RACES TE
GOODWOOD.
De paardenrennen te Goodwood nemen een bijzondere plaats
in op het E.ngelsche programma van hippische sport Een moment
uit de handicap-race, welke deze week verreden werd
Tusschen het rijpe koren. Wandel-idylle tijdens de Vierdaagsche
Afstandsmarschen rond Nijmegen, die deze week weer onder de
traditioneel geworden groote belangstelling „geloopen" worden
De eerste transactie in de groote graanbeurs, welke Woensdag te Middenmeer
officieel door den burgemeester geopend werd
Te Wormerveer werd Woensdag de afdeeling Zaanstreek van het Vrijwillig
Landstormkorps Luchtafweerdienst geïnstalleerd, waarna de commandant der
luchtverdediging, generaal-majoor P. W. Best en inspectie hield
Dat doet een mensch goed. Een verfrissching, door lieftallige hand
toegediend aan de Vierdaagsche-enthousiasten
Madame Bleriot was te Londen eere- gaste bij de herdenking van den
30sten verjaardag van Bleriot's vlucht over het Kanaal
feuilleton
Toen de
scheidsmuur viel!
door
ISABEL C. CLARKE.
21)
Hij dacht nu niet meer aan Angela, aan
Valley lands, aan zijn loopbaan en zijn toe
komst. Hij voelde, alsof hij alleen stond op
een bergtop waar nog nooit een mensch
een voet had gezet, alsof hij de eerste was,
die van die verre hoogte zijn stem tot God
verhief in lof en eer.
Die mannen, die duizenden en duizenden
meters boven de aarde vlogen, die waren
toch zeker dichter bij God, dan die bene
den bleven, dichter bij Zijn schoonen he
mel, misschien wel dicht genoeg om de
gouden stemmen der engelen te hooren
zingen:
Glorie aan God in den Allerhoogste.
Voor sommige menschen is het gebed
van lof gemakkelijker dan het vraaggebed.
Cymbeline wist alleen, dat hij op zijn
knieën zou willen vallen en luidop zeggen:
„Glorie aan God in den Allerhoogste.
Hemel en aarde zijn vol van Uw heerlijk
heid. Wij danken U voor Uw groote glo
rie."
En hij wist ineens, dat hij niet kon en
ook niet wilde doen, wat hij van plan was
geweest, door te dringen in het verboden
land.
De avond viel en de zon, een bloedroode
schijf, zonk achter de bosschen weg. Cym
beline keek er naar en vond ie,ts tragisch
in den rossigen Westenhemel. Hij voelde
den naderenden nacht als een koude hand
hem aanraken. Dan keerde hij zich weer
naar Valley lands, nam zijn pet af en wuif
de naar het verre huis. Nu was hij weer te
rug in de schoone, maar moeilijke wereld,
zijn problemen niet opgelost, zijn toekomst
onzeker. Zijn vader had gesproken alsof er
werkelijk geen andere weg voor hem open
stond dan de fabriekspoort.
Het scheen alsof hij Angela voorgoed
vaarwel zeide. Zij behoorde tot die schoone
wereld, waar hij geen toegang had. Die
oude leelijke muur bij de Frent stond voor
altijd tusschen hen.
Hij stapte weer op zijn fiets en suisde
den langen heuvel af, naar Pagdon toe. De
wind daverde in zijn ooren, maakte ze rood
en deed ze tintelen, hij kreeg tranen in zijn
oogen en zijn wangen gloeiden.
Met was al donker toen hij thuis kwam.
Viola en Primula waren nog niet terug,
Lambert was nog op de fabriek. En toen
ze kwamen, vroeg geen een, waar hij dien
heelen middag gezeten had. Enkel Viola
vermoedde, dat hij wel eens de kans waar
genomen kon hebben, om stilletjes naar
Angela te gaan.
HOOFDSTUK X.
In de dagen die volgden, bespiedden
Cymbeline's ouders hem zorgvuldig. Zij
waren opgelucht, toen hij uiterlijk tenmin
ste geen teekenen gaf, dat hij piekerde, en
opgewekt deed. Zij maakten zich wijs, dat
zijn natuurlijke inschikkelijkheid hem over
die twee pertinente weigeringen 1 ad heen
geholpen. Zij konden niet gelooven, dat
hij het niet erg gevoeld had, Cymbeline
was heelemaal niet oppervlakkig en als hij
iets vroeg, dan beteekende dat, dat hij het
met zijn heele vurige jonge hart verlangde.
Het eenige wat hen toch nog verbaasde,
v/as, dat hij er heelemaal niet meer over
sprak. En toen hij weer naar kostschool
ging, bewaarde hij dit vreemde stilzwijgen.
Zelfs nam hij Primula niet meer in zijn
vertrouwen'. Zij was erg onder den indruk
geweest van het onderhoud met Schulz,
meer nog dan van wat hij haar over An
gela Weste had verteld. Zij bleef in het
diepst van haar hart ongerust over wat hij
toen gezegd had. Het scheen de onbezorgd
heid van haar leven te bedreigen, het
zwaard van Damocles hing boven haar
hoofd. Het bedreigde haar in dengene,
waar zij het meeste van hield, haar broer
Cymbeline.
Omdat de ouders wel inzagen, dat het
voor den jongen een offer was geweest, en
hij het blijmoedig had gebracht, wilden zij
hem ook iets gunnen en kwamen voor de
Paaschvacantie naar Londen. Zij huurden
kamers in Albemarle street en Dick Cha-
semore, die anders weinig met hen in aan
raking kwam, stelde zich de veertien dagen
van hun verblijf geheel te hunner beschik
king. Hij maakte zelfs plannen om een
dansavondje voor hen te geven en ver
stoorde totaal de rust van zijn huis in
Chelsea. Lambert kon wel niet al dien tijd
blijven, maar hij zou zoo nu en dan eens
overwippen, zooals hij het noemde.
lederen avond ging Dick met hen mee
naai den schouwburg. Wie er het meeste
plezier in had, Viola of de kinderen, is
moeilijk uit te maken. Nu zij Pagdon een
maal uit was, zag zij er veel jonger en
knapper uit. Zelfs Lambert merkte het bij
zijn eerste overwippertje, met een soort
van berouw op. Had hij wel verstandig ge-
dan, die frissche jonge bloem, die zij ge
weest was, over te planten in die vuile, ka
le stad in het Noorden?
Zij waren allemaal teleurgesteld, toen hij
niet kon blijven, voor het dansavondje.
Lambert zelf; die niet danste en het dan
sen als plezier zoowel als lichaamsbewe
ging met een minachtend oog beschouwde,
droeg zijn lot met gelijkmoedigheid. Het
speet hem alleen, dat hij hun pret niet kon
zien. Prim was nog wel wat jong, te jong
voor de groote wereld, maar zij zou er dan
toch al vast een denkbeeld van krijgen. Zij
zouden hem alles secuur schrijven, beloof
den Viola en Prim. Hij zou precies het me
nu te hooren krijgen ook.
Zij waren wel naar een heeleboel kin
derpartijtjes geweest, in en om Pagdon,
halfslachtige zaakjes, die begonnen met een
tooverlantaarn en eindigden met een dans
je, maar dit was écht.
Er was een strijkje en een echt souper en
het zou om negen uur beginnen en duren
tot minstens een uur. Cymbeline moest een
paar schoolvrienden uitnoodigen, die in
Londen woonden.
Hij danste goed en hij was een groot
succes. Oom Dick zei dat aan Viola. De
eenvoudige lieftalligheid van Primula viel
veel minder op, zij was verlegen voor de
vrienden van Cym, wier namen zij al dik
wijls had hooren noemen en waarvan Cym
wondere dingen had verhaald. Om te zien
waren zij zeker minder aardig dan Cym en
zij vond het heerlijk, toen hij zelf naar haar
toe kwam en er op stond, dat zij met hem
dansen zou. Toen was zij niet meer verle
gen. de snelle beweging wekte haar op, ze
deed haar uiterste best en haar beste dam
was met haar broer. Toen zij een oogen-
blik stonden uit te blazen en zij vol bewon
dering naar hem opkeek, zag zij plotseling,
dat zijn gezicht bleek werd en verstarde.
Zij draaide zich onmiddellijk om en zag
mevrouw Trustcott, een kennis van Pag
don in de deuropening staan. Achter haar
aan kwamen twee meisjes, Sybill Trust
cott, haar jongste dochter en een slank,
hoogblond, heel jong meisje, dat ze niet
kende.
Waarom moest Cymbeline dan nu ineens
zoo verdwaasd naar hen staren? Primula
keek weer naar het onbekende meisje. Zij
had weelderig haar, niet blond en niet
bruin, zij droeg het in het midden geschei
den en van achteren in een dikke knot in
haar hals. Zij had een keurige witte jurk
aan, met een smal randje wit dons aan den
hals en langs haar rok. Een paar fijne wit
te schoentjes keken er onder uit. Om haar
hals droeg zij een snoer turkooizen en het
blauw van de steenen was precies de kleur
van haar oogen. Het leek wel of er een klei
ne porceleinen herderinnetje levend ge
worden en van den schoorsteenmantel af
gestapt was.
Cymbeline liet zijn zus doodgewoon staan
en haastte zich naar hen toe. Primula zag
hoe hij mevrouw Trustcott en haar dochter
een hand gaf en zich toen wendde tot dat
vreemde meisje.
Wie was zij? Hoe kende hij haar? Was
het misschien de zus van een schoolkame
raad?
(Wordt vervolgd).