HET NOODWEER IN BULGARIJE. De Keizer van Annam, die een hartstochtelijk sportbeoefenaar De melkers in actie gedurende de groote landbouw- een veeteelt-tentoon- is, ontvangt te Parijs vliegles onder leiding van den bekenden stelling, welke te Windsor (Eng.) gehouden ts aviateur Miehei Détroyat De leiders der zes voornaamste Tweede Kamer-fracties, de heeren L. N. Deckers (R KJ. Schouten (A.R.), jhr. De Geer (Chr. Hist.), dr. Bierema (Lib), ir. Albarda (S.D.A.P.) en mr. Joekes (V.D.) hebben Woensdag een conferentie gehouden met dr. Colijn ten Departemente van Alg. Zaken te Den Haag. Het gezelschap verlaat het gebouw na afloop der besprekingen Koning Boris van Bulgarije in gesprek met eenige bewoners van het door noodweer en overstrooming geteisterde deel van zijn land. Meer dan honderd personen kwamen bij deze ramp om het leven De .Transatlantic", het nieuwste watervliegtuig van de Ameri- kaansche .Export Air Lines", arriveerde dezer dagen te Biscarosse. De vlucht over den oceaan was volbracht met een gemiddelde snelheid van 250 K.M. per uur De boschbessen pluk is thans in vollen gang. Een aardig kijkje in de omgeving van Apeldoorn H. M. de Koningin heeft Woensdag het Chr. Nationaal Zen- dingsfeest op 't landgoed .Raaphorst" te Wassenaar bijgewoond FEUILLETON lOEN DE SCHEIDSMUUR VIEL! door ISABEL C. CLARKE. HOOFDSTUK II. Al sinds eenigen tijd speet het den heer Harriman, dat juist Lambert de zoon zou zijn, die hem als directeur van de fabriek zou opvolgen, hoewel hij als jongen een uitstekende aanleg leek gehad te hebben Hij had een buitengewone lust om te lee- ren aan den dag gelegd, had de eene stu diebeurs na de andere gewonnen, zoodat hij zoo weinig kostte, dat een minder bedeelde jongen hem kon benijden. Toch was het voor Lambert niet geheel zonder voordeel geweest, want nu had hij eischen kunnen stellen omtrent zijn stu dies en bovefcal, was hij in staat gesteld naar Oxford te gaan, wat nog nimmer een Harriman vóór hem had gedaan gekregen. E"*enlijk had zijn vader het nooit erg goed gevonden, maar niettemin was hij trotsch geweest op zijn zoon, toen deze een beurs won aan een bekend college. Nu kon hij hem eigenlijk niet meer tegenhouden, of hem de glorie van een universitaire oplei ding benemen. Al gedurende die drie jaren te Oxford vertoonden zich de symptomen van groeien de weekhartigheid, hoewel het verder een tijd van buitengewone prestaties was. En gedurende zijn laatste trimester had hij Viola Chasemore ontmoet. Later scheen het hem altijd toe, alsof zij hem plotseling was tegemoet getreden als een glanzende ver schijning en even ver verwijderd van die vuile stinkende fabriek in het noorden als een verschijning maar kon zijn. En zijn jaren van vrijheid waren bijna voorbij, binnen weinige weken zou hij zijn levenswerk beginnen in die enorme han delszaak. Viola was twintig jaar oud, innemend, knap, en aardig tegen dien verlegen stu dent, die in haar tegenwoordigheid nog on handiger scheen te worden. Haar kleeren waren altijd uiterst fijn en toch opvallend eenvoudig. Haar haren waren heerlijk vol en zijde-achtig. Lambert verbaasde zich er over, dat Suze niet meer zorg aan die be langrijke onderdeelen, coiffure en kleeding, besteedde. Hij werd verliefd, hij bracht ellendige da gen door en meende, dat Viola, zijn levens ster, even onbereikbaar was als die fonke lende constellaties aan den avondhemel. Zij was van andere stof dan de Harrimans of de Lamberts, de familie van zijn moeder, naar wie hij was genoemd, en omdat er iets heel onzelfzuchtigs en eerlijks in hem was, vond hij het min van zichzelf om dat te voelen. In de week van de roei wedstrijden werd er een partij gegeven in den tuin van zijn „huis". Onder een groep boomen van dat heerlijke grasveld zat een troepje studen ten meerstemmige liederen te zingen. De avond was warm en stil. De genoodigden zaten te luisteren naar de muziek, die teer en weemoedige door den tuin zweefde, of drentelden in groepjes rond. Nu vatte Lam bert moed, omdat Viola zoo lief voor hem v/as, hij leidde haar zoo ver mogelijk weg van de anderen, in een stil hoekje en ver klaarde haar zijn liefde. Nooit vergat hij de verwondering die hij gevoelde, toen zij beloofde zijn vrouw te worden, daar op het bedauwde grasveld onder dien fluweelen avondhemel, doorprikt van gouden sterren. Hij was blek en niet groot, smal en ma ger, zijn medestudenten plaagden hem er mede, dat hij op een witte muis geleek, maar hij bezat heldere oogen, blauwe oogen die, zoo meende Viola, op trouw en mede- voelen duidden en een eerlijkheid, die door niets te schokken was. Ook wist zij, hoe schitterend zijn studies verloopen waren en de lange lijst successen, die op zijn naam stonden. Toen kwam er een korte, nare tijd voor de twee gelieven. Beide families waren er fel op tegen. Lord Chandleton had ver wacht, dat zijn knappe en eenige dochter een schitterende partij zou doen. Al had Lambert een prachtigen studietijd achter den rug en had hij blijk gegeven van groo te bekwaamheid, toch maakte zijn persoon lijk voorkomen het moeiijk voor hem, te begrijpen dat Viola zoo dol op hem kon zijn. Toen zoowel haar vader als haar moe der haar trachtten te overreden, stuitten zij op een onverwacht hardnekkigen tegen stand. En Dick, haar broer, die op het punt stond met zijn regiment naar Indië te ver trekken, nam het voor zijn zuster op en ver klaarde zich voor Lambert Hamman. Aan den anderen kant zag de oude Har riman in Viola een vertegenwoordigster van die klasse, die hij altijd had veraf schuwd. Tenger, slank en teer, had zij een hooghartig air en mijnheer zoowel als me vrouw Harriman vergelijken haar met Suze en konden haar zachte charme niet goed zetten. Ondanks dit alles hielden de hoofdper sonen voet bij stuk en het huwelijk werd nog dienzelfden zomer voltroken. Tegelij kertijd trak Lambert in de firma. Zij gin gen wonen in een ouderwelsch groot huis, aan den rand van de stad en niet ver van de fabriek. Het stond bekend onder den naam van het „Oude Huis" en was, met zijn schaduwrijken tuin, als een oase vlak bij die rookerige stad, waar de hooge schoorsteenen van de fabriek zoo fier bo ven de lage gebouwen uitstaken. In later jaren kon Lambert de fabriek met zijn auto in tien minuten bereiken, en als de chauf feur zijn best deed, in vy'f. Na verloop van tijd werden in het Oude Huis Cymbeline en Primula geboren. Het waren prachtkinderen, groot en slank en met iets aristocratisch in hun optreden. Zij waren heelemaal geen Harrimans, met hun fijn besneden gezichten en diepe fluweel zachte oogen. Als kinderen geleken zij ver wonderlijk veel op elkaar en op hun moe der, iets, waar Lambert niet veel verdriet van had. Zijn huishouden was rustig, ge moedelijk en in volmaakte harmonie, heel iets anders dan de gestrengheid waarmede hjj in zijn eigen jeugdjaren op de Towers was behandeld. Dit feit en ook de liefdevolle toegevend heid, die hij en Viola altijd voor hun kin deren hadden, deed mijnheer Harriman, Carnegie en David hun wijze hoofden schudden en weeklagen over de decadence in Lambert. Tusschen de twee huizen was niet veel verkeer. Het beetje omgang, dat er nog on derhouden werd, was officieel en gedwon gen, geen sprake van een onverwacht be zoek of een overwippertje. Lambert bracht ze op de Towers aan het verstand, dat Vio la vrjj wenschte te zijn in haar liefdadige werken, haar crèche en haar hospitaaltje. De kinderen werden grooter, zij had een overvloed van tijd om aan anderen te wij den, zonder dat haar huishouden er in het minst onder leed. De annalen vermelden maar één geval, waarin Lambert zich liet gelden en vriendelijk van Viola eischte, dat zij zich aan de familie-tradities zou onderwerpen. Dat was het geval van Lady Weste, die Viola in Londen had gekend. Toen Dick Chasemore toevallig eens schreef, dat Mary Weste zich weer op Valleylands ging ves tigen, meende Viola natuurlijk, dat zij haar dan weer geregeld zou bezoeken. Het kwam niet in haar hoofd op, dat ook zij zou deelen in die idiote familie-veete. Zij was dan ook stom-verbaasd, toen Lambert haar vertelde, dat zoo iets onmogelijk zou zijn, dat het op de Towers niet alleeen als een vijandige daad zou beschouwd worden, maar, om in diplomatieken sty! te blijven! als een casus belli. Toen was Viola opgestoven, wat zij maar heel zelden deed. Dat was Oude Geschie denis, had zij gezegd, een modeplaat van een paar jaar geleden. En bedacht Lam bert dan nooit, vroeg zij zoo, hoe weinig menschen er maar in Pagdon waren, waar mee zy kon omgaan? Die woorden troffen Lambert erg hard, hij nam Viola in zijn armen, kuste haar en streek liefkozend over haar haar, gedroeg zich meer als een dwaze verliefde jongen, dan als een rustige, achttien jaar getrouw de man. „Mijn schat, geef deze keer nu eens toe. Ik weet wel, dat het dwaas en onredelijk is, maar het zou die ferme Suze ook zoo hinderen." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5