NIEUWE RAADSELS
LOES KUULKERS
CORRESPONDENTIE
Zuster Dionysia, Z'woude.
Dank voor allerhartelijkst schrijven en ge
luk wenschen op mijn verjaardag. Ja inder
daad, ik zou niet graag mijn Zoeterw.
Nichtjes willen missen en bij den grooten
wedstrijd reken ik weer op allen. Dank bij
voorbaat voor Uwe zeergewaardeerde me
dewerking en die der Dames aan Uwe
school verbonden. Met hand en groet voor
U en allen.
Treesje v. d. Meel, Leiden. Ik
wil het graag veranderen, maar, wanneer
ben je jarig? Laat mij dat even weten? Ik
kan toch niet die lange lijsten gaan na
snuffelen en voor jou is het een kleine
moeite me dit even te melden. Wil je?
Dag Treesje!
Tini Bakker, Voorschoten.
Zeker mag jij mijn Nichtje worden! Bij ons
is plaats voor allen. Welkom Tini! Als je
groot bent, schrijf je me zelf en dan vertel
je me maar eens alles, wat je op je hart
hebt. Je verjaardag is geboekt, ook voor
latere jaren. Dag Tiny! Groet moedertje
van me!
Esther van Benten, Z'woude.
Maar Esther, wat zeg je me daar? Ben jij
al zooveel weken ziek? Wat is dat jammer!
En gaat het nu wat beter? Ik hoop het èn
voor jou en voor je ouders èn ook voor
Gerard en Dikkie en Tini, wier namen ik
genoteerd heb. Dag Esther! Ik hoop, dat je
weldra genezen bent en weer naar school
mag. Blijf maar goed ons krantje lezen,
dan heb je een paar uurtjes wat te doen
en er is ook nog wat- uit te leeren, zou
ik meenen.
Hendrik van Rijn, Voorhout.
Als je dat versje nu eens zelf gemaakt had,
dan kreeg je van mij het mooiste boek,
dat ik had. Was dat wat? De verjaardag is
ingeboekt. Op 1 Aug. zal in Voorhout de
vlag wapperen op no. 15 op de Jacob van
Beierenweg. Kijk maar eens! Wil ik het
versje eens laten hooren? Hier komt het.
Varen
Komt, ons scheepje ligt al klaar.
Komt, wie wil er mee gaan varen?
Ga je mee? Stap in dan maar,
Wij gaan varen op de baren.
Ga maar zitten twee aan twee,
Want je gaat als roeiers mee.
Pakt de riemen aan,
Dan zal ons bootje gaan!
Is dat geen leuk versje? Je zult nog heel
wat boterhammetjes moeten verorberen, eer
jij zoo'n versje voor ons krantje kunt
leveren. Dag jongen!
Toos Stuifzand, Leiden. In
dank je opstel ontvangen. Wordt geplaatst!
Zie vandaag of de volgende week. Dag
Toos! Groet wederkeerig ook Pa en Moe!
Voor jou de hand!
Corry Roeleven, Z'woude.
Ja zeker, ken ik Toos v. d. Salm. Dat is
een van mijn beste vriendinnetjes uit
Zoeterwoude. Bij dat feest had ik ook
willen zijn. Verbeeld je, dat ik daar zoo
in eens kwam binnen gevallen? Wat zou ik
dan met jullie gespeeld hebben! Zoo'n
geitje lijkt me nog wel! En Toos al 14 jaar
geworden en is ze nu van school af. Hoe
is het mogelijk! Maar je zult elkaar op de
naaischool ontmoeten, zeg je. Dan is dat
ook al weer in orde. Groet Toos en Cor en
Harie van me! Hand en groet voor U
allen! Het portret komt nog wel eens!
Geduld!
Nel v. d. Poel, Z'woude. Ja
Nelleke, ik had eigenlijk al gedacht: zou
den m'n goeie Nichtjes uit Z'woude me
vergeten zijn?" Ik vind het leuk jullie
brieven te lezen en je weet een ant
woord volgt. Zoo'n geestelijk bouquet aan
den Bisschop aanbieden, is zeker welkom.
Die teekening had ik ook eens willen zien.
Ik vermoed, dat Mgr. het zeer op prijs ge
steld heeft en in stilte gezegd: „wat zijn
dat brave kinderen en hoe gelukkig zijn
ze zoo'n goeie scholen te hebben. Je hebt
alles zeer goed verteld. Dank je wel. Dag
Nel! Groet ook zuster Dionysia van me! Het
antwoord op de andere briefjes volgt de
volgende weken.
En hiermee zullen we voor vandaag de
correspondentie besluiten. Ik groet U
allen!
Wie een brief schrijft, krijgt een ant
woord terug.
Oom WIM
Wie zijn jarig?
Van 14 Juli tot en met 20 Juli.
Op 14 Juli:
Piet Pegt, Alexandehstraat 31.
Marie v. Schie, Warmond a. d. Zijl.
Piet Goddijn, Staalw.straat 5.
Mientje v. d. Berg, Kerkstr. 53, N'hout.
Op 15 Juli:
Truusje Verhoog, Bankastraat 2.
Dikkie van Benten, Dorpsstr. D 50, Z'woude
Nico van Es, Westeinderw. 14, Stompwijk.
Adriaan Rijsbergen, R. en Schiekade 86.
Johan v. Alphen, Leiderdorp.
Hans Welling, N. Rijn 58.
Annie v. Schie, Zijlsingel D 17, Warmond.
Coba Hookx, Willemstraat 36.
Janny Overdijk, Waardstraat 41.
Dirk v. d. Meer, St. Jacobsgest.
Nelly Wijfje, D 44, Nieuwkoop.
Op 16 Juli:
Jan en Cor Wayer, Stompw.weg 159, te
Stompwijk.
Corrie Breedeveld, Helmstraat 16.
Jan Kok, 3de Binnenvstgr. 17.
Jozef Vosters, Haarlemmerstr. 237.
Maart je van Stijn, Dorpsstr 90, Oegstgeest.
Op 17 Juli:
Kees Westgeest, Vlietw., Z'woude.
Nico Stikvoort, Willem de Zwijgerstraat 10
Voorschoten.
Tootje Lagerberg, Sophiastraat 40.
Stien v. Amsterdam, Wetstr. 26.
Henk Ravensberg, Nieuwstr. 41 Boskoop.
Lucia Bernard, W. Singel 47.
Op 18 Juli:
Joseph Schoenmakers, Kam. Onnesl. 23.
Riekie Feitsma, Genestetstraat 31.
Nelly Hooymans, Voorstr. Voorschoten.
Tiny Bakker, Gebr. Treubstr. 29, V'schoten.
Willy v. Tol, Langeraar A 41.
Alida v. Vliet, D 27, H.'woude.
Op 19 Juli:
Rietje de Geus, 2de Looyerstraat 68.
Jan Jagers, D 164, Rijpwetering.
Jan de Hey, Steegstr. 7, Alphen a. d. Rijn.
Op 20 Juli:
Lenie Hoogervorst, Nieuwveen, Jaagp. G 55
Frans Pieck, Stationsweg 23.
Gootje Straathof, Gelderw. A 17, Z'woude.
Piet Otto v. Duynstr. 13.
Corry v. d. Laan, Gasstraat 19.
Maria Vanoman, D 72, Rijpwetering.
Ik feliciteer de jarigen.
Wie zijn of haar naam in deze lijst wil
opgenomen zien of bij het verlaten
der school van deze lijst wil afgevoerd wor
den, schrijve minstens 14 dagen vóór den
verjaardag.
Zoo ook, wie verandert van woonplaats,
straat of huisnummer of wie een fout ziet
in de opname.
Oom W i m.
U vraagt
1. Wie heeft de fiets uitgevonden?
2. Wat is mica?
3. Wat beteekent eigenlijk „tandem"?
Sedert wanneer is deze uitgevonden?
4. Wat is een brevet?
5. Hij stemt „blanoo". Hoe komt men aan
dat woord?
6. Hoe heet de lel onder dc bek van een
kalkoen?
7. Hoe groot is de Vrijstaat Danzig en
hoeveel inwoners zijn er?
Wij antwoorden
1. Een Duitscher in 1812. Was een loop
fiets. Je kon op den grond staan. Het was
'n ding met twee houten wielen. Een Parij-
sche wagenmaker verbeterde dit toestel
en maakte er trappers aan. Noemde zijn
karretje een vélocipède. Daarna in 1871
verbeterden de Engelschen dit model en
zoo kregen we onze fietsen, minder en
meer volmaakt, zooals wij deze thans ken
nen.
2. Mica is een delfstof; wordt veel gevon
den in Canada en Britsoh-Indië. De plaat
jes worden gewoon van de groote platen
zooals ze gevonden worden afgesneden.
Vroeger gebruikte men mica in plaats van
glas.
3. Een tandem (spr. uit tendum!) is een
fiets voor twee personen (naast of achter
elkaar), Voor 't eerst in Engeland ge
maakt in 1886. Het woord is latijn bet.
eindelijk. Ik rij op een tandem, wil feite
lijk zeggen: ik rij op een eindelijk. Het
verband is duidelijk.
4. Een brevet is een octrooi of patent;
ook een koninklijke gunstbrief; aanstelling,
vergunning.
5. Blanco is latijn; bet. wit. Dus het pa
pier wit laten; onbeschreven, oningevuld.
6. Die lel heet met een vreemde naam
„blip".
7. Danzig is 1900 k.M.2; telt ruim 400.000
inwoners. Als je weet, dat Nederland
34000 K.M.2 oppervl. heeft, dan zie je met
een hoe klein Danzig is.
Wie wat te vragen heeft, vrage!
Oom Wim.
TOERISTEN
door Anton Roels.
Ze hebben de Alpen beklommen,
Ze hebben de Fjorden gezien,
Ze hebben in Como gezwommen
Musea bekeken in Wien.
Ze hebben Chicago bewonderd,
De grootsche stad New-York „gedaan",
Ze hebben geen land uitgezonderd
Om een vluchtigen blik in te slaan.
Ze reisden langs oude kasteelen,
Bezochten de stad Lissabon;
Ze reisden, toen dit ging vervelen,
Naar 't land van „De rijzende Zon".
Maar vraag je ze eens naar hun Holland,
Dan zeggen ze: „Ach, 't is zoo klein,
U weet niet, wanneer we vertrekken,
Hoe blij en tevreê we dan zijn.."
BIJ WINDERIG WEER
door Lucia Bernard.
Met m'n kraag hoog opgetrokken, m'n
boekentasch stevig onder m'n arm, stapte
ik 't tuinhekje uit.
Zoo, en nu zullen we even de kamp be
ginnen tegen wind in, want er stond 'n
reuze N.-W. wind. Maar die kan ik heb
ben, daar werd je tenminste weer 'ns frisch
en stevig van. Ik zette er de pas in, ter
wijl ik zachtjes 'n liedje neuriede.
Kijk, die slagersjongen had ook schik
in z'n leven. Hij floot of 't zijn lieve lust
was.
Maar ook geen wonder! Hij ging glad
af voor den wind. Dus al die biefstukjes en
rolladen, die hij mee te torsen had, waren
van geenerlei gewicht en lustig floot hij 't
wijsje uit van: „Hoor mijn lied, Violetta".
Een compagnon in groentewaar zette de
tweede stem in. Verderop liep een kran
tenjongen ook volop te zingen van „Een
kippig haantje".
Voor me liep een oud heertje, krom ge
bogen, gewapend met 'n stok, waarmee hij
zoo af en toe stil bleef staan, om 'ns uit te
blazen. Hij had ook maar niet even 'n ge
zicht, als van 'n rooie kool. Toch lastig als
je zoo op jaren moeilijk voort kunt. Ik
wou, dat ik nooit oud werd. Maar afijn,
tegen den tijd dat ik zoo oud ben, hebben
de geleerden misschien er 'n probaat mid
del tegen uitgevonden en dusgeen
zorgen voor morgen".
Ha, het schoolgebouw kwam in 't zicht.
Die kon de wind niet deeren. Het stond
nog even grijs en onbeweeglijk.
Wat hadden we ook weer 't eerst op 't
program staan? O ja. Aardrijkskunde, de
reis naar Indië.
Heerlijk, als 't waarheid was en dan
naar Batavia toe te vliegen, de school
vaarwel te zeggen en geen zorgen van: dat
je je huiswerk niet af hebt of zoo. Heer
lijk in die vrije natuur, in de bosschen en
in een hut wonen. En je hoefde nooit geen
kousen te dragen en zoo kan ik maar door
gaan met die heerlijkheden. Je ziet ook
geen kinderen met schooltasschen beladen
met huiswerk. Maar dat was te mooi om
waar te zijn. Misschien....?
Krimminele! daar gaat de schoolbel! en
ineens werd ik uit mijn heerlijke illusies
gerukt.
Holderdebolder rende ik de school in
bijna de Zuster omver, hing m'n jas op en
kon nog net bijtijds gaan zitten. De kin
deren keken me aan en vroegen wat ik
uitgehaald had, omdat ik 'n kleur als vuur
had.
Het was toch 'n fijn tochtje gewekt
naar school, al was 't dan wel niet naar
Batavia. Ik pakte m'n aardrijkskundeboek
uit m'n tasch en begon aan de les, naden
kend, hoe ik me toch zou voelen, als ik
daar woonde tusschen die zwartjes in.
DE OPLOSSINGEN DER RAADSELS
VAN VERLEDEN WEEK WAREN:
Opl. I: Zwart.
Opl. II: koe, moe, hoe.
Opl. III: kwartel.
Opl. IV: met s
Opl. V: guur, zuur, vuur, huur, duur,
guit, uit.
Opl. VI: rijtuig.
Opl. VII: asvarken.
OpL I: Karavaan.
Karei, die raad is niet te aanvaarden,
Jan!
Opl. II: Pyramideraadsel:
o, do, dom, drom. droom.
Opl. III: Kamraadsel.
Sassenheim
i 1 r 1 a
L a tvs s
Oegstgeest
Opl. IV: Als er twee zijn!
Opl. V: Bordeaux, Montevido, Baltimore.
Anny v. Diest
Ingezonden door Anton Roels.
I. Als men op het onderstaande teeke-
ningetje de gevraagde woorden goed in
vult, krijgt men op de plaats van de o's
te lezen van boven naar beneden, den
naam van een bekende Nederlandsohe stad.
o x x x x x zeilschip voor de visscherij.
x o x x x x sarren.
x x o x x x telegrafeeren.
x x x o x x vastmaken,
x x x x o x groote vogel,
x x x x x o afladen.
II. Welk spreekwoord' van vijf woorden
is samen te stellen uit de volgende deelen?
ndnho-too-w i-gen-van-ve-om-el-en-oge.
III. Vul de weggelaten woorden in:
zoo verkouden als een
zoo gezond als een
zoo ziek als een
zoo doof als een
zoo mager als een
IV. Welke spreekwoorden of zegswijzen
heeft men voor de volgende zinnen?
•a. onnoodig werk doen.
b. het is daar geen vetpot.
c. iemand, die lang afwezig is, wordt
gauw vergeten.
De oplossingen niet inzenden. Die geeft
Anton Roels de volgende week zelf!
EEN HEERLIJKE |DAG
door Toos Stuifzand.
Wc zouden met 27 kinderen naar Kat
wijk gaan. 's Morgens om kwart voor ne
gen moesten we present zyn. Eerst moest er
geteld worden, of ze er allemaal waren.
Toen dit klaar was, konden we vertrekken,
Er waren vier geleidsters waar we reuzelol
mee gehad hebben. Wij hadden allemaal
een lintje om met A. M. O., en een insigne
op onze jas of jurk met A. M. O. Leiden.
Het was een vroolijk groepje, dat onder
het zingens van allerlei leuke liedjes naar
het station trok. Daar aangewomen stond
de tram al voor ons klaar en Iconden we
meteen instappen. Net was het laatste kind
erin, of daar vielen de eerste druppels al
en nog geen minuut later was het een flin
ke regenbui. Het was nu half 10 en de tram
vertrok. Ook daar hebben we liedjes gezon
gen. In onze coupé hebben we Jacob Ha
mel gespeeld. Eén was er Jacob Hamel.
Dan waren er ook debutantjes en gasten,
die elk apart een liedje zongen. Het was
terwijl droog geworden en 't zonnetje kwam
ook eventjes kijken, hoe wy het maakten.
Onderweg tracteerden wij elkaar op lek
kere zuurtjes
Wij kregen van de juffrouw elk een
voetbal. Natuurlijk geen echte, maar in den
vorm van een zuur.
Eindelijk kwam Katwyk in 't zicht en we
moesten uitstappen. „Jammer genoeg", zei
den sommige kinderen. Maar ik vond het
toch wel fyn, dat we er waren. De juffrouw
had in de tram een kennis ontmoet, die
een houten tent had op het strand. Daar
gingen wij eerst naar toe. We gebruikten
een boterhammetje en het smaakte best,
na zoo'n tochtje in re tram. Toen dit op
was gingen we eens naar de winkels om
te kijken of we iets konden koopen wat
naar onze zin was. Maar we waren net on
derweg, toen het weer began te stortgieten
en we maar terugkeerden naar de tent.
Toch hebben we wel gelachen, al regende
het. We deden verschillende spelletjes, o.a.
groene zwanen, witte zwanen. Toen er 'n
stuk of vijf gepakt waren, begon het trek
ken. Maar de juffrouw, die aan den ande
ren kant stond, moest het opgeven. Wij
hadden het gewonnen.
Toen het 12 uur was gingen we weer
eten en kregen we elk 'n glas limonade en
'r. rolletje pepermut. Toen dit verorberd
wéis, gingen wij ons aéinkleeden en begon
de tocht naar de duinen. We hebben er een
klein halfuurtje over gedaan eer we er wa
ren Maar wat was het hier heerlijk. Het
ging duin op en duin af. Toen we een ge
schikte plek gevonden hadden, gingen we
ballen. Eerst afpakkertje en toen jager
bal. We waren allemaal gauw getikt. We
waren allemaal zóó moe, dat we eerst even
gingen rusten en iets snoepten. Daarna gin
gen we verder met spelen. Maar nu deden
we het toereloerspel. 'n Stuk of zeven wa
ren er politieagenten en de rest was alle
maal dief. De dieven moesten wegkruipen
en de politieagenten moestep hen pakken.
Als de dieven gepakt waren, dan werden
ze weggebracht naar het politiebureau. Het
was in dit geval 'n paal. De dieven die nog
vrij waren, mochten de gepakte dieven ver
lossen. Maar dat was nog niet zoo gemak
kelijk. Want bij de paal stond een bewa
ker. En als je door hem getikt werd, dan
was je er zelf by. Het was nu kwart voor
drie en dus hoog tijd, om naar de tent te
rug te keeren. Maar nu kwamen we aan
een hoog duin dat we af zouden loopen,
anders moesten we een heéle omweg ma
ken. Maar bij deze hooge duin gebeurden
twee ongelukjes. Een Mien van ons clubje
viel van het duin af en verzwikte haar
voet. Het deed erg pijn. Maar er was di-
door Cor v. Diest.
II
E,fen was Loes wal bedrukt, ze had zoo
cp een nieuwe jurk gerekend! Maar zo
had er toch den aard niet naar om larg te
treuren, dan maar haar blauwtje. Ach, Ma
had eigenlijk wel gelijk., natuurlijk zou
den ze verstoppertje gaan spelen en zoo;
en dan wa3 je toch niets vrij in zoo'n nieu
we jurk! Na een gezellig kopje thee ging
Loes naar haar eigen kamertje; ze wilde
eerst haar tatch uitpakken en haar boeker,
opruimen zei ze, wat haar moeder volko
men met laar eens was.
„Zeg Moeke", /.ei Loes na 't eten, „ik ga
even naar Trnus Verkerk, u weet wel, op
de Laan van Meer dervoort. Ze wilde zoo
graag dat boek van me leenen. dat ik ver
leden week gekregen heb. Ik heb het uit
gelezen en ga het haar even brengen. Vindt
u dat goed7"
„Wel ja, dan heb je nog een prettig rit
je; 't is nu juist zoo heertijk weert Maar
denk er om op tijd thuis hoor! antwoordde
Moeder.
„Ja Moes, natuurlijk! Daaaag! gilde Loet
en was al in den tuin, haalde haar karre
tje uit het fietsenhok en reed weg; wui
vend naar haar Moeder, die haar lachend
nakeek. Neuriënd reed Loes door de prach
tige lanen, schemerend nu door het over
dadige groene lover, en kwam na een flink
ritje op de Laan van Meerdervoort Ze
belde aan en al gauw werd ze binnen gela
ten.
„Dag Truida, Truus thuis? Prachtig, dan
ga ik maar meteen naar boven", en weg
was Loes al, de trap op naar de gezellige
kamer die Truus met haar oudste zua, Lotte,
deelde.
„Kind je komt of je geroepen bent", wai
het welkom van Truus; „hier pak aan en
help ons een handje", en meteen werd Loes
een kom me eiwit toegeschoven.
„Dat kun je eens prachtig voor ons klut
sen, en goed hoor", bedisselde Truus weer.
„Maar wat zijn jullie aan het doen, wat
moet dat hier", vroeg verbaasd.
„Kind praat niet zooveel en pak aan",
zuchtte Truus. „Zie je, Lotte heeft haar
brevet gehaald als huishoudkundige of zoo
iets", legde Truus nu uit, „en nu wil ze ons
haar kunsten eens vertoonen. We mogen
al heel blij zijn, dat we mevrouw, de huis
houdkundige, mogen helpen!"
Als 't maar geen uitgedroogde stokvisch
wordt", plaagde Karei, de eenige zoon in
den huize Verkerk.
„Engerd", schold Lotte, terwijl ze ijverig
bezig was het beslag te roeren.
„Niet schelden, lieve zus", glunderde Ka-
rel, „want dan zul je mijn onontbeerlijke
hulp moeten missen!"
„Geef nu maar suiker aan; en toch ben
je een nare jongen", zei Lotte weer.
„Truus, nog een dooier, alla", ging Lot
te verder. „Loes wat heb je dat eiwit lek
ker luchtig geklopt; je mag me nog eens
helpen hoor, jij lctfnt het!"
„Karei blijf af met je vingers", waar
schuwde ze toen weer haar broer, die Ijve
rig bezig was van het beslag te snoepen.
„Ik moet toch keuren of hij al goed
wordt", deed de jongen, alsof hij veronge
lijkt was.
„Keurmeesters hebben we hier niet noo-
dig". kreeg hy ten antwoord.
„Ziezoo, en nu ga ik hem in den oven
zetten", zei Lotte en ging de kamer uit.
„Ga je mee naar beneden, een kopje
thee drinken", verzocht Truus haar vrien
din.
„Ja, maar even hoor; Ma zal niet weten
waar ik blyf', sprak Loes.
(Wordt vervolgd).
reet hulp. Er werd een breede ceintuur
omheen gebonden en. met 'n veiligheids
speld vastgemaakt. Zoo strompelde ze ver
der. Nauwelijks was dit voorbij of er kwam
'n tweede ongelukje. Een andere Mien liep
hard van 't hooge duin af en viel, toen ze
beneden was op haar zitvlak. Ze stond op
en wilde verder gaan. Maar toen bemerkte
ze, dat ze de hakjes van haar schoenen was
verloren. Wij moesten vreeselijk lachen,
maar toch was het wel erg Zij deed haar
schoenen uit en ging op haar kousevoetjes
verder. Zoo kwamen we eindelijk bij de
tent weer aan. Maar wat was het hier ge
zellig. De meneer had de tent heelemaal
schoongemaakt. Toen had hij alle tafeltjes
en stoelen bij elkaar gezet. We konden
meteen gaan zitten. Nu was het 3 uur en
we gingen weer een paar boterhammen
opeten. We kregen er weer een glis limo
nade bij. Toen het op was gingen wij ons
aankleeden en we stapten naar de tram.
We moesten nog een kwartiertje wachten,
eer hij kwam. De terugtocht was ook weer
gezellig. We zongen allerlei liedjes o. a.:
,.'t Heerlijke reisje is nu weer voorbij",
enz. Wij kregen van de juffrouw nog een
rolletje pepermunt. Toen kwam Leiden
veer aan de beurt om de meisjes te ont
vangen. Wij stapten uit, bedankten de
Juffrouw hartelijk en gingen naar huis.
Het was 'n heerlijke dag geweest