Sommige praktijken bij disconteeren
van clearing-vorderingen
afkeurenswaardig
BINNENLAND
ZATERDAG 10 JUNI 1939
OE LEIDSCHE COURAN1
VIERDE BLAD - PAG. 16
HANDELSPOLITIEKE VERHOUDING
MET HET DUITSCHE RIJK.
In de gisteren te 's-Gravenhage gehou
den jaarvergadering van het Centraal In
stituut ter Bevordering van het Normale
Handelsverkeer tusschen Nederland en
andere landen, heeft dr. H. M. Hirschfeld,
directeur-generaal van Handel en Nijver
heid, over onze handelspolitieke verhouding
imet het Duitsche rij'k gesproken.
Spreker begon met or op te wijzen, dat
do allengs noodzakelijk geworden zeer in
tensieve bemoeiing van de overheid met
het internationale handelsverkeer, een
nauwe samenwerking met het bedrijfs
leven noodig maakt.
De vaak geschetste tegenstellingen tus
sdhen bedrijfsleven en het ambtelijke ap
paraat bestaan niet; degenen, die hier tegen
stellingen zien, zijn in den regel slecht in
gelicht.
Wat de actueele handelspolitieke conven
ties met betrekking tot Duitschland betreft,
zoo moet spreker zich eenige beperking op
leggen, mede omdat in de volgende week
wederom de periodieke besprekingen wor
den gevoerd tusschen de Nederlandsche en
de Duitsche commissies. Op de resultaten
van die besprekingen kan niet worden voor-
uitgeloopen. Daarbij zal in het bijzonder
worden gesproken over de vaststelling van
de betalingscontingenten voor het derde
kwartaal van dit jaar en de regeling van
de handelsbetrekkingen met het protec
toraat Bohemen en Moravië. Ongetwijfeld
zullen hierover te zijner tijd mededeelin-
gen worden gedaan.
De achterstand.
In het centrum van de belangstelling staat
thans wederom de achterstand in de Neder-
landsche-Duitsche clearing. Al is de wacht
termijn thans nog steeds aanzienlijk korter
dan deze in 1936 was, zoo is er een begrij
pelijke teleurstelling, dat de gunstige con
junctuur van het jaar 1937 in den loop van
het jaar 1938 wederom is omgeslagen.
Spreker legde er in het bijzonder den na
druk op, dat de toegenomen achterstand in
de voornaamste plaats zoo betreurenswaar
dig is vanwege de daardoor noodzakelijk
geworden beperking van den export.
De ongerustheid ten aanzien van het
risico, dat in een achterstand schuilt
achtte spreker zeer overdreven. Spre
ker waarschuwde derhalve nadrukke
lijk tegen misbruiken bij het discon
teeren van clearing-vorderingen. Som
mige praktijken op dit gebied achtte
hij afkeurenswaardig.
Art. 18 van het Nederlandsch-Duitsch
Clearingverdrag voorziet er in, dat ver
plichtingen, ontstaan vóór de opzegging of
den afloop van het verdrag ook nadat het
verdrag buiten werking'is gesteld, zullen
worden afgewikkeld door de stortingen,
welke nog geschieden krachtens de bepa
lingen van het verdrag. Spreker wees er
op, dat de uitstaande verplichtingen van
Nederlandsche importeurs voor uit Duitsch
land betrokken goederen voorzichtig be
rekend een bedrag van 45.000.000.ruim
schoots overtreffen. Hieruit blijkt reeds,
dat er voor den bestaanden achterstand
nog steeds een marge aanwezig is. Doch,
zelfs indien de achterstand het bedrag der
nog te verrichten stortingen op een gege
ven moment mocht overtreffen, voorziet
het verdrag ook in een zoodanige situatie
door te bepalen dat stortingen nog zoo lang
met uitstaande vorderingen op het andere
land zullen moeten worden verrekend,
totdat het saldo geheel is afgewikkeld.
De heer Hirschfeld waarschuwde dan
ook hier te veel waarde te hechten aan
een absoluut getal. De aanwezigheid
van het bestaande clearingapparaat is
juist een waarborg, dat men het geheel
overziet.
Het doel van de autoriteiten die zich met
de regeling van 'het clearingverkeer bezig
houden is, dat steeds zooveel mogelijk naar
evenwicht wordt gestreefd. In een tijd van
terugloopende conjunctuur in het interna
tionale handelsverkeer is het echter moei
lijk onwrikbaar aan een bepaald evenwicht
vast te houden. Men heeft steeds tegen el
kaar af te wegen de nadeelen verbonden
aan een bepaalden wachttermijn en het
niveau van den uitvoer hetwelk men liefst
zoo hoog mogelijk houdt. Blijft de toene
ming van den achterstand langer aanhou
den, dan verwacht werd of gewenscht is,
dan moeten noodzakelijkerwijs de maat
regelen om het evenwicht te handhaven
drastischer worden.
Fundamenteele vraagstukken.
Het spreekt van zelf, dat men niet al
leen naar deze zijde van het clearing-
vraagstuk moet kijken, doch vooral ook
naar de fundamenteele vraagstukken, t.w.
de oorzaken van den slechten gang van
zaken en de middelen om deze te keeren.
Als een van de factoren, welke van groote
beteekenis is, noemde spreker het feit, dat
men tusschen Nederland en Duitschland
een betalingsregeling heeft tusschen een
land dat als algemeen stelsel heeft een vrij
internationaal betalingsverkeer en aan de
andere zijde een land dat als algemeen stel
sel heeft een gebonden internationaal be-
talingsvrekeer. Dit heeft eenerzijds gevol
gen voor het kapitaalverkeer en anderzijds
moet geconstateerd worden dat het land
met het vrije stelsel in geringere mate rege
lend in het internationale handelsverkeer
Wn optreden.
Men kan de betalingen in het goede
renverkeer wel bilateraal regelen doch
het land met het vrije betalingsverkeer
beschikt niet over het middel om door
zijn deviezen-politiek te beslissen in
welk land de importeur zal koopen.
Spreker trok hier een vergelijking tus
schen de positie van Nederland cn Dene
marken welke laatste land evenals Duitsch
land een deviezen-regeling heeft. De Ne
derlandsche kooper van buitenlandsche
goederen heeft commercieel gesproken
meer keus in welk land hij wil inkoopen
dan de inkooper van een land met gebon
den valuta.
Spreker ging dan nader in op de para
doxale critiek die men vaak te hooren krijgt
en die daarin bestaat, dat Nederland vaak
een bepaald middel niet toepast hetgeen
dan critiek uitlokt, doch dat men dit middel
alleen zou kunnen toepassen, indien men
zelf ook een algemeene deviezenregeling
heeft. Niettemin blijft spreker van oordeel,
dat het vrije betalingsverkeer als algemeen
stelsel ondanks bedoelde bezwaren te pre-
fereeren blijft boven het gebonden beta
lingsverkeer als algemeen stelsel; geen en
kel land heeft dit gebonden stelsel vrij
willig ingevoerd.
Ten slotte wees «-preker op het belang
van een gezonde ontwikkeling van het
Nederland-Duitsch economisch verkeer.
Voor beide landen zijn hieraan groote be
langen verbonden. Een dieper inzicht in
deze verhoudingen kan er zeker toe bij
dragen, dat tal van misverstanden uit den
weg worden geruimd. Hiervoor is een
groote mate van objectiviteit noodig. Spre
ker achtte het een gelukkig verschijnsel,
dat het Centraal Instituut in samenwerking
met de overheid hiertoe het zijne bijdraagt.
Het streven naar verdragen met een lan-
geren looptijd heeft zoowel op het gebied
van het rentetransfer als op het gebied van
het goederenvervoer tot meer stabiliteit ge
leid» Dat er op menig gebied nog weinig
reden tot tevredenheid bestaat kan alleen
een aansprong zijn om met energie naar
verbetering te streven.
EERSTE-KAMERLEDEN TEGEN HET
VLUCHELINGENKAMP.
Tegen het ontwerp, waarbij een crédiet
gevraagd wordt voor het vluchtelingen
kamp in Drente, zijn bij het onderzoek in
de Eerste Kamer ernstige bezwaren aan
gevoerd.
In het voorloopig verslag lezen wy:
Naar de meening van verscheiden leden
viel er in den geheelen opzet van het
vluchtelingenkamp een bureaucratische
geest te bespeuren, welke het effect van
de onderneming ten zeerste in gevaar moet
brengen. Het kwam hun voor, dat de or
ganen van het particulier initiatief, die de
middelen tot dekking van de kesten van
de vluchtelingenzorg tot nu toe hebben
opgebracht en in de toekomst opnieuw
zullen moeten opbrengen, reeds uit dien
hoofde een natuurlijk recht kunnen doen
gelden op een zeer ruime mate van mede
zeggenschap ten aanzien van den aard en
den omvang van de te nemen maatregelen.
Deze leden waren van oordeel, dat een
deugdelijke oplossing slechts zou kunnen
worden verkregen, door een scheiding ie
maken tusschen de vluchtelingen, voor
wie wel en hen, voor wie geen redelijke
kansen voor emigratie naar overzeesehe
gebieden bestaan Tegen een voorberei
dingskamp voor toekomstige emigranten
hadden zij in beginsel geen bezwaar. Zij
dachten hierbij aan den opzet van het En-
gelsche Kitchener-kamp. Een opzet, be
perkt tot de groep voor emigratie in aan
merking komende vluchtelingen, zou in het
belang zijn van een zoo goed mogelijke op.
lossing van het geheele vraagstuk, terwijl
daardoor bovendien de weg open zou blij
ven voor financieel aanzienlijk gunstiger
regelingen, o.a. door gebruik te maken van
reeds nu ter beschikking staande verblijf
plaatsen, zooals b.v. het Lloyd-Hotel.
Vele andere leden achtten het verwijt,
dat met het beginsel der humaniteit te
weinig rekening zou zijn gehouden, ten
cenenmale ongegrond. De regeering heeft
dit beginsel integendeel zijn volle plaats
gegeven. Andere regeeringen hebben' ten
aanzien van de toelating van vluchtelin
gen trouwens een overeenkomstig stand
punt moeten innemen. Het volgen van een
andere gedragslijn ware, huns inziens, ook
met het oog op de belangen van eigen land
en volk, volstrekt onverantwoord geweest.
Verschillende leden spraken de hoop
uit. dat de gunstige financieele ver
wachtingen, die de minister heeft, niet
zouden worden beschaamd. Zij had
den vernomen, dat de toezegging om
trent de vergoeding der kosten, door
den minister in de Tweede Kamer ver
meld, minder positief was geweest.
Ook andere leden meenden redenen
te hebben om aan te nemen, dat de
mededeeling, dat een bedrag van 5 3
6 millioen door het Joodsche vluchte
lingencomité zou zijn toegezegd, op
een misverstand berustte. Nadrukke
lijk wenschten zij de vraag te stellen,
of de regeering zekerheid heeft, dat
zy op het geld kan rekenen.
ONZE STAATSSCHULD
In 1938 met 71.7 millioen verminderd
Blijkens het thans verschenen Alge
meen Overzicht, bedroeg het totaal
der Nederlandsche Staatsschuld op 31
December 1938 3.986.629.805 tegen
4.058.335.974 in 1937 en 1.154.266.959
in 1913.
EERSTE KAMER OVER HET PUF-
VERBOD.
„Zeer ernstige bezwaren".
„Algemeen bleek met de regeering van
oordeel, dat maatregelen dienen te wor
den genomen tegei overbevissching van de
Noordzee. Tegen de voorgestelde voozie-
ning werden echter van verschillende zij
den zeer ernstige bezwaren geuit. Ver
scheidene leden waren van de doelmatig
heid dier regeling geenszins overtuigd.
Zij meenden integendeels, dat de met het
wetsontwerp beoogde bescherming van den
vischstand door het verood van den aan
voer van puf niet zal worden bereikt", al
dus het voorloopig verslag over het ont
werp tot goedkeuring van het Londensche
verdrag betreffende het vaststellen van een
waaswiidte van vischnetten en van mini-
mummijmaten op sommige vischsoorten.
Men wees er op, dat ten gevolge van het
de laatste jarer gevolgde vischsysteem, te
weten het visschen met zeer verzwaarde
netten, de ondcrmaatsche visch toch mede
in de netten zal komen. Een beter resul
taat ware te bere'ken door, bijvoorbeeld,
vermindering gedurende eenige jaren van
de uitvaartvergunningen.
Etteliike leden waren van oordeel, dat de
gewenschte bescl erming van den visch
stand slechts zou kunnen worden bereikt
door een regionaal vischverbod.
DEFENSE FAN HE'r ARSCHE
STRAND NIET MISSEN.
Nieuw geschut moet worden beproefd.
Op de vragen van het soc. dem. lid der
Tweede Kamer Van der Goes van Naters
over sri1 ietoefenmeen n»bii de Wassenaar-
sche Slag, waardoor fle toegang tot het
strand en het strand zelf voor het oubliek
zou ziin ges'oten, heeft de minister van
Defensie geantwoord, dat inderdaad beslo
ten is. oo werkdagen gedurende a.s. zo
men schietnroeven te doen nemen on het
strandgedeelte bij de Wassenaarsche Slag,
tenpevolge waarvan het strand voor het
puhliék zal ziin gesloten.
Het schieten zal niet geregeld plaats vin
den. doch alleen voor zoover daaraan be
hoefte bestaat.
Ten gevolge van de belangrijke uitbrei
ding van het artilleri°™atcri»tl (geschul
en munitie) bestaat od dit ooeenblik. meer
dan vroeger, een dringende behoefte aan
schiet,gelegenheid, waar talrijke schietproe
ven zonder veel tijdverlies kunnen wor
den genomen. Deze schietDroeven omvat
ten in hoofdzaak het keuren van geschut
en munitie, daarnaast moeten ook schiet
proeven worden genomen voor het bepa
len van verschillende gegevens.
Het feit, dat een «root gedeelte van het
geschut en de munitie hier te lande wordt
aangemaakt, brengt mede, dat de keurings-
schietDroeven ook hier te lande moeten
worden genomen, zoodat het aantal te ne
men proeven, bii vro°<»er vergeleken, is
uitgebreid. Een nijpend te kort aan schiet
gelegenheid is daardoor ontstaan.
Het strandgedeelte aan de Wasse
naarsche Slag, dat reeds gedurende
vele jaren voor het nemen van schiet
proeven wordt benut, ligt uitermate
gunstig en is zonder eenigerlei voor
zinning steeds voor dadelijk gebruik ge
schikt. De schietoronven kunnen aldaar
dus zonder onnoodig tijdsverlies wor-
genomen. zoodat een regelmatige keu
ring en afname van het nieuwe geschut
en van de munitie ziin gewaarborgd.
Reeds vroeger is nagegaan, of moge
lijk een ander strandgedeelte voor het
nemen van de schietnroeven kon wor
den bestemd. Het onderzoek heeft toen
uitgewezen, dat slechte het hiervoor
bedoelde strandgedeelte in aanmerking
kwam.
In het belang van publiek en nering
doenden heeft de vorige minister van
Defensie ind°rtijd bepaald, dat het
schieten op dit strandgedeelte in het
tijdvak van 1 Juni tot 15 Sentember
alleen in biizondere omstandigheden
zal plaats vinden. Zooals uit het voor
gaande moge blijken, ziin deze „biizon
dere omstandigheden" thans aanwezig.
Om de nadeelen, aan het nemen van
deze proeven verbonden zooveel moge
lijk te beperken, heeft de minster den
voorzitter van de commissie van proef
nemingen, die met de proeven is be
last, opgedragen, zich ter zake te ver
staan met den burgemeester der ge
meente Wassenaar.
WERKTIJDEN IN HOUTBEDRIJF.
De Minister van Sociale Zaken heeft
goedgevonden, te vergunnen, dat van 5
Juni tot 2 October 1939 in de ondernemin
gen (houthandel, houtzagerijen en -scha-
verijen) van de werkgevers, toegetreden
tot de collectieve arbeidsovereenkomst
voor het houtbedrijf te Zaandam op de
eerste 5 werkdagen der week ten hoogste
10 uren Der dag en op Zaterdag ten hoog
ste 5 1/2 uur arbeid wordt verricht, met
dien verstande, dat door jeudige personen
beneden 16 jaar niet langer dan 48 uren
per week en door jeudige personen van 16
jaar of ouder of door vrouwen niet langer
dan 55 uren per week arbeid mag worden
verricht.
KOLENSCHAARSCHTE NIET TE
VREEZEN.
Ondanks achterstand op het oogenblik.
Op de vragen van den heer Wynkoop in
verband met den te verwachten achter
stand in den aanvoer van huisbrandkolen
heeft de Minister van Economische Zaken
als volgt geantwoord:
Het is den Minister niet gebleken, dat
de handel voor het nieuwe kolenjaar 1
April 1939 tot 1 April 1940 bij de Limburg-
sche steenkolijmijnen in het algemeen be
langrijk kleinere hoeveelheden zou kunnen
betrekken dan in het vorige kolenjaar.
Wel bestaan er moeilijkheden ten aanzien
van de levering van eenige soorten huis
brandkolen, omdat de vraag naar deze soor
ten in den laatsten tijd sterk is toegenomen,
doch de levering van huisbrand als geheel
genomen, heeft, naar den Minister is- ge
bleken, tot nog toe een normaal verloop.'
Hierbij dient in aanmerking te worden ge
nomen, dat de vraag naar deze brandstof
bij het begin van het nieuwe kolenjaar
steeds groot is, in verband met de alsdan
ingaande prijsreducties.
Aangezien in het contingent voor Belgi
sche huisbrandkolen geen wijziging is ge
komen, is het ook niet juist, dat aan de
importeurs minder consenten zouden wor
den verstrekt dan vorig jaar om dezen tijd.
Zulks blijkt overigens ook uit den invoer,
die blijkens de handelsstatistiek in de eer
ste vier maanden van dit jaar circa 20 pet.
hooger was dan in het overeenkomstige
tijdvak van 1938.
Zooals de situatie zich thans laat aan
zien, bestaat er voor den minister geen
aanleiding om te vreezen, dat een even-
tueele achterstand in den aanvoer van
huisbrandkolen in het najaar van zoo-
danigen omvang zal worden, dat een
schaarschte in den winter daarvan het
gevolg zou zijn.
Gezien het bovenstaande acht de Minis
ter geen dringende noodzaak voor verrui
ming van de invoermogelijkheid van huis
brand uit België aanwezig. De vraagstuk
ken, verbonden aan de kolenvoorziening
van Nederland, hebben sinds geruimen tijd
bijzondere aandacht.
In het oog dient te worden gehouden, dat
verschillende factoren van handelspoüiie-
ken aard invloed kunnen oefenen op de
vraag, hoe groot de invoermogelijkheid van
steenkolen uit een bepaald land dient te
zijn.
DE VETCONVENTIE.
Naar wij vernemen, heeft het hoofdbe
stuur van den Ned. R. K. Bakerspatroons
bond zich telegrafisch gewend tot den Mi
nister van Economische Zaken naar aan
leiding van de nadeelige gevolgen, welke
voortvloeien voor de bakkerij uit de tot
standgebrachte vetconventie, een en ander
mede in verband met geruchten, als zou
de vetconventie binnen korten tijd worden
verlengd.
SOCIALE TANDHEELKUNDE
Centrale raad ingesteld
Drie organisaties, die zich op het gebied
der sociale tandheelkunde bewegen, te
weten: de Nederlandsche maatschappij tot
bevordering der tandheelkunde, de Neder
landsche vereeniging voor sociale tand
heelkunde en „Het Ivoren Kruis", Neder
landsche vereeniging voor mond- en tand-
hygiëne, hebben ingesteld een „Centrale
raad voor sociale tandheelkunde".
Deze raad heeft tot taak, vraagstukken,
betreffende de sociale tandheelkunde, te
behandelen, dienaangaande inlichtingen te
verstrekken en leiding te geven aan hen,
die zich met sociale tandheelkunde bezig
houden.
Aanvankelijk zal het werk van den raad
zich beperken tot de schooltandverzorging
De raad bestaat uit 6 leden en 6 plaats
vervangende leden, waarvan iedere orga
nisatie er 4 aanwijst, benevens een voor
zitter.
In den raad hebben zitting genomen de
heeren: B. J. Brugman te Voorburg, Ad.
ter Cock te Amersioort, G. A. H. Eibrink
Jansen te 's-Gravenhage, prof. dr. G. C.
Heringa te Amsterdam, W. Hoekstra te
's-Gravenhage en H. C. Kranenburg te Rot
terdam, leden en J. J. Backer Dirks te
Rotterdam; J. J. Feringa te Alkmaar, Cl.
Mahler te Rotterdam, F. J. Scherphuis te
Zaandam, dr. Da de Vries te Wieringer-
waard en mr. dr. J. H. van Zanten te Am
sterdam, platsvervangende leden.
In de dezer dager gehouden eerste bij
eenkomst is tot voorzitter gekozen de heer
R. N. M. Eijkel, arts, oud-hoofdinspecteur
van de volksgezondheid. De heer B. J.
Brugman heeft de functie van secretaris
penningmeester aanvaard.
Het secretariaat is voorloopig gevestigd:
Mauritskade 55, Den Haag.
DE ERFPACHTS-KWESTIE
TE AMSTERDAM.
Oordeel vau de commissie van onderzoek.
Omtrent het rapport van de erf-
pachtcommissia dat de volgende week
zal verschijnen, vernemen wij nog, dat
daarin de co .missie tot de conclusie
komt, dat haar uit het onderzoek niet
is gebleken, dat bepaalde leden van het
gemeentebestuur tegen wie beschuldi
gingen zijn geuit, persoonlijk voordeel
hebben getrokken uit de door hen ver
richte handelingen. Wel zou de com
missie van oordeel zijn, dat enkele le
den van het gemeentebestuur, betrok
ken by de uitgifte van erfpachtsgron-
den, niet kunnen worden vrijgepleit
van beleidsfouten.
„Maasbode".
NATIONALE INZAMELING R.K.
JEUGDWERKLOOZENZORG
OP ZONDAG 11 JUNL
Katholieken van Nederland, mobili
seert met uw steun onze jonge krach
ten. Geeft aan onze werklooze jeugd
de middelen, die haar geestelijk en
lichamelijk sterk zullen maken voor
de verovering van haar toekomst.
Onze jeugdkampen gaven aan tien
duizenden jongens en meisjes wederom
een levensideaal, vormden hen als ka
tholiek, als mensch en als arbeider en
wezen hun den weg naar het bediyfs-
en beroepsleven.
Het voortbestaan, de uitbreiding en
de bloei van dat kampwerk zal afhan
gen van het antwoord, dat gij zult ge
ven op het dringend beroep, dat onze
Commissie op U zal doen op Zondag
11 Juni a.s.
„Draagt elkanders lasten en zóó zult
gij de wet van Christus vervullen".
(Gal. 6. 2.)
Wilt Zaterdagavond uw radio-toestel
omstreeks half tien afstemmen op Hilver
sum de K.R.O. golflengte 415 5 of 1875 M.
Minister Romme, Mgr. F. Fren-
c k e n, oud-Minister Verschuur en de
heer de Bruyn hebben u iets te zeggen,
dat uwe belangstelling ten volle verdient.
DOKKEN TE IJMUIDEN WORDEN
VERVANGEN.
De verouderde outillage moet plaats maken
voor moderne heiligen.
Tot de outillage van het Staatsvisschers-
havenbedrijf te IJmuiden, dat thans veer
tig jaar bestaat, behooren een paar drij
vende dokken, die gebruikt worden voor
het schoonmaken en verven der schepen
voor reparaties van korten duur. Deze
dokken zijn al oud en één dreigt zelfs ieder
oogenblik in elkaar te zakken.
Voorziening is dus dringend noodig, want
wanneer de reeders hun schepen landin
waarts moeten zenden om te worden her
steld of schoongemaakt, dan gaat daarmee
te veel tijd verloren.
De Rijkswaterstaat, in samenwerking
met de directie van het Staatsvisschersha-
venbedrijf, heeft daarom een plan ontwor
pen om de dokken te vervangen door drie
hellingbanen. Deze banen krijgen een leng
te van 180 M. en zullen de grootste van
Nederland zijn. Schepen tot 1000 ton zul
len er mee op het droge kunnen worden
gebracht.
Hellingen van deze geweldige afmetingen
treft men ook in het buitenland niet dik
wijls aan. De goed ingerichte visschers-
haven Grimsby beschikt over een derge
lijke outillage en deze heeft bij het ont
werp voor IJmuiden ten deele als voor
beeld gediend. De hellingen zijn geprojec
teerd in de bocht, waar Haringhaven en
Visschers tezamen komen.
De reeds goedgekeurde plannen zijn
thans naar Den Haag en de machtiging van
den minister om hen werkelijkheid te la
ten worden kan ieder oogenblik binnenko
men. „Handelsblad"
NED. R.K. MIDDENSTANDSBOND
Het Congres 1939
Het Congres 1939 van de Ned. R.K. Mid
denstandsbond zal worden gehouden op
Dinsdag 29 en Woensdag 30 Augustus a.s.
te Arnhem in Musis Sacrum.
Op het Congres zal een drietal onder
werpen aan de orde worden gesteld, name
lijk de inschakeling van de zelfstandigen
in de sociale verzekering; het concentratie-
verschijnsel in industrie en handel in het
bijzonder in verband met de positie van het
zelfstandig kleinbedrijf; en de beteekenis
van de katholieke gemeenschapsgedachte
in de moderne tijd.
Over het vraagstuk van de positie der
zelfstandigen ten aanzien van de sociale
verzekering zal een prae-advies worden
geschreven door dr. F. v. d. Ven, lector in
de sociale wetgeving aan de Katholieke
Handelshoogeschool te Tilburg.
Over de beteekenis van de katholieke
gemeenschapsgedachte in de moderne tijd
zal worden geprae-adviseerd door dr. II.
W. E. Moller, lid van de Tweede Kamer der
Staten Generaal.
Omtrent de wijze, waarop het vraagstuk
van het concentratie-verschijnsel in de
industrie ten congresse zal worden be
handeld, hoopt het bestuur van de Ned.
R.K. Middenstandsbond ten spoedigste na
dere medcdeelingen te kunnen doen.
Ik geloof. 8at er al een
stel van die idiote menschen
hier zijn.
Neen. mijnheer, n is de
kstsU. (Gazz. Illustrate]^