3ieii het nieuwe
SWitiójeó/fe
door Oom Wim.
Nu heeft onze kleine Beatrix gekregen,
Een zusje heel lief en heel klein,
En zou me dat kleine prinsesje
Gelukkiger wel kunnen zijn?
Maar zij is alleen niet tevrêe en gelukkig
De heele familie is blij.
En juicht met haar mee om te danken,
Den Gever van 't Kindje, en gij?
Maar ook niet alleen de ouders der
kleine,
Van wie dit Prinsesje nu is,
Ook wij juichen mee met de kind'ren
Van Holland en danken gewis.
Wij hebben nu allen een tweede
Prinsesje:
Een speelkameraadje voor haar,
Die loopen al kan en al babb'len;
De oudste van 't „Prinselijk Paar".
Wij wenschen 't kleine en nieuwe
Prinsesje;
Den groei van 'n bloem in den hof,
Tot sieraad van land en bevolking;
En brengen haar eere en lof.
CORRESPONDENTIE
Jopie Keizer, Zutphen. Jon
gen, wat ben jij flink geworden. Ik zou
je haast niet meer gekend hebben. Die
mooie speelplaats daar achter je huis, is
flin'k voor je. Daar moet je maar flink
spelen, en met je vriendjes ravotten, dan
krijg je een kleur als 'n bellefleur. Dag
Japie! Groet vader en moeder van me!
Boschvioolt je,Leiden. Wel,
wel, vind jij ons krantje zoo mooi, dat je
het twee keer overleest en de versjes haast
van buiten kent. Wat 'n eer., zeg! Weet je
wat ik nu eens van jou graag zag? Dat is,
cat je zelf ook eens wat maakten dat de
volgende brief minstens twee keer zoo lang
was. Ik heb tijd genoeg om jouw episteltjes
te lezen. Hoe ik je schuilnaam vind? Wel,
heel mooi! Hoe zou ik anders durven te
Eeggen! Je hebt hem zelf gekozen, dus..?
Dag Boschviooltje! Wil je vader en moe
der van me groeten en zeg tegen vader,
dat ik de vragen wel beantwoorden zal,
maar dat er nog een 50-tal voor zijn.
Piet Jansen, Noordwijk. Aan
genaam! Met jou kan ik spreken! Ben je
ifcang te oud te wezen om ook mee te schrij
ven Geen nood! Er schrijven er mee die
3 x zoo oud zijn als jij bent. Dus ga je
gang maar! Laat zien, wat je kent: je bent
sn goed gezelschap. Groeten thuis! Prettige
vac an tie en nu tot den volgenden wedstrijd
waar ik je hoop te ontmoeten, al is het
met een teekening, die waard is in gouden
lijst gezet te worden.
Antoon de Grijs, Leiden. Loopt
het horloge nog altijd goed, Antoon? Ik
denk het wel, anders zou je me wel een
zachten wenk gegeven hebben. Zoo gaat
het in den regel: men stelt uit enis
ten slotte vergeten, wat men meende di
rect te moeten doen. Tot den volgenden
wedstrijd! Deze belooft weer iets bijzon
ders te worden. Let maar eens op!
Rietje van Velzen, Z'woude.-
Zeker, vind ik het „schandalig" (om dat
woord van jou te gebruiken) dat ik nu pas
een eerste briefje krijg, die toch zoo mooi
vertellen kan over het „Vormen"; het in
halen van den Bisschop en alles wat daar
mee annex is. Hoe oud was jij, toen je ge
vormd werd, Rietje? Was het toen ook zoo
plechtig geweest. En wat doe je nu zoo al
in je vrije tijd? Wat is de vacantie toch
een mooi iets, hé? Ja, vroeger verlangde ik
er ook naar; nu heb ik altijd vacantie. Dat
zou je misschien ook al willen, maar....
het zou jou niet meevallen. Er gaat niets
lboven geregelden arbeid. Dag Rietje!
Jans v. d. Akker, Z'woude.
Weet je wat jammer is, Jans? Het is jam
mer, dat „Meneer de Deken" met één fo-
tr.'tje meer gemaakt heeft en dan die mij
gestuurd, dan had ik die acht ondeugende
snuitjes van de hoogste kies ook eens ge
zien en kon ik me beter voorstellen, hoe
die Nichtjes er uit zien, die me zulke mooie
en hartelijke briefjes weten te schrijven.
V/at jullie afgesproken hebt, zal wel eens
gebeuren, maar eerst moet ik een kiekje
van jullie hebben. Ik wacht af. En nu
Jansje, wensch ik'je nu nog eens echte
fijne vacantieweken toe. Dan hoor ik nog
wel, hoe je die weken hebt doorgebracht!
De hand voor U allen.
Mientje Hermans, N'hout.
Zoo Mientje, hoe gaat het je in de vacan
tie? Ben je met broertje al eens naar zee
geweest. Wees voorzichtig en ga niet te
ver het water in. Daar verdrinken er oh
Wie zijn jarig?
Van 12 tot en met 18 Augustus.
Op 12 Augustus:
Bertha de Jong, Reeuwijk, Kerkw. D 5.
Marietje Droog, A 5, Langeraar.
Geertrui Geuke, Binnenl. 8.
Janny v. d. Veer, P. de la Courtstr. 2è7.
Anny Fangmann, A 42, O'Wetering.
Op 13 Aug.:
Anton Sessink, Langeraar A 4, Ter Aar.
Hennie v. Amsterdam, A 18ë H'woude.
Lenie v. d. Akker, Weip. B 70, Z'woude.
Wim de Bruyn, Broekw. 184, L'dam.
Beppie Berenfenger, N. Beestenmarkt 9.
Nellie Boon, Haagw. 94.
Dirk v. d. Meer, N. kade, R'veen.
Nelly Kelder, Noordeinde 2, Zevenhoven.
Jac. v. Haasteren, Stadh.laan 2.
Op 14 Augustus:
Willem Kaam, Stationsweg.
Mientje Koet, Joubertstraat 20a.
Max. v. d. Wilk, Noordw. Zee.
Greetje Rozenstraten, Hoofdst. 267, Alphen.
Op 15 August^:
Leo Ruygrok v. d. Werve, Hoogmade.
Nico Bakker, Zuidh. B 410, R'veen.
Adriaan v. d. Kerkhof, Spoorw. 46, W'ipond
Piet de Jeu, 10a, Oude Wetering.
Mien Geuke, Binnenl. 8.
Gerarda Otto A 154, Langeraar.
Hennie Kreek, Pr. Hendrikstr.
Wijnand van 't Hart, Rijpwetering.
Op 16 Augustus:
Adriaan Zwetsloot B 252, Hoogmade.
Ria Otto, Langeraar A 84
Marie van Dijk, Berschenhoek O. E. weg 24
I.enie Karreman, Tomatenstr. 10.
Marie Jansen, Groenendijk A 204 H'woude.
Rietje Blikman, Langestr. 41.
Corrie v. d. Post, B 363 Hoogmade.
Mientje v. d. Wereld, Oud-Ade E 76.
Op 17 Augustus:
Jo Hop, Hugo de Vriesstraat.
Toosje Stuifzand, Maresingel 70.
Leen Kwakkenbos, A 24 Z.E. Nieuwkoop.
Jo v. d. Zwet, Akervoordel 1, Voorhout.
Rietje v. d. Stijn, Dorpsstr. 73-75, W'mond.
Op 18 Augustus:
Cor en Gretha Bos, Zonneveldtsr. 15, Ha-
zerswoude.
Fiet van Bezie, Nieuwstr. 7, Lisse.
Friekie Feitsma, Hoogl. Kerkgr. 36a.
Adriaan Bergers, Doezastraat 23.
Lenie Pikaar, Joubertstraat 33a.
Ik feliciteer de jarigen.
Wie zijn of haar naam in deze lijst wil
opgenomen zien of bij het verlaten der
school van de lijst wil afgevoerd worden,
schrijve minstens 14 dagen, vóór den ver
jaardag. Zoo ook bij verandering van
woonplaats, straat of huisnummer, of wie
een fout in de lijst ontdekt.
Oom Wim.
Kinderspeelgoed
door Tante Marie.
Laat spelen de kleine,
En hoe hij ook wil.
Dan blijft hij heel zoetjes,
Gehoorzaam en stil.
Laat spelen de kleine,
Waarmee hij ook wil,
Dan blijft hij heel rustig
En wonderlijk stil.
Het spel is zijn leven
Naar waarheid gemaakt.
Een betere maatstaf
Is vast niet bepaald.
Met allerlei dingen,
Spreekt hij in zijn taal
En allen verstaan ook
Zijn mooie verhaaL
Een pop of een beertje,
Een tol of een bal,
Is net zoo geliefd
Als z'n paardje op stal.
Het is niet de zaak,
Of 't zilver is of goud,
Duur speelgoed te geven
Is altijd een fout.
Laat spelen de kleine
Op z'n eentje maar voort:
Een echt flinke moeder
Doet zoo, daar 't hoort.
zoo veel en ik zou je vooral niet graag
willen missen. Tot den volgenden wed
strijd? Dan zie ik broertje ook! Groet pa
en moe van me en alle huisgenooten.
En nu scheiden we voor vandaag uit.
Des volgende week gaan we door.
Wie een brief schrijft, krijgt een ant
woord terug.
De hand voor U allen.
Oom Wim.
DE OPLOSSINGEN DER RAADSELS
van verleden week waren:
Opl. 1: Dat beiden zich midden in het
water bevinden.
2. Het daglicht.
3. Kwartel; kwart - el.
4. Een uurwijzer.
5. Leeuwarden.
6. Het hemd.
7. Men kan van beide advokaat maken.
8. In een wijwatersbak.
9. Met de letter d.
10. Toen hij te paard steeg.
11. Omdat de deur open staat.
NIEUWE RAADSELS
ingestuurd door Tiny v. d. Hoeven Z'woude.
Raadsel I:
Wat heeft geen vleugels noodig om te
vliegen?
Raadsel II:
Wie hebben nooit lastige buren gehad?
Raadsel III:
Wie heeft armen en toch geen handen?
Raadsel IV:
Waar zijn de rivieren droog?
Raadsel V:
Wie maait zonder gezaaid te hebben?
Raadsel VI:
Waar zijn de eerste aardappels ge
groeid?
Raadsel VII:
Wie is soms rijk en toch broodeloos?
Raadsel VIII:
Wie kan nog beter zwijgen dan Willem
de Zwijger?
Raadsel IX:
Welke taal hoort een gierigaard het
liefst?
Raadsel X:
Hoe ver kan men het bosch inloopen?
Raadsel XI:
Iedereen wil hét worden, en niemand
wil het zijn?
Raadsel XII:
Hpeveel is vijf maal een en twintig?
Raadsel XIII:
Wat staat op drie pootjes in den hemel?
De oplossingen niet opsturen. Deze
geeft Tiny v. d. Hoeven de volgende week
zelf. om Wim.
Boni allerlei
door Anton Roels.
II.
Toeval is een eigenaardig ding. Sommi
ge menschen beweren, dat het niet be
staat anderen vreezen in alles de hand of
de macht van, wat zij noemen, het nood
lot.
In ieder geval is het zeker, dat een
mensch ook een beetje geluk moet hebben
in zijn leven, wil hij het ver brengen. Op
passendheid en groote kennis zijn vaak
alleen niet genoeg om een stuk vooruit
te komen.
In het leven van menschen, die thans
beroemd zijn, waren deze toevalligheden
niet zeldzaam. Hoe dikwijls lees je niet,
dat een armoedige krantenjongen of
schoenenpoetser plotseling blijk kon ge
ven van een bijzonder talent en.... be
roemd werd.
De vermaarde uitvinder Thomas Alva
Edison is hier een sprekend bewijs van.
Hij scheen voorbestemd te zijn om
„twaalf ambachten en dertien ongeluk
ken" te krijgen, want toen hij drie en
twintig jaar was zwierf hij werkloos rond.,
eigenlijk niet goed wetend, hóe aan 'de
kost te moeten komen. Hij had al heel
wat betrekkingen achter den rug: het
laatst was hij telegrafist geweest, maar
voor hem was er geen werk meer!
Hij liep in de Wallstreet te New York
(dit is de straat waar veel groote bank
en beursgebouwen liggen) toen op eens
een ongekend rumoer zijn aandacht trok.
Het leek veel op een hevige ruzie, want
menschen werden driftig en stonden te
schelden en te tieren. Wat was er aan de
hand? De electrische wijzer, die de koers
aangeeft, was in een beursgebouw plot
seling' defect geraakt. Men beschuldigde
de directie van alles wat leelijk was, en
de opgewonden menigte drong steeds
meer op, zoodat het ergste te vreezen was.
Toen het ieder oogenblik een handge
meen kon worden, kwam opeens Edison
naar voren. ,Ik kan dat instrument ma
ken!" zei hij fier tegen den verbaasden
directeur. Deze dacht waarschijnlijk: die
kwajongen is gek, maar laat hem maar
prutsen, dan houd ik die menschen ten
minste stil! Ijverig ging Thomas aan het
werk. Hij had nog nooit zoo'n machine
onder handen gehad, maar het was, of hij
hier zijn kans voelde. En jawel hoor! Na
een klein uur werken was het defect ver
holpen en waren de menschen tevreden
gesteld. Het laat zich gemakkelijk ver
klaren, dat de beursmenschen in hun nop
jes waren over dezen jongeman. En toen
hij den volgende dag kwam aanloopen
met de mededeeling, dat hij een nieuwe
machine had gemaakt, die veel beter was
dan het ding, dat gisteren niet meer wer
ken wilde, bedachten zij zich niet lang en
boden den sprakeloos-gelukkigen Tho
mas. veertigduizend dollar!
Dit zijn zoo van die gebeurtenissen, die
niet iederen dag voorkomen on die men
moeilijk met een ander woord, dan met
„toeval" kan kenmerken;
Grootmoeder komt op visite
door Tante Marie.
Jantje spreekt:
Als Grootmoeder komt op visite,
Dan is er bij ons steeds groot feest;
Van al onze welkome gasten
Is zij bij ons welkom 't meest.
Zij wordt met gejuich steeds ontvangen
En allen zijn blij haar te zien,
Zij blijft bij ons vast, twee, drie weken:
Is dit niet te min, goede liên?
Ze brengt vast wat mee in haar taschje
Ook nu weer wat moois, let eens op!
Ik wed, dat ze mjj gee,ft een boekje
Een zusje, een heel mooie pop.
Ik mag haar met vader gaan halen
En rij met hem mee naar de stad,
En zusje blijft moeke dan helpen
Oh, jongens wat prettig, is dat?
Want alles moet feestelijk blinken
Dat vindt ja omaatje zoo fijn:
Zij houdt zoo van orde en netheid,
Zoo moet 't bij moeke ook zijn.
De trein komt al dreunend nu nader
En stopt met 'n schok en hij fluit,
„Zou Oma, er in zijn, zegt vader"
Ik zie haar al staan, roep ik uit!"
Daar komt ze, daar is ons logéetje,
Nu gauw op een draf naar huis toe,
Want zusje zal raar staan te kijken,
Als Grootmoeder aankomt bü moe.
We zijn er en moeder en zusje
Verwachten ons al aan de deur,
Met liefde wordt oma ontvangen;
Met taartjes en lekk're likeur.
Nu wachten wij beiden vol spanning,
Te zien, wat 't taschje bevat,
Tot eind'lijk mijn wenschen vervuld zijn:
„Een boek en een pop", zie je dat?
Wij dansen van loutere vreugde,
En vinden haar werkelijk een schat,
En vader en moedertje zeggen
Glimlachend, daoht je wel dat?
Grootmoedertje bleef nog vier weken
En was al dien tijd oh zoo blij!
En toen ze vertrok, zei ze weenend:
„Ik dank jullie zeer; tot bij mij!"
(Een rijmpje voor de Kleinen).
Vragen van kleine zus
door Ans Keizer-Klaassen.
Moeke ik wilde U eens vragen,
Waarom heeft een week nu zeven dagen?
En die juffrouw van hiernaast,
Waarom heeft die altijd zoo'n haast?
En meneer, die ziek was moe,
Waar brachten ze die naar toe?
Maar, als U eens ziek wordt, maatje,
Gaat U toch niet weg van mij en paatje?
Waarom is een steen zoo hard?
En een negertje zoo zwart?
Zit er ook een mannetje in de maan?
En waarom komt dit er nooit vandaan?
Waarom is het 's avonds donker moe,
Doet de zon dan haar gordijntjes toe?
Gister belde hier een schooier aan
Had zijn moeder geen brood meer staan?
En moeke vertel me eens even,
Hoe komt het dat oma zit te beven?
Als ik bij 't bidden m'n oogen niet sluit,
Is Lieve Heertje dan boos op uw guit?
En dit wou ik ook nog graag weten,
Waarom heeft de poes die muis dood
gebeten?
Nu zal ik je op al die vragen een
antwoord geven:
Kom hier, dan kleedi ik je uit en nu
vlug naar bed,
Want het is al veel te laat voor mijn
kleine Jet!
U vraagt?
1. Onder een brief stond P. S. Wat be-
teekent dat?
2. Is P. ookten Romeinseh cijfer, zooals
D, dat 50 beteekent.
3. Hoe komt men aan p, f. en p. c. op
visite-kaartjes.
4. Waarom spreekt men van sidderaal?
Is dat geen gewone aal?
5. Vader vraagt, wat be teekent: diat 'baan
tje is een sinecure?
6. Wat bet. lustrum. Dit stond in de
krant
Wij antwoorden
1. P. S. onder een brief wil zeggen: Post
scriptum is latijn en beteekent: naschrift.
2. Ja, maar wordt zelden gebruikt. P.
als Rom. cijfer beteekent 400. Met een
streepje er boven bet. dit 400.000, dus P.
Gewoonlijk schrijven we 400 in Rom. cij
fers CD. (Dit is regel)
3. P.f. is pour feliciter om U geluk te
wenschen. p. c. „pour condoler of pour con
doleance": voor rouwbeklag; condoler is
Fransch en wil zeggen: beklagen, betreu
ren, rouwbeklag aan bieden aan.
4. Zeker niet. Hij behoort wel tot de alen,
maar heeft iets heel bijzonders. Hij leeft
LOES KUULKERS
door
COR VAN DIEST
VI.
Loes en Truus hielden ieder een stok
overeind; Vader en Lotte spreiden het
linnen uit.
O wee, Truus liet haar stok vallen en die
arme Loes lag geheel onder het linnen be
dolven. Op handen en voeten moest ze ©r
onder uit kruipen en kon het spel opnieuw
beginnen. Wat werd Truus geplaagd om
haar onhandigheid!
Eindelijk stond de tent; de jongens kwa
men terug met melk en water en de maal
tijd kon gereed gemaakt worden. Of ze ook
allen smulden!
Nu moesten ook de kleinere tenten opge
slagen worden, wat zonder ongeval verliep.
Wat 'n heerlijke avond werd het. De lucht
v/as helder blauw. De populieren op den
achtergrond ritselden, de toppen werden
door den gouden avondzon verlicht. Een
heerlijke harsgeur ging uit van de dennen;
zoo nu en dan schoot er een vlug eekhoorn
tje over den grond en verdween snel in de
dennen. Wat zfjn dit beestjes toch vlug!
Dien avond gingen ze vroeg ter ruste
om uit te slapen van de vermoeienissen van
dien dag en om den volgenden dag vroeg
uit de veeren te kunnen zijn.
„Hé, fijn weer vandaag; je reinste kam-
peerweertje!" vond Karei toen hij den
anderen morgen vroeg ontwaakte.
„Zóó mag het veertien dagen lang blij
ven" beaamde Theo.
Heerlijk stil was 't nog ;niets dan de
wind hoorde je door de boomen ruisen en
het gezang van de vogels. Kijk een paar
koolmeesjes op gindsche tak! Brutaal volk
je, die koolmeesjes. Zouden de meisjes al
wakker zijn!
„Jó" zuchtte Karei, „als Pa en Moe nu
miaar gauw wakker worden! Ik heb hon
ger als een paard. We zullen eens gaan luis
teren of we bij de meisjes al iets hooren!"
Behoedzaam en stil slopen de jongens
over den grond naar de meisjestent. Ja,
hoor, ook die waren al wakker! Maar de
jongens mochten niét naar haar toe voor
Vader en Moeder wakker waren! Jammer,
ze konden elkaar anders eens gezellig pla
gen! Even later, ze waren juist weer in ham
eigen temt terug, werden ze geroepen om
te komen ontbijten.
„Ahoi, joehoe", galmden de jongens terug.
Na het ontbijt werden de plannen voor
dien dag opgemaakt. Er zou geloot worden
wie er op de tenten moest passen en dan
tevens voor het middagmaal zou zorgen.
De anderen zouden dien morgen op ver
kenning uitgaan waar de verschillende
levensmiddelen vandaan moesten komen.
Het lot viel dien dag op Truus.
Eerst den ontbijtboel afwassen en op
ruimen; verder was er dien eersten dag
nog niet veel te doen. Koffie zetten tegen
twaalf uur, 's middags zou Moeder er voor
zorgen dat aardappelen en groente aan
wezig was, dan kon Truus die vast schillen
en schoonmaken.
In de nabijheid was een boerderij, waar
water en melk, aardappelen en groente
van betrokken kon worden, ontdekte me
vrouw Verberk. Ook boter kaas en eieren
leverde de boerin; de rest moest uit 't dorp
gehaald worden.
Wat voor de jeugd van meer beteekenis
was, was 't zwembad dat er dicht bij lag.
Voor een klein entrée geld kon men er ge
bruik van maken. Dat was wat! Echt knus
se badkamertjes waren er getimmerd; 't
zag er vriendelijk en frisch uit. Wat ge
zellig!
Tegen twaalf uur kwamen allen honge
rig terug; vlug werd de lunch klaar ge
maakt, waarbij ieder zijn of haar taak
kreeg. Ook de kleine Kitty kreeg wat te
doen.
't Werd een heerlijke tijd!
De kinderen en ook Vader genoten van
't heerlijk, frissche water. Voor het gemak
hadden ze een abonnement genomen. Theo
deed allerlei kunstjes in het water en al
len hadden pret om zyn capriolen, 't Weer
bleef best en iedereen werd bruin gebrand.
Ook verscheiJene fietstochtjes in den om
trek waren al ondernomen. Af en toe werd
er 's avond een kampvuur aangelegd en
dan werd er gezongen of verhalen verteld.
Vader had beslist dat ieder op de beurt een
verhaal ten beste moest geven, maar dat er
niet opgeschept of overdreven mocht wor
den! Nu, zoo af en toe overtrad één der
vertellers deze Tegels wel eens!
Wordt vervolgd.
in Zuid-Amerika in stilstaande meren en
poelen en is voorzien van een electrisch
orgaan, waarmee hij hevige schokken kan
geven.
5. Dat beteekent een zeer goede, voor
delige en gemakkelijke betrekking en dus
een ambt, dat aanzienlijke inkomsten ople
vert zonder werk van den benoemde te
vorderen: eig. zonder zorg. Het latijn is
sinecura.
6. Lustrum is een tijdruimte van 5 jaar.
Bij de Romeinen werd alle 5 jaar het volk
gemonsterd. Een zaak van 5 jaar viert
haar eerste lustrum
Oom Wim.