fe
ii/V
°V
<33
/I o r?(xQ
GSq
ET VALT MOEILIJK IN OOGEN-
blikken als deze, waarin de blijdschap ons volk in al zijn geledingen
zoo geheel vervult, naar waarde uiting te geven aan wat in de
harten leeft.
Onze steden en dorpen zijn vol gerucht. Tot in de verste uithoeken
zoowel van het moederland als van de koloniën weerklinkt het gejuich
over de geboorte van een vorstenkind te Soestdijk.
Het gebeurt maar uiterst zelden, dat een kind in de wereld niet met
vreugde wordt ontvangen. En bovendien met ontroering over het wonder,
dat zich eindelooze malen herhaalt sinds het begin van het menschelijk leven
op aarde.
In de kamer, waar de jonge moeder met een glimlach van zaligheid op
het bleeke gelaat neerligt, is het dan stil. Alleen de jonggeborene heeft het
recht, die stilte met zijn eerste kreetjes te verbreken. Want dit is een gerucht,
dat de moeder niet vermoeit.
Maar ondertusschen zijn de andere kamers van het huis vol opgewekt
rumoer. Er wordt getoost en gefeest en gedronken op de gezondheid van
moeder en kind.
De vreugd bij dè geboorte van het kind op Soestdijk is niet beperkt tot
I den nauwen kring van familieleden. Er juicht een geheel volk. Het is, alsof
wij allen persoonlijk ons gezin hebben zien groeien, alsof dit kind ons eigen
kind ware.
Wat is het toch, dat zoowel bij de geboorte van Pripses Beatrix als nu
opnieuw bij de geboorte van dit tweede vorstenkind, ons spontaan ons werk
doet neergooien, ons naar buiten de straat opjaagt, ons het glas doet heffen,
ons de vlaggen doet uitsteken, ons elkaar op straat laat aanspreken, ons
doet glimlachen ons, die nuchtere Nederlanders
Het is het intuïtieve, al of niet volkomen bewuste gevoel, dat met het
voortbestaan van de Oranje-dynastie onze vrijheid en onafhankelijkheid
staat of valt.
Er is een tijd geweest, nog niet zoo heel veel jaren geleden, dat die dynastie
in haar voortbestaan werd bedreigd. Twee vrouwen waren er overgebleven,
nadat de stormen van smart over Haar hoofden waren heengegaan. Twee
zwakke vrouwen.....
Maar toen kwam opeens ook de ommekeer. Er kwam een jonge prins uit
een ander land, Juliana trouwde, en de hoop keerde terug.
En sindsdien groeit de oude Oranjestam opnieuw. Met elke uitbreiding
van dit gezin stijgt de zekerheid, dat het Huis van Oranje niet zal uitsterven,
en het Huis van Oranje is de hoop van Neêrlands toekomst.
En daarom steekt nu ons volk de vlag uit. De welgestelde zoowel als de
arme. Of men links is of rechts in zijn politiek. Welken godsdienst men
ook belijdt. Ieder zonder onderscheid. Wie zich niet mengt in de algemeene
feestvreugde, stelt zich welbewust buiten de gemeenschap van het Néder-
landsche volk.
Tijden als deze zijn een verademing in een periode van veel rumoer en
oneenigheid. Te midden van internationale spanningen kan een volk niet
beter doen, dan zich krachtig bezinnen op wat alle leden van dat volk
vereenigt en eens eenige oogenblikken vergeten, welke verschillen er zijn
in de opvattingen op allerlei gebied.
En ook nationaal wordt ons volk er beter van, als het de schotjes eens
omverwerpt, en over de omvergeworpen muurtjes elkaar de hand reiktZie,
wij kenden elkaar niet, zooals wij werkelijk zijn, maar nu komt onze aard
eens even naar boven; neen, wij zijn niet zoo slecht als het scheen.
Ons volk is nuchter, zegt men. Goed, het houdt niet van opgeschroefde
betuigingen van liefde voor zijn Koningin en Haar huis in normale tijden.
Men is bang voor een aansteller te worden gehouden.
Juist daarom zijn dagen als deze van zooveel waarde. Dagen, waarop wij
allen eens even uit de plooi komen. Dagen, waarop wij eens dwaas willen
doen, onzen hoed scheef op het hoofd zetten, onze vrouw omhelzen en
zeggen Vrouw, er is een kind geboren
Op andere dagen neemt onze taak, onze arbeid ons geheel in beslag.
Doch op dézen vreugdevollen dag vieren wij ongedwongen feest.
Het glas geheven, de vlaggen uit, wantEr is ons een kind geboren
^jQlijde CJijding
Laat Oost en West de blijmaar hooren,
Die kroon en Volk vervult met vreugd
Aan Neêrland is een Kind geboren,
Een kindje, dat ons hart verheugt.
Wees welkom, welkom, Koningskind
Vóór Uw geboorte reeds bemind.
God doe Zijn zegen nederdalen
Op 't wiegje, waar ge in nederligt,
Bewake Uw sluim'rend ademhalen
En 't blosjen op Uw jong gezicht
Bloei, groei voorspoedig, Vorstenloot
Elk wenscht U schoon te zien en groot.
Met dankb'ren lach op 't vriend'lijk wezen,
Hou straks, naar aller wensch en hoop
Gezond van 't kraambed opgerezen,
De liefste Moeder U ten doop
Gelijk Haar; druk, o Koningsspruit,
Naar lijf en ziel Haar wezen uit
en Ds. Blaauwendraad. Niemand, die voor
zijn luidspreker zat, zal de ontroering ver
geten, die hem overweldigde, toen het kind
begon te schreien en heel Nederland voor
het eerst de kreten hoorde van de geliefde
kleine Prinses.
Gejubeld is er door heel ons volk, toen
Beatrix, de „gelukaanbrengende", haar eer
sten verjaardag vierde.
En omdat de Vader een enthousiast film
operateur en fotograaf is, hebben wij van
Zijn eersteling meer beelden gezien, dan
ooit van een Vorstenkind werden gemaakt
en gepubliceerd.
Ook Prinses Beatrix, hoe klein zij nog is,
en hoezeer zij nog veel teedere zorgen zal
behoeven, voordat zij aan alle verwachtin
gen, die van Haar door ons volk gekoesterd
worden, zal kunnen beantwoorden, dient
te worden gelukgewenscht met het feit,
dat zij niet meer alleen is, maar over
eenigen tijd een vertrouwd kameraadje zal
hebben. Twee kinderen, die elkaar zuilen
opvoeden, zooals alleen kinderen dat
kunnen.
Ook terwille van Prinses Beatrix is onze
vreugde bij deze geboorte groot.
Vrij
Nicolaas Beets
Een gelukkig Gezin
Bij al de vreugde, die in deze dagen tot
uiting komt in ons volk, en die zoo vol
komen verklaarbaar is, omdat de toekomst
van het Oranjehuis opnieuw minder zor
gelijk is geworden, mogen wij niet ver
geten, dat de grootste blijdschap er het
meest intense geluk gesmaakt wordt dooi
de Vorstelijke Moeder, den populairen
Vader, en stellig niet in de laatste plaats
in Qjcdei'land
De Vorstelijke Grootmoeder
Het oudere Zusje
Voor Hare Majesteit de Koningin is deze dag ongetwijfeld in de eerste
plaats er een van groote vreugde.
Uit menschelijk oogpunt bezien, is die vreugde natuurlijk niet minder
in het hart van de Moeder van Prins Bernhard, de ook in ons land reeds
bekend geworden Prinses Armgard.
Maar voor onze Koningin komt daar nog bij de groeiende zekerheid, dat
de Oranje-dynastie tot in de verre toekomst is verzekerd.
Vooral Zij, die in enkele jaren twee geliefde familieleden zich door den
dood zag ontrukt, en een tijd heeft beleefd, waarin de toekomst wel zeer
duister scheen, omdat zij alleen bleef met Hare Dochter, is sindsdien wel
op zeer bijzondere wijze door Gods gehadige hand getroost.
Eerst kwam daar de vreugde der verloving en van het huwelijk van
Prinses Juliana met een Prins uit een ander land. Een huwelijk, dat meer
en anders was dan de meeste vorstenhuwelijken plegen te zijn niemand
heeft ooit eraan getwijfeld, of het was waarachtige liefde, die deze twee
jonge menschen aan elkaar verbond.
En toen werd op 31 Januari 1938 de eerstelinge geboren.
Zoo groeide de Koninklijke familie opnieuw, die nu reeds uit vijf personen
bestaat en dus sterker tegenover de toekomst staat dan toen de betreurde
Koningin-Moeder en de Prins-Gemaal nog leefden.
Welk een vreugde moet ook thans weer het hart van onze Vorstin
doorgloeien
Er is een wisselwerking tusschen ons Volk en zijn KoninginZIJ ziet
zonder twijfel in den groei van het Prinselijk gezin niet in de eerste plaats
Haar eigen geluk als Grootmoeder, maar de veiligheid van ons volk, welks
voorrechten en vrijheid in een onzekeren tijd gewaarborgd blijven zoolang
het Oranjehuis met zijn eeuwenoude traditie ze beschermen kan.
Omgekeerd denkt ons Volk in zijn beste oogenblikken aan het intieme
geluk van de Grootmoeder, wier levensavond begint te naderen, verlicht
door de opnieuw opgaande Oranjezon.
Naar Hare Majesteit de Koningin gaan dan ook onze hartelijke geluk-
wenschen uit. Moge Zij nog vele jaren in ongestoord geluk getuige zijn van
den groei en de ontwikkeling van Haar beide kleinkinderen.
Als vanzelf gaan op dezen dag onze ge
dachten terug naar de gebeurtenissen
rondom de geboorte van „Neêrlands popu
lairste baby", zooals Prinses Beatrix is
genoemd.
Ook toén die spanning, die op het laatst
schier ondragelijk werd. Ook toen die pu
blieke voorbereidingen, soms wel eens een
beetje al te voorbarig, om de komende
geboorte te vieren. Ook toen daar tusschen
door een enkele - anecdote, waardoor de
menschelijke zijde van wat op het Paleis
Soestdijk stond te gebeuren, onder de aan
dacht van ons volk kwam.
En dan opeens, door het wonder van de
radio, slechts enkele momenten later, over
het geheele land een zee van vlaggen en
een orkaan van vreugde.
Beatrix is voorspoedig opgegroeid. Elke
foto werd met gretigheid door duizenden
gekocht, door velen, werden ze bewaard,
zooals men het leven van een eigen baby
van stap tot stap volgt en de beelden ervan
zorgvuldig opbergt.
Men pleegt in het dagelijksche leven zijn
gevoelens van liefde voor Volk en Vorsten
huis niet dikwijls te uiten. En daarom wor
den de bijzondere gebeurtenissen in het
Vorstelijk gezin met dubbele graagte ge
maakt tot hoogtijdagen.
Zoo was het ook met de ver-schillende
stadia in het jonge leven van Prinses
Beatrix.
Daar was eerst de döop door Ds. Weiter
door de geliefde Grootmoeder, onze
Koningin.
Wij doelen nu niet op de dankbaarheid,
die zij ongetwijfeld in hun hax-t voelen op
rijzen ter wille van het Nederlandsche volk,
maar op die echt menschelijke vreugde als
Moeder, Vader en Grootmoeder.
Er zijn weinig menschen, die niet ont
roerd worden aan de wieg van een pas
geboren kind.
Daarom willen wij in gedachten een
moment vertoeven bij de wieg van dit
jonge menschenkind, dat binnenkort het
speelkameraadje van onze Prinses Beatrix
zal worden en als menschen tegenover
menschen ons vei-heugen over de uitbrei
ding van dit gezin, over het eeuwig-oude
en eeuwig-nieuwe wonder der geboorte
van een menschenkind.
Het Paleis te Soestdijk
Voor de tweede maal in twee jaar tijds
staat het Paleis te Soestdijk in het middel
punt der algemeene belangstelling. Door
de tallooze afbeeldingen zijn wij allen ver
trouwd geraakt met dit voi-stelijke ge
bouw, gelegen in fraaie, rust .e omgeving.
Het dateert reeds uit 1674 en werd ge
bouwd voor Prins Willem III. Vervolgens
kwam het in het begin van de 18e eeuw
in het bezit van Johan Willem Friso. In
1795 werd het tot Staatsdomein verklaard.
Na het einde der Fi-ansche overheersching
boden de Staten het slot als blijk van hulde
aan Pi-ins Willem II aan. Na den dooa van
Willem II nam Anna Paulowna er haar
intrek, en vervolgens Pi'ins Hendrik.
De heugelijke gebeurtenis van vandaag
Ijoept ons de dagen van den glorietijd onzer
republiek te binnen. Het Oranjehuis, dat
met zulk een breeden stoet van zonen ons
Vadei-land herhaaldelijk in zijn nood te
hulp kwam, scheen, in het jaar 1650 even
als dat enkele jaren geleden nog het geval
was, zijn laatsten band met Nederland te
moeten verbreken.
In prille jeugd, nauwelijks een jonge
ling, was Stadhouder Willem II aan de
kinderpokken overleden. Zijn zoon, de
latere Willem III, moest toen nog geboren
worden.
En toen deze het levenslicht aanschouw
de, werd het jonge knaapje in ons land
niet vriendelijk ontvangen. Twintig jaren
moest het duren, eer hij tot het ambt van
zijn doorluchtige voorvaderen werd geroe
pen. Maar dan ontwikkelt hij zich ook tot
een figuur, die door velen op één lijn met
den Vader des Vaderlands wordt gesteld,
door sommigen zelfs nog hooger.
En ziet, opnieuw dreigt de band tusschen
Nederland en Oranje te worden verbroken,
want ook deze Willem stierf kinderloos.
Gelukkig had God nog een tak van de
Oranjes voor ons land gespaard, en uit de
Friesche stadhoudei-s komt opnieuw een rij
vorsten voort, die lief en leed met ons volk
hebben gedeeld.
Hoe innig ons volk met het Oranjehuis
verbonden is, leert de geschiedenis van de
laatste halve eeuw.
Nadat Nederland in angst en bezoi-gdheid
de i-ampen, die het gezin der Oranjes ge
troffen hadden, had gadegeslagen, werd een
nieuwe hoop opgewekt bij de geboorte van
onze tegenwoordige Koningin Wilhelmina.
Trots en liefde hebben ons altijd vervuld
bij de gedachte aan onze geëerbiedigde
Vorstin. Trots, omdat Zij Haar taak op zoo'n
sublieme koninklijke wijze vervulde, innige
liefde, wijl wij allen beseften, hoe onze
band met het Oranjehuis met dit eene
kostbare leven samenhing.
Men moet dit alles overwegen, om te
begrijpen, met welk een eerbiedige vreugde
ons volk de geboorte van Prinses Juliana
begroette, en hoe deze innig gekoesterde
gevoelens uitsloegen tot een laaiende uit
bundigheid, toen de volwassen jonkvrouw
hart en leven verpandde aan een Prins uit
andere gewesten, die stormenderhand
Nederlander werd in den besten zin van
het woord.
Een golf van dankbaarheid doorstroomde
het Nederlandsche volk, toen dit huwelijk
gezegend werd met de geboorte van Prinses
Beatrix, en aldus de belofte vervuld werd,
die het samengaan van dit jonge paar had
gegeven.
De ontwikkeling en groei van dit kind,
nu anderhalf jaar oud, wordt door heel
ons volk met aandacht en liefde gevolgd.
Niet het minst door de wijze, waarop de
koninklijke ouders ons op de hoogte plegen
te houden, zooals oudei-s dat plegen te doen
tegenover hun naasten kring van familie
en bekenden.
Zelden heeft een film zooveel succes ge
had, al speelden er de meest gevierde
sterren in, als die, welke door Prins Bern-
hard werd gemaakt van Prinses Beatrix'
eerste stappen op eigen kracht. Als deze
film van een kind woi-dt vertoond, zijn de
bioscoopzalen uitverkocht. Ieder wil gezien-
hebben, hoe onze Prinses er nu uitziet, en
hoe zij loopt en speelt. 0
En nu, in korten tijd voor de tweede
maal, is een loot aan den Oranjestam ontbot.
Het is, alsof wij ruimer beginner adem te
halen. Reeds waren we gezegend in de
gebooi-te van Prinses Beatx-ix, maar nog
altijd was de lijn broos. Nu wordt zij met
een tweede versterkt.
Hoe vurig vergezellen onze wenschen dit
kind, dat ontsproten is aan denzelfden
stam als die groote Oranjes Willem de
Zwijger, Prins Maurits, de held van onze
gouden eeuw Frederik Hendrik, de geniale
Willem III, koning van Engeland wier
roemruchte daden ons met bewondex-ing
vervullen en wier moed en trouw wij ook
in dit jonge leven hopen te zien ontluiken.
Thans viert heel Nederland feest. Terwijl
aan alle kanten de donkere wolken nog
over Europa drijven, geniet Nederland door
Gods hoogsten zegen een dag van zuiveren
zonneschijn.
Een spanne tijds vervult een ongestoord
gelxxk ons volk en warxneer straks nieuwe
moeilijkheden van alle zijden op ons aan
mochten rukken, dan zulllen wij gesterkt
en vol vertrouwen de nationale zor
gen tegemoet gaan.
Leve Nederland, leve
het Oranjehixis, leve
de Oranjetelg