Sommige praktijken bij disconteeren van clearing-vorderingen afkeurenswaardig BINNENLAND ZATERDAG 10 JUNI 1939 OE LEIDSCHE COURAN1 VIERDE BLAD - PAG. 16 HANDELSPOLITIEKE VERHOUDING MET HET DUITSCHE RIJK. In de gisteren te 's-Gravenhage gehou den jaarvergadering van het Centraal In stituut ter Bevordering van het Normale Handelsverkeer tusschen Nederland en andere landen, heeft dr. H. M. Hirschfeld, directeur-generaal van Handel en Nijver heid, over onze handelspolitieke verhouding imet het Duitsche rij'k gesproken. Spreker begon met or op te wijzen, dat do allengs noodzakelijk geworden zeer in tensieve bemoeiing van de overheid met het internationale handelsverkeer, een nauwe samenwerking met het bedrijfs leven noodig maakt. De vaak geschetste tegenstellingen tus sdhen bedrijfsleven en het ambtelijke ap paraat bestaan niet; degenen, die hier tegen stellingen zien, zijn in den regel slecht in gelicht. Wat de actueele handelspolitieke conven ties met betrekking tot Duitschland betreft, zoo moet spreker zich eenige beperking op leggen, mede omdat in de volgende week wederom de periodieke besprekingen wor den gevoerd tusschen de Nederlandsche en de Duitsche commissies. Op de resultaten van die besprekingen kan niet worden voor- uitgeloopen. Daarbij zal in het bijzonder worden gesproken over de vaststelling van de betalingscontingenten voor het derde kwartaal van dit jaar en de regeling van de handelsbetrekkingen met het protec toraat Bohemen en Moravië. Ongetwijfeld zullen hierover te zijner tijd mededeelin- gen worden gedaan. De achterstand. In het centrum van de belangstelling staat thans wederom de achterstand in de Neder- landsche-Duitsche clearing. Al is de wacht termijn thans nog steeds aanzienlijk korter dan deze in 1936 was, zoo is er een begrij pelijke teleurstelling, dat de gunstige con junctuur van het jaar 1937 in den loop van het jaar 1938 wederom is omgeslagen. Spreker legde er in het bijzonder den na druk op, dat de toegenomen achterstand in de voornaamste plaats zoo betreurenswaar dig is vanwege de daardoor noodzakelijk geworden beperking van den export. De ongerustheid ten aanzien van het risico, dat in een achterstand schuilt achtte spreker zeer overdreven. Spre ker waarschuwde derhalve nadrukke lijk tegen misbruiken bij het discon teeren van clearing-vorderingen. Som mige praktijken op dit gebied achtte hij afkeurenswaardig. Art. 18 van het Nederlandsch-Duitsch Clearingverdrag voorziet er in, dat ver plichtingen, ontstaan vóór de opzegging of den afloop van het verdrag ook nadat het verdrag buiten werking'is gesteld, zullen worden afgewikkeld door de stortingen, welke nog geschieden krachtens de bepa lingen van het verdrag. Spreker wees er op, dat de uitstaande verplichtingen van Nederlandsche importeurs voor uit Duitsch land betrokken goederen voorzichtig be rekend een bedrag van 45.000.000.ruim schoots overtreffen. Hieruit blijkt reeds, dat er voor den bestaanden achterstand nog steeds een marge aanwezig is. Doch, zelfs indien de achterstand het bedrag der nog te verrichten stortingen op een gege ven moment mocht overtreffen, voorziet het verdrag ook in een zoodanige situatie door te bepalen dat stortingen nog zoo lang met uitstaande vorderingen op het andere land zullen moeten worden verrekend, totdat het saldo geheel is afgewikkeld. De heer Hirschfeld waarschuwde dan ook hier te veel waarde te hechten aan een absoluut getal. De aanwezigheid van het bestaande clearingapparaat is juist een waarborg, dat men het geheel overziet. Het doel van de autoriteiten die zich met de regeling van 'het clearingverkeer bezig houden is, dat steeds zooveel mogelijk naar evenwicht wordt gestreefd. In een tijd van terugloopende conjunctuur in het interna tionale handelsverkeer is het echter moei lijk onwrikbaar aan een bepaald evenwicht vast te houden. Men heeft steeds tegen el kaar af te wegen de nadeelen verbonden aan een bepaalden wachttermijn en het niveau van den uitvoer hetwelk men liefst zoo hoog mogelijk houdt. Blijft de toene ming van den achterstand langer aanhou den, dan verwacht werd of gewenscht is, dan moeten noodzakelijkerwijs de maat regelen om het evenwicht te handhaven drastischer worden. Fundamenteele vraagstukken. Het spreekt van zelf, dat men niet al leen naar deze zijde van het clearing- vraagstuk moet kijken, doch vooral ook naar de fundamenteele vraagstukken, t.w. de oorzaken van den slechten gang van zaken en de middelen om deze te keeren. Als een van de factoren, welke van groote beteekenis is, noemde spreker het feit, dat men tusschen Nederland en Duitschland een betalingsregeling heeft tusschen een land dat als algemeen stelsel heeft een vrij internationaal betalingsverkeer en aan de andere zijde een land dat als algemeen stel sel heeft een gebonden internationaal be- talingsvrekeer. Dit heeft eenerzijds gevol gen voor het kapitaalverkeer en anderzijds moet geconstateerd worden dat het land met het vrije stelsel in geringere mate rege lend in het internationale handelsverkeer Wn optreden. Men kan de betalingen in het goede renverkeer wel bilateraal regelen doch het land met het vrije betalingsverkeer beschikt niet over het middel om door zijn deviezen-politiek te beslissen in welk land de importeur zal koopen. Spreker trok hier een vergelijking tus schen de positie van Nederland cn Dene marken welke laatste land evenals Duitsch land een deviezen-regeling heeft. De Ne derlandsche kooper van buitenlandsche goederen heeft commercieel gesproken meer keus in welk land hij wil inkoopen dan de inkooper van een land met gebon den valuta. Spreker ging dan nader in op de para doxale critiek die men vaak te hooren krijgt en die daarin bestaat, dat Nederland vaak een bepaald middel niet toepast hetgeen dan critiek uitlokt, doch dat men dit middel alleen zou kunnen toepassen, indien men zelf ook een algemeene deviezenregeling heeft. Niettemin blijft spreker van oordeel, dat het vrije betalingsverkeer als algemeen stelsel ondanks bedoelde bezwaren te pre- fereeren blijft boven het gebonden beta lingsverkeer als algemeen stelsel; geen en kel land heeft dit gebonden stelsel vrij willig ingevoerd. Ten slotte wees «-preker op het belang van een gezonde ontwikkeling van het Nederland-Duitsch economisch verkeer. Voor beide landen zijn hieraan groote be langen verbonden. Een dieper inzicht in deze verhoudingen kan er zeker toe bij dragen, dat tal van misverstanden uit den weg worden geruimd. Hiervoor is een groote mate van objectiviteit noodig. Spre ker achtte het een gelukkig verschijnsel, dat het Centraal Instituut in samenwerking met de overheid hiertoe het zijne bijdraagt. Het streven naar verdragen met een lan- geren looptijd heeft zoowel op het gebied van het rentetransfer als op het gebied van het goederenvervoer tot meer stabiliteit ge leid» Dat er op menig gebied nog weinig reden tot tevredenheid bestaat kan alleen een aansprong zijn om met energie naar verbetering te streven. EERSTE-KAMERLEDEN TEGEN HET VLUCHELINGENKAMP. Tegen het ontwerp, waarbij een crédiet gevraagd wordt voor het vluchtelingen kamp in Drente, zijn bij het onderzoek in de Eerste Kamer ernstige bezwaren aan gevoerd. In het voorloopig verslag lezen wy: Naar de meening van verscheiden leden viel er in den geheelen opzet van het vluchtelingenkamp een bureaucratische geest te bespeuren, welke het effect van de onderneming ten zeerste in gevaar moet brengen. Het kwam hun voor, dat de or ganen van het particulier initiatief, die de middelen tot dekking van de kesten van de vluchtelingenzorg tot nu toe hebben opgebracht en in de toekomst opnieuw zullen moeten opbrengen, reeds uit dien hoofde een natuurlijk recht kunnen doen gelden op een zeer ruime mate van mede zeggenschap ten aanzien van den aard en den omvang van de te nemen maatregelen. Deze leden waren van oordeel, dat een deugdelijke oplossing slechts zou kunnen worden verkregen, door een scheiding ie maken tusschen de vluchtelingen, voor wie wel en hen, voor wie geen redelijke kansen voor emigratie naar overzeesehe gebieden bestaan Tegen een voorberei dingskamp voor toekomstige emigranten hadden zij in beginsel geen bezwaar. Zij dachten hierbij aan den opzet van het En- gelsche Kitchener-kamp. Een opzet, be perkt tot de groep voor emigratie in aan merking komende vluchtelingen, zou in het belang zijn van een zoo goed mogelijke op. lossing van het geheele vraagstuk, terwijl daardoor bovendien de weg open zou blij ven voor financieel aanzienlijk gunstiger regelingen, o.a. door gebruik te maken van reeds nu ter beschikking staande verblijf plaatsen, zooals b.v. het Lloyd-Hotel. Vele andere leden achtten het verwijt, dat met het beginsel der humaniteit te weinig rekening zou zijn gehouden, ten cenenmale ongegrond. De regeering heeft dit beginsel integendeel zijn volle plaats gegeven. Andere regeeringen hebben' ten aanzien van de toelating van vluchtelin gen trouwens een overeenkomstig stand punt moeten innemen. Het volgen van een andere gedragslijn ware, huns inziens, ook met het oog op de belangen van eigen land en volk, volstrekt onverantwoord geweest. Verschillende leden spraken de hoop uit. dat de gunstige financieele ver wachtingen, die de minister heeft, niet zouden worden beschaamd. Zij had den vernomen, dat de toezegging om trent de vergoeding der kosten, door den minister in de Tweede Kamer ver meld, minder positief was geweest. Ook andere leden meenden redenen te hebben om aan te nemen, dat de mededeeling, dat een bedrag van 5 3 6 millioen door het Joodsche vluchte lingencomité zou zijn toegezegd, op een misverstand berustte. Nadrukke lijk wenschten zij de vraag te stellen, of de regeering zekerheid heeft, dat zy op het geld kan rekenen. ONZE STAATSSCHULD In 1938 met 71.7 millioen verminderd Blijkens het thans verschenen Alge meen Overzicht, bedroeg het totaal der Nederlandsche Staatsschuld op 31 December 1938 3.986.629.805 tegen 4.058.335.974 in 1937 en 1.154.266.959 in 1913. EERSTE KAMER OVER HET PUF- VERBOD. „Zeer ernstige bezwaren". „Algemeen bleek met de regeering van oordeel, dat maatregelen dienen te wor den genomen tegei overbevissching van de Noordzee. Tegen de voorgestelde voozie- ning werden echter van verschillende zij den zeer ernstige bezwaren geuit. Ver scheidene leden waren van de doelmatig heid dier regeling geenszins overtuigd. Zij meenden integendeels, dat de met het wetsontwerp beoogde bescherming van den vischstand door het verood van den aan voer van puf niet zal worden bereikt", al dus het voorloopig verslag over het ont werp tot goedkeuring van het Londensche verdrag betreffende het vaststellen van een waaswiidte van vischnetten en van mini- mummijmaten op sommige vischsoorten. Men wees er op, dat ten gevolge van het de laatste jarer gevolgde vischsysteem, te weten het visschen met zeer verzwaarde netten, de ondcrmaatsche visch toch mede in de netten zal komen. Een beter resul taat ware te bere'ken door, bijvoorbeeld, vermindering gedurende eenige jaren van de uitvaartvergunningen. Etteliike leden waren van oordeel, dat de gewenschte bescl erming van den visch stand slechts zou kunnen worden bereikt door een regionaal vischverbod. DEFENSE FAN HE'r ARSCHE STRAND NIET MISSEN. Nieuw geschut moet worden beproefd. Op de vragen van het soc. dem. lid der Tweede Kamer Van der Goes van Naters over sri1 ietoefenmeen n»bii de Wassenaar- sche Slag, waardoor fle toegang tot het strand en het strand zelf voor het oubliek zou ziin ges'oten, heeft de minister van Defensie geantwoord, dat inderdaad beslo ten is. oo werkdagen gedurende a.s. zo men schietnroeven te doen nemen on het strandgedeelte bij de Wassenaarsche Slag, tenpevolge waarvan het strand voor het puhliék zal ziin gesloten. Het schieten zal niet geregeld plaats vin den. doch alleen voor zoover daaraan be hoefte bestaat. Ten gevolge van de belangrijke uitbrei ding van het artilleri°™atcri»tl (geschul en munitie) bestaat od dit ooeenblik. meer dan vroeger, een dringende behoefte aan schiet,gelegenheid, waar talrijke schietproe ven zonder veel tijdverlies kunnen wor den genomen. Deze schietDroeven omvat ten in hoofdzaak het keuren van geschut en munitie, daarnaast moeten ook schiet proeven worden genomen voor het bepa len van verschillende gegevens. Het feit, dat een «root gedeelte van het geschut en de munitie hier te lande wordt aangemaakt, brengt mede, dat de keurings- schietDroeven ook hier te lande moeten worden genomen, zoodat het aantal te ne men proeven, bii vro°<»er vergeleken, is uitgebreid. Een nijpend te kort aan schiet gelegenheid is daardoor ontstaan. Het strandgedeelte aan de Wasse naarsche Slag, dat reeds gedurende vele jaren voor het nemen van schiet proeven wordt benut, ligt uitermate gunstig en is zonder eenigerlei voor zinning steeds voor dadelijk gebruik ge schikt. De schietoronven kunnen aldaar dus zonder onnoodig tijdsverlies wor- genomen. zoodat een regelmatige keu ring en afname van het nieuwe geschut en van de munitie ziin gewaarborgd. Reeds vroeger is nagegaan, of moge lijk een ander strandgedeelte voor het nemen van de schietnroeven kon wor den bestemd. Het onderzoek heeft toen uitgewezen, dat slechte het hiervoor bedoelde strandgedeelte in aanmerking kwam. In het belang van publiek en nering doenden heeft de vorige minister van Defensie ind°rtijd bepaald, dat het schieten op dit strandgedeelte in het tijdvak van 1 Juni tot 15 Sentember alleen in biizondere omstandigheden zal plaats vinden. Zooals uit het voor gaande moge blijken, ziin deze „biizon dere omstandigheden" thans aanwezig. Om de nadeelen, aan het nemen van deze proeven verbonden zooveel moge lijk te beperken, heeft de minster den voorzitter van de commissie van proef nemingen, die met de proeven is be last, opgedragen, zich ter zake te ver staan met den burgemeester der ge meente Wassenaar. WERKTIJDEN IN HOUTBEDRIJF. De Minister van Sociale Zaken heeft goedgevonden, te vergunnen, dat van 5 Juni tot 2 October 1939 in de ondernemin gen (houthandel, houtzagerijen en -scha- verijen) van de werkgevers, toegetreden tot de collectieve arbeidsovereenkomst voor het houtbedrijf te Zaandam op de eerste 5 werkdagen der week ten hoogste 10 uren Der dag en op Zaterdag ten hoog ste 5 1/2 uur arbeid wordt verricht, met dien verstande, dat door jeudige personen beneden 16 jaar niet langer dan 48 uren per week en door jeudige personen van 16 jaar of ouder of door vrouwen niet langer dan 55 uren per week arbeid mag worden verricht. KOLENSCHAARSCHTE NIET TE VREEZEN. Ondanks achterstand op het oogenblik. Op de vragen van den heer Wynkoop in verband met den te verwachten achter stand in den aanvoer van huisbrandkolen heeft de Minister van Economische Zaken als volgt geantwoord: Het is den Minister niet gebleken, dat de handel voor het nieuwe kolenjaar 1 April 1939 tot 1 April 1940 bij de Limburg- sche steenkolijmijnen in het algemeen be langrijk kleinere hoeveelheden zou kunnen betrekken dan in het vorige kolenjaar. Wel bestaan er moeilijkheden ten aanzien van de levering van eenige soorten huis brandkolen, omdat de vraag naar deze soor ten in den laatsten tijd sterk is toegenomen, doch de levering van huisbrand als geheel genomen, heeft, naar den Minister is- ge bleken, tot nog toe een normaal verloop.' Hierbij dient in aanmerking te worden ge nomen, dat de vraag naar deze brandstof bij het begin van het nieuwe kolenjaar steeds groot is, in verband met de alsdan ingaande prijsreducties. Aangezien in het contingent voor Belgi sche huisbrandkolen geen wijziging is ge komen, is het ook niet juist, dat aan de importeurs minder consenten zouden wor den verstrekt dan vorig jaar om dezen tijd. Zulks blijkt overigens ook uit den invoer, die blijkens de handelsstatistiek in de eer ste vier maanden van dit jaar circa 20 pet. hooger was dan in het overeenkomstige tijdvak van 1938. Zooals de situatie zich thans laat aan zien, bestaat er voor den minister geen aanleiding om te vreezen, dat een even- tueele achterstand in den aanvoer van huisbrandkolen in het najaar van zoo- danigen omvang zal worden, dat een schaarschte in den winter daarvan het gevolg zou zijn. Gezien het bovenstaande acht de Minis ter geen dringende noodzaak voor verrui ming van de invoermogelijkheid van huis brand uit België aanwezig. De vraagstuk ken, verbonden aan de kolenvoorziening van Nederland, hebben sinds geruimen tijd bijzondere aandacht. In het oog dient te worden gehouden, dat verschillende factoren van handelspoüiie- ken aard invloed kunnen oefenen op de vraag, hoe groot de invoermogelijkheid van steenkolen uit een bepaald land dient te zijn. DE VETCONVENTIE. Naar wij vernemen, heeft het hoofdbe stuur van den Ned. R. K. Bakerspatroons bond zich telegrafisch gewend tot den Mi nister van Economische Zaken naar aan leiding van de nadeelige gevolgen, welke voortvloeien voor de bakkerij uit de tot standgebrachte vetconventie, een en ander mede in verband met geruchten, als zou de vetconventie binnen korten tijd worden verlengd. SOCIALE TANDHEELKUNDE Centrale raad ingesteld Drie organisaties, die zich op het gebied der sociale tandheelkunde bewegen, te weten: de Nederlandsche maatschappij tot bevordering der tandheelkunde, de Neder landsche vereeniging voor sociale tand heelkunde en „Het Ivoren Kruis", Neder landsche vereeniging voor mond- en tand- hygiëne, hebben ingesteld een „Centrale raad voor sociale tandheelkunde". Deze raad heeft tot taak, vraagstukken, betreffende de sociale tandheelkunde, te behandelen, dienaangaande inlichtingen te verstrekken en leiding te geven aan hen, die zich met sociale tandheelkunde bezig houden. Aanvankelijk zal het werk van den raad zich beperken tot de schooltandverzorging De raad bestaat uit 6 leden en 6 plaats vervangende leden, waarvan iedere orga nisatie er 4 aanwijst, benevens een voor zitter. In den raad hebben zitting genomen de heeren: B. J. Brugman te Voorburg, Ad. ter Cock te Amersioort, G. A. H. Eibrink Jansen te 's-Gravenhage, prof. dr. G. C. Heringa te Amsterdam, W. Hoekstra te 's-Gravenhage en H. C. Kranenburg te Rot terdam, leden en J. J. Backer Dirks te Rotterdam; J. J. Feringa te Alkmaar, Cl. Mahler te Rotterdam, F. J. Scherphuis te Zaandam, dr. Da de Vries te Wieringer- waard en mr. dr. J. H. van Zanten te Am sterdam, platsvervangende leden. In de dezer dager gehouden eerste bij eenkomst is tot voorzitter gekozen de heer R. N. M. Eijkel, arts, oud-hoofdinspecteur van de volksgezondheid. De heer B. J. Brugman heeft de functie van secretaris penningmeester aanvaard. Het secretariaat is voorloopig gevestigd: Mauritskade 55, Den Haag. DE ERFPACHTS-KWESTIE TE AMSTERDAM. Oordeel vau de commissie van onderzoek. Omtrent het rapport van de erf- pachtcommissia dat de volgende week zal verschijnen, vernemen wij nog, dat daarin de co .missie tot de conclusie komt, dat haar uit het onderzoek niet is gebleken, dat bepaalde leden van het gemeentebestuur tegen wie beschuldi gingen zijn geuit, persoonlijk voordeel hebben getrokken uit de door hen ver richte handelingen. Wel zou de com missie van oordeel zijn, dat enkele le den van het gemeentebestuur, betrok ken by de uitgifte van erfpachtsgron- den, niet kunnen worden vrijgepleit van beleidsfouten. „Maasbode". NATIONALE INZAMELING R.K. JEUGDWERKLOOZENZORG OP ZONDAG 11 JUNL Katholieken van Nederland, mobili seert met uw steun onze jonge krach ten. Geeft aan onze werklooze jeugd de middelen, die haar geestelijk en lichamelijk sterk zullen maken voor de verovering van haar toekomst. Onze jeugdkampen gaven aan tien duizenden jongens en meisjes wederom een levensideaal, vormden hen als ka tholiek, als mensch en als arbeider en wezen hun den weg naar het bediyfs- en beroepsleven. Het voortbestaan, de uitbreiding en de bloei van dat kampwerk zal afhan gen van het antwoord, dat gij zult ge ven op het dringend beroep, dat onze Commissie op U zal doen op Zondag 11 Juni a.s. „Draagt elkanders lasten en zóó zult gij de wet van Christus vervullen". (Gal. 6. 2.) Wilt Zaterdagavond uw radio-toestel omstreeks half tien afstemmen op Hilver sum de K.R.O. golflengte 415 5 of 1875 M. Minister Romme, Mgr. F. Fren- c k e n, oud-Minister Verschuur en de heer de Bruyn hebben u iets te zeggen, dat uwe belangstelling ten volle verdient. DOKKEN TE IJMUIDEN WORDEN VERVANGEN. De verouderde outillage moet plaats maken voor moderne heiligen. Tot de outillage van het Staatsvisschers- havenbedrijf te IJmuiden, dat thans veer tig jaar bestaat, behooren een paar drij vende dokken, die gebruikt worden voor het schoonmaken en verven der schepen voor reparaties van korten duur. Deze dokken zijn al oud en één dreigt zelfs ieder oogenblik in elkaar te zakken. Voorziening is dus dringend noodig, want wanneer de reeders hun schepen landin waarts moeten zenden om te worden her steld of schoongemaakt, dan gaat daarmee te veel tijd verloren. De Rijkswaterstaat, in samenwerking met de directie van het Staatsvisschersha- venbedrijf, heeft daarom een plan ontwor pen om de dokken te vervangen door drie hellingbanen. Deze banen krijgen een leng te van 180 M. en zullen de grootste van Nederland zijn. Schepen tot 1000 ton zul len er mee op het droge kunnen worden gebracht. Hellingen van deze geweldige afmetingen treft men ook in het buitenland niet dik wijls aan. De goed ingerichte visschers- haven Grimsby beschikt over een derge lijke outillage en deze heeft bij het ont werp voor IJmuiden ten deele als voor beeld gediend. De hellingen zijn geprojec teerd in de bocht, waar Haringhaven en Visschers tezamen komen. De reeds goedgekeurde plannen zijn thans naar Den Haag en de machtiging van den minister om hen werkelijkheid te la ten worden kan ieder oogenblik binnenko men. „Handelsblad" NED. R.K. MIDDENSTANDSBOND Het Congres 1939 Het Congres 1939 van de Ned. R.K. Mid denstandsbond zal worden gehouden op Dinsdag 29 en Woensdag 30 Augustus a.s. te Arnhem in Musis Sacrum. Op het Congres zal een drietal onder werpen aan de orde worden gesteld, name lijk de inschakeling van de zelfstandigen in de sociale verzekering; het concentratie- verschijnsel in industrie en handel in het bijzonder in verband met de positie van het zelfstandig kleinbedrijf; en de beteekenis van de katholieke gemeenschapsgedachte in de moderne tijd. Over het vraagstuk van de positie der zelfstandigen ten aanzien van de sociale verzekering zal een prae-advies worden geschreven door dr. F. v. d. Ven, lector in de sociale wetgeving aan de Katholieke Handelshoogeschool te Tilburg. Over de beteekenis van de katholieke gemeenschapsgedachte in de moderne tijd zal worden geprae-adviseerd door dr. II. W. E. Moller, lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal. Omtrent de wijze, waarop het vraagstuk van het concentratie-verschijnsel in de industrie ten congresse zal worden be handeld, hoopt het bestuur van de Ned. R.K. Middenstandsbond ten spoedigste na dere medcdeelingen te kunnen doen. Ik geloof. 8at er al een stel van die idiote menschen hier zijn. Neen. mijnheer, n is de kstsU. (Gazz. Illustrate]^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 14