H Dc Zesde CORRESPONDENTIE Ik krijg van een meisje uit Nicuwveen het volgende briefje: Mijnheer, „Ik wens opgenomen te worden in de firbrlek van de jarigen. Ik heet en woon in Nieuwveen. Ik ben jarig op Dat is alles, geen groeten, geen dank voor de opname, niets, niets, niets. Kijk, zoo schrijft men geen brief en zoo vraagt men zeker niet om opgenomen te worden. Ik zeg maar zoo: beleefdheid kost niets en opent harten en deuren. Laat dit enkel woord van afkeuring een zachte wenk zijn ook voor anderen, die mij vragen om in de „verjaringslijst" op genomen te worden. Wie voortaan in dien geest mij iets vraagt, krijgt geen antwoord en wordt NIET opgenomen. Oom WIM. A nnie Col ij n, Hoogmade. Aan je vriendelijk verzoek wordt voldaan An nie. Kijk maar eens op 24 Juni en 3 Juli. Op die datums ben ik in den geest bij jul lie en fuif mee. Dag Annie! Groet vader en moeder en Nellie en Wim van me! Treesje van der Meel, Leiden. Ik wil wel naam en adres veranderen, maar op welken dag ben je jarig? Ik kan je naam niet vinden in die lange lijsten. Dag Treesje! Schrijf me dat eens gauw! Met groet en hand! Tovan Dam, Voorhout: Ik heb jouw hartelijk briefje ontvangen, To en tol mijn groot genoegen gezien, dat je ons krantje zoo mooi vindt en het steeds van „top tot teen'! uitleest. En om jou en va der en moeder nu een plezier te doen, laat ik hieronder zelfs jouw verhaaltje volgen. Hoort, daar komt To en vertelt iets van een jongetje, dat door vader op een grap pige manier terecht werd gezet. De schoenen van Toon. Tono was de oudste van de vijf Jansen tjes. Hij was twaalf jaar en kon zijn eigen al goed helpen. Elke morgen poetste hij zijn schoenen achter op het plaatsje. Op een morgen echter was hij slaperig uitge vallen: hij moest zijn morgengebed nog bidden en zijn schoenen poetsen. Wat te doen? Zou hij zijn morgengebed niet of zijn schoenen niet poetsen? Neen, het eer ste mocht hij niet overslaan. Hij ging voor den spiegel, kamde zijn haren en stapte met ongepoetste schoenen naar binnen, want ze zouden toch weer vuil worden. „Goede morgen moeder"! „Goede morgen vader"! „Morgen jongen", zei vader! Zijn de schoenen netjes in orde? „Neen vader, niets aan gedaan, hel helpt toch niets! Straks regent het weer". De jongen nam een stoel en zette zich aan tafel. Wat 'ga je doen, Toon? Eten, vader! Dat zou ik maar niet doen! Over een uurtje heb je toch weer honger. Toon ging een licht op; dacht een oogen- blik na; stond van tafel op om na een poos je weer terug te komen, met glimmende schoenen. „Smakelijk eten, jongen"! zei vader en allen lachten en Toon lachte mee. A1 i e Verhoeven, L e id e n. Het is al weer zoo lang geleden, dat ik heusch niet weet of Fortuna je dezen keer gunstig gestemd was of niet! Hoe het ook zij: ik hoop je nog vaker te zien meedingen. Het verhaal vind ik zeer goed. Maak nog eens wat! En weet je ook nog wat je beloofd hebt? Ik zal het je zeggen: „je zoudt voortaan om de twee weken iets van je laten hooren". En dusMet hand en groet voor jou en alle huisgenooten. Nel van Leeuwen. Z.'w oude. Ja Nelleke, je had goed je best gedaan: Je deed mee in dc afdeclingen: Nieuwe raadsels (die geplaatst worden); dan kreeg ik twee teekeningen en de oplossingen dei- raadsels en nog een opstelletje over „de Herfst". Dat is flink! Ik weet dat ik voor de volgende wedstrijd ook weer op je re kenen kan. Zooals op alle neefjes en nich tjes van „Watertje" te Zoeterwoude. Dag Nel! Groet je ouders van me! Johanna Hooger vorst, Ter Aar. Die teekening was lang niet slecht en het versje bewaar ik tot het weer sneeuwt. Dan wordt het geplaatst: Let maar eens op! Schrijf eens een brief, hoe het je gaat en wat je zooal den heelen dag doet of over een of ander uitstapje. Wil je? Dag Johanna. Hierbij zullen we het laten. Wie een brief schrijft, krijgt een ant woord terug. Tot de volgende weck. De hand en groet voor u allen. Oom WIM. NIEUWE RAADSELS ingestuurd door Cor van Diest. No. 1: Visitckaartjespuzzle. Door omzetting der letters van onder staande naamkaartjes vindt men de beroe pen. welke de personen, die hun kaartje achterlieten, uitoefenen. Welke zijn dat9 No. 2. Uit elke zin één woord nemen; ze vor men samen een spreekwoord: Zijn dit versche eieren van eigen kippen, melkboer? Heerlijk zijn de winteravonden als de familie rond den haard gezeten is. De raadselwedstrijd van de Leidsche Courant is de jeugd steeds welkom. De Karimata heeft de hoop opgegeven het verloren goud op te halen. Keurig werk is steeds waard geprezen te worden. No. 3: Achtpuzzle. 8 Deze acht cijfers 8 zoo on- 8 8 der elkaar te plaatsen, dat 8 8 na optelling de som 1000 8 8 wordt verkregen. 3 Wie kan dat? No. 4: Luciferspuzzle. Van deze figuur drie lucifers verplaat sen, men krijgt dan 2 even groote driehoe ken en een zeshoek, die samen een recht hoek vormen. Geen lucifers afhalen of bij leggen. No. 5. Als geen zijn we met ons vieren Gezellig bij elkaar; Gaat de eerste van ons henen Blijft er een nog maar. Wie zijn we? No. 6. Welke Europeesche staten lees je uit: I. Moe en Mie II. Een merk dan. III. En lange Dirk. De oplossingen niet opsturen. Deze geeft Cor de volgende week zelf. Oom WIM. MOTORRENNEN door Anton Roels. De trillend-nvarme lucht is vol van het stampend geluid van motoren, die klaar zijn voor de start. Het groote groene veld ligt prachtig kaalgeschoren onder de bran dende goudglans van de zon. De hooge tri bunes zijn volgeladen imet drukdoende, zenuwachtige menschen, die zich puffend het voorhoofd afvegen of een onverstaan baar woord roepen naar een kennis of vriend, die hooger zit. Er is spanning! Vandaag worden de kampioenschappen verreden en heele gezinnen hebben zich opgemaakt om dit festijn mee te vieren in de zengende hitte van het stadion. Wél vroeg men zioh hier en daar af, wat voor plezier het kon geven, te kijken naar een moordende jacht tusschen doode, en althans ziellooze motoren, maar men werd meegesleurd door een buur of vriend, die zei, dat het overwedigend was. Een mensch laat zich gauw overtuigen, al weet hij, dat de ander wel eens ongelijk hebben kan. In ieder geval was het vol en snikheet op het groote veld en dreunden de motoren weerbarstig en driftig. Daar klonk het startschot. Met open knal- pot puften de machines weg, het rechte stuk langs, onwennig-voorzichtig in de bocht. Daar slipte zoowaar al een renner, maai bij hield zich in het zadel en zette door. Steeds sneller werden de rondes genomen, steeds ademloozer zag men toe. hoe de groep uiteen werd gerukt en weer dicht op elkaar kwam en nu de verste bocht een oogeniblik uit het gezicht verdween. Potseling een d'offe knal, dichte, ondoor dringbare rook en luid geschreeuw van op gewonden toeschouwers. Men verliet zijn plaats en rende naar het punt, waar de renner gevallen was in volle jacht. Politie kwam op het veld en hield de op dringende menigte tegen. Verlaten en als gedachtenlooze speelpoppetjes reden aan den overkant nog een paar renners, zonder doel en niet gevolgd door de belangstelling van de duizenden. Een ziekenauto kwam het veld oprijden; er hing een vreemde stemming, zoo kort na de ophitsende kreten om strijd en snel heid. Het geloei van de duizenden was ver steld tot het onderdrukt geroezemoes van vele stemmen. Langzaam reed de ziekenauto het veld weer af: door de luidspreker werd aan het publiek verzocht, de plaatsen weer op te zoeken, dan konden de rennen hervat wor den. En even later ronkten weer de motoren en volgde het publiek in koortsige span ning de moordende rit. Het ongeval van zooeven had men lang reeds vergeten. Wie zijn jarig? VAN 23 TOT EN MET 29 JUNI. Op 23 Juni. Henkie Hartwijk, Burgst. 4. Greet Luykx, Rijn- en Schiekade 29. Op 24 Juni. Tonny Gottebos, Tulpenstr. 5. Bé Vollebregt, Rijngeesterstr.weg 4, Oegst- geest. Gatha Stilwijk, Rietveld 13, H'Woude. Anne Jonkman, Huijgsloterdijk 3, Abbenes Cornelis v. Vliet, Pr. Hendrikstr. 1, Alphen Doortje van Ham, Jan Vossenst. 51a. Marie v. Amsterdam, Stationsw. B 450, R'Veen. Leo van Kesteren, Hoofdslr. 44, Voorhout. Alie Rossenberg, Rijn- en Schiekade 142. Nellie Colijn, Hoogmade B 310. Op 25 Juni. Ans Gertener, Hooigr. 63a. Stef Zonneveld, Kerkhout, Wassenaar. Lenie van Leeuwen, Buys Ballotstr. 10. Op 26 Juni. Bets van Dijk, Oosteindsw. 24, Bergschen- hoek. Anto Otten, R'Veen (De Fransche Burg). Jan Herreur, Langebrug 29. Nellie van Schie, Hoofdstr. 33, Voorhout. Cor de Bruyn, Hoogewoerd. Marijtje Broekhof, Zuidh., R'Veen. Beppie van Gent. Iepenlaan 26, Sassenheim Op 27 Juni. Maria en Theo de Wilde, Da Costastr. 48. Laurens den Hollander, Bijdorp 17, Voor schoten. Piet Montanus, Hanzestr. Plonie Stijnman', A 98, Langeraar. Piet Molenkamp, Kastr, 2, Wassenaar. Hans van Hagen, Lindestr. 28. Jo de Wit, H. Rijndijk 322 H'Woude. Op 28 Juni. Joseph Snijers, Botermarkt 15. Jan Verkley, Ridderbuurt 57, Alphen. Marietje v. d. Meer, Noordeinde B 342, Hoogmade. Hes v. d. Meer, Noordb. E 163, Z'Woude. Tonny Kramp, Rijnk. 5. Truus Vendrig, Hooge Rijndijk 226. Adriaan v. d. Vooren, Hooge Rijndijk 106. Op 29 Juni. Herman Niekerk, Rijndijk A 120 Hazers- woude. Treesje v. d. Meer, Pasteurslr. 20a. Emile van Tuyn, N. Rijn 59. Ik feliciteer de jarigen. Wie zijn of haar naam in deze lijst wil opgenomen zien of bij het verlaten der school van de lijst wil afgevoerd werden, schrijve minstens 14 dagen vóór den ver jaardag. Zoo ook wie verandert van woon plaats, straat of huisnummer ofwie een fout ziet in de namen. Oom WIM. DE ENGELBEWAARDER door Tante Marie. God, Die alles schiep in hemel en op aarde, Gaf een gids u mee bij uwe komst op aarde: Een engel zou hij zijn en schitterend als het licht, Der zonne, zouden stralen sprank'len van z'n hemelsch aangezicht. Gij ziet dien engel niet, toch staat hij aan uw zijde; Hij juicht en is bedroefd in vreugde en in lijden; Is blij om elk bewijs van liefde tot zijn God, Die hem hier zond al naar Zijn goddelijk gebod. Hij wijst u op gevaren, die dreigend naderkomen, Op wegen, straten, pleinen, waar samenstroomen Voertuigen veler soort, in snelheid veel tc groot, En waar u staat, als wenkt te onverbiddelijke dood. Hij teekent op wat goed gij deedt in 't leven In school, in huis, op straat, of v/aar dan om 't even, En elke slechte daad wordt ook naar waarheid genoteerd. Uw Engelbewaarder doet dit geloof me niet verkeerd. Zoo gaat hij met u mee op al uw levenswegen, Tot het einde is volbracht en Godeszegen, U wacht daar boven, waar zetelt God. uw Heer, Als gij onderhouden hebt geboden en Zijn leer. HAAR EERSTE OPTREDEN De onderwijzeres van de H.B.S. had be let gevraagd aan de familie de Groot om eens te komen spreken over Agnes, die een zeer moeilijke leerling was. Ze gaf haar kaartje af en wachtte geduldig tot ze bin nengelaten zou worden. Wat viel het •wachten haar lang, terwijl ze haar tijd toch zo.o hard noodig had. Ze begon, weer aan Agnes te denken; het meisje was al twaalf jaren, en nog schreef ze geen eene zin zónder taalfouten. Ze bleef natuurlijk zitten en dan was de beklagenswaardige onderwijzeres nog een jaar met haar opge scheept. Daar kwam mevr. de Groot bin nen met de woorden: neem u mij niet kwa lijk, dat ik u zoo lang heb laten wachten en terwijl nam ze met een ernstig gezicht plaats tegenover de juffrouw. Want ze wist al, dat er nu klachten zouden komen over •Agnes. Ik kan uw dochter van het jaar weer niet over laten gaan, begon de lee- rares. Ik heb haar het heele jaar met ern- stigen wil geholpen om vooruit te komen, maar ze wil niet. Andere meisjes van haar leeftijd zijn al veel verder. Waar moet dat heen? „Ik zal er met mijn man over spre ken, juffrouw, zoo gaat het niet langer". Juffrouw v. d. Linden stond op met de woorden: Ik heb u nu met alles op de hoogte gesteld. Een strenge vader moet hier ingrijpen. Ze reikte juffrouw de hand en liet haar uit. Ze kan er eigenlijk niets aan doen en ze mocht de juffrouw niet graag, en toen op een gestrenge toon, Ag nes kom eens hier. Agnes trad aarzelend de kamer binnen en begreep direct, .dat de juffrouw hier geweest was. Nu blijf je al wéér zitten, klonk het gestreng. De tranen sprongen Agnes in de oogen. Moedertje dat is niet waar, ik ken alles. Vraag me maar eens. Nu kind, ik zal afwachten tot de overgang, komt het uit, dat je blijft zit ten dan zal ik strenge maatregelen moe ten nemen. Agnes schreide met de han den voor haar oogen. Niet omdat ze niet overging, heelemaal niet, alleen omdat ze net zelf bezoek had gehad van een kennis van Vader, die haar, wat zij zelf nu op het oogenblik nog niet eens kon gelooven vertelde, dat zij op het eind van deze maand mee mag spelen in een groot con cert in dê Schouwburg. Maar nu, o ze kon er niets aan doen en nu zal alles in dui den vallen. Ze had zoo haast een uur ge zeten, toen mevrouw binnen kwam, die vertelde, dat ze net was opgebeld, dat een heer haar wou spreken. Jij moet dan .nu maar naar bed en er niet te veel aan den ken, dan komt misschien alles nog in orde. Het was ongeveer 9 uur, toen er gebeld werd en een heer aan mevrouw en meneer kwam vragen of zij hun toestemming kon den geven van Agnes' optreden. Mevrouw alleen zat na te denken. Kon zij haar toe stemming nu op het oogenblik geven, ter wijl zij er op school zoo slecht voorstaat? Zij zal het eerst aan Agnes eens flink op 't hart drukken, dat zij wel mag als haar rapport ook in orde komt. Meneer had di rect zijn toestemming klaar en beloofde dan ook. dat zijn dochter op het eind van deze maand mee zou spelen. De volgende morgen was Agnes niet te houden, dat zij mee zou mogen spelen. Maar eerst moest zij ook aan Moeder beloven, dat zij ook zal zorgen voor haar overgang. Eindelijk na een maand vol van inspanning was de dag aangebroken. Zij zou om 8 uur vertrekken met. de trein en zou dan om 9 uur in den Schouwburg zijn. Daar aangekomen werd zij achter een van de coulisen geplaatst en moest wachten tot er tien was geteld. Dan zou zij voor deze heele zaal het Ave Ma ria zingen. Eindelijk: daar zag men haar op het tooneel verschijnen. In een prach tige blauw satijnen jurk stond zij daar voor een stampvolle zaal het „Ave Maria" met een hooge stem te zingen. Toen het lied geëindigd was, had menig mensch stil een traan weggepinkt. En kon Agnes daar op het tooneel een prachtig applaus ontvan gen en van vele kanten kreeg zij vele ge- lukwenschen voor de prachtig geslaagde avond. Toen zij even later met haar Va der en Moeder in de auto zaten kon Moe der zich ook niet meer goed houden en met tranen in haar oogen vertelde zei, dat, waar zij ook zoo bang voor geweest was, ook gelukt was. Het was niet de geslaagde avond alleen, maar ook voor: „Het toela tingsexamen voor 't Gymnasium", U vraagt 1. Is een karbouw hetzelfde als 'n koe? 2. Ik las „ubé bene, ubi patria". Wat beteekent dit? 3. Ik zie in de krant: hij werd veroor deeld bij verstek? Hoe komt men daaraan? 4. Wat wil zeggen: „recht van veto heb ben?" 5. Moeder vraagt, wat vitusdans is? 6. Wanneer werden Herculanum en Pom- peji verwoest? Wij antwoorden 1. Zoowat hetzelfde. De karbouw lijkt er Veel op: Zyn kleur is vuil vaal. Heeft ook gespleten hoeven, herkauwt en loeit.... als onze koe. Wordt gebruikt om de sa- wahs te ploegen en te eggen en de kar \oort te trekken. Is erg dom: gaat voor geen tien claxons uit den weg. Dom maar door Anton Roels. XII. En toen gebeurde het schijnbaar-onmoge lijke. Plotseling zetten Ru Lemans en Dirk Versteeg een prachtigen aanval op. Er kwam geen H. B. S.-er aan te pas. En ter wijl de doelverdediger wanhopig met zijn armen stoncl te zwaaien en schreeuwde: „Aanvallen! vooruit, val dan toch aan!" zag Ru de kans schoon. Hij hield zich kalm, mikte rustig op den rechterbenedenhoek en een groote geestdrift rond het veld ver telde, dat „de Zesde" had gelijk gemaakt. (2-2). Dat gaf me een vreugde van belang! Maar het volgende oogenblik was het al weer oppassen. Die gevaarlijke midden voor snelde op Jan Verhoeven afeen kanonskogel volgderakelings over de lat! En opnieuw probeerden de H. B. S.-ers het. Nu konden ze Jan Stam niet voorbij komen. De middenspelers van „de Zesde" kwamen wat meer terug om de achterhoe de op adem te laten komen, maar de druk hield aan. Een zeer gevaarlijk oogenblik ontstond er voor het doel, toen de uitste kende H. B. S.-midvoor Piet Verhoeven passeerde en een hard schot inzond. Hoog- opspringend stompte doelman Jan den bal met één vuist over de lat. Maar daar mee was het gevaar niet afgewend. Uit de volgende hoekschop, stuwde de linksbin nen het bruine leder naar den uitersten hoek van Jan's doelmaar weer kon de toestand gered worden! Na deze spannende minuten volgden er weer eens een paar aanvallen op het H. E. S.-doel. Daar stonden echter ook een paar .flinke boys te verdedigen. Wel kon den Jan Jansen en Rinus Hofman een schot lossen, maar veel verder kwamen zo niet. En het spel verhuisde weer naar den an deren kant, waar Jan Stam een wedloop hield met den linksbuiten. Beiden vielen en ongehinderd rolde de bal voor doel. De „dekselde" midvoor rende toe en een oogen blik later moest Jan Verhoeven opnieuw den bol uit het net halen. De H. B. S. had weer de leiding genomen! (23). Er moest toen nog een kwartier gespeeld worden. „Houdt vol, jongens!" riep Meester. En zijn strijdkreet was het sein tot een lange serie van aanmoedigingen, als: „Vooruit Zesde! Laat je tanden zien! Make.n jullie er nu ook nog één! Harry Klop trok mee naar voren en de H. B. S.-achterhoede had het zwaar te ver antwoorden, toen de bal tot drie-, vier maal toe werd ingekogeld. Toch hield ze stand. Daarna probeerde Piet Verhoeven het alleen. Hij goochelde den bal langs een aantal tegenstanders en gaf toen over aan den vrijstaanden Ru Lemans, maar tot groote teleurstelling trapte deze hopeloos naast. „Beter opletten, Ru!" riep meneer Fran sen. Nogmaals geprobeerd! Over tien minu ten was het tijd! De H. B. S.-doelman ving Jan Janssen's schot secuur op en pangde het leer het veld weer in. Daar drong Gerard Woudenstein naar voren. Mis! Zijn schot ging over! Nog vijf minuten! Zou het nog lukken? De H. B. S.-ers zorgden voor afwisseling door een vluggen stormloop, maar Jan Stam voorkwam onheilen. Drie minutenRazendsnel ging Wim Smit langs het lijntje. De toeloopende H. B. S.-er zette hém stevig op zij en wég was de kans! Nog één minuut. De midvoor van de gasten waagde een ver schot, dat door Jan Verhoeven werd weggewerkt. Jan Jansen volgde dat voorbeeld; geen succes! Weer passeerde ,Piet Verhoeven een risje tegen standersweer gaf hij zuiver door aan Ru Lemans. Met een verbeten gezicht legde "deze aaneen geweldig schot volgde de doelpaalde bal sprong het veld weer in Toen floot de scheidsrechter voor het laatst. „De Zesde" had met 3—2 verloren en.met eere De jongens waren natuurlijk een beetje teleurgescteld, maar Meneer Fransen was opgetogen. „Ik had nooit gedacht, dat we zoo goed zouden standhouden!" zei hij, „en ik verzeker je, een tweede maal winnen wij (Slot volgt). zeer nuttig en dat is voor den Javaan •hoofdzaak. 2. D. i.: „Waar het mij goed gaat, daar is mijn vaderland." 3. Bij verstek is een rechtsterm, en be teekent, dat de eischer of gedaagde niet is verschenen; beduidt derhalve: bij afwe zigheid. 4. Dit is het recht van staatshoofden om een door de volksvertegenwoordiging ge nomen besluit krachteloos te maken. Veto is Latijn en beteekent: ik verbied. 5. Vitusdans is een soort vallende ziekte en wel een krampachtig optrekken der beenspieren, waardoor de lijders loopen alsof ze dansen, dus genoemd omdat men den H. Vitus om hulp tegen die ziekte placht aan te roepen. 6. In 79 na Christus. Verwoest door de Vesuvius. (Vuurspuwende berg in Italië, niet ver van Napels).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 16