J ERNSTIGE THEATERBRAND IN MEXICO. Een avontuur op den Balkan 70 personen onder wie vele vrouwen en kinderen kwamen om het leven tijdens de ernstige brandcatastrophe in een bioscooptheater in de Mexicaansche stad Zacatepec. De ruïne van het gebouw na de ramp Het passagiersschip „Baudouinville bestemd voor den dienstop den Con go, is door Prins Boudewijn van België te Antwer pen gedoopt Een, die heel wat voor den boeg heeft. De .Oranje" In het Hendrik Dok van de Amsterdamsche Droogdok Mijwaar de oceaanreus voor eenige dagen onder handen genomen wordt Zomersch aspect van den landarbeid. De zeis wordt geslepen voor den oogst, welke aan het rijpen is Een overzicht van het défilé voor de autoriteiten te Rome tijdens den Dag der Italiaansche Marine De Fransche vrouwen-unie en de Centrale van burgerlijke hulpdiensten hebben op de Esplanade des Invalides te Parijs uitgebreide demonstraties gehouden. Een typisch snapshot FEUILLETON door ERNST KLEIN. 20) Wacht daarmee, tot ik terugkom. U zult toch niet zoo gek zijn, om u in het hoi van den leeuw te wagen? Dan hebben wij er twee te bevrijden. Zij schrijven uitdrukkelijk, dat zij voor mijn persoonlijke vrijheid ten volle in staan. Als de schrijvers werkelijk ontwik kelde menschen zijn, dan weten ze, dat men zich aan een verzekering als deze ook hou den moet. Maar Thavon, mensch, dat zijn im mers Grieken! schreeuwde Hamid buiten zichzelf var ontzetting over de naiviteit van zoo'n opvatting. Ja, als het Turken wa ren. Maar het zijn Grieken, Grieken! Zijn woorden waren doorgloeid van den fanatieken haat van den Osmaan. Slechts een onverzoenlijke vijand sprak op die wijze den naam van den ander uit. Grie ken Grieken! Elk woord een sabel- bouw. Hamid Bey moest eerst eenige malen op- en neerloopen, voor hij weer wat ge kalmeerd was. Toen rukte hy Vitus den brief uit de handen en las hem nogmaals. Daar! Kijk maar! riep hij, terwijl zijn vinger zenuwachtig naar de betreffende plek wees. Daar staat het zwart op wit, dat uw aanwezigheid beslist gewenscht is. Lees maai. „Mocht u niet komen, dan zul len wij daaruit de gevolgtrekking maken, dat u bevreesd zijt". Die doen een beroep op uw eergevoel, mijn waarde, en trekken u zoodoende naar zich toe. Vitus las den brief eveneens nogmaals door. Mogelijk, dat u gelijk hebt, Hamid, zeide hij. Het klinkt inderdaad ver dacht. Maar, wat gebeurt er met dien on geluksvogel van een professor, indien ik niet ga? Daar gebeurt niets mee. Ze denken er natuurlijk niet aan, hem te dooden. Daarvoor geven ze hem nu toch al te lang te eten. Zy willen him geld hebben, een kleine tegemoetkoming in hun onkosten. En voor een vermoorden professor betaalt geen sterveling een rooien duit. Dat weten de heeren even goed als wij. Ik zal u zeg gen, hoe wij fle zaak aanpakken. U stuurt een uitgebreid telegram aan uw blad, waar in u alles vertelt, en er vóór alles de aan dacht op vestigt, dat de Atheners er ach ter zitten. Maar dat weten wij toch niet zeker. Ik durf er mijn rechterhand onder te verwedden, dat het zoo is. Uw regeering neemt dan onmiddellijk doortastende maat regelen in Athene, de onze sluit zich daar bij aan en nu, dan zou ik wel eens wil len zien, of de Grieksche regeering zich dan niet dadelijk met de bende in verbinding stelt en zegt: Hoor eens, de zaak loopt mis. Thans worden wij er ook nog bij betrok ken, voor den dag dus met dien professor. En ik raad u zelf aan, Thavon, uw artikel een gezwollen tintje te geven en met cul tuur, beschaving en dergelijken onzin meer te schermen. Het mist bij Grieken, Serven en Bulgaren nooit hun uitwerking, als men hun goede verstandhouding tot de groote mogendheden in twijfel trekt. Wan neer u het telegram verzendt, is de pro fessor over drie dagen vrij. Ga zitten en schrijf. Ik maak snel mijn rapport voor Con stantinopel klaar en zend beide nog dezen nacht naar Ellasona. Vitus antwoordde niet dadelijk. Voor het voorstel van Hamid viel zeer veel te zeggen. En toch, en toch. Waarom deed de schrijver van dien brief een beroep op zijn persoonlijke eer? ..Dan zullen wij daaruit de gevolgtrek king maken, dat u bevreesd zijt." Irene's waarschuwing. Neen. neen, honderdmaal neen. De zaak was voor hem een persoonlijke geworden en hij zou haar ook persoonlijk uitvech ten. Hamid, zeide hy. Wat zoudt u doen, als men u zooiets schreef? Ik zou er geen seconde aan denken, om erheen te gaan. Wanneer men met Grieksche antartes te doen heeft, dan kan men eer en ridderlijkheid gerust uitscha kelen. Het zou immers aan waanzin gren zen, om vrijwillig in de val te loopen. Hamid, u mag mij voor gek verslijter, of voor wat u maar wilt, ik ga. Salomon vegat alles respect voor Vitus, Salomon vergat alle respect voor Vitus schouders. Dat zult u niet doen, al moest ik u ook vostbinden, gromde hij. Of ik ga mee. Geen van beide. En voor u, Hamid, zal ik vooraf een verklaring opmaken, waarin ik u van alle verantwoordelijkheid onthef. Voor mij behoeft dan geen mensch losgeld te betalen, begrèpen? Trouwens, wij kunnen het vijandelijke terrein van te voren nog eens verkennen. We beginnen met te onderzoeken, waar de gang heen voert. Tusschen nu en morgenavond ligt nog een heele tijd. Het compromis werd aanvaard. Salomon zette vlug koffie. Met at kaas en brood, gaf de gevangenen te eten en maakte zich toen gereed. Vitus stak zijn kompas en een kaart bij zich. Zij lieten den haard draaien en daalden at in den diepte. Salomon bleef achter om de wacht te houden. De gang liep tamelijk vlak en gelijkma tig in zuidwestelijke richting. Op elke twee honderd schreden afstand brandde een electrische lamp. Alle oneffenheden wa ren uit den bodem verwijderd. Jarenlang moest er zeker aan gewerkt zijn. Het was een volgens alle regelen van de kunst aan gelegde tunnel, die, zooals het kompas aan wees, bijna loodrecht door het gebergte naar Griekenland voerde. Wij moeten ons op een marsch van drie, vier uren voorbereiden, zeide Hamid. Zoo was het ook. Het was ongeveer één uur in den ochtend, toen de weg plotseling sterk begon te stijgen. Zij hielden even halt, staken een sigaret aan en raadpleeg den de kaart. Het leed geen twijfel, zij wa ren onder de Grieksche grensstad Tirnova Gaan wij verder? Natuurlijk. Zij vervolgden hun weg, maar langza mer en voorzichtiger. Ieder oogenblik ble ven ze staan en'luisterden. Eindelijk kwa men ze aan een trap, die met weinige tre den naar een valdeur voerde. Naast de trap bevond zich een zware ijzeren deur, die gesloten was. Met ingehouden adem liepen ze de tre den op en drukten hun ooren tegen de deur. Ze hoorden geen geluid. Toen keken zo elkander aan. Ze waren beiden vermetel, hadden beiden dezelfde gedachte: voorwaarts. Aan den ingang bevond zich, evenals by den ingang aan de andere zyde, de scha kelaar voor het electrische licht. Vitus draaide het uit en ze tilden met de groot ste voorzichtigheid de valdeur op. Niets verroerde zich. Zij stonden in een tuinhuisje, waarover de maan haar licht in breede stralenbun dels uitgoot. Ze bukten zich zoo diep moge lijk, slopen naar de glazen deur en gluur den naar buiten. Een mooie, welverzorgde tuin strekte zich voor hen uit. Hij was niet groot en lag achter een behoorlijk landhuis. Dat ijzeren deur beneden aan de trap gaf waarschijn lijk toegang tot voortzetting van de geheime gang. die onder den tuin door naar het huis zelf voerde. Wie kan hier wonen? vroeg Hamid. Een ryk man. Maar zie eens! Het gebouw hal slechts één verdieping. Vaag lieten meerdere vensters een licht schijnsel door. Achter de gordijnen zagen zij telkens schaduwen voorbijglijden. Be neden op de kelderverdieping was even eens een vertrek verlicht. Er zaten twee mannen voor gehurkt: hun geweren ston den tegen den muur. Boven geeft de kapitein een bal, be neden zit onze goede professor Martius ge vangen. Hamid knikte grimmig. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 13