DE OLYMPISCHE DAG TE AMSTERDAM. Een avontuur op den Balkan 3)e £eictodve (2ou/fccmt Osendarp won het nummer 100 meter hardloopen op den Olympischen Dag In het Amsterdamsch stadion. De finish f Het Ned. Bondselftal won den voetbal wedstrijd tegen Joego Slavië op den Olympischen Dag te Amsterdam met 4 1. Spelmoment uit deze ontmoeting Z. K. H. Prins Bernhard woonde Zondag in het stadion te Amsterdam een gedeelte van den Olympischen Dag bij. De hooge bezoeker od de tribune De cartonagelabriek .Het Zuiden" te Helmond is door een hevigen brand totaal verwoest. De nog rookende puinhoopen Het internationaal Wielercriterium te Scheveningen is Zaterdag onder groote belangstelling gehouden. Een moment uit den wedstrijd over 100 K M. achter Derny motoren De 'nieuwe burgemeester van Steen- wijkerwold, de heer P. M. van Pantha- leon baron van Eek en zijn echtgenoote luisteren naar een toespraak ter ge legenheid van zijn officieele installatie FEUILLETON door ERNST KLEIN. 10) De keukendeur stond open. Toen de we duwe de beide mannen zag binnenkomen, wilde zij haar snel dichtslaan. Salomon was haar echter voor en met twee reuzen schreden stond hij midden in het vertrek en had de vrouw tusschen zijn vuisten. Geen geluid, of de duivel hale je op hetzelfde oogenblik, grauwde hij haar toe. Zij begreep, dat het hem ernst was met zijn bedreiging. Zonder de geringste po ging om zich te verzetten, zonder een ge luid te geven, liet zij zich boeien. Alleen haar zwarte oogen verkondigden een wel sprekende taal, die van fanatieken haat. Het water, dat in een ketel op den haard stond, begon over te koken en druppelde in het vuur. Sissend steeg de damp om hoog. Salomon tilde de vrouw op en droeg haar als een bundeltje kleeren naar de boven verdieping, waar hij haar aan een ledikant vastbond. Toen wachtten zij op den schoolmeester. Salomon was reeds een weinig gekalmeerd en kon zelfs een sigaret opsteken. De lichaamsbeweging had hem goed gedaan. Het is half twaalf, zeide Vitus. Over een half uur moet de kerel hier zijn. In de keuken hing in een hoek een door ouderdom geheel zwart geworden koe koeksklok. Zij stond stil. De wijzers ston den op kwart voor drie. U verwacht toch niet, dat de klok zal gaan loopen? grijnsde Salomon, die door het vooruitzicht op verdere lichaamsbewe ging zijn gevoel voor humor weer terug had gekregen. Ik wed, dat de klok hetzelf de uur aanwijst, sedert zij gekocht is. Om twaalf uur verscheen Stephanides, de schoolmeester. Salomon had in de gang op hem gewacht en pakte hem zonder veel omhaal beet, zoodra hij binnen kwam. Voor hij wist, wat er eigenlijk met hem gebeur de, stond hij reeds geboeid in de keuken tegenover Vitus. Salomon ging de huisdeur afsluiten. Op de gezichten van de beide mannen las de schoolmeester, dat hier met zoet sappige glimlachjes en kruiperige buigin gen niets te bereiken viel. In de oogen van den Spanjool stond een onverholen moordlust, in die van den „Europeeër" grenzelooze verachting te lezen. Hij was een lafaard, de goede Stepha nides. Zijn haat was niet van het trotsche. toomelooze soort als die van zijn zusters. Hy beefde over alle leden. Jij hebt den armen drommel, die gis teravond by mij was, verraden, begon Vi tus. Dat is niet waar, huilde Stephani des. Ik zweer het by het leven. Salomon trad op hem toe en hij kroop reeds in elkaar onder den slag, dien hy verwachtte. Vitus gaf den Spanjool echter een wenk. Ik zal je iets zeggen, sprak hij koud en wreed, of je bekent onmiddellijk de volle waarheid. Ik ben onsrhul.... Zwyg, ellendeling. De slag daalde toch neer, trof hem op den mond en wierp hem in zijn volle leng te tegen den grond. Daar bleef hij kermend en kreunend en met gebroken oogen lig gen. Van zyn lippen druppelde bloed. Salomon, bedwing je wat, zeide Vit- tus in het Fransch. Hoe kan ik iets uit hem krijgen, als je hem doodslaat? Salomon, wiens stemming zienderoogen beter werd, richtte zijn slachtoffer op en zette het zelfs op een stoel. De rar-pzalige paedagoog sloeg de oogen op en spuwde twee tanden uit, waarop het verhoor werd voortgezet. Al je eeden helpen niets. Wij weten, dat niemand anders dan jij de verrader bent. Je zuster heeft trouwens reeds half en half bekend. Sophia? stamelde Stephanides. Thans merkte hij eerst, dat zijn zuster er niet was. Jullie hebben haar vermoord? zoo kryschte hij. Vitus schudde het, hoofd maar de school meester putte niet veel geniststelling uit dit antwoord. Deze elegante, glimlachen de jongeman begon hem langzamerhand meer vrees in te boezemen dan de ruwe, wilde Spanjool. Met dien voelde hij zich verwant. Maar in dezen West-Europeaan vermoedde hy de groote macht der intelli gentie. Hy was niet dom, schoolmeester Stephanides. Vitus vervolgde: Het heeft geen doel om er lang over te praten. Ik ben er vast van overtuigd, dat je niet alleen alles betreffende den dood van den Bosniër weet, maar dat je ook de ontvoering van professor Martius tot in de kleinste bijzonderheden bekend is. Ik geef je vijf minuten. Zeg je voor dien tijd de waarheid niet, dan ga ik heen en laat je aan menn dragoman over, zich voor den dood van zijn vriend naar eigen goed dunken op je te wreken. Mijnheer, dat zult u niet doen, u bent toch geen Turk, steunde de rampza lige schoolmeester. U bent een man van cultuur. Tegenover menschen van jouw slag heeft men het recht alle cultuur te verge ten. Ik zal mij richten naar de gebrui ken van het land. Je weet het dus, mijn waarde vijf minuten. En Vitus stak een sigaret op. Salomon haalde zijn kanonskogel van een horloge uit zijn zak en legde het met een liefde vollen grijnslach voor zich op tafel, opdat geen enkele minuut verloren zou gaan. Het werd doodstil in het vertrek. En toen kwam de verrassing. Aan de stilstaande, oude, stoffige koe koeksklok sprong plotseling een deurtje open. Een koekoek verscheen en kraaide twaalf maal, precies alsof de klok nooit stilgestaan had. Toen verdween hij. Salomon begon dreunend te lachen. De lach bestierf hem echter op de lippen, v/ant de koekoek verscheen ten tweeden male en kraaide opnieuw twaalf maal. Dat is een grappige klok, vond Vitus en hij stond van zijn stoel op, om de cu riositeit eens nader te bekijken. Salomon trad eveneens naderbij. Een geruisch achter hen ep beiden draaiden zich snel om. Hun gevangene was opgespronge" en staarde met wyd opengesperde oogen naar de klok. Hij was doodsbleek en zijn bloe dende lippen bewogen zich, als fluisterden zy onhoorbare woorden. Weer verscheen de koekoek en zond zijn derden roep de wereld in. Met één sprong was Vitus bij de klok, betastte deze gedurende eenige oogenblik- ken en rukte haar ten slotte open. Ah! Een half onderdrukte kreet wrong zich los uit de borst van den leeraar. Hij zag bleek als een doode. De klok bleek geen klok te zijn, want binnenin hing keurig netjes een modern telefoonopparaat. ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Het andere einde van den telefoondraad. Vitus gaf Salomon een teeken. De^^ pakte den sidderenden Griek beet en druk te hem de hand op den mond. Dat was een solide, luchtdichte afsluiting. De journalist nam de hoorn op. Daar hij niet wist, of het gesprek soms met een wachtwoord geopend moest worden, wacht- hij, tot men van de andere zijde begon te spreken. Ben jij het, Georges? vroeg een man nenstem. Ja, ik ben het. De kapitein laat vragen, wat de twee vreemde honden van den dood van hun bondgenoot zeggen. Zij zyn er heelemaal ontdaan van. Wat is er met jou aan de hand, Geor ges? Je stem klinkt zoo vreemd. Ik moet zacht spreken, weet je. Zij hebben de zaptiehs gehaald en zitten met hen boven op hun kamer te beraadslagen. Ik geloof, dat ze argwaan tegen me opgevat hebben. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12