Geschiedenis van een Kwart-eeuw
RADIO-PRO
GRAMMA'S
KERKNIEUWS
WOENSDAG S JULI 1939
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
Duitschlands opleving, Oostenrijks ondergang
Communistische troebelen
hielpen Hitler in
het zadel
V.
Duitschland verkeerde onmiddellijk na
den oorlog, en gedurende een reeks van
jaren, in een toestand van ongekende eco
nomische en politieke verwarring. Duitsch
land was in den oorlog niet door vreemde
troepen bezet, maar het had, om den oor
log op de verschillende fronten vol te hou
den, ongekende offers moeten brengen in
goed en bloed, zijn laatste militaire reser
ves uitgeput, zijn voor den oorlog in wel
vaart bijeengebracht geld geofferd, honger
geleden tengevolge van de militaire en
maritieme maatregelen der tegenstanders,
die gehandhaafd bleven tot op het oogen-
blik, dat de Vrede te Versailles was ge-
teekend. Het tragisch conflict, dat in zoo
sterke mate zou nawerken, deed zich, in
het bijzonder in de DuitschFransche
verhoudingen voor: van Duitsche demo
cratische zijde werd, naar men mag aan
nemen, oprecht verlangd naar een ver
houding, die vredelievende samenwerking
en ontspanning vooi de toekomst zou be-
teekenen, loch, wilde het nieuwe demo
cratische bewind dit in Duitschland kun
nen doorvoeren, dan diende het te steu
nen op prestige en toegevendheia van de
zijde der vroegere tegenstanders, van wie
althans Frankrijk, ook alweer uit begrij
pelijk wantrouwen, niet bereid was de
aanwezigheid van een zoodanigen omme
keer met al de gevolgen van dien, te
erkennen. In het Duitschland van na den
vrede verhief zich al spoedig het nationaal
gevoel, dat zich vernederd gevoelde; dat
de nederlaag in den oorlog niet wilde er
kennen; dat tot moorden op Erzberger en
Rathenau overging, omdat men dezen aan
sprakelijk stelde voor den vrede; dat de
aanwezigheid van internationale missies
ter controleering van de ontwapening als
een smaad gevoelde; dat alle economisch
en financieel nadeel, voor het grootste deel
uit de Duitsche oorlogsmaatregelen voort
gekomen, op den rug schoof van de aan de
voormalige tegenstanders vereischte beta
lingen. Teneinde een verweermiddel te
hebben tegen elkander, schiepen de par
tijen uit de oud-strijders en de jongelie
den, die geen dienstplicht meer behoefden
te vervullen, hun eigen vrijscharen; de
conservatieven hun Stahlhelm, de so
ciaal-democraten» hun Reichsbanner. Im
posante formaties, die revues en parades
hielden, maar na een tien-jarig bestaan
voor het dreigend overwicht van S.A. en
S.S. zouden ineenzakken.
Het separatisme.
Nadat van Fransche zijde het bezit van
den linkerrijnoever niet was verkregen,
werden pogingen, ohgetwijfeld van Rijn-
sche zijde zelf ondernomen, gesteund, die
beoogden het Rijnland in onafhankelijken
vorm van het overige Duitschland los te
scheuren. Pogingen daartoe werden ge
daan, reeds in December 1918 onder leiding
van den Keulschen burgemeester Adenauer
in begin 1919 door den bekenden dr.
Dorten, die haar van Aken tot Mainz en
Spiers uitstrekte, tenslotte in 1923 opnieuw
door dr. Dorten en zijn Dusseldorfschen
medestander Matthes, welke laatste poging,
in den ouden Pfaltz doorgezet, tot een
bloedige reactie van de zijde der autori
teiten en bevolking leidde. Wel duidelijk
is gebleken dat de groote meerderheid der
bevolking niet achter dergelijke separatis
tische pogingen stond. Van Engelsche zijde
onthield men zich geheel, van Fransche
zijde had men wellicht gaarne de be
weging aangemoedigd, doch kon men niet
tegenover den Engelschen bondgenoot. Het
was niet de eerste keer, dat de Franschen,
daartoe door de omstandigheden genood
zaakt, een weifelende en dubbelzinnige
houding aan den dag legden, die veel meer
dan totale onthouding tot hun verzwakte
positie in den naoorlogstijd heeft bijge
dragen.
Duitschlands financieele
ontreddering.
Het spreekt vanzelf, dat Duitschland,
tengevolge van de geweldige inspanningen,
die het zich oorlogsjaren had moeten
getroosten, economisch ontredderd, finan
cieel in zeer droevigen toestand was. Niet
temin was noch in 1919, noch in 1920 de
toestand van de Mark hopeloos. Dit ge
schiedde eerst, nadat het vraagstuk der
herstelbetalingen scherper werd gesteld; de
inderdaad veelal luxueuse levenswijze in
Duitschland stond in scherp contrast met
de klachten over geringe betalingscapaci
teit; wantrouwen werd met wantrouwen
beantwoord, en aangenomen mocht worden
dat niet tenvolle die pogingen in het werk
werden gesteld, die Duitschland geheel
van oorlogslasten hadden kunnen bevrijden
Van Fransche zijde werd op het aan dien
kant gegeven voorbeeld in 1871 gewezen,
waartegenover echter stond, dat hier de
dubieuse herstelbepalingen van Versailles
den weg openden tot een Duitsch wan
trouwen, dat evenzeer begrijpelijk was.
Vandaar de moeilijke taak van regeeren in
dit, plotseling van parlementaire rechten,
voorziene groote land. De ministers wissel
den er even snel af als dit in het Frankrijk
en Italië van die jaren gebruikelijk was. De
sociaal-democraten, die met den voor-
maligen zadelmaker Ebert aan het hoofd,
aanvankelijk de leiding hadden genomen,
hadden menigen tegenstand te bestrijden,
eènsdeels van de zijde der communisten en
spartacisten, anderdeels van de aanhangers
van het oude regime, die onder Kapp in
1920 zelfs den bekenden putsch waagden.
Meer en meer kwamen conflicten tusschen
verschillende deelen van het Rijk voor;
Beieren werd een tijd lang door de commu
nisten onder Eisner beheerscht; Saksen en
Thüringen moesten door Berlijn met mili
taire maatregelen worden bedreigd. Te
midden van de telkenmale wisselende par
lementaire combinaties, was de Rijks weer,
aanvankelijk onder leiding van Generaal
von Seckt, het eenig stabiele element. Tot
de meest bekende Rijkskanseliers hebben
van sociaal-democratische zijde Herman
Muller, van katholieke zijde Wirth, Marx
en Bruning, van meer liberale zijde Strese-
mann en Luther behoord. Telkenmale werd
hun positie in den Rijksdag, die meer dan
eens diende te worde nontbonden, onder
graven; telkenmale hadden zij in hun bui-
tenlandsch beleid rekening te houden met
de vermoedens der nationaal gezinden, dat
zij zich te toegevend wilden toonen tegen
over de vroegere tegenstanders. Toen in
1925 Ebert voortijdig kwam te overlijden,
eindigde de verkiezing van Rijkspresident
in een overwinning van Maarschalk von
Hindenburg, die zich vooral bij den terug
tocht der troepen in 1919 'n man van buiten
gewone karaktereigenschappen had be
toond. Stresemann's pogingen, die tot Lo
carno leidden en tegelijk tot het aanvan
kelijk door den Rijksdag verworpen Young-
plan (dat de voortijdige ontruiming van
het bezette Rijngebied bracht), hebben, al
evenmin als Briand's pogingen in Frank
rijk, veel aanhang gevonden. De tijden wa
ren wellicht nog niet rijp daarvoor; de ver
houdingen waren nog te scherp.
De nazi's komen op
Dit kwam vooral in de jaren 1931 en 1932
uit, toen de tengevolge van de Dawes-
regeling herstelde Duitsche financiën, in
de crisis een nieuwen aanval te verduren
kregen. Bruning vond zich, na de ontbin
ding van den Rijksdag in 1930, plotseling
geplaatst tegenover een grooten aanhang
van de z.g. Nazi's, die dank zij de leiding
van Hitier, dank zij den steun van hun S.A.
en S.S., niet slechts 100 plaatsen in den
Rijksdag innamen, maar tegelijk een
machtspositie veroverden in geheel het
Rijk en zijn onderdeelen. De verkiezingen
van allerlei aard volgden elkander in die
jaren op. Hindenburg's herkiezing, die
tegenover den onbekenden, opzettelijk met
het oog op deze verkiezing genaturaliseer-
den Hitier weinig glorievol wasontbin
ding en nieuwe ontbinding van den Rijks
dag; verkiezing van Landdagen in Pruisen
en andere landen brachten Duitschland in
een voortdurenden toestand van spanning,
waarvan de communisten maar al te zeer
gebruik maakten om den eenen Zondag
na den anderen bloedige tooneelen aan te
stichten. In datzelfde Duitschland, ver
maard om zijn discipline en orde, ging het
er toe op een wijze, die den gemiddelden
Duitscher tot afkeer moest stemmen en de
propaganda der nationaal-socialisten, zoo
wel op de aanhangers van de nationale ge
dachte als op de arbeiders ingesteld, moest
vergemakkelijken. Bijkans bij elke ver
kiezing dan ook werden de stemmencijfers
van Hitiers aanhang grooter, een kleine
terugslag in November 1932 werd over
vloedig goed gemaakt in het begin van
1933. Hindenburg, die totdusver geweigerd
had om Hitier tot het Rijkskanselierschap
te roepen, wijl hij voor zijn nog steeds in
de minderheid zijnde partij alle macht
opeischte, riep nu dezen tot die functie,
meenende dat hij, door hem tusschen den
nationalist Hugenberg en zijn persoonlijken
vriend von Papen te encadreeren, de
Nazi-beweging bevredigde en de scherpe
kanten er af sleep. De ervaring leerde
anders, want Hitier, op deze wijze tot de
legale macht gekomen, zette zijn eischen
door; veranderde zijn minderheid in den
Rijksdag in een meerderheid door de com
munisten buiten te sluiten, ging eerst tot
ontbinding van de militaire formaties zij
ner tegenstanders, al spoedig daarna tot
ontbinding van de politieke partijen en de
vakvereenigingen over. Ook werd van zijn
kant het merkwaardig besluit genomen, dat
den federatieven staatsvorm van Duitsch
land ophief; de rechten der afzonderlijke
landen, door de Republiek totdusver
erkend, vernietigde, en Duitschland maakte
tot een werkelijken eenheidsstaat, die
Stadhouders van het Rijksgezag heeft in
de vroegere goeddeels onafhankelijke
deelen. Het vermoeden, dat de uitstekend
uitgeruste Rijks weer zich achter dit legale
gezag zou stellen, de overmacht van S.S.
en S.A. formaties, het volslagen gemis aan
eenheid onder de tegenstanders, die immers
niet anders hadden gedaan dan elkander
bestrijden, maakten het zonder bloedver
gieten doorzetten van deze maatregelen
mogelijk en schiep een nieuw Duitschland,
opnieuw op innerlijke veiligheid en orde
gebaseerd, dat ontstond, voordat men zich
van de realiteit voldoende rekenschap kon
geven. De Rijkspresident Hindenburg had
met dezen gang van zaken genoegen te
nemen of af te treden; in de nieuwe om
standigheden zou zelfs een beroep zijner
zijds op het Duitsche volk onverhoord zijn
gebleven.
Dit nieuwe Duitschland, het z.g. Derde
Rijk, dat na den dood van Hindenburg in
1934, aan Adolf Hitler tegelijk de functies
van Rijkspresident en Rijkskanselier toe
vertrouwde, berust zonderlinge anomalie
nog altijd op de republikeinsche grond
wet van Weimar van Juli 1919, die niet is
gewijzigd. Het nieuwe Duitschland berust
op edicten en decreten van de Rijksregee-
rir.g, die vrijwel 't bestaande hebben om
vergeworpen. Met groote energie heeft men
de verbetering van den economischen en
financieelen toestand ter hand genomen,
en tegenover de buitenlandsche tegenstan
ders van Duitschland, tengevolge van hun
onderlinge verdeeldheid, hetzelfde resultaat
kunnen bereiken als innerlijk werd ver
kregen. Van herstelbetalingen geen sprake
meer; in 1935 werd de herbewapening van
Duitschland, die overigens reeds lang aan
den gang was, ter hand genomen, en door
gezet met een terzijdestelling van alle
financieele moeilijkheden, die door nie
mand was verwacht. Door groote openbare
werken, welker voltooiing door het instel
len van den arbeidsplicht werd vergemak
kelijkt, is werkloosheid ten deele bestreden.
De reeds voor 1933 gevoerde financieele
politiek, die den Staat van zijn financiceele
verplichtingen onthief, niaar geheele klas
sen tot den bedelstaf bracht, vergemakke
lijkte de financieele stabilisatie. Maatrege
len, op een wijze, die internationaal protest
brachten, tegen de Joden genomen op grond
van de rassenpolitiek van het nationaal-
socialisme, werkten dit in de hand. Parle
mentaire tegenstand was in den Rijksdag,
die zelden bijeenkwam, reeds moeilijk;
werd geheel onmogelijk, sedert slechts één
partij, de nationaal-socialistische zelve, als
wettig werd erkend. Vakvereenigen waren
ontbonden en in eenzelfde Arbeidsfront
ondergebracht, en konden dus al evenmin,
zouden zij dit gewild hebben, haar stem
doen hooren. Wel is er in de kringen van
de nationaal-socialisten zeiven een zekere
tegenstand ontstaan tegen de leiding, die
zich in het late voorjaar van 1934 uitte,
maar die op even plotselinge als afdoende
wijze werd bestreden; men herinnert zich
de sensationeele scènes, die tegenover von
Roehm en de zijnen zijn voorgevallen.
Sedert 1933 is Duitschland de totalitaire
staat bij uitnemendheid, waarin het belang
van het individu volslagen ondergeschikt
is gemaakt aan dat van de gemeenschap;
waarin op krasse wijze met mogelijk ver
zet hetzij van het kapitaal, hetzij van den
arbeid veraf is afgerekend. De eenheid, die
in Duitschland sedert 1933 heeft geheerscht,
heeft het dit land mogelijk gemaakt zich
uit de betrekkelijke vernedering, waarin
het leefde en althans meende te leven in
de internationale samenleving, op te heffen.
Zij heeft echter tegelijkertijd geleid tot het
steeds groeiend wantrouwen, waarmede
men de Duitsche buitenlandsche politiek
volgt, vooral nadat deze is afgeweken van
haar aanvankelijke beschikking, dat alle
Duitschers tot het groote Duitsche Rijk
moesten behooren, en daaraan vreemde
deelen als Tsjechië en Slowakije heeft on
dergeschikt gemaakt.
Het Oostenrijk van na den oorlog.
Het beeld, dat Oostenrijk na den oorlog
biedt, vertoont in sommige opzichten, zij
het natuurlijk in miniatuurformaat, gelij
kenis met dat van Duitschland. Ook hier
een groote ontreddering, een tasten naar
den meest juisten weg op politiek gebied,
waarbij aanvankelijk de sociaal-democra
ten onder leiding van Renner de leiding
hadden. Oostenrijk, van Hongarije geschei
den, van zijn Tsjechische, Slavische en
ïtaliaansche kroonlanden ontdaan, werd
tot den omvang van een klein land gere
duceerd, maar behield als hoofdstad zijn
millioenenstad Weenen, waaruit echter de
groote financieele en industrieele zetels
verdwenen, die de bloei en de beteekenis
ervan hadden helpen opbouwen. Weenen
kwam zoodoende onder de uitsluitende
macht van de sociaal-democraten, en bur
gemeester Seitz heeft in Weenen een so
ciale politiek gevoerd, die de toestanden
der arbeiders op voortreffelijke wijze
heeft verbeterd, maar door het tempo
waarin zij werd voltrokken, lasten legde
op de altijd het meest getroffen midden
klasse, welke de tegenstellingen ten zeer
ste verscherpte. Van 1919 af ziet men in
Oostenrijk, welks jonge Keizer Karei II
was gevlucht naar Zwitserland, zich den
strijd voltrekken tusschen de sociaal-demo
craten eenerzijds, de christelijk sociale
partij, in overweldigende meerderheid ka
tholiek, aan den anderen kant. Uit de
kringen dezer partij stond de prelaat
staatsman op mgr. Seipel, die terecht door
zijn moedig en doortastend beleid de be
wondering van Europa heeft gewekt. Hij
ging tot Genève om er de financieele hulp
te vragen, die het aan den rand van de fi
nancieele afgrond gekomen Oostenrijk
noodig had; weliswaar met buitenlandsche
controle onder leiding van onzen landge
noot Zimmerman, maar in betrekkelijk
korten tijd, herstelden zich de Oostenrijk-
sche financiën en maakten een meer on
afhankelijk beleid mogelijk. Inwendig in-
tusschen waren de politieke moeilijkheden
niet minder groot dan in het naburige
Duitschland, en maar al te zeer zal men
later betreurd hebben, dat men ook hier
de gewapende vrijcorpsen heeft toegelaten:
de Schutzbund der sociaal-democraten, de
Heimwehren der katholieke austro-fascis-
ten en de Frontkampfer der Pan-Germa*
nisten, die later de aanhangers van Hitier
in Oostenrijk werden. Op Seipel volgde
Schober, Weenen's politieprefect, die het
overslaan van de roode terreur van Hon
garije had weten te voorkomen, en die in
1927 de troebelen in Weehen krachtdadig
wist te bestrijden. De neiging tot Anschluss
bij Duitschland, door bijna alle partijen in
Oostenrijk gevoeld, werd door hem, in de
bekende Tolunie, onder den Duitschen mi
nister Curtius gesloten, in 1031 verwezen
lijkt, maar door den Volkenbond en het
Hof te 's-Gravenhage, op grond van de
formeele verplichtingen van Oostenrijk,
ter zijde gesteld. Steeds scherper spitsten
de verhoudingen zich toe, en steeds min
der begreep men aan beide kanten, dat
DONDERDAG
HILVERSUM II. 301.5 M. 8.00—9.15
KRO. 10.00 NCRV 11.00 KRO 2.00—12.00
NCRV. 8.009.15 Gramofoonmuziek
(Om 8.15 Berichten) 10.00 Gramofoon
muziek 10.15 Morgendienst 10.45
Gramofoonmuziek 11.30 Godsdienstig
halfuur 12.00 Berichten 12.15 Gra
mofoonmuziek 12.30 KRO-orkest (1.00
I.15 Gramofoonmuziek) 2.00 Handwerk-
cursus 3.00 Vioolvoordracht en Gramo
foonmuziek 3.45 Bijbellezing 4.45
Gramofoonmuziek 5.00 Handenarbeid
voor de jeugd 5.30 Gramofoonmuziek
6.00 Orgelspel (ca. 6.30 Berichten) 7.00
Berichten 7.15 Boekbespreking 7.45
7.55 Gramofoonmuziek 8.00 Berichten
ANP, Herhaling S.O.S.-berichten 8.15
Orgelconcert 9.00 Declamatie 9.30
Hollandsch Kamermuziek-Ensemble (10.00
10.30 Berichten ANP, actueel halfuur en
10.4511.00 Gymnastiekles) 11.30 Gra
mofoonmuziek 11.5012.00 Schriftlezing
HILVERSUM I. 1875 en 414.4 M. AVRO-
UiLending. 8.00 Gramofoonmuziek (ca.
8.15 Berichten) 10.00 Morgenwijding
10.15 Gramofoonmuziek 10.30 Voor de
vrouw 10.35 Orgelconcert 11.00 Voor
de vrouw 11.10 Declamatie 11.30 Om-
orkest 12.10 Gramofoonmuz ek ca. 12.15
Berichten) 12.30 Ensemble Alfredo Spezia-
letti 1.10 Orgelspel 1.30 Vervolg con
cert 2.00 Pianovoordracht 2.25 AVRO-
Amusements-orkest en declamatie 4.00
Voor zieken en thuiszittenden 4.30
AVRO-Musette-ensemble en soliste (opn.)
5.00 Jeugdhalfuur 5.30 Dansmuziek
(gr. pl.) 5.45 De Twilight Serenaders
6.28 Berichten 6.30 Sportpraatje 7.00
Cabaret-programma 7.40 Causerie
„Vorstenhuwelijken in Indië" 8.00 Be
richten ANP, radiojournaal, mededeelingen
8.20 Omroeporkest en solist 9.05 Re
portage 9.35 Variété (gr. pl.) 10.30
AVRO-Dance-Band 11.00 Berichten
ANP, Hierna: Francis Keth's Ensemble
II.40—12.00 Orgelspel.
DROITWICH. 1500 M. 11.50 Orgel
spel 12.20 Reportage 12.55 Bobby
Howell en zijn Band 1.35 Reportage
1.55 De Northern Ireland Zangers 2.20
Reportages 4.50 Victor Silvester's dans-
orkest 5.20 Reportage 5.30 Gramo
foonmuziek 6.05 Reportage 6.20 Be
richten 6.50 Landbouwcauserieën 7.20
Zangvoordracht 7.35 Causerie „Jumping
Giants of Africa" 7.50 Zang met harp-,
fluit, en vioolbegeleiding 8.20 Gevari
eerd programma 9.20 Berichten 9.50
eenheid van degenen, die vrijwel eenzelfde
beginsel huldigden, noodig was om de Oos-
tenrijksche onafhankelijkheid te redden
Het element der buitenlandsche politiek
mengde zich daarin; Frankrijk kwam met
zijn plan eener Donau-fedcratie, waarin
echter Duitschland om begrijpelijke rede
nen niet wilde treden; werd van Tsjecho-
slotvaaksche zijde een Anschluss van Oos
tenrijk b(j Duitschland het meest ge
vreesd, daartegenover stond Yougoslavië
het meest afwijzend tegen een herstel der
Habsburgers, vooral nadat Karei II in Hon
garije twee vergeefsche pogingen in 1922
had gedaan. Naast de andere partijen hie
ven nu ook de legitimisten, die de Habs-
burgsche dynastie wilden herstellen, zich
aanvankelijk bepaalden met verlof tot te
rugkeer der uitgeweken Habsburgers, de
vaan omhoog.
De eigenlijke crisis in Oostenrijk is ge
komen nadat het nationaal-socialisme zich
in Duitschland had bevestigd en tengevolge
daarvan Dollfuss, de kleine, maar bij uit
stek energieke staatsman, die de erfenis
van mgr. Seipel wilde bewaren, had tegen
twee fronten te strijden: dat der sociaal
democraten en dat der nationaal-socialis
ten. Een bloedige opstand van de eerste,
die te Weenen begin 1934 uitbarstte, werd,
zij het ook met kanonnen en mitrailleurs,
neergeworpen; de steeds toenemende macht
der nationaal-socialisten, vooral in gebie
den, die de economische dwangmaatregelen
van Duitschland het scherpst voelden, kon
men niet tegengaan. Zulks te minder, om
dat het in de kringen der christelijk-socia-
len aan een zekere mate van eenheid ont
brak; omdat Starhemberg, de leider der
Heimwehren al weer andere doeleinden
had als Dollfuss zelf. Het scheen een
oogenblik, dat de gewelddadige dood van
Dollfuss in Juli 1934, tengevolge van den
mislukten aanslag der nationaal-socialis
ten, de eenheid in deze rijen zou herstel
len.
Die was echter slechts tijdelijk. Schusch-
nigg, die in de moeilijke uren, dat Dolfuss
binnen den Hofburg overleed, zijn erfenis
ter hand nam, had al spoedig met tegen
stand in eigen kring rekening te houden.
Hij heeft getracht de Oostenrijksche onaf
hankelijkheid, vooral met behulp van de
ïtaliaansche vriendschap, waartoe Dolfuss
den grondslag had gelegd te handhaven.
Tal van politieke incidenten hebben plaats
gehad; tal van phasen zijn er geweest in
den ondergrondschen strijd, die men, in
het bijzonder aan de Tiroolsche en Beier-
sche grenzen met het nationaal-socialisti
sche Duitschland streed. Indien de arbeiders
nog altijd verbitterd over de nederlaag van
1934 zich resoluut achter Schuschnigg had
den geplaatst, zou een Oostenrijk mogelijk
zijn geweest, dat niet bereid was zich op
het eerste oogenblik aan de hulp van het
nationaal-socialistische Duitschland over te
geven. Nu kon de loop van zaken moeilijk
anders zijn dan deze is geweest. De macht
van politie en leger werd door de nationaal-
socialistische propaganda ondergraven; de
regecring, ondanks alle concessies, die zij
I bereid was aan politieke tegenstanders te
doen, kwam steeds eenzamer te staan. Te
Bcrchtesgaden geroepen om Hitler's
6 JULI 1939
Viool en piano 10.20 Kerkdienst
10.40 Harry Evans' dansorkest en solisten
11.20 Billy Merrin'sCommanders
11.50 Declamatie 12.15—12.20 Berichten.
RADIO PARIJS 1648 M. 12.30 Zang-
voordracht 1.25 Het Pascal-orkest
2.35 Zang met vedelbegcleiding 4.35
Pianovoordracht 4.50 Zang 5.25 Het
Koor van de Chapelle des Croisés 6.05
Radiotooneel 7.20 Het Ellis-orkest
8.5012.05 Opera-uitzending.
KEULEN. 456 I\I. 6.50 Gramofoon
muziek 7.35 Het Dresdener Klcin-
orkest 8.50 Het Omroeporkest 10.20—
10.50 Volksliederenconccrt 12.20 Hot
Omroepdansorkest 1.35 Uil Turijn: Het
EIAR-Strijkorkest en pianoduo 2.30
3.20 Populair concert 4.20 Het Omroep-
Amusemcnts-orkest 5.205.50 Gramo
foonmuziek 6.40 Cembalovoordracht
8.30 Hans Bund's orkest 11.0012.20 Het
Omroepkleinorkest en solisten.
BRUSSEL. 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gramofoonmuziek 12.50 Omroep
dansorkest 1.502.20, 5.20, 6.50 en 7.20
Gramofoonmuziek 8.20 Omroeporkest en
gramofoonmuziek 9.20 Omroeporkest en
gramofoonmuziek 10.3011.20 Gramo
foonmuziek.
484 M.: 12.20 Gramofoonmuziek 12.50
Radio-orkest 1.50—2.20, 6.35 en 7.35
Gramofoonmuziek 8.20 Radio-orkest
10.3011.20 Gramofoonmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
7.20 Uit Praag: Opera „Don Giovanni"
(opn.) 10.30 Berichten 10.55 Gramo
foonmuziek 11.05 Berichten 11.20—
12.20 Het Nedersaksen-orkest.
GEM. RADIODISTRIBUTIEBERDIJF
3de Programma: 8.00 Keulen 10.50
Radio PTT Nord 11.20 Droitwich
12 20 Brussel VI. 2.20 Keulen 3.20
Diversen 4.20 Keulen 5.20 Brussel VI.
6.05 Radio PTT Nord 6.20 Londen
Reg. 7.20 Brusel VI. 7.50 Keulen
8.50 Radio Parijs.
4de Programma: 8.00 Brussel VI. 9.20
Radio Parijs 9.30 Radio PTT Nord
10.05 Diversen 11.35 Londen Reg.
1.20 Droitwich 1.50 Londen Reg. 3.10
Droitwich 3.35 Londen Reg. 5.05
Droitwich 6.35 Brussel Fr. 7.20 Droit
wich 7.35 Brussel Fr. 7.50 Droitwich
11.50 Londen Reg.
eischen aan te hooren, nam Schuschnigg
het ongelukkig redmiddel van een volks
stemming, waarvan de organisatie zonder
linge tegenstrijdigheden in zich bevatte, te
baat; dit verhaastte den afloop, die bestond
in het feit, dat Duitschland openlijk de
hand reikte aan de nationaal-socialisten in
Oostenrijk en gevolg gaf aan de hulp, die
naar het heette, door deze was ingeroepen.
Schuschnigg verscheen voor de radio om
zijn aftreden aan te kondigen, waarop
President Miklas had aangedrongen; in
Maart 1938 werd Oostenrijk met Duitsch
land verbonden; het werd de Ostmark.
Sedert Italië zich van zijn vroegere bond-
genooten in den oorlog had afgescheiden,
en tengevolge van de Abessynsche gebeur
tenissen, in nauwe verbintenis met
Duitschland was getreden, bleek verzet
van dien kant af opgegeven, of niet meer
mogelijk.
De oorlog deed ontstaan het vraagstuk
Midden-Europa. Dit bestond tevoren niet,
want de inderdaad zonderling geconstru
eerde Donau-Monarcie vormde op zich
zelf het begrip Midden-Europa. Daardoor
was zij overgang van het Europeesche
Westen naar den Balkan. Teneinde het stel
sel, dat bij Versailles voorzat, te constru-
eeren, was het noodig deze Donau-Monar-
chie volledig te ontbinden, zelfs haar fede
ratieve voortzetting, gelijk Keizer Karei II
die te laat had bedacht, onmogelijk te
maken. Daardoor echter schiep men een
vraagstuk Midden-Europa, uiteenvallende
in evenvele deelen als er rassen en volken
in Oostenrijk-Hongarije waren geweest. En
daardoor komt het ook, dat de Anschluss
van Oostenrijk bij Duitschland, totstandge-
bracht ondanks alle formeele verboden van
St. Germain en de financieele protocollen
van 1922, niet de definitieve oplossing van
het vraagstuk midden-Europa beteekende,
doch slechts het begin van een strijd om tot
deze oplossing te komen.
EUCHARISTISCH CONGRES 1944 IN
SPANJE
Kardinaal Segura heeft medegedeeld, dat
het Eucharistisch congres 1944 in Spanje
zal worden gehouden.
PATER A. PETERS.
Prior van het Carmelietenklooster
te Boxmeer.
In den leeftyd van 75 jaar is overleden
pater Adrianus Peters, Carmoliet, prior van
het Carmelietenklooster te Boxmeer.
Pater Peters werd vijftig jaar geleden in
1889 priester gewijd.
Sinds 1933 was hij aangesteld als prior te
Boxmeer.
Tevens was hij rector der Zustere Carme-
litessen (Elzendaal) te Boxmeer.