De St. Willibrord-herdenking op luisterrijke wijze ingezet. Een niet-Katholiek over Oss DONDERDAG 15 JUNI 1939 30ste Jaargang No. 9362' 3)e £eid4eHe(2oti/ta/nt Bureaux Papengracht 32. Adv. en Abonn.-tarieven lie paf. 2 Telefoon: Redactie 15, Administratie 935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postboj 11. DU nummer bestaat uit vier bladen. V ..De taak der pers". De „Avondpost" is een der bladen, die niet uitgepraat raken over Oss. In het gisteren geschreven artikel over deze zaak, getiteld „De taak der pers", houdt de schrijver aan de pers, natuur lijk aan de katholieke pers, voor, dat zij in de beoordeeling van de zaak-Oss zich heeft misdragen. Wij citeeren: „Onzuiver is het, wanneer een deel der pers haar natuurlijke taak zóó ver onachtzaamt, dat zij dwars door de niet te loochenen waarheid en werke lijkheid heen haar staatkundige vrien den blijft beschermen en hun, die cri- tiseeren, minderwaardige motieven aanwrijft. Thans wint vrij algemeen in niet-roomsche kringen het inzicht veld, dat de roomsche pers, door de matelooze wijze, waarop zij alles wat wet betrekking tot Oss is gebeurd in bescherming nam, niet alleen zich-zelf heeft geschaad, maar ook den Minister van Justitie. Het geldt van het ééne blad in wat sterker mate dan van het andere, maar het geldt voor vrijwel de geheele pers: er zijn zelfs teekenen, dat in eigen kring deze waarheid be gint door te dringen". Moge de schrijver óók 'ns het boven staande aldus kunnen wijzigen: Thans wint vrij algemeen in niet-room sche kringen het inzicht veld, dat de niet- roomsche pers, door de matelooze wijze, waarop zij alles wat met betrekking tot Oss is gebeurd becritiseerde, niet alleen zich-zelf heeft geschaad, maar ook de zoo gewenschte eenheid en saamhoorig- heid van het Nederlandsche volk, die ver moet uitsteken boven partij en-verdeeld heid. Er zijn zelfs teekenen, dat in niet- katholieken kring deze waarheid begint door te dringen. Dat 'ns het iicht doorbreke, waarin men inziet, dat de critiek op minister Goseling naar aanleiding van Oss der niet- katholieke pers niet min of meer overdre ven, maar mateloos overdreven is geweest, zoodat 't allermoeilijkst was, er gronden voor te vinden, ontleend aan de zaak zelf! Gelukkig begint reeds hier en daar dat licht door te breken en wij citeeren hier onder een niet-katholieke persstem, welke een ons heel sympathieke beschou wing geeft. Wij willen hier citeeren een merkwaar dige beschouwing over Oss en Minister Goseling in ttet neutrale periodiek de „Gooische Tafelronde": „Voor elk onbevooroordeeld insider en daaronder rekenen wij allen, die met de practijk van onze rechtspleging in na der contact kwamen, dus: juristen, reclas- seeringsambtenaren, journalisten etc. is hetgeen minister Goseling deed, niet zoo volslagen onbegrijpelijk. Voor ons is dit niet de reactie van een Roomschen „parlij-ganger", die verblind door geloofs of politiek fanatisme, misbruik heeft ge maakt van de groote bevoegdheid die hem als minister van Justitie verleend is. De tactische fout van Goseling is geweest, dat hij incidenteel heeft gedaan, wat hij principieel had dienen te behandelen. In beginsel had hij in ons rechtsbestel moeten aantasten en zoo mogelijk uitroeien het slechte insluipsel, om met „ambte lijke rapporten" en gesloten „dos siers", welker inhoud niemand kent, laat staan de gedupeerden zelf, vol maakt onschuldige lieden levenslang te vervolgen. Ons is een recent geval van nabij be kend waarbij een fatsoenlijk en verdien stelijk staatsburger, die nimmer in aan raking kwam met den strafrechter dan uit hoofde van zijn beroepsplicht, zijn car rière zag ondergraven met behulp van een „dossier", dat de eene procureur-ge neraal doorgaf aan den anderen. De wet koestert onze rechtszekerheid met de tee- derste zorgen. Het formeele verloop eener procedure is met haast pijnlijke detail leering voorgeschreven, opdat rechtvaar digheid en openbaarheid treden in de plaats van methoden, die het daglicht schuwen. Het systeem der „dossiers" maakt alle deze voorzorgen tot belache lijke ballast. In beginsel had voorts Goseling het stelsel moeten aantasten, waarbij aan lieden, met een zeer middelmatigen beschavingsgraad en een dito alge- meene ontwikkeling, opsporingsbe voegdheid wordt verleend, tot zelfs in de meest delicate en subtiele quaes- ties. Er zijn situaties en verhoudingen waar- tusschendoor men niet de rijlaarzen van een marechaussee-onderofficier moet la ten beenen. Al is die onderofficier een uit muntend militair en excellent politieman, die in andere gevallen volmaakt op zijn plaats is, ook als opsporings-ambtenaar. Om dicht bij huis te blijven, wijzen wij op de gecompliceerde Naardensche Zwem- stadion-affaire. Dit is een zeer moeilijke zaak van boekhoudkundigen en bedrijfs- economischen aard, gezwegen nog van de delicate positie der personen, die bij dit drama betrokken zijn. Het eerste onder zoek in deze zaak is opgedragen aan een onderofficier der Rijksveldwacht, dien wij alle achting toedragen uit hoofde van zijn plichtsvervulling en dienstijver, doch die nu eenmaal geen accountant is. Dat vermindert 's mans aanzien in geenen deele, want er zijn tallooze zaken waar in een accountant op zijn beurt zou rond tasten als een blindeman en waarin deze majoor der Rijksveldwacht zich onmiddel lijk zou kunnen oriënteeren. Maar het veroordeelt het opsporings-systeem. Het is het onfortuin geweest van minis ter Goseling, dat hij deze misstanden het eerst heeft opgemerkt in de Osssche af faire. In een katholieke streek dus, waar bij zelfs de reputatie in het gedrang is ge komen van een tweetal geestelijken. Goseling heeft gevoeld, dat wanneer deze slechte insluipsels in onze rechtsple ging tot systeem zouden worden verhe ven, Nederland in volle vaart op weg zou zijn naar den „politie-staat", dien elk rechtgeaard vaderlander uit den grond van zijn hart moet verfoeien! Hiermede kan dus een redelijke verkla ring gegeven worden voor het „achter houden" van stukken (lees: gesloten dos siers van geseponeerde zaken) dat men den minister zoo zwaar aanrekent in de publieke opinie. Het strekt dezen bewinds man geenszins tot oneer dat hij een einde heeft trachten te maken aan dit manipu- leeren met moderne „lettres de cachet" Dat de consequentie van dit beginsel, dus ook het ambtshalve verbieden van het verhooren der bij die gesloten acten be trokken opsporingsambtenaren, de positie van den minister wel moest verzwakken, was te voorzien, doch niet te voorkomen. En als men schrijver dezer regelen straks zal opbellen, om hem hoonend te vragen: „Wat moet jij toch van die Room schen Hebben, dat je hen zoo verdedigt, terwijl ze zoo fijn in de klem zitten", dan kan men hier reeds bij voorbaat het ant woord lezen, nJL: „Niets, dan dezelfde rechtvaardigheid, wanneer straks een protestantsch of liberaal bewindsman in soortgelijke omstandigheden zal verkee- ren!" Wij hebben op enkele gedeelten bijzon der de aandacht willen vestigen. 't Is ook volkomen onze over tuiging, dat minister Goseling is opge treden tegen wantoestanden; en dat men daarbij alleen zal kunnen mee- nen, dat de minister een tactische fout heeft begaan, n.l. dat hij incidenteel heeft gedaan, wat hij principieel had moeten doen ofin ieder geval niet t e O s s had moeten doen. EXTRA UITVOER VAN TUINBOUW PRODUCTEN NAAR DUITSCHLAND. MOGELIJK GEMAAKT DOOR BIJZONDERE TRANSACTIES. De regeeringspersdienst meldt: Tusschen Nederland en Duitschland werd overeenstemming verkregen over een extra uitvoer van ca. R.M. 3.000.000 aan Nederlandsche tuinbouwproducten naar Duitschland. Deze transactie werd bevor derd wegens den uitzonderlijk moeilijken toestand van den tuinbouw. De betaling van dezen uitvoer zal niet op de gebruike lijke wijze over de clearing geschieden, doch op een nader te bepalen wijze door het afslniten van bijzondere transacties. Uit de voor de steunverleening aan den tuinbouw voor 1939 uit het landbouw cri sis fonds beschikbaar gestelde gelden zal de betaling aan de Nederlandsche belang hebbenden op zoodanige wijze gefinancierd worden, dat deze geschiedt op een termijn, die overeenkomt met een wachttijd, gelijk die bestaat voor den over de clearing te verrekenen export. Officieele opening van de artistieke tentoonstelling door den minister president. dr. H. Colijn in de Domkerk Ofcder groote belangstelling is heden in Utrecht op luisterrijke wijze de herdenking van het Xllde eeuwgetijde van Willibrord, den apostel der Nederlanden ingezet, met een officieele plechtigheid in den Dom, waarbij de artistieke en exquise tentoon stelling, gedeeltelijk gewijd aan de ver eering van den apostel en gedeeltelijk aan de kunst en clutuur van dien tijd, in tegen woordigheid van tal van geestelijke en we reldlijke autoriteiten door den minister president, dr. H. Colyn, met een korte toe spraak officieel werd geopend. Ruim 400 personen waren voor deze bijeenkomst m den Dom uitgenoodigd, zulks met het oog op de geringe plaatsruimte voor deze ex positie, met name de fraai voor dat doel ingerichte kloostergang van den Dom en de aula van de rijksuniversiteit. Wie er waren Onder de aanwezigen bevonden zich o.m. de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, de commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, jhr, mr. dr. L. H. N. Bosch Ridder van Rosenthal, vertegen woordigers van België, Frankrijk en Zwitserland, de aartsbisschop van Utrecht de voorzitter van de algemeene synode der Ned. Herv. Kerk, de rector-magnificus van de Utrechtsche universiteit en de secretaris van den senaat, dr. Fentener van Vlis- singen. Voorts de leden van het nationaal comité en de sub-comité's wethouder H. Botter- weg, mgr. van Gils, dr. H. Th. 's Jacob, prof. Kernkamp, jhr. mr. Michiels van Kessenich, mgr. Knuvelder, pastoor E. Lagerwey, mr. Meerkamp van Embden, pastoor Nolet, prof. Noyons, prof. van Rhijn, jhr. mr. van Sasse van Ysselt, prof. van Schelven, J. E. Brom, baron de Geer van Jutphaas, "prof. Henneman, dr. van Heuktlom, dom. Huyben, dr. Hulshof, jkvr. de Jonge, prof. Vogelsang alsmede vertegenwoordiger van kerkbesturen, het college van curatoren van de universiteit, leden van Gedeputeerde Staten en van de Provinciale Staten, burgemeester en wethouders van Utrecht en leden van den gemeenteraad. Verder hoogleeraren van de theologische en letterkundige faculteiten ook uit de andere universiteitssteden, de garnizoens commandant, de voorzitter van den Cen- tralen Raad van Beroep, de president van de rechtbank met den Officier van Justitie, hoofden van colleges en diensten, besturen van instellingen en vereenigingen, in het bijzonder van die, welke aan deze ten toonstelling hebben medegewerkt. De plechtigheid ving aan met het orgel concert in bes van G. F. Handel, uitge voerd door den organist van de Domkerk, den heer St. van Vliegen. Vervolgens nam de voorzitter van het nationaal comité, de burgemeester van Utrechct, mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk het woord. Rede van den burgemeester. Namens het nationaal comité voor de herdenking van het Xlldè eeuwgetijde van Willibrord, den apostel der Neder landen, dankte spreker de aanwezigen voor hun komst naar deze plaats, die door haar historie aangewezen is als centrum van de herdenking. Aanvankelijk had men zich voorgesteld eerst op 7 November in den Dom een sa menkomst te beleggen, teneinde eensge zind in dankbaarheid te herdenken den arbeid, rijk aan zegen, van den brenger van het Evangelie naar deze landen, in blijde erkentelijkheid, dat wij dit gezamen lijk kunnen doen. Het aantal belangstellenden in de ten toonstelling noopte het comité ook reeds voor dit samenzijn het college van kerk voogden gastvryneid te vragen in dit kerk gebouw. Mooier en waardiger ruimte voor een samenkomen dan deze Dom, als in leiding tot een bezoek aan de tentoonstel ling is moeilyk denkbaar. Het nationaal comité heeft zich gevormd uit vertegenwoordigers van verschillende groepen uit alle deelen van ons land. Erkenning van een gemeenschappe lijk bezit van hooge geestelijke waar den als bindend element, - aldus de burgemeester heeft geleid tot een gelukkige samenwerking in het comité ter bereiking van het gestelde doel: in volle eenheid te herdenken de zege ningen van het christendom, dat de apostel der Nederlanden onder uiterst moeilijke en gevaarlijke omstandig heden in ons land heeft gebracht. De herdenking is van religieuse beteeke- nis, daarnaast van historische. In de tentoonstelling kom* dit tot uiting. Wij leeren daar kennen voorwerpen, die in de eerste jaren van de christelijke be schaving hebben gediend bij eerediensten, voorwerpen met grooten kunstzin ver vaardigd met vrome hand. Wij krijgen daar kennis van de vroege middeleeuwen, inzicht in de moeizame ontwikkeling van c beschaving. Naast kerkelijke kunst, de profane kunst, naast voorwerpen voor de kerk van de hoogste waarden, gebruiksvoorwerpen. Ook is bijeengebraccht een keur van voorwerpen, die een goeden indruk geven van de groote vereering van Willibrord in den loop der tijden. Spr. dankte vervolgens allen, die om de tot standkoming van deze tentoonstelling hebben meegewerkt. Rede van prof. dr. W. Lampen O.FJVI. Daarop verkreeg prof. dr. W. Lampen, O.F.M. uit Nijmegen het woord, die o.m. wees op de veelzijdige beteekenis van St. Willibrord. Deze is in de eerste plaats de groote kerstenaar van Nederland. Hij bracht er het Evangelie van Christus, de Christelijke jaartelling, de weldaad van den Zondag, de christelijke groepstaal. Wij danken hem voorts onze beschaving, onze kennis van Latijn en Grieksch, de eerste boekerij, althans in het Noorden. Een van zijn boeken, de beroemde kalender uit de nationale bibliotheek te Parijs, met eigen handige aanteekeningen van Willibrord, is op de tentoonstelling aanwezig. Willibrord vormt door zijn prediking de band tusschen alle Nederlandsche ge westen: Brabant, Limburg, Zeeland, Hol land, Antwerpen en Friesland hoorden zijn woord. In talrijke schilderijen, platen, beelden, boeken, leeft hg voort. Van dit voortleven getuigen vele kunstvoorwerpen, in de aula ten toon gesteld. Mogen ook de menschen van onzen tijd, aldus spr. hem leeren kennen door boek en blad, door kunst en wetenschap, opdat hij opnieuw symbool onzer een heid zy. De tentoonstelling geeft hiertoe ruim schoots gelegenheid. Rede dr. W. C. Schuylcnburg De directeur van het Centraal Museum te Utrecht, dr. W. C. Schuylenburg, hield vervolgens een inleiding over het tentoon gestelde van vroeg-middeleeuwsche we reldlijke en kerkelijke kunst. Het zou spreker te ver voeren de ver schillende voorwerpen afzonderlijk te be spreken. Daarom volstond hy met erop te wijzen, dat zich daaronder wereldberoem- ae stukken bevinden als die, welke de zoogenaamde schat van Childeric uitmaken, de kostbaarheden te Doornik gevonden in het graf van dezen in het jaar 481 over- leder koning den vader van koning Clovis; stukken ook als het Utrechtsch Psalterium, het beroemde handschrift uit de Utrecht sche universiteitsbibliotheek, met zijn van zoo groot meesterschap getuigende pen- teekeningen, stukken die op zichzelf reeds een groot relief aan deze tentoonstelling verleenen en voor welker beschikbaar stelling het comité dan ook met de groot ste erkentelijkheid vervuld is. Behalve uit ons eigen land, dat reeds een voortreffelijke kern voor de tentoon stelling opleverde, zijn ons talryke inzen dingen geworden uit België, Engeland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg en Zwit serland. De kostbare verzameling, uit zoo tal van landen hier bijeen, zal door de mogelijkheid van vergelijking der voor werpen voor den kunsthistoricus wellicht nieuwe gezichtspunten openen zoo de we tenschap ten goede komen, maar niet minder zal zij, naar het comité vertrouwt, den kunstlievenden leek boeien, die in de eerste plaats er slechts om vraagt de schoonheid der dingen op zich laten in werken. Zoo meent dan het comité een tentoon stelling bijeen gebracht te hebben, die ge heel in het kader der herdenking van Willibrord past en in die herdenking een waardig moment vormt. Opening door den minister president dr. H. Colijn. Tenslotte nam dr. H. Colyn het woord om met een korte toespraak deze unieke tentoonstelling officieel voor geopend te verklaren. Na deze rede werd in het Gregoriaansch gezongen de antifoon. „Dum praesulis almi Willibrordi", gevolgd door den lofzang „Magnificat", waarna de antifoon werd herhaald. Muziek en tekst zijn naar en hand schrift uit de universiteitsbibliotheek te Utrecht, afkomstig uit de 12de eeuw, dat eens toebehoorde aan het kapittel der St. Mariakerk te Utrecht. De melodie werd voor het eerst, na vele eeuwen, wederom ten gehoore gebracht door de schola cantorum der Nederlandsche Roomsch- VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland De blokkade van de Britse he concessie te Tientsin door de Japanners. (2de blad). Zullen koning Victor Emmanuel en Fran- co een bezoek brengen aan Berlijn? (2de blad). Binnenland De St. Wlllibrordus-herdenking te Utrechl Iste blad). Extra uitvoer van tuinbouwproducten naar Duitschland. (1ste blad). Het drama te Koedijk. (1ste blad). Uitslag gemeenteraadsverkiezingen (1ste, 2de en 3de blad). DE GEMEENTERAADS VERKIEZING TE LEIDEN De politieke verhouding in den Leid- schen gemeenteraad is door de stembus al dus gewijzigd: Achteruitgegaan: de S. D. A P. met twee zetels (van 14 op 12) Vooruitgegaan: de R.-K. Staats partij met één zetel (van 7 of 8), en de Vrijz. Democr. met één zetel (van 1 op 2). In plaats van een afgevaardigde van „Na tionaal Herstel" is gekozen een afgevaar digde van „Gemeentebelang". Er zijn geen andere wijzigingen in de po litieke samenstelling van den gemeente raad gebracht. De propagandisten van „dr. Schaepman" waren gisteravond bijeen en natuurlijk verheugd over het door de R.-K. Staats partij bereikte resultaat: een zetelwinst. Tevreden was de stemming, maar niet ge héél voldaan, omdat het aantal stemmen, uitgebracht op de lijst der R.-K. Staats party, in verhouding tot de Staten-verkie- zing van dit jaar, helaas, wat is achteruit geloopen. Met alle reden werd op deze bijeen komst van „dr. Schaepman" oprechte waar deering gebracht aan den arbeid der pro pagandisten, die weer hebben gegeven een schitterend voorbeeld van onbaatzuchtige toewijding aan 't algemeene belang, aan de katholieke actie! Daarnaast werd teleur stelling uitgesproken over het feit, dat helaas het aantel propagandisten zoo bedroevend gering Is. Wij willen hier ook uitspreken onze er kentelijkheid voor dc hartelijke waardee ring, waarmede men heeft geconstateerd dc beteekenis van de voorlichting, dc waar de van de propaganda, geschonken door „De Leidsche Courant". Over gevolgen van deze verkiezing wat betreft de samenstelling van het college van B. en W. (nu zyn er 2 soc.-dcmocr. wet houders, 1 R.-K. en 1 Chr.-Hist.) valt uiter aard nog niets met zekerheid mede te dee len. De S D. A. P. heeft niet alléén in Leiden een verlies te boeken. Dc socialistische pers zelf constateert het volgende: Gisteren zyn in een groot aantal ge meenten de stemmingen voor den ge meenteraad gehouden. Daaronder wa len achttien gemeenten met een inwo nertal van boven de twintigduizend. De S. D. A. P. is over het algemeen niet gelukkig geweest. Slechts in twee dezer gemeenten mocht zij een zetel winst behalen, in acht heeft zij haar zc- tcltal gehandhaafd, doch in acht ver loor zij een of twee zetels tot een to taal van elf. Het verlies in de groote steden bedraagt dus in totaal negen zetels. Deze achteruitgang van dc S. D. A P. moet o.i. worden toegcfchreven aan het feit, dat de opbouwende politiek van de S.D.A.P. niet in overeenstemming is met de jaren lang ge/otrde afbrekende critiek. In Leiden b.v. hebben de twee soc.-dem, wethouuets met wij hebben dat reeds geschreven toegewijde activiteit hun taak vervuld, maar. op de socialistische politieke propaganda waren heel andere verwachtingen gebouwd, dan de werkelijk heid nu heeft te zien gegeven! Voor de belangstellende lezers verwij zen wij voor verdere bijzonderheden over dc gehouden verkiezingen naar elders in dit nummer. Katholieke kerkmuziekschool „St. Caecilia" te Utrecht, onder leiding van den direc teur der school, pater dr. Caecil, Huigens, O.F.M., van wien ook de transcriptie be werking der melodie, in het thans ge bruikte Gregoriaansche notenschrift is. Tot besluit van de plechtigheid maakten de genoodigden een rondgang over de ten toonstelling, welke terecht aller bewonde ring en waardecring wekte

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 1