren en de in dat ge'bied levende
Franschen nu zouden worden vervolgd,
geslagen, mishandeld, ja op beestachtige
wijze zoüden worden vermoord."
„Daarom heb ik een duidelijke eisch ge
steld: Dantzig en de Corridor moeten naar
Duitschland terug.
De Macedonische toestanden aan onze
Oostgrens moeten worden opgeiheven.
Ik zie geen weg, Polen, dat zich nu
in de bescherming van zijn garanties
onaantasbaar gevoelt, hier tot een
vreedzame oplosing te kunnen bewe
gen. ik zou evenwel ook wanhopen aan
een eervolle toekomst van mijn volk,
wanneer wij onder dergelijke omstan
digheden niet vastbesloten» zouden zijn,
de vraag op deze of gene manier op
te lossen.
Indien het lot thans daardoor onze bei
de volken opnieuw tot strijd zou dwingen,
zou toch in de motieven verschil zijn. Ik,
mijnheer Daladier, strijd dan voor de ver
gelding van een onrecht en de anderen voor
de handhaving daarvan. Dit is des te tra-'
gischer, daar velen der meest vooraan
staande mannen ook van uw eigen volk, de
onzinnigheid vah de toenmalige 'oplossing
evenzeer hebben erkend als de onmogelijk
heid van haar voortdurende handhaving.
Ik ben mij bewust van de ernstige
consequenties, welke een dergelijk
conflict met zich brengt. Ik geloof
even wol, dat Polen de ergste zou heb
ben te dragen, want om het even hoe
ook een oorlog om deze kwestie af
loopt, de Poolsche staat van thans zou
in ieder geval verloren zijn. Dat daar
voor nu onze beidie volken een nieuwe
bloedige vernietiigngs oorlog zouden
aangaan, is niet alleen voor u, doch ook
voor mij, mijnheer Daladier, zeer smar
telijk.
Ik zie evenwel, zooals reeds opge
merkt, onzerzijds geen mogelijkheid
Polen op verstandige wijze te kunnen
beïnvloeden een toestand te corrigee-
ren, welke voor het Duitsche volk en
het Duitsche rijk ondraaglijk is."
HITLER SPREEKT DE RIJKSDAGLEDEN
TOE.
Rijkskanselier Hitier heeft gisteren
de afgevaardigden van den Duitschen
Rijksdag toegesproken in de ambassa
deurszaal van de nieuwe rijkskansela
rij te Berlijn.
Aan het einde van zijn, den ernst van
het oogenblik karakteriseerende, uit
eenzettingen, brachten de afgevaardig
den hem een stormachtige ovatie. De
inhoud van deze uiteenzettingen is niet
meegedeeld.
Gebeden voor den vrede
Wy sporen geestelijkheid en geloovigen
aan veel te bidden en andere goede wer
ken te verrichten voor den vrede.
Tot nadere aankondiging schrijven Wij
voor dat:
le in iedere H. Mis, waarin de rubrieken
dit toestaan, het gebed uit de Mis voor den
vrede „Deus a quo sancta desideria" worde
ingevoerd als „imperata pro re gravi"; in
dezen tijd komen andere voorgeschreven
imperata te vervallen.
2e na iedere H.' Mis en in de avond*
oefeningen na de gewone gebeden driemaal
de aanroeping worde herhaald: „O Maria,
Koningin van den Vrede, bid voor ons".
Gegeven te Haarlem, 25 Augustus 1930.
t JOANNES PETRUS,
Bisschop van Haarlem.
WAT HITLER ZOU EISCHEN.
Ofschoon niets bekend is omtrent de on
derin andelingen tusschen Engeland en
Duitschland, worden er toch allerlei ver
onderstellingen geopperd.
Zoo meende „United Press", dat de bood
schap van Hitier, welke Henderson over
bracht, den volgenden inhoud had:
1. Dantzig keere onmiddellijk tot het
rijk terug.
2. Duitschland krijgen de vrije hand om
met Polen rechtstreeks te onderhandelen.
3. Engeland herroept zijn garantie aan
Polen.
In een officieel Britsch communiqué wor
den deze berichten echter volkomen on
juist genoemd.
EEN BEROEP VAN MACKENZIE KING.
De Canadeesche minister-president
Mackenzie King heeft boodschappen ge
zonden aan Hitler, Mussolini en Moscicki,
waarin hij er bij hem op aandringt hun in
vloed aan te wen'den om een oorlog af te
wenden.
Tot nu toe heeft de Canadeesche regeering
nog geen antwoord ontvangen van rijks
kanselier Hitier.
Hoewel men zich te Rome den grooten
ernst van den toestand niet verheelt, over-
heerscht in Romeinsche politieke kringen
het gevoel, dat de vrede nog kan worden
gered. Men is van oordeel dat, aangezien
de diplomatie haar laatste woord nog niet
heeft gesproken, er nog redenen zijn om
een vreedzame oplossing van de crisis te
hopen.
TOCH EEN NIEUWE STAP VAN
ROOSEVELT?
WASHINGTON, 28 Aug. (A. N. P.).
Uit gewoonlijk welingelichte bron
wordt vernomen, dat president Roose
velt vandaag een nieuwen stap voor
den vrede zou ondernemen.
Gemeld wordt, dat de president pro
beert de Latijnsch-Amcrikaansche lan
den ervoor te interesseehen hem te
steunen bij een nieuwe stap, welks
aard evenwel niet bekend is.
Verantwoordelijke kringen hebben
nog niet de hoop opgegeven, dat de in
vloed der Sovjets zou kunnen worden
aangewend voor de zaak van den vre
de, ondanks de overeenkomst met
Duitschland.
DE BRITSCHE GEZANT BIJ DEN PAUS.
ROME, 28 Aug. (A. N. P.). De Paus heeft
vandaag op Castel Gandolfo den Britschen
gezant bij den Heiligen Stoel ontvangen.
De regeeringspersdienst meldt:
Ten einde ten volle voorbereid te zijn op den plicht, welke op Neder
land zou rusten om, in geval dat, tegen alle nog bestaande hoop in,
een gewapend conflict in het buitenland mocht uitbreken, onze on
zijdigheid naar alle zijden met alle ter beschikking staande middelen
te handhaven, heeft de regeering gemeend niet langer te mogen wach
ten met het nemen van den uitersten voorzorgsmaatregel en is daarom
thans het bevel gegeven tot mobilisatie van leger en vloot.
De regeering heeft zich rekenschap gegeven van de groote moeilijk
heden voor het Nederlandsche volk, welke van dezen maatregel net
onvermijdelijk gevolg zijn.
Zij doet een beroep op de medewerking van alle ingezetenen om
gemeenschappelijk die moeilijkheden zoo goed mogelijk te over
winnen.
Als eerste opkomstdag voor hen, die witte oproepingen in hun zak
boekjes hebben, is bepaald de dag van morgen, 29 Augustus.