3)e £eicbcfic Coulant VOORZORGSMAATREGELEN Een groote locomotief, het laatste rollend materiaal voor de spoorwegtentoonstelling te Amsterdam, is in den nacht van Zaterdag op Zondag van het Haarlemmermeerstation naar de plaats van be stemming vervoerd. Het transport verliep vlot Teneinde de evacuatie der Londensche schoolkinderen bij een eventueel con flict een vlot verloop te doen hebben, worden thans maatregelen getroffen en hebben repetities plaats Het hoofd van een der scholen spreekt moeders en kinderen toe Osendarp (2e van links) won de 100 meter tijdens de atletiekwedstrijden öm den Prins Hendrik-beker op de Am- sterdamsche sintelbaan Vice admiraal J. C. F. Hooykaas is eervol ontheven van de betrekking van hoofd der afdeeling Hydrografie bij het Departement van Defensie De Duitsche gezant te Den Haag, graaf Julius von Zech von Burkersroda, bij het verlaten van het departement van Algemeene Zaken, waar hij een onderhoud had met minis ter Kleffens. H. M. de Koningin ontving den gezant daarna in audiëntie Het voetbaltournooi om den Zilveren Bal is Zondag te Rotterdam begonnen. Spelmoment uit den wedstrijd Sparta Heracles Sir Nevile Henderson, de Britsche ambassadeur te Berlijn, verlaat het Foreign Office te Londen, waar hij zijn regeering op de hoogte stelde van het jongste voorstel van kanselier Hitier feuilleton Toen de scheidsmuur viel! door l KABEL C. CLARKE. !.#y\ Hij wil'de niet toegeven, dat kleinighe- den, de minachting van een meisje bij voorbeeld, hem nu nog konden hinderen. Die nieuwe vrijheid die hij gekregen had, gaf hem vertrouwen, nu zou hij nooit meer Valleylands verlaten met het gevoel van i een geranselden hond. De steken van An- gel a in zijn ooren klinkend.... de be- leefde woorden van Lady Weste, dat hij maar liever niet meer terug moest ko men.... de intense brutale blik van Sir Roger aan de poort.... Niets kon hem nu deren. Zijn liefde vroeg om een beloo ning voor haar groote trouw, ondanks al les wat er gebeurd was. Het scherpst van alles stond voor zijn geest de herinnering van dien avond in Londen, toen hij An gela in zijn armen had gehouden, met zijn lippen op de hare. Dat was Cymbeline dien zij vandaag ging weigeren of aanne men. En daarna? O, hij zou zijn rol spe len, het leven was onzeker. Zoolang het duurde was het schoon en vroeg het van hem alles wat goed en no bel in hem was, zijn moed, zijn behendig heid. En anderedingen waarvan hij de waarde nog niet schatten kon. Dingen, die hem riepen in de kapel van Valley- lands. Hij kwam vroeg, op zijn minst een half uur voordat de mis begon. Er brandden nog geen kaarsen op het altaar, slechts het roode lichtje glom voor het taberna kel. Hij viel op zijn knieën en verborg zijn gezicht in zijn handen. Het was zoo heerlijk daar te zijn, zoo'n troost. Vroe ger waren zijn motieven om er te komen niet zuiver geweest. Al sinds den tijd, dat hij thuis was, al de maanden dat hij in Aldershot was gestationneerd geweest, had hü geen enkele Zondag overgesla gen. Hij had gelezen en geleerd, zooveel hij kon. Den vorigen keer in Londen had hij een pater Oratioaan gesproken en vreemd, bijna nooit kwam de gedachte aan Angela hier tusschen. Het was een antwoord op de veiborgen geestelijke be hoeften die de oorlog bij zoovelen wak ker riep. Het jonge Engeland werd wak ker uit zijn slaap en speurde dieper dan de politiek. En nu vandaag zou hij hooren, wat hem twee jaar geleden naar Valleylands ge dreven had. Dergelijke dingen waren geen bloot toeval, het was zoo beschikt, of men werd daarheen geleid, misschien wel door zijn waakzamen bewaarengel. Hij wilde zien of het om een menschelijk motief was geweest (dat kon hij niet gelooven) of dat het iets geestelijk, iets van levens belang geweest was. Als Angela hem terugwees, dan bleef er nog die oneindig veel kostbaarder re den, waarom hü hier voor de eerste maal gekomen zou zijn, in die kleine kapel met de kostbare marmerwerken en het aiv- tiek gebrandschilderde glas. Vandaag kon de dag geen absolute teleurstelling bren gen, misschien werd zyn hart gewond, maar er zou geen wonde in zijn ziel ge slagen worden, die gevoed en voldaan en totaal vernieuwd zou worden. Een geruisch deed hem opzien. Hij zag een gedaante uit de sacristie-deur komen. Al kon hy haar gezicht niet zien, toch voel'de hij zeker, dat het Angela was. Zij droeg twee groote koperen vazen met chrysanthen, die zij op het altaar plaatste, zij knielde bij het voorbijgaan van het ta bernakel. Zij droeg een zwart kanten sluier en deze sobere tooi deed haar iets op een non gelijken. Haar volmaakt profiel, haar overvloe dig haar maakten een by na overweldigen den indruk op Cymbeline. Hij vond haar schooner dan ooit, met een mysterieuse schoonheid, heerlijker dan bij zich haar had voorgesteld. Toen werd hij weer diep ootmoedig en besefte, dat hij wellicht van daag een wonde ontvangen zou, wier diep heid en felheid een soort openbaring voor hem zou zijn. Zij keek door de kapel naar Cymbeline en verdween weer zonder geluid. Hij peinsde of zy hem herkend had, of zij boos was hem daar aan te treffen. Maar als zij hem gezien had, zou zij wel een manier weten om hem ook te spreken, veronderstellend altijd, dat zij een onder houd wenschte. Vlak voordat de H. Mis begon, ver scheen Angela weer met Lady Weste. Te gen dien tyd waren alle banken gevuld, stonden er nog zelfs groepjes achteraan, Valleylands was de eenige katholieke ka pel in den wyden omtrek, de dichtstbij zijnde was Manbury, meer dan vijftien kilometer ver. Cymbeline was nu zoo ver, dat hy den dienst begreep en yolgen kon. Hij had een kerkboek meegebracht en volgde het eer ste deel zeer aandachtig. Maar hij had niet verwacht en was niet voorbereid op de golf diepe godsvrucht, die zijn hart overstroomde. Alle menschelijke zaken, moeilijkheden, misverstanden, werden klein en trokken zich terug. Eens had hij iets dergelijks gevoeld, toen hij hoog aan het vliegen was en het hem toegeschenen had, alsof hij werkelijk de hemelen nader bij kwam, alsof zijn lichaam vastheid en dichtheid verloren had en de vleugels die hem omhoog droegen, niet meer aan de machine, maar aan hem zelf behoorden en hij zweefde, zooals een vogel klimt in on bevreesde vlucht naar het eindelooze blauw. De H. Mis was ten einde toen hij zijn hoofd ophief, de kleine groep mensohen ging weer uit elkaar, hij hoorde stukjes van gesprekken, terwijl zij hem voorby liepen. „We zullen te laat komen voor de lunch", hoorde hy een gezette dame kla gen in doordringend fluisteren, „en je weet hoe woest Sir John is, hij vindt het vreeselij'k als we de auto 's Zondags noo- dig hebben." Zij wrong zich haastig naar de deur, toen haar oog op den jongen man in khaki viel, die nog knielde. „Een gewond officier? Ilc wist niet, dat zij die hier opnamen." Dan, wat zachter: Manbury is als hospitaal ingericht, de arme Toby is er geweest. Hij werd katho liek vóór hy stierf.... zei, dat hij niet zonder de laatste sacramenten wilde heen gaan." Zij verdween en Cymbeline bleef achter en trachtte te raden wie die jonge offi cier geweest kon zijn, die zoo vlak voor het einde nog op die deur had geklopt. Eindelijk bleef Angela nog alleen over. Het sdheen hem toe, dat zij met opzet bleef, om hem gelegenheid te geven haar aan te spreken, indien hij daarom geko men was. Zij wilde niet zelf beginnen, maar zij zou zich ook niet terugtrekken, zoodat hy al zijn moed en vastberadenheid noodig zou hebben, om haar later nog te durven naderen. Zij scheen te voelen, hoe veel het hem gekost had om te komen. Langzaam liep hij naar voren en stond voor een oogenlblik naast haar bidstoeL „Angela, mag ik je even spreken?" Zij stond op, maakte een kniebuiging en ging de kapel uit door de deur, die naar den tuin leidde. Hij volgde haar met hef tig kloppend hart. De bleeke Novemberzon scheen op haar blonde haren en zette ze in gloed. Zij keek naar hem op en glimlachte. „Het is hier te koud voor je", zei hy. Op Valleylands was de vorst veel hevi ger geweest en ondanks den zonneschijn had ieder blaadje gras een ijsrandje als miniatuur zaagje. „Neen, de kou hindert mij niet." Tóch beefde en sidderde zij, alsof een heftige emotie haar beroerde. Zwijgend keken zij elkander aan. Hij dacht: „Stel je voor, dat ik van zoo'n klein prul bang zou zijn, ik kan ze omblazen...." Dan sloeg Angela de oogen neer, niet in staat den doordringenden blik langer te weerstaan. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 10