FRANSCHE KABINET BERAADSLAAGT. Admiraal Darlan, chef van de Fransche vloot, verlaat de Ameri- kaansche ambassade te Parijs na de lunch ter eere van het bezoek van minister James Farley. Of er ook geconfereerd is?... In het kader van den Amsterdamschen Vrijwilligen Luchtbeschermings dienst had Woensdag het eindexamen geneeskundige verzorging in de hoofdstad plaats Neville Chamberlain ontsluit de achterdeur van Downingstreet 10 te Londen terwijl mevrouw Chamberlain zijn paraplu vasthoudt Een gemoedelijk tafreeltje na den terugkeer van den Britschen regeeringsleider van zijn ochtendwandeling in St. James Park Gewichtige dagen. Na afloop van de buitengewone zitting in verband met den internationalen toestand verlaten de Fransche ministers het ministerie van Oorlog te Parijs De Weteringkade te Den Haag wordt uitgebaggerd ten behoeve van de werkzaamheden aan het viaduct tusschen Schenkkade en Wetering kade over de spoorlijn naar Gouda De conferentie der Oslo-staten te Brussel. De gedelegeerden voor den aanvang van hun besprekingen. V.l.n.r.Bech, Luxemburg; Pierlot, België; Sandler, Zweden; Koth, Noorwegen; Munch, Denemarken Erkko, Finland en Van Kleffens, Nederland feuilleton Toen de scheidsmuur viel! door ISABEL C. CLARKE. 44) „Hij is niet te oud om te leeren. Hij is pas veertig." „O, imiaar hij heeft hoopen vrienden in Duitsahland. Die .zullen hem vast en zeker helpen." De jonigen schudde zijn hoofld. „Dat denk ik niet. Oom Daniël zal dank baar moeten zijn als hij er heelhuids uit raakt. En dan denk ik nog, dat grootvader woest zal zijn omdat we niet aan den kant van de Duitschers staan. Hij doet al zijn groote transacties met Duitsohland." „Onze vloot zal Frankrijk helpen." „Ik zie niet in wat wij kunnen helpen met zoo'n nietig legertje. Maar natuurlijk zullen we ook te land helpen. O, Mams, het wordt zoo'n heerlijk avontuur. Ik ben iede- ren dag dankbaarder, dat u me hebt laten •gaan. Kijk eens hier, ik ben nu zoowat klaar, als ik nog moest beginnen met exer- oeeren, zou ik te laat kamen voor de pret." Hij verbaasde zioh er over waarom zij haar oogen opensperde en hem aankeek met een bijna ondragelijke vrees. Zij strekte haar handen uit.alsof zij hem vast wilde houden.... vast houden en nooit laten gaan. „Cymbeline, toen ik je liet gaan, héb ik nooit aan zooiets gedacht. <0, waarom heeft Iemand me gewaarschuwd?" „U zult er trotsdh genoeg op zijn een soldaat tot zoon te hebben", verzekerde hü haar vroolijk. Zij dadht aan Dick's verminking, aan Dick's pijn, aan zijn bitteren strijd om het bestaan. En weer voelde ze de klem van de val waarin zij gevangen was. Wat een verblinde dwaas was zij geweest! „Ik weet zeker, dat we. niet op het land zullen behoeven te vechten", zei zij met schijnbare overtuiging. „Ons leger js veel te klein, dat moeten we hier houden in ge val er een inval wordt gedaan. Het is hee- lemaal niet in tel tegenover die.... mil- lioenen. Zie je, ik héb in de krant gelezen, dat we maar een honderduizend man werkelijk klaar hebben staan. Wat zou dat nu voor nut hebben?" Zij stelde de vraag bijna woest. Cym beline antwoordde haar niet, hij streelde haar hand, trachtte haar te kalmeeren. Zij was bang om hem, banig, dat hij zou moe ten gaan. „U moet u geen zorgen maken, Mams", zei hij ten laatste. „Wij krijigen nu een kans om eens wat aotieven dienst te doen. En al hebben we geen groot leger, wat we heb ben is gewoonweg prachtig. En we staan niet alleen, daar is Frankrijk nog en Rus land:." Zijn gezicht betrok een beetje. „Zij zeg gen, dat Duitsahland voorbereidselen ge maakt heeft sinds Serajewo. Daarom zal Sdhulz wel eerder dan anders op reis zijn gegaan." Zij stond moeizaam op. „Waar is Prim? Zij is vreeselijk laat. het is lanig etenstijd." Hun gesprek over den oorlog had alles in de war gestuurd. En het scheen, dat. de huiselijke orde en punctualiteit, waar Viola anders zoo op stond, er nu niet mieer op aan kwam. Het scheen haar toe, alsof de grond onder haar voeten niet zoo vast meer was als anders. Het vreeselijke ge voel van onzekerheidden eenen dag niet weten wat de andere brengen czou, wat zelfs het volgende uur zou geven, beklem de haar. Zij wilde roepen: „Nee, het is niet waar, het kan niet waar zijn. Niemand zal dur ven gaan". Zij weigerde te gelooven, dat de grenzen al gesloten waren door Duitsdhland, dat er al een hooghartige vraag om hulp van den koning van België gekomen was. België, dat eenvoudig, tevreden volkje, een van de schatkamers van Europa. Ge lijk Italië, trok het de menschen van de einden der aarde om zijn oude kathedralen te zien, zijn prachtige architectuur, zijn be roemde schilderijen. En het scheen Viola, dat zij den dreunenden tred van de mil- lioenen voeten door België hoorde stam penomdat dat de gemakkelijkste weg naar Frankrijk was. En na Frankrijk? Dan zouden de monster-kanonnen komen om over het Kanaal te schieten.... Twee dagen later ontving zij een haastig schrijven van Lambert. „Ik blijf voorloopig hier", schreef hij, „we hebben het bijgelegd. Mijn vader heeft me gezegd, dat ik mijn betrekking bij de firma in Londen maar op moest zeggen.... hij kan me niet langer missen. Hij heeft toch al personeel te kort, nu Schulz weg is en Daniël nog niet terug. Er schijnt toah nog een beetje moeilijkheid te zijn over zijn te rugkomen, ik kan me indenken waarom. Hij zou maar een maand wegblijven voor zaken voor de firma, verleden week zou hij al thuis geweest zijn. Het is natuurlijk heel goed mogelijk, dat hun enorme mobilisatie den treinenloop een beetje in het honderd heeft gegooid, zooals ook hier voor het ge wone vervoer van burgers. Ik geloof zeker, dat er iets achter zit, dat Schulz eerder dan anders zijn vacantie genomen heeft dit jaar. Hij kwam begin Juli bij mijn vader met tranen in zijn oogen, zei, dat zijn moe der ernstig ziek was en dat hij de eenige zoon was en naar huis wilde. Niemand had ooit van die oude dame gehoord, maar hij kreeg zijn verlof en moest eigenlijk al te rug zijn. Een veertien dagen geleden schreef hij, dat hij zijn voet bezeerd had en daarom wellicht een beetje langer weg bleef sindsdien hebben we niets van hem gehoord. Ik voor mij geloof, dat hij terug geroepen is naar Duitsdhland en dat zij daar onmiddellijk na Serajewo begonnen zijn, maatregelen te nemen. Maar de oude heer wil daar natuurlijk niets van hooren. Toch maakt hij zich nogal bezorgd over Daniël. Ik zie wel, dat hij een beetje rusteloos is en niet graag heeft, dat er over gesproken wordt. Wat doet onze Cymlbeline in deze oorlogszuchtige dagen? Ik hoop, dat hij niet voor zyn tijd om een aanstelling gaat vra gen, of dergelijke onzin meer.j HOOFDSTUK XIX. Het nieuws uit Pagdon, waar Lambert de heele Augustusmaand bleef en het werk van meer dan drie man verzette, was niet heelemaal geruststellend. Tegen het ein de .yah de maand, toen praatjes, nieuwtjes, vrees en zewuwsloopende schrikbeelden een toestand van onderdrukte opwindiing en spanning hadden geschapen, werd er een bom gevonden bij. de plaats waar Schulz altijd zijh proefnemingen met ontploffings middelen had gedaan, vlak by een aantal kisten die klaar stonden om naar Amerika verscheept te worden. Het was bloot toe val, dat Lambert het ding ontdekte en het kon laten weghalen zonder dat er ongeluk-, ken gebeurden. Toen werd de heele fa- briek van boven tot onder doorzocht, maar niets werd verder gevonden. Schulz had zijn boeken meegenomen en eenige waar devolle formules, die niet zoo vlug opnieuw uitgerekend konden worden. Jarenlang had hij op kosten van den ouden heer Harriman proeven genomen, i dat stond vast en nu ging hij het „Vater- j land" met de resultaten verrijken. Sinds het uitbreken van den oorlog had den zij niets meer van Daniël gehoord. Mijnheer Harriman voélde dit erg. Wat konden de Duitschers tegen Daniël heb ben, van wien békend was, dat hij een vu rig bewonderaar was van ham land? De oude mevrouw Harriman, die heele maal kindsch was, kon den toestand abso luut niet meer begrijpen. In September kreeg Cymbeline zijn aan stelling en werd geplaatst bij de véW-artil- lerie.- Hij bleef nog in Aldeshof met zijn batterij. Soms kon hij Zondags naar Londen komen, naar zijn moeder en zus, haastige beizoeken, die Viola kostbaar toeschenen. r m m (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 8