De geschiedenis
kwarteeuw
De wereldbrand breekt los
BIOSCOPEN TE LEIDEN
WEEK-END.
LIED VAN DEZEN TIJD
ZATERDAG 17 JUNI 1939
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 10
VIJF-EN-TWINTIG JAAR
GELEDEN KNALDE
EEN SCHOT TE
SERAJEWO
I.
Op 28 Juni a.s. zal het een kwart
eeuw geleden zijn, dat te Serajewo het
noodlottige schot werd gelost, waardoor
de wereldoorlog ontbrandde.
Wij zullen in een reeks artikelen ter
herdenking van dit feit een beschou
wing geven van den toestand, welke
onmiddellijk aan den wereldoorlog
voorafging, en van de politieke periode,
welke er op volgde.
Het beklemmende van een historisch
overzicht is vaak de verlevendiging
van het inzicht, hoe de historie zich tel
kens herhaalt. Zoo zal men ook in de
beschrijving van den vóór-oorlogstijd
veel overeenkomst vinden met den hui-
digen tijd.
Gewapende vrede.
He,t schot van Serajewo, afgevuurd na
dat een eerste aanslag op Frans Ferdinand
en zijn gemalin was mislukt, deed den lang
gevreesden wereldoorlog uitbarsten. Dit
schot was niet meer dan de aanleiding, de
beroemde druppel, die den even beroem
den emmer deed overloopen. Europa ver
keerde na den vrede van Frankfort, die
Elzas-Lotharingen aan Frankrijk ontnam,
in een toestand van gewapenden vrede.
Steeds duidelijker teekenden twee kampen
zich tegen elkander af. Het Duitsch-Oosten-
rijksch verbond, uitgebreid, door Italië's
medewerking, tot de Triple Alliantie,
kreef het Fransch-Russisch verbond, na
3894 voortdurend versterkt, tegenover zich.
De eerste Marokko-crisis, die in 1905 uit
brak en leidde tot de Conferentie van Al-
geclras, liet duidelijk uitkomen, dat Enge
land, hoewel het geen moeite had gespaard
om toenadering tot Duitschland te zoeken,
terwille van het behoud van het even
wicht op het vasteland aan Fransch-Russi-
che zijde stond. Ecnerzijds wekte het Bal-
kanvraagstuk onrust; niet alleen waren de
verhoudingen der steeds groeiende Balkan-
rjjken onderling en tegenover den voor-
maligen Turkschen souverein weinig sta
biel, doch bovendien voerden Rusland en
Oosten rijk-Hongarije op den rug dezer
Balkanrijken hun strijd om de hegemonie.
Voor Rusland ware daarmede de weg naar
Constantinopel geopend; voor Oostenrijk
was zij noodzakelijk, wilde de zonderling
samengestelde Donaumonarchie haar Sla
vische elementen blijvend in bedwang
houden.
Zoo is Europa in 1908, toen Weenen plot
seling Bosnië en de Herzegowina annexeer
de, dat door de Berlijnsche conferentie van
1878 slechts aan zijn hoede was toever
trouwd, te nauwernood aan den oorlog ont
komen, terwijl ook de complicaties, uit de
Balkanoorlogen van 1912 en 1913 voorge
komen, tot langdurige mobilisatie en daar
mede verband houdend oorlogsgevaar heb
ben geleid. Aan den anderen kant was er
de spanning tusschen Duitschland en
Frankrijk om Marokko, die Engeland niet
onverschillig kon laten, reeds uit hoofde
van de belangrijke afspraken van 1904,
maar ook in verband met het evenwicht in
wereldpolitiek en wereldhandel. Zoowel in
den zomer van 1905 als in dien van 1911 is
Europa opnieuw aan den rand van den af
grond geweest. Dit alles, terwijl de bewa
peningen ter land en ter zee voortdurend
toenamen, en in tijden van spanning wel
verre van een factor van vrees te zijn, een
element vormden, dat tot spoedige beslis
singen moest leiden. Wij hebben het in de
12 dagen, die aan den wereldoorlog in 1914
voorafgingen, gezien, dat het militair ap
paraat in den modernen tijd sterker dan
ooit tevoren afhankelijk is van de voor
deden, die de eerste klap met zich brengt!
Wat in 1914 nog dagen waren, zijn intus-
schen reeds uren geworden.
Het ultimatum van Oostenrijk.
De moord van Serajowo had het aan Ser
vië door Oostenrijk gerichte ultimatum
van 23 Juli 1914 tengevolge. Een ultima
tum, dat reeds door den ongebruikelijk
korten termijn van beantwoording de zaak
onnoodig scherp stelde. Wij weten thans
vrijwel alles van deze spannende 12 dagen
van diplomatieke onderhandelingen, dé
marches en beslissingen. Het kan als vast
staand worden aangenomen, dat de Oos-
tenrijksche diplomatie teneinde het ge
schokte prestige van Oostenrijk op den
Balkan te herstellen, de vernedering van
Servië noodzakelijk achtte. Ongetwijfeld
verlangde men in Weenen geen oorlog zoo
lang deze te vermijden was, maar men zag
tegen het risico van den oorlog niet op, ook
al wist men, dat Rusland waarschijnlijk
aan Servië's zijde zou staan. Eveneens
staat vast, dat leidende Russische kringen
den oorlog wilden; dat zy op de betreffen
de ministers hebben ingewerkt om de mo
bilisatie te bespoedigen, teneinde de andere
landen voor een voldongen feit te plaatsen;
dat Rusland in dien zin druk op Frankrijk
en Engeland heeft uitgeoefend teneinde
voor zijn Balkan-politiek afdoende voor
deden te verkrijgen. Daartegenover mag
worden aangenomen, dat het Duitschland,
Engeland en Frankrijk ernst was met hun
pogingen om den vrede te handhaven.
Frankrijk was echter door het bondgenoot
schap met Rusland gebonden; DuitschJnnd
had op onbegrijpelijk onvoorzichtige
de vrije hand aan Weenen gelaten. De po
sitie, welke Engeland zou kiezen, was twij
felachtig. Wellicht zouden zijn pogingen
om tot een bespreking der groote Euro-
peesche mogendheden te komen, bij
Duitschland een gewilliger oor hebben ge
vonden, ware Engeland niet reeds inge
deeld bü het Fransch-Russisch verbond, en
ware daarom in Berlijn niet gevreesd, dat
men langs dezen omweg den Oostenrijk-
schen bondgenoot een ernstig diplomatiek
nadeel zou toebrengen ten voordeele van
Rusland. Wie thans de kleurboeken met
telegrammen en nota's van die dagen rus
tig overleest, gecorrigeerd als ze sedert
dien zijn geworden, komt tot het besef, dat
gehandeld is en moest worden onder een
druk van spanningen, die geen mensch
zoo langen tijd kon verdragen; onder den
druk ook van de wetenschap, dat elke dag
militaire winst, die men de tegenpartij
schonk, op den eventueelen oorlog van
grooten winst zou kunnen zijn. Tot op het
laatst toe heeft men getracht te doen v/at
men kan. Hoezeer het Engelsche kabinet
verdeeld was, hoe weinig Engeland zich
gebonden gevoelde, blijkt uit de bijkans
wanhopige pogingen, die de Fransche ge
zant Cambon tegenover den Engelschen
minister Grey ondernam. Het betrekken
van België in den oorlog deed bij de En
gelsche regeenng het besef levendig wor
den, dat een vernietiging van Frankrijk
niet alleen het Europeesch evenwicht kon
omverwerpen, maar ook de Duitschers
brengen zou tot vlak tegenover de Engel
sche kusten.
Het eenè land na het andere
stortte zich in den oorlog.
De oorlog, die op 1 Augustus 1914 uit
brak, duurde lang, veel langer dan mili
taire en economische deskundigen, in dit
opzicht bijkans allen van dezelfde mee
ning, waarschijnlijk, ja zelfs mogelijk had
den gedacht. Deze lange duur hield ver
band met het feit, dat aanvankelijk nog
tal van Staten buiten den oorlog waren
gebleven. Niet minder belangwekkend dan
de militaire geschiedenis van den oorlog
is de diplomatieke, die niettemin veel min
der bekend is. Aanvankelijk richtte de
aandrang zich op Italië, dat zijn bondge
nootschappelijke plichten niet in het spel
zag en zich onzijdig hield; door ruime aan
biedingen van afstand van grondgebied
probeerde Oostenrijk het aan zijn zijde te
krijgen, maar de diplomatie van de Enten
te was gelukkiger en bij het geheim ver
drag van Londen van April 1915 verbond
Italië zich om een maand later aan den
oorlog tegen zijn voormalige bondgenooten
deel te nemen. Turkije bezweek reeds in
October 1914 voor den aandrang, op dit
land geoefend door Duitschland, dat er een
vooraanstaande positie, mede tengevolge
van den Bagdadspoorweg innam, en
schaarde zich aan de zijde der Centrale
machten. Een diplomatiek offensief werd
eenerzijds op Roemenië, anderzijds op Bul
garije uitgeoefend; tengevolge van de wei
nig ruime toezeggingen, die men aan den
Bulgaarschen Tsaar Ferdinand deed, koos
deze, teneinde zich op Servië te wreken, de
partij der Centralen, terwijl Roemenië een
jaar later, ondanks de Duitsche afkomst
van zijn heerschers, de partij van de En
tente koos. Griekenland bleef, tengevolge
van de scheiding die zich tusschen regec-
ring en Koning voltrok, in een dubbelzin
nige positie verkeeren, die vooral bedenke
lijk werd, nadat het offensief doordeDar-
danellen was mislukt, en Franschen en En
gelschen in Saloniki de basis vestigden
voor een Oostelijk leger, dat de Centrale
machten in den rug zou hebben aan te val
len. Amerika bleef tot einde 1916 volhar
den in de aangenomen onzijdige houding.
President Wilson werd herkozen op een
programma, dat Amerika's niet intreden
in den oorlog ten doel had. Maar Amerika
ontving weinig afdoend antwoord op zijn
tot Duitschland gerichte vertoogen over
den onbeperkten duikbootoorlog, die de
Amerikaansche belangen aantastte; Ame
rika stelde zich tegenover de Duitsche
praktijken, die ertoe leidden, dat groote
fabrieken in Amerika aan aanslagen bloot
stonden, omdat zij aan de Entente oorlogs
materiaal leverden. Geen schaduw van be
wijs heeft men kunnen bijbrengen, dat Pre
sident Wilson's beslissing, die tot Ameri-
ka's deelneming aan den oorlog leidde,
werd ingegeven door financieele belangen,
al hebben deze in tal van Amerikaansche
kringen een vooraanstaande rol gespeeld.
Hoezeer men in Duitschland de beteekenis
van Amerika's deelneming aan den oorlog
had onderschat, bleek in de laatste oor-
logsphase. Dat tenslotte Portugal en China
zich, gelijk met een aantal Zuid-Ameri-
kaansche Staten, aan de zijde der Entente
stelden, heeft op den oorlog geen invloed
gehad.
Een hardnekkige strijd.
riet scheen een oogenblik als zou in den
oorlog een spoedige beslissing vallen. Met
groote snelheid rukten de Duitsche legers
door België en Noord-Frankrijk naar Pa
rijs op; de slag aan de Marne bracht een
Keer en vestigde de steeds langer uitge
strekte lijn van het loopgravenfront, dat
eindelijk van de Noordzee tot aan de Zwit-
sersche grens reikte. In 1915 deden de
geallieerden een poging om door dit front
heen te breken, welke poging echter al
spoedig tot staan kwam: ir. 1916 onderna
men de Dui^chers vanuit Verdun een
n oorddadig offensief dat slec'its "iet
moeite gestul' werd t-snryl in bet einde
IHEATER
HOOFDFILMS
INHOUD
AANVANGSUUR
KEURING
Trianon:
Mannen met vleugels
(Fred Mac Murray,
Ray Milland).
Doctor Rhythm (Ma
ry Carlisle, Bing
Crosby).
Aviatiek
Muzikale
comedie
lederen avond 8 uur.
Zondag van 27 uur.
Matinée Zaterdag en
Woensdag 2 uur.
Goedgekeurd
Luxor:
Gevangene der vrij
heid. (Barton Mac
Lane, Chenda Far-
rell).
Om 30.000 dollar.
(KSthe von Nagy,
Georges Regaud).
Dramatisch
Humor
lederen avond 8 uur.
Zondag van 27 uur.
Matinée iederen dag
2 uur, behalve Vrij
dag.
Goedgekeurd
v. volwassenen
Casino'
Tarzan's gevaarlijk
ste aventuren (Her
man Brix).
De stroopers van
Alaska. (Jac Holt).
Wildernis-
avonturen
Wildernis-
avonturen
Iederen avond 8 uur.
Zondag van 47 uur.
Zaterdag en Woens
dag half drie matinée
Toelaatbaar
v. volwassenen
Lido:
Onderzee-patrouille.
(Richard Greene,
Nancy Kelly).
Twee onmisbare
vrouwen. (Loretta
Young, Warner Bax
ter).
Avonturen
op zee
Dramatisch
Iederen avond 8.15 u.
Zondag van 27 uur.
Matinée Zaterdag en
Woensdag 2 uur.
Goedgekeurd
v volwassenen
Rex:
Oe terugkeer van den
rooden Pimpernel
(Barry Barnes, So
phie Stewart).
Mr. Moto's laatste
kans. (Peter Lorre).
Romantische
avonturen
Dect.-film
Iederen avond 8 uur.
Zondag van 27 uur.
Iederen dag 2 uur
matinée.
Goedgekeurd
v. volwassenen
van datzelfde jaar het Somme-offensief
van de geallieerden evenmin succes had.
In het Oosten waren aanvankelijk de Rus
sen het Pruisische gebied binnengedron
gen, dank zij de tussehenkomst van Hin
denburg en Ludendorff werden zij echter
bij de Masurische meren teruggeworpen,
terwijl in 1915 het op Lithauen gerichte
offensief de Duitschers in Kovno en War
schau bracht. Streden de Russen aanvan
kelijk met succes in Galicië, veroverden zij
zelfs de belangrijke grensverstingen, ook
hier werden zij door nauwe samenwerking
van de Duitsche en Oostenrijksche legers
weer teruggeworpen. In 1916 bracht Roe-
menië's deelneming aan den oorlog een
aanvankelijke winst voor de Entente, doch
ook hier overwon de Duitsche organisatie,
die Roemenië een zwaar gelag liet beta
len. Telkenmale bleek, dat het Duitsche op
percommando, in handen van Hindenburg
en Ludendorff, op meesterlijke wijze, dank
zij de uitstekende organisaie der spoorwe
gen, troepen afwisselend aan Oostelijk en
Westelijk front wist te gebruiken.
Scheen het een oogenblik in den aanvang
van 1918, dat de Duitschers, vóór dat de
vanuit Amerika verwachte versterkingen
waren aangekomen, erin zouden slagen bij
Amierjs naar de Noordzeekust door te bre
ken, de afdoende maatreglen daartegen
genomen, waaronder de instelling van het
eenvormig opperbevel, verhinderden het.
Over de waarde van de Amerikaansche
troepen oordeelen de deskundigen verschil
lend, maar de aanwezigheid van deze troe
pen en de zekerheid, dat nog honderddui
zenden gereed stonden om de plaatsen der
gevallenen in te nemen, versterkten den
zedelijken moed der geallieerden. Boven
dien namen de krijgsverrichtingen ter zee
en op de andere oorlogstooneelen een
voor hen gunstigen keer. De doortocht door
de Dardanellen mocht mislukt zijn, er be
stond goede hoop om vanuit Griekenland
Bulgarije en Oostenrijk aan te tasten.
Vanuit Egypte, waar Duitschland en
Turkije vergeefs hadden gepoogd in 1916
de Engelschen den voet dwars te zetten,
werd een expeditie tegen Palestina en Sy
rië ondernomen, die den Bagdadspoorweg
bereikte. Ter zee werden de gevolgen van
den onbeperkten duikbootoorlog steeds
meer bedwongen; de verliezen aan Duit
sche duikbooten steeds grooter, de verlie
zen aan handelstonnage naar dezelfde ma
te geringer. Het eenvormig opperbevel
over het Westelijk front stelde Maarscha'.k
Foch in staat om tegenover de snelle maat
regelen der Duitschers even snelle van zijn
zyde te stellen. Wel werd het Westelijk
front, getuige de doorbraakpoging in het
begin van 1918, ontzaglijk zwaar belast,
toen in Rusland de revolutie zegevierde en
te Brest-Litovsk Rusland zich aan den oor
log onttrok. Foch had 'het voordeel op
voortdurende versterkingen te kunnen re
kenen, terwijl daartegenover in Duitsch
land en Oostenrijk niet slechts economische
nood heerschte, doch ook nauwelijks jon
gens. die den mannelyken leeftijd nader
den, meer aanwezig waren om de openge
vallen plaatsen te bezetten. Zoo kon het
einde niet twijfelachtig zijn, en vanaf Juli
1918 zette zich op het beslissend westelijk
front de keer in. Foch ondernam aanval
op aanval, die de Duitschers dwongen om
steeds grooter stukken aanvankelijk van
Noord-Frankrijk, vervolgens van België,
te ontruimen. Wanneer men van Duitsche
zijde zegt, dat de geallieerde legers de
Duitschers niet hebben overwonnen, dan
is dit juist in zooverre, dat, voordat tot
den wapenstilstand werd overgegaan, van
een vlucht of zelfs van een ook maar
eenigszins ongeordende terugtocht der
Duitsche legers geen sprake is geweest.
Wie echter de gedenkschriften van Luden
dorff, heet van de naald, spoedig na het
eindigen van den oorlog verschenen, erop
naslaat, staat voor het voldongen feit, dat
deze by uitstek deskundige kenner van
den toestand een zoodanige situatie voor
zag, wanneer men te lang volhield.
De wapenstilstand.
Het is, korten tijd nadat de vrijzinnige
Prins Max van Baden het Rijkskanselier-
schap van Duitschland in handen had ge
nomen, gekomen tot onderhandelingen
over den wapenstilstand, die aan den vre
de zou voorafgaan. Deze onderhandelingen,
tuBschen Berlijn en President Wilson via
Zwitserland gevoerd, hebben langen tijd
de wereld in spanning gehouden, omdat
Wilson blykens zijn telegrammen er prijs
op stelde een duidelijken toestand te
scheppen, voordat hy het door Duitsch
land gedaan verzoek aan zyn mede-geal
lieerden overbracht. Het is een bekend feit,
dat noch de Fransche regeering, noch de
Geallieerde Opperste Raad aan Maarschalk
Foch zijn meening heeft gevraagd over de
wenschelijkheid uit militair oogpunt om
den wapenstilstand al dan niet toe te
staan. Een beslissing dienaangaande is
door de betreffende regeeringen genomen,
en nadat deze genomen was, heeft men den
Opperbevelhebber uitgenoodigd om de
voorwaarden op te stellen, die door hem
uit militair oogpunt noodzakelijk werden
geacht, alvorens tot staking der vijandelijk
heden kon worden overgegaan. Voorzoover
de militaire voorwaarden betreft, heeft de
Opperste Geallieerde Raad in de voorstel
len van Foch, door hem na overleg met
zijn Amerikaansche, Engelsche en Italiaan-
sche collega's en den Koning van België
genomen, weinig veranderingen gebracht;
wel heeft men een enkel punt toegevoegd,
dat vooral voor de later in het Vredesver
drag van Versailles opgenomen herstelbe
palingen niet van belang ontbloot is. Noch
de voorwaarden, waaronder de wapenstil
stand werd toegestaan, noch de wijze,
waarop de Duitsche gevolmachtigden te
Compiègne werden ontvangen, zyn van
hardheid vry te pleiten; intusschen, men
was aan het einde van een oorlog, bijna
4% jaar lang met alle middelen gevoerd;
kon van den overwinnaar, aan welken
kant hij ook was, toegevendheid worden
verwacht In den vroegen ochtend van
Maandag 11 November werden de hand-
teekeningen gezet onder het wapenstil
standverdrag, dat, gelijk begrijpelijk, zoo
danig was opgesteld, dat het aan Duitsch
land praktisch onmogelijk was om den oor
log te hervatten. Om 11 uur klonk het sig
naal: Ophouden met vuren, dat in nauwe
lijks een uur tijds van de Noordzee tot aan
de Zwitsersche grens werd overgenomen.
Een wapenstilstand door Bulgarije en Oos
tenrijk met de Entente gesloten, was op het
Oostelijk tooneel reeds voorafgegaan.
Zoo eindigde de wereldoorlog, die bijna
zonder gelijke is in de geschiedenis.
ZILVER.
Telkens als ik lees, dat vyf en twintig
jaar geleden dit of dat is geschied, wat wij
nu dienen te herdenken, alleen omdat het
vijf en twintig jaar geleden is gebeurd, sla
ik aan het peinzen.
Ik heb gelezen, dat er vyf en twintig
jaar geleden een schot is gelost te Seraje
wo en alle kranten herdenken dat.
Dat wil zeggen, dat zy het noodzakelijk
hebben gevonden, dit feit nog even terug
te brengen in onze snel vlietende memorie.
En misschien zal dat over nog eens vijf en
twintig jaar nog eens geschieden als er in
tusschen tenminste niet nog veel meer
schoten zijn gelost en bommen gevallen en
zoo maar in 't algemeen feiten zijn ge
schied, waarbij dat schot van Serajewo on
herroepelijk in het niet verzinkt.
Dan hebben zij weer iets andera te ge
denken.
Ziet U en dat zet mij aan het peinzen.
Want al wordt er nu ook al algemeen be
weerd, dat dat schot van Serajewo de oor
zaak is van alle narigheid, welke wij naar
men beweert heden ten dage moeten on
dergaan. Er zijn in ons eigen leven, dunkt
my, toch altijd nog vele dingen, die ons
meer ter harte gaan, dan een geweerschot
in den Balkan en die wij ook met meer
aandoening gedenken.
Als ik nu tegelijkertijd de dingen zou
moeten herdenken, die in mijn broze le
ven het herdenken waard zijn, dan zou dat
na 25 jaar er als volgt uitzien:
17 Juni 1914: Ik ben ontroostbaar. Nelly
heeft mij den rug toegekeerd en gewei
gerd de reep chocolade te aanvaarden,
waarvoor ik stiekum mijn spaarpot heb ge
leegd. Zij heeft mij te kennen gegeven, dat
zij mij een saaie knul vindt en dat zij Piet
veel aardiger vindt. Toen zij mij vroegen,
waarom ik zulke roode oogen had, heb ik
gezegd, dat ik een beetje in den wind had
geloopen. (Wie is die Nelly ook al weer.
O ja, dat gekke mensch met die pieken in
d'r nek, die getrouwd is met dat gekke,
korte ventje met die mopneus).
18 Juni 1914: Ik heb thuis de grootste
herrie gehad. Myn rapport is thuis geko
men. Ik had onvoldoende voor Fransch, ik
wist het onderscheid niet tusschen de gé-
rondif en de passé definl.
Ik zou blijven zitten en kreeg dus pri
vaatles. Dat kostte 75.(Nu weet ik dat
dat weggegooid geld is. Want de passé de-
fini en de gérondif ben ik al lang weer
vergeten en die 75.zou ik nu prachtig
kunnen gebruiken).
19 Juni 1914: Naar het H.B.S. bal ge
weest. Groote Grietje, ik was in smoking.
Alle meisjes keken naar mij. Ook Nelly.
Piet was trouwens maar gewoon in een
blauw pak.
(Vanavond moet ik weer met myn vrouw
naar de schouwburg. Dan moet ik dat hou
ten hemd weer aan. Ik heb gezegd, dat ik
het niet doe. Dat wordt weer herrie na
tuurlijk).
20 Juni: Er is thuis nog eens dunnetjes
over gescholden vanwege dat rapport. Ik
kreeg er van alle kanten van langs. Wat ik
wel dacht, dat ik worden moest. Ik was nog
te stom voor glazenwasscher of straatve
ger.
(Nou, ik ben journalist geworden, gla
zenwasscher vond ik te koud in den win
ter, maar wel had ik veel beter straatveger
kunnen worden).
21 Juni: Ik heb alweer een zilveren me
daille gewonnen met hardloopen bij de
schoolwedstrijden. Dat is de zestiende al.
(Ik heb vandaag in de tocht gezeten.
Wat zal ik morgen stijf zijn. Mijn zilveren
medailles heb ik naar oome Jan willen
brengen om mijn belasting te betalen. Hy
wou ze niet hebben, T was geen zilver).
Dat zijn m ij n zilveren herinneringen.
DANIëL.
BEROEMDE MANNEN.
Als ik na vasten tijd eens moet
Het moede hoofd ter neder vlijen,
Dan zullen vrienden, welgemoed,
Mij in een heele nette stoet
In somber zwart naar 't kerkhof rijen.
Dan komt mijn allerlaatst onthaal,
Men zet zich aan mijn doodenmaal
Dat heerlyk zal naar binnen glijen.
Dan gaat de vriendenschaar uiteen,
Omdat er niks méér is te halen,
Ik zal dan, koud tot op het been,
Daar eenzaam, heelemaal alleen
Mijn tol aan de natuur betalen.
Men kykt dan niet meer naar my om,
Want ik ben styf en stil en stom
En zal dan heusch wel niet verdwalen.
In Amerika is een levensbeschry-
ving verschenen van den beruch-
ten bendeleider Al Capone.
En na een heele korten tyd
Dan ben ik heelemaal vergeten.
De wereldsche nieuwsgierigheid
Zal van mijn arme kleinigheid
Heel spoedig niet meer willen weten.
Al deed ik altijd trouw myn plicht
En heb ik jarenlang gedicht,
Men weet niet eens meer hoe ik heette.
Maar Al Capone was heel wys
Die had dat grapje in de gaten,
Die heeft nu voor de groote reis,
Natuurlijk voor een flinken prys
Te boek zyn leven nagelaten.
Die zit, zoo deftig als maar kon,
Waar vToeger slechts Napoleon
En and're heele grooten zaten.
Ik doe dat ook en spoedig, ziet,
Zal 'k myn biographie u toonen,
Al hoop ik, dat voorloopig niet
Dan zou het uit zijn met mijn lied
De dood myn arbeid komt beloonen.
Al stap ik er dan zelf ook uit,
Dan b*yft mijn leven toch u*.v buit
En 'k blijf: juist el» mecieer Capone.
TROUBADOUR.