DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Opkomst
lichting 1940
Twee kinderen In
rook gestikt.
ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1939
30ste Jaargang No. 9417
9e
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Adv. en Abonn.-tarieven zie pag 2.
Giro 103003. Postbus 11.
Dit nummer bestaat uit vijl
bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad.
V De Christelijke beginselen
in de politiek
Elders in dit nummer ontleenen we aan
de „Maasbode" een artikel van. den be
kenden journalist P. Steenhoff onder den
titel „Een nieuw tijdperk".
In dit artikel wordt nog 'ns uitgewerkt,
wat wij dezer dagen in een driestar in ons
blad hebben betoogd, n.l. dat de wijzigin
gen in de S.D.A.P., in de mentaliteit van
vele S.D.A.P.'ers, wel zoodanig zijn, dat
samenwerking mogelijk is, maar dat toch
de principieele verschillen tusschen haar
en ons niet worden opgeheven.
Wij staan anders tegenover de S.D.A.P.,
dan tegenover de partijen der rechterzijde,
met wie wij de erkenning van zoo vele
waarheden in levens- en wereldbeschou
wing, van zoo vele geestelijke en zedelijke
waarden in ons volksleven gemeen heb
ben.
Dat is in het verleden zoo geweest.
En dat zal zoo blijven.
Daarin wordt natuurlijk geen
verandering gebracht door de gewijzigde,
de nieuwe politieke constellatie.
De heer Van Wijnbergen heeft in de
„Utrechtsche Courant" een artikel ge
schreven, waarin hij betreurt, dat het wat
betreft de politieke samenwerking der drie
rechtsche partijen zóó geloopen is de
schrijver zegt, dat hij op de gebeurtenis
sen later zal terugkomen.
't Schijnt, dat de heer Van Wijnbergen
meent, dat het niet noodzakelijk zoo had
behoeven te gaan.
Ook wij hebben deze overtuiging, zoo
als wij reeds eerder hebben geschreven.
Maar.... wij vreezen, dat er tusschen
den heer Van Wijnbergen en ons wel eenig
meeningsverschil zal zijn, als 't er om gaat
aan te wijzen: wie de „schuldigen" zijn
van het verloop, zooals het geweest is,
waar de „schuld" ligt, of, als men liever
wil: wie de oorzaak hebben gesteld, waar
de oorzaak ligt.
Naar aanleiding van het bovenstaande
willen wij de opmerking maken, dat bij de
door de drie rechtsche partijen gezamen
lijk gevoerde Christelijke politiek er steeds
zijn geweest, die in oeconomische en so
ciale opvattingen liberaal, niet-christelijk,
on-christelijk waren georiënteerd. Den
eenen tijd kwam dat in de practijk niet of
weinig tot uitdrukking, dén anderen tijd
veel meer.
En het is een levenstaak van iederen
Christelijken politicus, dat hij juist in het
sociale èn in het economische leven de
Christelijke beginselen beginselen van
rechtvaardigheid en naastenliefde, begin
selen van een zeker Christelijk „commu
nisme"! tot beleving brengt!
Om het revolutionair en duivelsch com
munisme te bestrijden, moeten wij zoo
als elders op deze pagina dr. van Rooyen
opmerkt tijdig de teekenen van den tijd
verstaan. En de tijd eischt de toepassing
van een waarlijk christelijke op recht
vaardigheid en liefde gebaseerde socio
logie èn van een waarlijk christelijke eco
nomie.
Het Katholiek Comité van Actie
„Voor God" schrijft ons s
De dood als maatstaf
De mensch, die zichzelf klein weet en
zich schaamt over zijne kleinheid, werkt
om zichzelf te vergrooten en zijne titels,
zijne bezittingen, zijn ijdelheden te ver
meerderen zooveel keeren graaf, zooveel
keeren heer, bezitter van zooveel rijk
dommen, heerscher over zooveel men-
scben, lid van zooveel colleges en zoo
voorts. Maar, Iaat hij zichzelf zoo groot
maken als hij wiler is altijd maar cén
dood noodig om hem neer te slaan. Doch
daaraan denkt hij niet, en in de oneindige
vergrooting welke hij zichzelf voorstelt,
brengt hij zich nooit te binnen eens zijne
doodkist te meten, ofschoon deze toch
zijn juiste maatstaf is,
Bossuet.
PARIJSCHE
DAGBOEKKRABBELS
Zondag 30 Juli
Vanmiddag ben ik aan het andere eind
van de stad, achter het Gare de Lyon, een
kerk gaan zoeken, die me was aangeduid
als een der voornaamste van de „Chantiers
du Cardinal". Het was de kerk van den
H. Geest, gelegen aan de Avenue Daumes-
nil of de rue Cannebière. Er is een metro
station Daumesnil: maar deze Avenue is
zoo lang, dat men altijd een waagstuk uit
haalt, als men een bepaald adres juist in
de buurt van zoo'n station zoekt. Ik was
de Avenue daarom van de andere zijde
genaderd. Maar ik merkte spoedig, dat ik
op het verkeerde paard gewed had. Ik
moest bijna heel de Avenue afloopen, een
tamelijk troostelooze straat in een volks
buurt, het eenige wat een beetje warmte
geeft zijn de boomen; twee minuten voor
bij het metro-station vond ik de kerk.
Inderdaad een zeer bijzondere kerk.
Uit sommige publicaties in Nederland
had ik eigenlijk de gedachte gekregen, dat
het „Oeuvre des chantiers du Cardinal"
er op uit was, voor zoo weinig mogelijk
geld zooveel mogelijk kleine kerkjes te
bouwen in de Parijsche banlieue. Wie het
zich zoo voorstelt, heeft het danig mis. De
kardinaal heeft integendeel gewild, dat
het werk ook een kans zou geven aan de
beste religieuze kunstenaars van Frank
rijk. Vandaar dat b.v. geen twee van de 125
reeds gebouwde kerken hetzelfde zijn. Het
is overal iets nieuws, iets oorspronkelijks
en de Saint-Esprit toont duidelijk, dat men
niet voor een grandiooze onderneming is
teruggeschrikt.
Deze kerk heeft inderdaad iets gran
dioos: zij werd niet meer of minder ge-
inspireerd dan door de Aja Sophia van
Constantinopel. Ze heeft dan ook de
hooge koepel met de. rij van kleine ven
sters, die door vier groote bogen gedragen
wordt en die aan heel dit interieur een
wonderlijke weidschheid geeft. De koepel
zooals trouwens heel het interieur, is uit
beton gegoten. Het merkwaardige is, dat
dit beton met losstaande mozaiekfiguren
versierd is, In de koepel zelf de Heilige
Drievuldigheid in een krans van gouden
stralen. Aan de vier pendentiefs, waarop
de koepel steunt, de vier evangelisten. In
de vier groote bogen de twaalf apostelen,
verdeeld in vier groepen van drie, en in
elke boog op bijzondere wijze gekarakte
riseerd, als herders, als visschers, als bin-
nenhalers van de oogst en als arbeiders in
den wijngaard.
De eigenlijke wanden van de kerk lig
gen verder naar achteren, achter een rij
kolommen, die door een rij van kleine
bogen bekroond wordt. Deze wanden zijn
rondom door een aantal voorname, katho
lieke Fransche meesters beschilderd. Mau
rice Denis en Jean Dupos hadden de lei-
-ding: ze hebben met hun leerlingen de
ruimte verdeeld: er hebben in 't geheel
ruim dertig schilders aan meegewerkt.
Men heeft op deze muren de geheele
kerkgeschiedenis in beeld gebracht, vanaf
de nederdaling van den Heiligen Geest
tot het optreden der groote, sociale pausen
in de 20e eeuw. De tendenz, om ook de
sociale werkzaamheid van de Kerk naar
voren te brengen is zeer sterk aanwezig,
hetgeen in dezen tjjd van kapitalistische
hardheid en communistische prediking der
ontevredenheid te begrijpen is. Mij zelf
hebben de fresco's van Maurice Denis
zelf en van Dupos, en ook de versieringen
van de narthex, door Nicolas Untersteller
en zijn vrouw vervaardigd, het meest ge
troffen. De Kruisweg van Desvallieres
leek me wat would-be modern en de be
schildering der doopkapel door Elisabeth
Branly had m.i. evengoed in een mode
huis kunnen worden aangebracht. Ze mist
teveel de religieuze sfeer.
De kerk is nog niet af: een rijke ver
siering van het koor staat nog op het pro
gram. Zeker is hier een grootsch werk be
gonnen, dat volop bewondering en be
langstelling verdient!
Dinsdag, 1 Augustus.
Vanmiddag heb ik, voor het eerst, een
bezoek gebracht aan de Conciergerie, het
gedeelte van het paleis van Justitie, dat
nog resten van het oude Koningspaleis en
ook sombere herinneringen aan de Fran
sche revolutie bewaart. Voor 2 francs (een
dubbeltje) kan men er een bezoek bren
gen. Ik geloof dat de Fransche regeering
haar oude historische monumenten voor
minder geld laat bezichtigen, dan men
dat in Nederland pleegt te doen.
Men gaat binnen aan den kant van de
Seine, op de z.g. „Quai de l'Horloge, waar
drie massieve ronde torens een beeld ge
ven van wat het Middeleeuwsche Parijs,
in de glorie van z'n torens en z'n wallen,
geweest moet zijn. Eerst worden enkele
zalen bezocht, gedeelte nog van het oude
koninklijke paleis, uit de 13de en léde
eeuw, de Salie des Gardes en de Salie des
Gens d'Armes, met kolommen en gothi-
sche gewelven. Vooral de laatste maakt
door haar weidschheid een overweldigen
de indruk. Men kan ook nog de oude ko
ninklijke keuken bezoeken, met vier ge
weldige schoorsteenen, waaronder een heel
rund ineens gebraden kon worden. Dan
gaan we naar de zalen, die de herinnering
aan de revolutie bewaren, allereerst een
afgeschoten gedeelte van de Salie des Gens
d'Armes, waar soms een paar honderd ver
dachten gezamenlijk de nacht doorbrach
ten in afwachting van het steeds weer
noodlottige vonnis. En de gedachte kwam
in me op, dat deze donkere gewelfde za
len hun somberheid niet aan de Middel
eeuwen te danken hebben: zij stamt inte
gendeel uit een tijd, die zichzelf vol over
moed als tijd der „Verlichting" gedoopt
had!
Er is nog het trapje, waarlangs alle ver
dachten, die hier hun vonnis ontvingen
(ruim 2700!) zijn omhoog geklommen om
voor de sinistere vierschaar te verschijnen.
Dan is er nog het kamertje, waar men de
veroordeelden hun laatste toilet maakte.
Dat bestond hierin, dat de haren zoover
mogelijk werden afgesneden en ook het
hemd werd uitgesneden, opdat het onver
biddelijke mes zijn werk kon doen. En ik
denk een oogenblik aan Marie-Antoinette,
die ook hier gezeten heeft in dit vunzige,
donkere kot (het is nog juist als in den tijd
van de revolutie!) en ik tracht mij een
oogenblik in te denken wat er toen aan
pijn en verschrikking door dat groote,
moedige hart gegaan is. Men ziet hier ook
nog de traliedeur waardoor de veroordeel
den (met twaalven tegelijk) naar de kar
gebracht werden, die ze naar de place de
la Concorde zou brengen, of naar een der
vier andere guillotines van de stad.
Wat verder op zijn nog verschillende
cellen van beroemdheden. O.a. van den
dichter Chemier en van generaal Ney. En
dan de cel van „la Reine de France", Ma
rie-Antoinette. Men had de deur van het
celletje met opzet lager gemaakt, om de
fier vrouw tot „buigen" te dwingen. Het
is een smal, langwerpig celletje, dat nog
dezelfde vloer heeft, waarop de Koningin
heeft geloopen en hetzelfde raam, dat al
leen later, toen men er een kapel van ge
maakt had, met gekleurd glas is gevuld.
Er is thans een gedenksteen, uit den tijd
van de Restauratie. Ernaast is de cel,
waarin Marat, Desmoulins and last not
least Robespierre zelf gezeten hebben,
voor ze hun laatsten weg zijn gegaan.
Daarachter ligt de salie des Girondins,
waar de Girondijnen aan een banket over
vallen werden met de mededeeling van
hun doodvonnis. Er staat nu een altaar,
want het vertrek is in den tijd van Na
poleon in een gevangenis-kapel veranderd,
die thans niet meer gebruikt wordt. Men
vindt er in enkele vitrines nog verschil
lende, kostbare souvenirs, acten en pren
ten, bijzonder echter de voorwerpen, die
Marie-Antoinette in haair gevangenschap
gebruikt heeft, haar leuningstoel, haar
kruisbeeld, haar wij watersbakje en een co-
pie van het briefje, dat ze met een speld
geprikt had, maar dat toch werd gegre
pen.
Gaat men naar buiten, dan komt men op
de „Cour des femmes", waar de adellijke,
vrouwelijke gevangenen zichzelf en hun
linnengoed gewasschen hebben. Er hangt
een kleine klok, waaraan een lugubere
herinnering verbonden is. Hij luidde ten
teeken, dat de kar met de veroordeelden
vertrekken moest!
De Conciergerie maakt een benauwen
de indruk, maar het is toch goed er eens
te gaan kijken. Men beseft dan beter,
waarom zoo vele Franschen niets voor een
feestelijke herdenking van de revolutie
voelen. En men gaat ook concreter zien,
wat een revolutie gewoonlijk is, en waar
toe het ook bij ons zou kunnen komen, als
we niet tijdig de teekenen van den tijd
verstaan!
Dr. HENRI VAN ROOIJEN,
Levallois-Perret. Kruisheer.
BE WERELD IN
VOGELVLUCHT
ZAL NORMAAL PLAATS HEBBEN.
In de dezer dagen te verschijnen leger
orders zal worden bekendgemaakt, dat de
eerste ploeg der lichting 1940 op 4 Octo
ber a.s. in werkelijken dienst zal komen.
Deze bekendmaking geschiedt in afwach
ting van de binnenkort verschijnende in-
deelingsbeschikking 1940.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat
het tijdvak van 1 tot 10 October het nor
male tijdvak van opkomst van deze ploeg
is.
Door bijzondere, omstandigheden moest
het vorig jaar van .bedoeld tijdvak wor
den afgeweken en is de eerste ploeg van
de lichting 1939 op 54 October 1938 in wer
kelijken dienst gekomen.
TOKIO: Het schijnt mis te loopen met
de Britsch-Japansche besprekingen te To
kio. De Japanners hebben naast hun
eischen van orde-bewaking ook economi
sche eischen gesteld en die willen ze beide
tegelijkertijd behandeld zien. Na een heelen
tijd van dralen waarin Japan ongedul
dig is geworden en de militaire onderhan
delaars weer naar Tientsin zijn vertrok
ken, omdat zij niet eeuwig konden blijven
wachten op de instructies uit Londen
heeft Londen ten slotte aan Craigie, den
Britschen ambasadeur te Tokio, doen we
ten, dat het met de Japansche economische
eischen niet accoord gaat. Over deze geld
kwesties hebben ook de andere mogendhe
den, die belangen in China hebben, een
woordje mee te spreken en zoolang deze
zich niet accoord hebben verklaard met de
Japansche eischen, kan Er geland er niet op
ingaan.
De Japanners zijn boos. De Japansche
bladen stellen den eisch, dat de Japansche
regeering de onderhandelingen met Enge
land terstond zal afbreken.
De „Nitsji-Nitsji-Nitsji" schrijft, dat al
leen Engeland voordeel zou halen uit een
goed resultaat der conferentie van Tokio,
terwijl het voor Japan niet veel uitmaakt,
of de conferentie slaagt of mislukt. Noord-
Chma is thans in Japansche handen. Wan
neer Japan besluit zijn belangen daar te
waarborgen met de macht, waarover het
werkelijk beschikt, dan maakt het geen
groot verschil, of Engeland het Japansche
standpunt aanvaardt of niet.
Aangezien Fngeland de bespreking der
economische kwesties uitstelt heeft het
Japansche leger geen belang meer bij on
derhandelingen over de kwestie Tientsin.
Evenwel wordt vernomen, dat de deur
voor onderhandelingen wordt opengela
ten. voor het geval Engeland zijn houding
herziet.
DANTZIG: De situatie rondom
Dantzig is er ook al niet beter op gewor
den. De Duitsche pers is heftig en de
Poolsche pers niet minder. De Italianen
blijven sordrin^en op directe onderhan
delingen Uisschen Duitschland en Polen.
De „Dobry Wieczor", het orgaan der
Poolsche regeeringspartij, schrijft naar
aanleiding van de Italiaansche persarti
kelen over Dantzig: „Het Italiaansche
volk heeft dit niet verdiend. De fasciti-
sche artikelen, die de Duitsche propagan
da dienen, hebben in Polen groote ont
steming gewekt. Men beklaagt het Pfoa-
laat spelen. Italië verlangt geenszins in
liaansche volk om den rol, die men het
een oorlog te gaan. Het wordt door geen
Siegried-linie beschermd, het kan de
Fransch-Britsche luchtvloot niet overwin
nen en een nederlaag zou het verlies van
zijn Imperium beteekenen. De Italianen
weten, dat zij niet voor een oorlog gereed
zijn, zij wenden zich tot ons met de woor
den: Sta Dantzag af, sta Pommeren af,
sta Opper-Silezië af, geeft dat alles, want
anders zullen de woedende Duitschers een
oorlog beginnen en wij zullen gedwongen
zijn mede te vechten."
Zoo gaat de kibbelarij voort, totdat er
een handgemeen volgt.
HET TEKORT AAN BENZINE IN
DUITSCHLAND.
MüNCHEN, 19 Augustus. (A.N.P.) De
politie heeft aan alle benzine-stations in
München opgedragen de mededeeling weg
te nemen, dat zij uitverkocht zijn, daar
zulk een opschrift een slechten indruk
maakt. Vreemdelingen kunnen op vertoon
van hun pas geringe hoeveelheden benzine
krijgen, zelfs wanneer dit voor Duitschers
niet mogelijk is. De voorraden, welke de
benzine-stations krijgen aangevoerd, zijn
spoedig uitverkocht.
DE GEVAARLIJKE ZEE
Jongeman in Zee verdronken,
meisje gered.
Een gezelschap van zeven H.B.S.-
scholieren uit Rotterdam-Zuid was gisteren
op de fiets naar den Haag geredèn om in
Zee nabij het z.g. groene huisje te zwem
men. Zes van hen waren de zwemkunst
machtig, doch de 16-jarige J. P. K. O. uit
de Valkenierstraat te Rotterdam kon niet
zwemmen. Toen de overigen omstreeks
drie uur uit het water kwamen, vermisten
zij O. Zijn kleederen en fiets lagen nog op
het strand. Zeer vermoedelijk is de jonge
man verdronken.
Omstreeks denzelfden tijd heeft een
meisje, de 12-jarige S. R. uit Amsterdam,
die bij familie logeerde, in Zee in gevaar
verkeerd nabij het volkszeebad. Door en
kele burgers is zij door handreiking ge
red. Zij bekwam vrijwel geen letsel.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
De spanning rondom Dantzig niet ver
minderd. (2de blad).
De besprekingen tusschen Engeland en
Japan te Tokio dreigen afgebroken te zul
len worden. (2de blad).
Binnenland
De opkomst van de lichting 1940 zal
normaal plaats hebben. (Ie blad).
Hedennacht zijn bij een brand te Eist in
de Betuwe twee kinderen door den rook
gestikt. (1ste blad).
Praehistorischc vondsten op de Veluwe,
welke namaak bleken te zijn. (4e blad).
FELLE BRAND TE ELST.
In den af geloopen nacht is het Be-
tuwsche plaatsje Eist opgeschrikt door
een feilen uitslaanden brand, die uit
brak in de radio- en rijwielzaak van
den heer van Ottelen en die in zeer
korten tijd oversloeg naar de boven
verdiepingen, bewoond door de fami
lies van Xanten en Joosten.
Een ongelukkige samenloop van om
standigheden wilde, dat de heer en
mevrouw Joosten op het moment, dat
de brand uitbrak, niet thuis waren.
De brandweer, geholpen door omwo
nenden, was daardoor niet in staat
het vertrek, waar de twee nog heel
jonge kinderen van het gezin Joosten
lagen te slapen, in het vrij groote huis
te vinden. Toen men de jongetjes
resp. van zy2 en V/2 jaar later vond,
waren zij reeds bedwelmd door de rook
en hoewel een zestal geneesheeren on
middellijk aanwezig was, mocht hulp
niet meer baten. De kleinen bleken
reeds gestikt te zijn.
Diepe verslagenheid en medeleven
heerschte er in het dorp, toen bekend werd,
dat de geneesheeren er niet in waren ge
slaagd de levensgeesten weer op te wek
ken.
Toen de brand in de zaak van den heer
van Ottelen uitbrak en zich met razende
snelheid naar de bovenverdiepingen uit
breidde, brachten de heer en mevrouw
Joosten juist een moeder naar huis. Ter
wijl zij zich op den terugweg bevonden,
werden zij gewaarschuwd en zij waren
dermate overstuur, dat de brandweer en
de politie nog verkeerde aanwijzingen kre
gen betreffende de plaats, waar zij de kin
deren moesten zoeken. De heer Joosten
vertelde, dat zijn zoontjes in een vertrek
aan de voorzijde sliepen, doch waar men
aan deze zijde van het huis ook zocht
reddingspogingen, die het uiterste van de
brandweer vergden men vond de kinde
ren niet. Toen men aan de achterzijde van
het huis ging zoeken, werden de kinderen
inderdaad gevonden, doch nu was het he
laas te laat. Het oudste kindje lag op de
vloer naast het ledikantje, en het jongste
lag nog in zijn wiegje.
Merkwaardig is, datjuist het gedeelte
van het huis, waar de familie Joosten
woonde, het minst door den brand heeft
geleden.
De rookontwikkeling was echter van
dien aard, dat het voor de redders soms
bijna onmogelijk was in dit gedeelte door
te dringen. De rijwielzaak, waarin groote
voorraden banden en ander licht brand
baar materiaal was opgeslagen, werd to
taal vernield Ook de woning van de fa
milie van Xanten brandde grootendeels
uit, terwijl het gedeelte, waarin de zoo
zwaar getroffen familie Joosten woonde,
uit den aard der zaak ook veel schade
heeft gekregen.
De plaatselijke brandweer bestreed de
vuurzee met zes stralen.
Omtrent de oorzaak tast men nog in het
duister. De rijkspolitie heeft vanmorgen
een nauwkeurig onderzoek ingesteld.