DE BOUW VAN HET
LEIDSCHE STADHUIS.
feuilleton
Toen de
scheidsmuur viel!
door
ISABEL C. CLARKE.
89)
Lady Weste legde haar hand op de schok
kende schouders van haar dochter. Het
■was een storm in een glas water, maar voor
de beide partijen was het hooge ernst. Zij
zag den stammen geslagen blik in de oogen
van den jongen terwijl! hij daar bewe
gingloos te luisteren stond. Het liefst zou
zij naar hem toegegaan zijn en haar armen
om zijn hals geslagen en hem gekust heb
ben en gezegd', dat hij het zich niet zoo erg
moest aantrekken.Hij was toch, alles
samengenomen, nog maar een kind.
„Het was natuurlijk dom en kinderach
tig van jullie om van liefde en.trouwen
te praten", zeide zij op haar trage rus
tige manier. „Jullie zijn veel te jong. Het
spijt me erg, mijnheer Harriman, als mijn
dochter u hoop gegeven heeft." Zij keek
Angela aan.
„Mijn meisje zit nog in de schoolbanken,
ik zou er niet over denken, haar dit jaar
of het volgende, de wereld in te sturen. En
ik vind het jammer, dat u daarom oneenig-
heid heeft gekregen met uw grootvader,
dat is voor uw vader een broodkwestie. U
bent nu nog jong, later zult u er misschien
spijt van hebben."
De jongen keek van de een naar den an
der, alsof hij maar nauwelijks begreep wat
er voorviel. Hij voelde een dikke prop in
in zijn keel. Het was waar wat zij zeiden,
maar wat kon het hem allemaal schelen,
als het hem toch geen stap dichter bij An
gela bracht? Met een wanhoopsgebaar keer
de hij zioh tot het meisje.
„Angela", zei hij smeekend.
Zij antwoordde niet, maar haar voet
trommelde boos op den vloer. Waarom ging
hy niet weg? Waarom wilde hij nu een
scène maken?
„Angela!" zei Cymbeline nog eens.
Zij deed een stap naar de deur toe.
„Ga niet weg, ga zóó niet weg!" smeek
te hij.
Haar lippen waren vast gesloten.
„Ik wil niet blijven, ik wil er geen woord
meer over hooren."
„Angela, zóó niet
De deur viel achter Angela dicht en hij
bleef daar midden in de kamer staan, be
sluiteloos of hij blijven, dan wiel haar vol
gen zou. Zijn gezicht was als een bleek,
stijf en onbewogen masker. Hij wendde
zich tot Lady Weste. Al was zij verlegen
en teruggetrokken, toch voelde zij, dat zij
iets moest zeggen om de situatie aanneme
lijk te maken.
„Kom eens hier, mijnheer Harriman",
zeide zij.
Hij naderde langzaam en bleef voor haar
staan. Het scheen, dat hij niet wist wat
hij deed. Zoo hard was de slag aangeko
men, dat hij er nog verdoofd onder was.
„Ik wil u mededeelen, dat de toekomst
van mijn kleine meid zoo goedhals beslist
is. De jonge TruscottErnst Truscott,
de oudste jongen, wil met haar trouwen.
Hij heeft haar nog niet gevraagd, maar ze
hebben elkaar van kind af aan gekend en
houden natuurlijk van elkaar. De Trus-
ootts zijn rijk en.zij zijn katholiek. Mijn
man was er voor, maar ik heb er op ge
staan, dat er nog niets gedaan zou worden,
dit jaar althans niet. Ik vind het niet pret
tig, dat zij trouwen zou voor zij achttien
is. Ernst is vijf of zes jaar ouder."
Hoewel zij doorging met spreken op haar
kalme, gelijkmatige manier, soheen hij- niet
te luisteren. Maar in zoover de beteekenis
tot hem doordrong, droegen haar woorden
er nog toe bij om zijn levensdroom te ver
nietigen.
Emst Trustoott? Hij had ze wel eens uit
rijden gezien. Er waren er drie en hij ken
de ze niet uit elkaar, hij vond ze alle drie
even verwaand en opgeblazen. Een zwar
te haat tegen Ernst vervulde zijn binnenste.
„Dus zult u dat dwaze idee er wel aan
moeten geven", ging Lady Weste door. „Op
uw leeftijd is een liefdesgeschiedenis niet
zoo heel erg. Dat hebben alle jongelui wel
eens. Ik bedoel niet, dat het geen pijn doet.
het spijt me erg voor u. Als ik kon, zou ik
u helpen. Maar uw komst heeft Angela in
do war gebracht, zij is nogal nerveus en
licht opgewonden, daarom vind ik het be
ter, dat u niet terugkomt. Bovendien is mijn
man nu thuis en ik vrees, dat hij het niet
goed zou vinden. Hij heeft den ouden twist
niet vergeten. Ik zou het niet graag zien,
dat hij u hier aantrof".
Cymbeline raapte zijn hoed op, Ineens
voelde hij zich ziek en vreeselijk koud.
„Het spijt mij", zeide hij en kéék haar
aan met oogen waaruit alle leven en glans
verdwenen waren.
„H)et spijt mijHij tastte naar haar
toegestoken hand. Zij had het goed be
doeld, maar zij had hem het laatste greintje
trots ontnomen met haar: „U moest liever
maar niet terugkomen."
Het scheen een zoo defintief einde, dat
er een donkere sluitboom leek te vallen
achter zijn heele verleden. Hij volgde den
bediende de hal door en voelde nog even
een glimpje schaamte, dat zijn voetstap
pen zoo onzeker en stuntelig waren als die
van een dronken man.Er was geen
spoor van Angela, hoewel hij tot het aller
laatste, tot het sluiten van de groote deur,
bleef hopen.
Het eenige wat tot hem doordrong, was
een intense bloemengeur, die hij bij zijn
aankomst niet had opgemerkt. Hij dacht,
dat het wel tuberozen zouden zijn, het was
een bijna bedwelmend parfum.
Hij durfde niet naar het raam boven op
zien, maar sprong in den wagen en zette
den motor aan. Dan klemde hij het stuur
wiel vast en reed in razende vaart de op
rijlaan af.
Bij het poorthuisje zag hij, dat het hek
al openstond en dat een groote kerel er
met de vrouw en het meisje dat hem had
open gedaan, stond te praten. Hij was
nieuwsgierig of dat Sir Roger was. Die ge
dachte hernieuwde een soort schaamte in
hem, alsof hij een indringer was, een on
welkome gast, die in het huis niets te ma
ken had. Hun blikken ontmoetten elkaar
en Cymbeline kreeg dien indruk van een
heel grooten, zwaren man, met een rood
gezicht en dikke rossige wenkbrauwen.
Hij keek Cymbeline, die zenuwachtig
boog en zijn hoed afnam, brutaal aan. Ja,
dat moest de vader van Angela zyn. Hij
stond daar met het air van eigenaar en de
blik dien hij op Cymbeline wierp, was
hooghartig. Vanaf dat oogenblik voelde de
jongen een antipathie tegen hem. Hij ging
zijn dochter verkoopen aan dien zoo
begeerenswaardigen Ernst Trustcott.
Op den thuisweg werd zijn hoofd helder
der, hij kon zijn indrukken beter ontleden.
En hij begreep, dat de ergste pijn was ver
oorzaakt door Angela. Zij had hem totaal
afgestooten. Zij had hem heelemaal niet
willen ontvangen. Zij had zijn komst ake
lig gevonden, zoo onverwachts en zonder
waarschuwing of aankondiging.
Het was niet genoeg, dat hij de zoon van
zijn moeder was, het was voldoende, dat
hij een Harriman waszijn grootvader
was niet de eenige die de veete in het le
ven wilde houden, de vijandschap die Cym
beline zoo onredelijk vond, werd overvloe
dig gedeeld door Sir Roger. Lady Weste
had nog geprobeerd lief te zijn, den slag
voor hem te verzachten, maar zij ook was
vastberaden geweest in haar verzoek niet
meer terug te komen. Zij had hem goed la
ten voelen hoe dwaas het van hem geweest
was, dit bezoek aan haar dochter te far
ceeren. Hij voelde zich geradbraakt. Al
hadden ze hem in werkelijkheid er uit ge
smeten, het zou hem geen grootier pijn en
schande hebben aangedaan dan haar rus
tig:
„U moest hier maar liever niet terugko
men. Bovendien is mijn man nu thuis en ik
vrees, dat hij het niet goed zou vinden. Bk
zou het niet graag zien, dat hy u hier aan
trof".
Neen, altijd zou hij onwelkom blijven op
Valleylands omdat hij een Harriman was.
Het was een vervloekte naam. Hij plaatste
Angela buiten zyn bereik. Hij dacht aan
Romeo en Juliet en de oude veete tusschen
hun beider families.
Maar Juliet had' Romeo bemindDat
was een groot verschil. Voor haar was er
geen Ernst Trustcott geweest.
(Wordt vervolgd).
Breekbaar. De marmer-platen, welke dienen voor de inwendige
verfraaiing van het in aanbouw zijnde Leidsche stadhuis, worden
naar de binnenplaats van het gebouw gebracht, om daar verder
bewerkt te worden
De K.L.M.-piloten Viruly (links) en Noomen traden als getuigen op in het
onderzoek naar de „Ekster'-ramp, dat Donderdag door den Raad voor de
Luchtvaart te Den Haag is ingesteld
De uitgebreide manoeuvres van het Engelsche leger zijn thans in vollen
gang. Een ponton brug, welke op het land in elkaar wordt gezet en
in haar geheel naar de plaats van bestemming wordt gedragen, vormt
een doelmatige oeververbinding
De reddingbrigade tijdens haar droeven arbeid bij het transport der
twee slachtoffers, Roger Champon en Henri Ruelle, die bij een berg-
beklimming in de nabijheid van Grenoble om het leven kwamen
Luit. gen. Boerstra (x), de afgetreden legercommandant in Ned. Indië,
arriveerde Donderdag te Den Haag, waar hij verwelkomd werd door
den oud-gouverneur generaal jhr. mr. A. C. D. de Graeff
De laatste werkzaamheden aan een der beelden naast den
hoofdingang van het in aanbouw zijnde Leidsche stadhuis, waar
van de schuttingen thans verwijderd zijn