DE „ORANJE" BIJ AVOND. Een avontuur op den Balkan Q: 2)e £eictocJie (Bouwru Dag en nacht wordt gewerkt, om het m.s. .Oranje op tijd voor den proef tocht gereed te krijgen. Het machtige zeekasteel, liggend aan de Javakade te Amsterdam, biedt in de avonduren een fantastisch schouwspel Koning Leopold van België bracht deze week een bezoek aan Brugge ter opening van de Memling-tentoonstelling in het Gruuthuse-museum. De Koning tijdens zijn bezoek Het militair schouwspel op het Waterlooplein te Batavia ter gelegenheid van het eeuwfeest van het 10de, 11de en 12de bataljon werden ook door den Gouverneur-generaal bijgewoond De Koning en de Koningin van Enge land zijn na hun terugkeer in Londen Vrijdag officieel verwelkomd door de City. De vorstelijke stoet onderweg na .de traditioneele ceremonie, bij Temple De heer C. Wijdenes Spaans neemt 26 Juni a.s. afscheid als dijkgraaf van het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier te Alkmaar De heer C. L. M. Kerckhoven, reserve 1ste luitenant der Grenadiers, trad Vrijdag te Amersfoort in het huwelijk met mej. A. H. W. van den Bent, dochter van generaal-majoor A. R. van den Bent, den commandant der IVde divisie FEUILLETON door ERNST KLEIN. 27) Vitus Thavon was een van die gelukkige menschen, die er altijd in slagen, aan den meest benarden toestand nog een goede kant te ontdekken. Deze menschen zijn de onoverwinnelijken. Zij zijn de stof, waar uit de groote veroveraars en de groote uit vinders gevormd worden. De eerbiedwaar dige correspondent van de „Welt" was wel iswaar noch het een, noch het ander, maar hij was als zij niet ten onder te brengen door tegenslag en grillen van het noodlot. Hij kon Stratos niet verhinderen, de ge heime gang te betreden. Dan was 't zeer wel mogelijk, dat de rollen omgedraaid werden en Stratos gevangen werd geno men en als gijzelaar voor hemzelf tegen de rooverbende werd uitgespeeld. Hamid zou niet voor den avond op marsch gaan. In vier uur was Stratos aan den anderen kant. Nu, Hamid en Salomon zouden wel opletten, of er gedurende dien dag geen onverwachte gast uit den haard kwam op duiken. Welnu, het noodlot moest zijn loop dan maar nemen. Liep de zaak mis, dan had hij altijd nog een troef in handen: de revol ver, die niemand in zijn bezit vermoedde. De revolver. Wie had deze in zijn zak getooverd? Hij trad zijn kamer weer binnen. De zon scheen loodrecht op den tuin. Zwoel stroomde de hitte naar binnen. Vitus liet de jalouzieën zakken en strekte zich op de ottomane uit. En wachtte. Langen tijd lag hij daar. Niemand ver scheen. De onrust greep hem aan, verteer de hem. Ten slotte is niet iq/lereen in staat, om stil te blijven liggen, wanneer men weet, dat er gebeurtenissen op til zijn, waarvan welslagen of mislukking afhangt, overwinning of nederlaag, wellicht leven of dood. Tevergeefs hield hij zichzelf voor, dat Stratos naar alle waarschijnlijkheid het ander einde bereikte, voor Hamid zich op weg begaf. Tevergeefs stelde hij zich voor het gezicht van den kapitein, wanneer deze uit den haard stapte en door Salomon met diens gewone beminneelijkheid in ont vangst werd genomen. Alles vergeefs. De onrust liet hem niet los, werd steeds sterker en verhinderde hem intusschen niet, om met veel smaak te eten van het maal, dat de kawasz hem na een half uur bracht. Toen hij gegeten had, belde hij. De be diende ruimde af en hij ging weer liggen en trachtte te slapen. Het lukte niet. Hij was te zenuwachtig. Wat een ellendige toestand. Hij stond weer op, opende zacht de deur en trad in de gang. Die was lang, reikte van de straat tot aan den tuin. De huis deur was gesloten; op de gang waren links en rechts één, twee deuren, in het midden het trappenhuis. Niemand was te zien. Hm, zou hij het wagen? Hij moest iets doen. Langer stil blijven liggen was hem onmogelijk. Als een kat sloop hy de marmeren trap op. Op het portaal zat een komtadschi met het geweer op de knieën, het hoofd op de handen en snurkte zoo luid, als men bij zoo'n hitte slechts snurken kan. Vitus stond naast hem stil en luisterde in alle richtingen. Niets bewoog zich, niets. Het heele huis scheen in middagslaap verzonken te zijn. Doch ziezie. Met stokkende adem week Vitus van de leuning terug, waarover hij zich heenge bogen had. Onder de trap bevond zich een deur, die hij tot dusverre niet opgemerkt had. Waar schijnlijk ook een of andere geheime deur. Deze werd nu van binnen heel zacht en voorzichtig geopend, zonder dat men kon zien, wie er achter zat. De geheimzinnige bezoeker luisterde en spiedde beneden, juist, zooals Vitus het boven gedaan had. Deze stond bij de leuning, had zijn klei ne met zilver beslagen revolver in de hand en wachtte op de dingen, die komen zouden. Toen alles stil bleef, verscheen om de deur beneden eerst de loop van een reus achtige revolver. Daarop bleef de toestand eenigen tijd onveranderd. Doch langzamer hand kwam een versleten muts met een ruig hoofd er onder te voorschijn en een geweldig bfeede borstkas volgde. Salomon de Spanjool in levende lijve. Hij richtte zich op, haalde diep adem als iemand, die over zichzelf tevreden is. Keek om zich heen, keek naar boven. Meester en bediende staarden elkaar sprakeloos aan, de-een precies even ver bluft als de ander. Het scheelde geen haar, of zy hadden el kaar uit pure "Vergassing bijna overhoop geschoten. VLJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Professor, u is vrij. De vreugde van het wederzien was even zv/ijgend als innig. Salomon sperde van lou ter pleizier den mond zoo wijd open, dat Vitus zyn maag meende te kunnen zien. Een oogenblik later schudden ze elkaar beneden bij de deur de hand. Vitus duwde Salomon, die zijn vreugde nog steeds geen meester was, de geheime gang in en trok de deur achter zich dicht. Er gebeuren nog wonderen, lachte hij. Als de nood het hoogst is, is Salomon nabij. Maar vertel nu eens, oude zondaar, hoe kom jy hier? Op de natuurlijkste wijze der wereld. Toen u vanmorgen niet terugkwam, ging ik dadelijk op stap hierheen. Hamid zit er nog steeds het hoofd over te breken hoe hij zijn gendarmen in het huis krijgt, zonder dat de spionnen van die verdraaide ben de iets merken. Nu, als hij dat klaar speeltMaar zeg eens, hoe lang zit je hier al? Ja, hoe lang zal dat zyn? Sedert tien uur ongeveer. Ik kwam tot aan de val deur, doch waagde het niet, verder te gaan. Waarschijnlijk zat ik daar nu nog, wanneer die komitadschi niet plotseling door de ijzeren deur in de gang versche nen was. Stratos? Heet die kerel Stratos": Heb je hem gedood? Wat een vraag. Alsof ik dat zoo kan zeggen. U weet, mijnheer Thavon, in de haast. Toen hij de deur opendeed, gaf ik hem met mijn revolver een slag op het hoofd Vitus dacht aan Elena. .en zonder een kik is hij in elkaar gezakt, besloot Salomon zijn verslag met zakelijke kortheid. Dat kan ik mij voorstellen. Waar is hij nu? Waar hij is? Daar, waar ik hem heb neergelegd. Kom. Zij daalden langs eenige treden af in een ruim gewelf, waarin zich verscheidene deu ren bevonden. Toen moest men weer een, twee meter afdalen, om in een smalle doorgang te komen, die, zooals Vitus in de haast vaststelde, onder den tuin lag. De ijzeren deur, die toegang gaf tot de groote geheime gang, stond open. Er ach ter lag Stratos, aan handen en voeten ge bonden. Hij was bewusteloos, doch had geen wonden. Zijn schedel zou onder de vrecse- lijke vuist van den Spanjool ongetwijfeld versplinterd zijn, indien de dikke muts, die hij droeg, hem niet beschermd had. Vitus boog zich over hem heen en con stateerde met genoegen, dat hij ademde. Man, als je hem doodgeslagen had, mompelde hij, terwijl hij den bewusteloo- ze in een gemakkelijker houding legde. De Spanjool keek met open mond toe. Hoe men een GTiekschen komitadschi be hoorlijk behandelen kon, ging zijn begrip te boven. Een ander dan Vitus had het ook niet moeten wagen, Salomon's heiligste op vattingen van menschelijkheid met voeten te treden. Hij bromde, raasde en haalde de schouders op. Maar mijnheer Thavon, dat is toch maar een gemeene antare, zoo'n hond, zoo'n (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9