DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Autobus met
achttien meisjes
door vrachtauto
geramd.
Land- en Tuinbouw
DONDERDAG 3 AUGUSTUS 1939
30ste Jaargang No. 9404
S)e CclcbclveSoii^cmt
Bureaus Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Adv. en Abonn. -tarieven zie pag; 2»
Giro 103003. Postbus 11.
Dit nummer bestaat uit
vier bladen.
Het sociaUsme.
Zoo vele menschen praten over encyclie
ken, maar zoo weinigen kennen de pause
lijke wereld-brieven.
Wij moeten de encyclieken niet gebrui
ken als pauselijke wimpels. Maar wij moe
ten ze wel gebruiken, om er uit te leeren;
wij moeten ze wel gebruiken als leiddraad
en als richtsnoer voor ons handelen.
Vandaag willen wij 'ns een citaat geven
uit de veél-geroemde encycliek Quadrage-
simo Anno; een citaat, waarin zoo klaar
voor ons wordt opengelegd het antwoord
op de vraag: hoe wij, katholieken, staan te
genover het gematigde' wij zouden kun
nen zeggen: verburgerlijkte Socialisme.
Eerst bespreekt de Paus het extreme so
cialisme en daarna het gematigde socialis
me. Wij citeeren nu uit genoemde ency
cliek:
Meer gematigd is de tweede groep, die
den naam van „socialisme" heeft behouden.
Deze wil geen geweldmiddelen, en wat den
klassenstrijd en de afschaffing van privaat
bezit betreft: zij staat daar wel niet afwij
zend, maar toch vrij wat gematigder tegen
over. Het heeft den schijn, alsof het socia
lisme, terugschrikkend voor zijn eigen be
ginselen en voor de consequenties, door het
communisme eruit getrokken, een neiging,
een zekere toenadering vertoont tot die
waarheden, die de christelijke traditie
èteeds gehuldigd heeft: het valt immers
niet te ontkennen, dat hun wenschen de
rechtmatige eischen der christelijke maat
schappij-hervormers somstijds sterk nabij
komen.
Van den klassenstrijd en de afschaffing
van particulier bezit komt het min of meer
terug.
Wanneer vijandelijkheden en wederzijd-
sche haat maar buitengesloten blijven, gaat
de klassenstrijd langzamerhand over in een
eerlijke, op het streven naar rechtvaardig
heid'gebaseerde belangendiscussie, die wel
niet de.heerlijke sociale vrede is, waarnaar
wij allen streven, maar toch het uitgangs
punt kan zijn en moet zijn, om te komen
tot een onderlinge samenwerking in „be-
drijf schappen". Ook de strijd tegen het pap-
tjculier bezit is meer en méér geluwd en
in die mate beperkt, dat ten slotte niet de
eigendom van productie-middelen wordt
aangevochten, maar een zekere sociale
overheersching, welke de eigendom zich
wederrechtelijk heeft aangematigd. Inder
daad komt zulk een oppermacht niet toe
aan den eigendom, maar aan het staatsge
zag. Op die manier is het niet uitgesloten,
dat deze eischen van het gematigde socia
lisme hoe langer hoe minder gaan ver
schillen van de wenschen en verlangens
van hen, die streven naar een sociale her
vorming op christelijken grandslag. Te
recht immers wil men den eigendom van
sommige soorten goederen aan de gemeen
schap voorbehouden, daar het overwicht,
dat zij meebrengen, zoo groot is, dat het
zonder gevaar voor de gemeenschap aan
particulieren niet kan worden toegestaan.
Zulke gerechtvaardigde eischen en ver
langens wijken in geen enkel opzicht meer
af van de christelijke waarheid, maar nog
veel minder zijn ze specifiek-socialistisch.
Daarom is er voor hen, die niets meer dan
dit nastreven, geen reden om zich bij het
socialisme, aan te sluiten.
Men meene intusschen niet, dat alle niei-
communistische partijen of groepen in het
socialisme zonder uitzondering, in hun da
den of in hun program, reeds een zoo ver
standig standpunt hebben ingenomen. Mees
tentijds gaat het niet om een algeheele ver
werping, maar slechts om een zekere ma
tiging in den klassenstrijd en de opheffing
van den eigendom.
■Nu rijst de vraag, of liever door sommi
gen wordt, echter zonder redelijken grond,
de vraag opgeworpen: als de valsche prin
ciepen van het socialisme aldus gewijzigd
en eenigszins vervlakt worden, kunnen dan
misschien ook de beginselen der christelij
ke waarheid eenigszins verzacht en gema
tigd worden in dien geest, dat men het so
cialisme tegemoet treedt, en, om zoo te zeg
gen, halverwege bij elkaar komt? Sommi
gen laten zich inderdaad verleiden door de
ongegronde hoop, op deze wijze de socia
listen voor onze ideeën te kunnen winnen.
IJdele hoop evenwel. Wie apostel wil zijn
ohder de socialisten, moet de christelijke
waarheid in haar geheel en onverminderd,
openlijk en oprecht belijden, en niet de
minste concessie doen aan de dwaling.
Neen, als zij ware herauten willen zijn van
het Evangelie, dan moet hun voornaamste
istreven zijn, den socialisten te laten zien,
dat hun eischen, voor zoover ze gerecht
vaardigd zijn, een veel krachtiger verde
diging vinden in de beginselen van het
christelijk geloof,, en veel nader tot hun
verwezenlijking gebracht worden door den
invloed der christelijke naastenliefde.
Maar ook al ware het socialisme, ten op
zichte van den klassenstrijd en den eigen
dom, inderdaad zóó gematigd en gelouterd,
dat er in dit opzicht niets meer in af te keu
ren was, heeft het dan daarmee in eens zijn
anti-christelijken geest afgelegd? Deze
vraag houdt velen in onzekerheid. En on
telbare katholieken, die er diep van over
tuigd zijn, dat de christelijke beginselen
nooit mogen prijsgegeven worden of ver
vlakt, richten him blikken naar dezen H.
Stoel, en vragen dringend, dat Wij een be
slissend antwoord zullen geven op de
vraag, of dit socialisme zoodanig van zijn
vaische leerstellingen is teruggekomen,
dat het, zonder gevaar voor welk christelijk
beginsel ook, kan aanvaard, en, om zoo te
zeggen, gekerstend worden. Om aan deze
katholieken, overeenkomstig Onze vader
lijke bezorgdheid, tegemoet te komen, ver
klaren Wij: hetzij men het socialisme be
schouwt als stelsel, of als historisch ver
schijnsel, of als „beweging", zoolang het
het echte socialisme blijft, is het, ook na
dat het in genoemde opzichten tegemoet
kwam aan de waarheid en de rechtvaar
digheid, onvereenigbaar met de leer der
Katholieke Kerk, omdat de opvatting, die
het heeft van de maatschappij, lijnrecht in
strijd is met de christelijke waarheid.
De opvatting, die het heeft van de maat
schappij en van de sociale natuur van den
mensch, verschilt hemelsbreed van de
christelijke waarheid.
Deze laatste gedachte werkt de Paus dan
nader uit.
Men leze maar 'ns zelf de encycliek in
haar geheel!
Wij hebben vrij uitvoerig geciteerd, om
tot die lezing te prikkelen.
Het vraagstuk, waarom de encycliek in
het gegeven citaat handelt, is heel ac
tueel, al.geeft de encycliek hier
geen antwoord op de vraag: of de katho
lieken van Nederland moeten medewer
ken aan de vorming van een Kabinet op
breede of breedere basis, waarin ook de S.
D. A. P. zitting heeft, of aan de vorming
van een Kabinet van Katholieken, S. D.
A. P. en V. D., of aan de vorming van een
Kabinethoe dan ook!! aan het ant
woord, dat een katholiek op deze vraag
wil geven, kan hij niet..., de encycliek
hangen als een pauselijken wimpel!
De katholiek kan en moet zich echter
"wel bij de beantwoording van. de hier be
doelde actueele vraag mede laten leiden
door de waarheid en de werkelijkheid be
treffende de leer van het socialisme, in de
encycliek zoo scherp omlijnd en zoo klaar
belicht.
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
LONDEN: Het Britsche parlement is dan
toch naar huis gestuurd om tot 3 October
vacantie te nemen. Er waren verscheidene
Lagerhuisleden, die maar liever wilden
blijven zitten. Het is tegenwoordig zoo'n
rare tijd, vonden zij, en je kón maar nooit
weten, wat de regeering doen zou, als zij
den „steun" niet zou hebben van het La
gerhuis. Minister-president Chamberlain
heeft echter geen behoefte aan dien „steun"
hij vindt de controle van het parlement
zelfs iet of wat lastig. De oppositie betoogde
dan ook tevergeefs, hoe ernstig de oorlogs
toebereidselen wel waren, zoodat het La
gerhuis wel moest blijven „zitten" om het
ergste te voorkomen. Chamberlain voelde
dat als een motie van wantrouwen; als er
wat bijzonders gebeurt, zou hij het parle
ment altijd nog kunnen bijeenroepen. De
meerderheid was het met hem eens en
zoo ging het Lagerhuis op vacantie. De
Britsche regeering kan nu rustig met Mos
kou onderhandelen zonder telkens op vra
gen van parlementsleden optimistisch te
moeten antwoorden, omtrent de nabijheid
van een accoord. Gisteren heeft Chamber
lain toegegeven, dat het nog wel een tijdje
duren kon, voordat het accoord met I
kou „in kruiken en kannen" was. Datzelfde
wordt bevestigd door berichten uit Mos
kou, waar gisteren opnieuw besprekingen
hebben plaats gevonden. Er viel wel eenige
vooruitgang te boeken, aldus verluidt het
uit Moskou, maar een accoord is nog lang
niet in 't zicht.
TOKIO: Ook de conferentie te Tokio tus-
schen de Engelschen en de Japanneezen
vlot niet bijster. Terwijl de berichten in
de Japansche bladen pessimistisch zijn en
het doen voorkomen, alsof de besprekingen
op een dood punt zijn gekomen, wordt van
gezaghebbende Japansche zijde vernomen,
dat de toestand in werkelijkheid niét zoo
hopeloos is. Ten aanzien van de procedure
der conferentie echter stellen de Japannee
zen zich op het standpunt, dat de econo
mische en politie-kwesties onverbreke
lijk met elkaar verbonden zijn en dat het
daarom onmogelijk is, te streven naar een
afzonderlijk accoord over de politie-
kwestie alleen, vooral daar de economische
kwestie van zeer veel invloed is op de vei
ligheid der Japansche strijdkrachten in
Noord-China en de pogingen die zij doen
om de orde en rust te handhaven. Voorts
wordt er óp gewezen, dat iedere poging,
het politie-vraagstuk te scheiden van de
economische kwestie, indruischt tegen het
tusschen Arita en Craigie gesloten accoord
betreffende algemeene kwesties, die den
achtergrond van de situatie te Tientsin
vormen.
5)c JCa&inetó-oUóió
De vice-president van dén Raad van
State, jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland,
heeft zich gistermiddag te vijf uur naar H.
M. de Koningin op den Ruigenhoek bege-
ren.
De regeeringpersdienst meldt:
H. M. de Koningin heeft hedenmor
gen den Minister van Staat jhr. mr. D.
J. de Geer ontvangen.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
Drie dooden, twee
levensgevaarlijk gewonden
Een zeer ernstig autobus-ongeluk
heeft zich vanochtend in de vroegte
voorgedaan onder de gemeente Etten
en Leur, waarbij drie meisjes op slag
gedood werden en twee andere inzit
tenden levensgevaarlijk werden ge
wond.
Omstreeks vijf uur reed op den Rijksweg
BredaEtten een autobus van de B. B. A.
met achttien meisjes, die werkzaam zijn
op de Hero-fabrieken te Breda. De auto
bus kwam uit dé richting Etten. Van den
tegenovergestelden kant naderde een
vrachtauto. Door nog niet bellende oor
zaak reed laatstgenoemde wagen op de
bus in. De chauffeur trachtte nog uit te
wijken, hetgeen echter niet. gelukte.
De gevolgen w^ren verschrikkelijk.
De autobus wei'4j^?.an den linkerkant
gelièel opengeschèurdy waardoor de lin
kerhelft van den wagen totaal werd
vernield. Drie der meisjes werden on
middellijk gedood. Het zijn de 17rjarige
Antonia Rijsdijk, de 17-jarige Cornelia
van Toorn en de 20-jarige Anna Vught,
allen uit Oudenbosch.
De 18-jarige Anna de Rooy en de
20-jarige Cornelia Timmermans, bei
den eveneens uit Oudenbosch, werden
zeer ernstig gewond.
Onmiddellijk werd geneeskundige hulp
ingeroepen en de geneesheeren Mol en
Hoek uit Etten waren spoedig ter plaatse.
Zij konden bij eerstgenoemde meisjes
slechts den dood constateeren. Den twee
zwaar gewonden meisjes werd geneeskun
dige hulp verleend, waarna zij per zieken
auto naar het St. Antonius-ziekenhuis te
Breda zijn overgebracht. Haar toestand is
levensgevaarlijk. Zij hebben o.m; een
beenbreuk, een armbreuk en ernstige
hoofdwonden opgeloopen. Het stoffelijk
overschot der drie slachtoffers werd naar
het gasthuis te Etten vervoerd. De overige
dertien meisjes kwamen met den schrik
vrij. Zij waren echter geheel van streek en
zijn met taxi's naar hun woningen in Oud-
Gastel en Oudenbosch overgebracht.
De marechaussée en de gemeente-politie
uit Etten, evenals de burgemeester, de heer
H. A. Hamilton, waren op het terrein van
het ongeluk aanwezig.
Een onderzoek naar de schuldvraag
wordt ingesteld. De bestuurder van de bus
werd niet gewond. Hij was zoo overstuur
dat hij nog niet gehoord kon worden. De
chauffeur van de vrachtauto bleef eveneens
ongedeerd. De wagen werd licht bescha
digd.
INKROMPING DER FRANSCHE
CONTINGENTEERINGSMAATREGELEN.
PARIJS, 3 Augustus. (A. N. P.) In
een communiqué van het Fransche ministe
rie van handel wordt medegedeeld, dat de
Fransche regeering besloten heeft, de toe
passing te staken van een aantal contin-
genteeringsmaatregelen, welke voor den
invoer van industrieele producten gelden.
Het doel hiervan is, de administratieve for
maliteiten te vereenvoudigen en aan te
sturen op herstel van den vrijhandel. De
opheffing der contingenteeringsmaatrege-
len geldt niet voor landbouwproducten.
Overigens behoudt de regeering zich
voor, de contingenteering onmiddellijk we
der in te voeren, ingeval misbruik zou wor
den gemaakt van de aan den handel gege
ven vrijheid door op de Fransche markt
goederen te plaatsen tegen obnormaal lage
prijzen.
POLITIEK PARTIJENSPEL.
Van bepaalde zijde zoekt men het partij
belang schuldig te verklaren aan de ka
binetscrisis. De Volkskrant schrijft
naar aanleiding daarvan:
„Er is.geen politiek partijenspel, er is
een meen in gs verschil over een gewich
tig vraagstuk, een der eerste volksbelan
gen rakend, en voor dit meeningsver-
schil, waarbij ons volk in zijn breede
geledingen partij heeft gekozen, moet
een uitweg worden gevonden.
Zóó. staat de kwestie, zakelijk en niet
persoonlijk, en zakelijk ook moet ze
worden afgewikkeld.
Maar men belemmert dit als men aan
een partijbelang toeschrijft wat niet an
ders dan een eerlijk inzicht is, dat alle
aanspraak mag maken op respect, ook
indien men het niet deelen kan.
Door aan een eerlijk inzicht eigenbe
lang onder te schuiven laat men het in
zicht beheerschen door weinig achtbare
overwegingen en ontneemt het alle
waarde.
In een „neutraal" dagblad wordt een
oproep geplaatst tot de jongeren als
de jongeren, dan te verstaan de mannen
en vrouwen tusschen de dertig en de
veertig jaar om zich tegenover de
politieke partijen aaneen te sluiten.
Het jongere geslacht zoo heet het
in eensamenvatting „verlangt geen
dictatuur, noch van het proletariaat, noch
van een Hitler of Mussolini in duodeci
mo, maar het wenscht ook niet langer
rond te baggeren in den modder van
deze radelooze, redelooze en reddelooze
parlementaire democratie".
Wie zijn schuld aan dergelijke onbe
kooktheden?
Wie lokken lyrische ontboezemingen
uit van dezen aard, dat de jongeren zich
niet langer op sleeptouw moeten laten
nemen door een geslacht „dat zijn tijd
gehad heeft", dat zij zich moeten losma
ken uit de velerlei omklemmingen waar
in pen listige partij-paedagogiek hen ge
vangen heeft, en eensgezind, als één
man, front moeten maken met het ge
zicht naar het volk „en met de rug naar
het miserabel en naargeestig gedoe dei-
politieke partijen"?
Met de N.S.B. behoeft men zich niet
bezig te houden: die cultiveert op het
oogenblik alleen haar idee fixe van de
inquisitiepartij en van het politieke ka
tholicisme en is tijdelijk bondgenoot van
wie in het bekende meeningsverschil te
genover de R.K. Staatspartij staat.
Maar waarom kunnen wij niet allen,
dankbaar de vrijheid gebruikend die ons
is gelaten, aan die vrijheid zelf de grens
stellen van het fatsoen?
Wij behoeven er ons inzicht niet voor
prijs te geven, maar de strijd wordt dan
waardiger gevoerd en de kapers op de
kust krijgen geen kans".
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Het Britsche parlement is op vacantie
gegaan tot 3 October. (2de blad).
Bij de besprekingen te Moskou was gis
teren wel eenige vooruitgang te constatee
ren, maar een accoord is nog niet in het
zicht. (2de blad).
De anti-Britsche agitatie in China. (2de
blad).
Binnenland
Ernstig ongeluk te Etten en Leur. Drie
dooden en twee zwaar gewonden. (1ste
blad).
Nederland verliest onfortuinlijk van
Duitschland in den strijd om de Horthy-
beker. (3e blad).
Lelden
Een moordaanslag te Leiden een man
door messteken ernstig gewond. (Ie blad(.
DE STEVIGHEID VAN DE IN ENGELAND
INGEVOERDE BOTER.
In het jongste nummer van Het Algemeen
Zuivel- en MelkhygiënsCh Weekblad staat
een artikel van de heeren dr. C. I. Kruis
heer te Leiden en ir. B. C. van Balen Wal
kingen betreffende de stevigheid van de in
Engeland ingevoerde boter.
Men weet, dat dikwijls de meening is ge
uit, dat'de Nederlandsche zomerboter aan
merkelijk minder stevig zou zijn dan die
Scandinavische en Baltische boter. Dr. H.
Mulder, scheikundige aan het Rijksland-
bouwproefstation te Hoorn, die in den vori-
gen zomer, tusschen 6 en 13 Augustus,
eenige oriënteerencle waarnemingen betref
fende de consistentie van in Enigeland in
gevoerde boter heeft gedaan, kwam even
wel tot de voorloopige conclusie, dat in d'en
tijd, waarin zijn metingen verricht werden,
de stevigheid van de Scandinavische en Bal
tische boter vrijwel gelijk is aan die van
de Nederlandsche boter. Dit was ook in
overeenstemming met de joodgetallen der
verschillende monsters. De indruk van dr.
Mulder was, dat de reputatie der Neder
landsche boter van geringe stevigheid groo-
tendieels te wijten zou zijn aan de minder
goede koeling tijdens het vervoer naar En
geland en na aankomst aldaar; door de
hoogere gemiddelde temperatuur zou onze
boter inderdaad veel zachter zijn, wat ech
ter voorkomen zou kunnen worden door
betere verzorging tijdens het transport en
aan denwal.
Dr. Kruisheer en ir. Van Balen Walter
hebben getracht eenig mieerder inzicht in
dit voor den Nederlandschen zuivel export
zeer belangrijke vraagstuk te verkrijgen
en zijn in de week van 12 tot 17 Juni j.l.
in de gelegenheid geweest, bij verschillen
de importeurs en op de kaden te Londen,
Manchester en Huil vaten boter op stevig
heid en temperatuur te onderzoeken, de om
standigheden waaronder de boter vervoerd
en bewaard werd, waar te nemen en bespre
kingen te voeren met belanghebbenden.
Volgens hun cijfers vormt de koloniale
boter (uit Nieuw-Zeeland1 en Australië; op
het gebied van de stevigheid een klasse
apart, wat in overeenstemming is met de
algemeene ervaring en ook in de cijfers
van dr. Mulder tot uiting komt. Daarnaast
was er in de periode, waarin het onderzoek
van de heeren Kruisheer en Van Balen
Walter plaats 'had, een duidelijk verschil in
stevigheid tusschen onze boter en die uit
de Noordelijke landen. Deze bevinding is
dius niet in overeenstemming met hetgeen
dr. Mulder voor de periode 613 Augustus
1938 gevonden heeft.
Naar de meening van de schrijvers van
het artikel laat de schijnbare tegenspraak
zich vermoedelijk verklaren door het feit,
dat in de periode, waarin zij hun onder
zoek verrichtten, de boter uit de Noorde
lijke landen nog grootendeels stalboter
was, terwijl uit Nederland reeds sinds
enkele weken grasboter werd uitgevoerd.
Op deze omstandigheid viel hun aandacht
bij het bestudeeren van het gemiddelde
verloop van het jaartal in voor- en najaar
bij de Nederlaodsche boter in vergelijking
met de Deensche.
„Geen wonder dus", zoo schrijven de
heeren Kruisheer en Van Balen Walter, dat
in de zeer warme week, voorafgaande aan
ons bezoök, opmerkingen over te geringe
stevigheid van de Nederlandsche boter
werden vernomen, waar dit met de Scan
dinavische en Baltische boter nog niet het
geval was. Waar het nu in Engeland reeds
volop zomer was, dacht niemand er even
wel aan, dat deze laatste boter nog stal
boter was.
Het komt ons voor, dat in deze voorjaar
periode de minder gunstige reputatie aan
gaande de geringe stevigheid van de Ne
derlandsche in vergelijking met de andere
continentale boter wordt gevestigd. Immers
in deze periode is er inderdaad een opval
lend verschil in stevigheid.
Een dergelijk verschil in stevigheid door
wijzigingen in de faoteibereiding of #derg.
geheel te overwinnen is natuurlijk uitge
sloten; van grasboter maakt men geen win-
terboter; wel zal men er goed aan doen
door alle beschikbare middelen, juiste karn
en kneedtechniek, uitstekende koeling tij
dens en na het transport, enz. de stevigheid
zoo hoog mogelijk op te voeren.
Aan den anderen kant verdient het aan
beveling, duidelijk de aandacht te vesti
gen op het feit, dat men hier grasboter
voorzicht heeft, en dat ons land versche
weideboter vermag te leveren in een pe
riode, waarin de Noordelijke landen hier
toe niet in staat zijn. Deze factor, en onze
gunstige geografische ligging (zeer ge
ringe afstand van En,geland) zijn factoren,
welke zich uitstekend leenen voor een re
clame voor het Nederlandsche product. Der
gelijke propaganda-aruigmenten hebben
echter eerst dan effect, wanneer het groot
ste deel van onze boter als Nederlandsche
boter in handen van den consument komt".
Voor het overige komen de ervaringen
van dr. Kruisheer en ir. Van Balen Walter
grootendeels overeen met die van dr. Mul
der. Zij hebben ook bevonden, dat er op
het gebied van koeling tijdens het vervoer
en na aankomst in Engeland nog groote -
tekortkomingen 'bestaan. Een onoordeel
kundige behandeling treft niet alleen ci*
Nederlandsche boter, maar wel zijn, aldus
de schrijver, over het algemeen de walcon-
dities voor de Noordelijke en koloniale
boter in Engeland beter dan voor de Ne
derlandsche, doordat al deze landen (behal
ve Denemarken) zijn overgegaan tót een
centralisatie van of een centraal toezicht
op de export. Hetzelfde geldt voor de koe
ling tijdens het vervoer over zee; bij de
meeste landen is het vervoer in het koel-
ruim des zomers door de centrale regeling
verzekerd; doordien een, groot deel van de
Nederlandsche boter op f.oib.-conditie ver
kocht wordt, bepaalt de Engelsehe afnemer
de wijze van vervoer; uit zuinigheidsover-
weginigen wordt dan veelal per onigekoelde
gelegenheid vervoerd, tot schade van de
reputatie van onze Nederlandsche (boter.