Film van Londen
De Kerkelijke goederen na de
Reformatie
SOSDS VSGSN akSHGSf) \/5L7AA!tT
WOENSDAG 7 JUNI 1939
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BUD - PAG. 5
in versneld tempo
Goede raad voor één dags-vliegjes.
BEDEVAART ONDER
DEN GROND
De kennis van de Engelsche taal be-
perke men bij aankomst te Harwich tot
een krachtig en sonoor uitgesproken: no!
Op alle vragen, die de douane-ambtena
ren stellen is een, met een blank gezicht
en bestudeerde aanmatiging gedeclameer
de ontkenning het beste en meest doeltref
fende antwoord.
Het wordt den toerist trouwens niet las
tig gemaakt, en ik maak me sterk, dat de
douane-ambtenaren (die radio-actieve
oogen schijnen te bezitten) wel degelijk
de sigaren in onze meest geheime jas-zak-
ken hebben bespeurd, zonder het de moeite
waard te vinden, daarop aanmerking te
maken.
De treinreis van Harwich naar de hoofd
stad voert door een golvend landschap met
prachtige boomgroepen één uitgestrekt
park, waartusschen de schilderachtige boer
derijen genesteld liggen, zooals die op ieder
Engelsch kalendertje zijn afgebeeld.
Het is een echt-Pickwickiaansche land
streek, gemoedelijk en uitnoodigend. De on
sterfelijke Samuel heeft in de nabuur-stad
van Harwich een van zijn akeligste avon
turen beleefd, toen hij naar bed was ge
gaan in een van de holle kamers van het
„Groote Witte Paard" te Ipswich. „I ne
ver met with anything so awful as this",
zuchtte de arme Pickwick met zijn slaap
muts op, toen hij achter de gordijnen van
zijn bed een dame van middelbare leeftijd
ontwaarde, met gele papillotjes in haar
haar!
Harwich is een welgelegen uitgangspunt,
voor al die interessante en historische stad
jes als het reeds genoemde Ipswich, voorts
Norwich, Bury St. Edmunds, Ely en vele
andere, die ieder voor zich kunnen pochen
op kathedralen, die tot de schoonste van
de geheele wereld behooren.
Maar de enorme hoofdstad zuigt bijna
alle belangstelling tot zich, en wie een
maal in het gewoel van de wereldstad is op
genomen, komt er niet gemakkelijk toe zich
vrij te maken voor uitstapjes naar buiten.
Want Londen, ofschoon geen mooie, is een
uitermate boeiende stad.
Het snoepreisje, dat aan de pers dezer
dagen werd aangeboden ter gelegenheid
van het in de vaart komen van de „Ko
ningin Emma", liet ons één dag in Lon
den.
Baedeker beweert, dat de meest onver
moeibare sight-seer drie weken noodig
heeft om een oppervlakkige indruk van
de stad te krijgen. Dat lijkt wel wat over
dreven tenzij men ook met alle geweld
de Dullwich Portrait Gallery wil bezoeken
maar één dag is weer een ander uiterste.
Het touristen-oordeel over Londen is
sterk uiteenloopend. Het meerendeel vindt
het er hevig druk, overstelpend druk. Daar
valt niets tegen in te brengen.
Sommigen vinden het gezellig, anderen
saai; de een komt er graag, de ander ziet
niets liever dan de majestueuze koepel van
St. Paul vervagen in een nevel van fa-
brieksdampen en stofwolken (tot de laatste
categorie behooren de acht millioen Lon-
denaars, die hoegenaamd niet begrijpen,
wat we in hun stad komen zoeken). Lon
den kan men typeeren met twee tegenstel
lingen: het is geen New-York en het is geen
Parijs.
Het mist ieder weloverwogen stratenplan,
zooals de haar bijna over den kop ge
groeide „kolonie" aan de overzijde van de
Oceaan bezit. Enkele doorbraken als Shaftes
bury Avenue en Southampton Row daar
gelaten, heeft men er zich toe bepaald de
rooilijnen van de oude, nauwe straatjes in
de binnenstad achter-uit te leggen, wat tot
gevolg heeft, dat eenige kerkjes, die men
sparen wilde, nu midden in den verkeers
weg liggen (St. Mary en St. Clement's in
the Strand). De verbreeding van de mid-
deleeuwsche steegjes is echter niet royaal
genoeg geschied en het moderne verkeer
loopt er dag in dag uit hopeloos vast. Als
men in Cheapside de bus mist, sukkelt men
er rustig achteraan om hem bij de volgen
de halte in te halen!
Stedebouwkundig zou de Engelsche
hoofdstad een mislukking zijn, wanneer
Westminster er niet was. Ik geloof niet, dat
er een glorieuser plek op onze aardbol te
vinden is, dan het plein voor het Parle
ment. Hier klopt en bonst het hart van
het Britsche wereldrijk, en toch is het in
de klooster-gangen van de Westminster-
abdij, waar twee duiven elkaar zitten te
liefkoozen in de zonneschijn, zoo stil als
duizend jaar geleden, toen Eduard de Be
lijder hier de Benedictijnen huisvestte om
de lof des Heeren te zingen.
Dit dwaas-drukke plein gaat zwaar van
eeuwenoude historie, waarmede ik u niet
vervelen zal. Alleen wil ik erop wijzen,
dat „angeblich" in de Westminsterhall Ka-
DE ABDIJ VAN WESTMINSTER
rel I, toen hij ter dood veroordeeld was, de
vermaarde woorden heeft gesproken: „Nou
ben ik de sigaar".
Vergeleken met Parijs is Londen een
stad, die, oogenschijnlijk althans, de ge
neugten van het leven niet weet te waar-
deeren. Er is in heel deze enorme huizen
oceaan geen restaurantje te vinden, waar
men genoegelijk buiten op het terras een
kop koffie of een borreltje kan drinken.
Alles is potdicht. Ik heb verscheidene En-
gelschen gepolst, wat de reden mocht zijn
van deze provinciaal aandoende schuchter
heid, maar zij vermochten hun eigen men
tale afwijking niet te doorgronden. In ieder
geval is hier voor een ondernemend buiten-
landsch zakenman met een terrasje b.v. in
Whitehall of Piccadilly een hoop geld te
verdienen.
Toch is Londen een stad, waar men
's avonds zich kostelijk kan amuseeren. Je
moet er den weg weten. Bij een vorige reis
hebben we twee avonden achter-een zoo
onbedaarlijk schik gehad, dat we het niet
meer konden uithouden. Hotel-portiers zijn
meestal goed op de hoogte, waar de succes
stukken gespeeld worden.
Den éénen dag, die wij als gast van de
„Travel Association" in Londen doorbrach
ten, hebben wjj besteed aan een pelgrims
tocht naar de plaatsen, waar St. Thomas
More, kanselier van Engeland, zijn levens
dagen heeft gesleten en zijn zalig einde te
gemoet ging. Het programma van deze pel
grimstocht was nogal overladen, en ik
ben er nog niet mee klaar gekomen. Te zij
ner tijd hopen wij een beschrijving van
dezen, aan wederwaardigheden rijken
tocht te geven. De pelgrimage voerde ons
van het eene einde van Londen Chelsea
naar het andere einde, de Tower, met
vele tusschen-stations, zooals Westminster
Hall, Lincoln's Inn, Cheapside en British
Museum.
Onze bedevaart werd goeddeels afge
legd onder den grond, in dat onbetaalbaar
vlugge verovermiddel, dat „tube" heet. Het
nadeel van de tube is, dat men in de duis
tere mollengangen van de Underground
niets ziet, dan een reeks verlichte stations
en drommen haastige menschen, die als
gazellen halsbrekend de hemel-hooge rol
lende trappen op en af huppelen, een
schouwspel zooals Aartsvader Jacob het
zich in zijn droom niet fantastischer had
kunnen voorstellen. Het uitverkoren mid
del om Londen te zien is echter een plaatsje
in de eerste rij op de bovenverdieping van de
bussen, die als brommende roode torren
door elkaar krioelen in de nauwste stra
ten. Maar, voor karig met tijd bedeelden
is de Underground ideaal.
VI.
In de voorgaande artikelen hebben wij
nagegaan, wat er gebeurd is met de oude
Middeleeuwsche kerken en kerkelijke goe
deren. Wij hebben gezien, hoe de Katholie
ken in ons vaderland door een protestant-
sche minderheid beroofd werden van die goe
deren, welke gebruikt werden voor allerlei
doeleinden, behalve voor die, waarvoor zij
oorspronkelijk bestemd waren, terwijl de
oude mooie kerken en kathedralen vrij
wel ongeschikt voor den protestantschen
eeredienst grootendeels tot verval kwa
men bij gebrek aan ware liefde voor die
gebouwen, en alleen vaak met staatssubsi
die of medewerking der Katholieken voor
totalen ondergang konden behoed wor
den.
In de volgende artikelen zullen wij
zien, hoe tijdens de Fransche revolutie en
de Napoleontische overheersching de Ka
tholieken gepoogd hebben het geleden on
recht hersteld te krijgen.
Vóór dezen tijd was daarvan geen sprake.
Eeuwenlang verboden de gehate plakka
ten den Katholieken elke vrijheid van
godsdienst, en de weinig verdraagzame
predikanten zorgden er voor, dat ze wer
den uitgevoerd. En als de Katholieken, on
danks dat, toch in schuren en schuilkerken
in het diepste geheim bijeenkwamen om
de H. Mis bij te wonen en de Sacramenten
te ontvangen, dan was dat alleen mogelijk
tegen duur gekochte concessies en erger
lijke afpersingen van regenten en regee
ringen der steden, van baljuws en schou
ten, die danig geprofiteerd hebben van de
ontroerende offervaardigheid onzer ver
drukte katholieke voorvaderen. Bij Knut
tel in zijn werk: „De toestand der Neder-
landsche Katholieken ten tijde der Repu
bliek" kan men een lijst vinden, wat er aan
recognitie-, admissiegelden enz. moest be
taald worden, ook in overwegend katho
lieke streken, b.v. Brabant, waar de offer
vaardigheid der Katholieken geëxploiteerd
werd door naar dit „wingewest" gekomen
protestantsche regentenfamilies, die als ze
„binnen waren" naar Holland terugkeerden
om daar te rentenieren, terwijl „in Bra
bant hetzelfde bedrijf onder een anderen
firmanaam werd voortgezet" (A. Commis
saris: „Van toen wij vrij werden").
Tot 200, ja zelfs tot 300 gulden per jaar
moesten de Katholieken betalen als recog
nitiegeld, en er zijn voorbeelden, dat de
baljuw of de schout zich niet ontzag om
de som te verdubbelen, onder bedreiging
van de kerk te zullen sluiten.. Vertrok een
pastoor naar elders of kwam hij te over
lijden, voor zijn opvolger moest eerst ad
missie betaald worden, en dit admissiegeld
was niet gering en werd vaak willekeurig
afgevorderd. De Katholieken van vijf dor
pen in Holland betaalden in den tijd van
25 jaren aan recognitie- en admissiegelden
enz. aan den baljuw een bedrag van 18154
gulden!
Moest er een reparatie geschieden aan
het kerkgebouwtje, de toestemming hier
voor moest betaald worden. Kwam er een
nieuwe baljuw, dan eischte deze van de
pastoors den gouden handschoen, d.w.z. een
gelukwensch met een bedrag in geld, een
zoogenaamde vrijwillige gift, ofschoon ge
heel afhankelijk van de hebzucht der re
genten.
De niet-katholieke historicus Fruin zei-
de, deze toestanden in Delft beschrijvende:
„Ik zal geen wooqd spreken om dergelijk
schandaal te vergoeilijken. Ik wil dat on
recht, onzen katholieken landgenooten aan
gedaan, zoo zwaar laten wegen als het is".
Ofschoon de Katholieken even dapper
hadden meegestreden voor de vrijheid van
ons land tegen de Spaansche overheer
sching, werd hun toch alle vrijheid van
godsdienst onthouden, was er van gelijk
heid met de burgers van datzelfde vader
land geen sprake, en werden zij als paria's,
als een niet-volki aangezien en behandeld.
Openlijk en bij herhaalde wetten waren
zij uitgesloten van alle ambten en waar
digheden, werden zij op z'n hoogst geduld,
achteruitgezet en gesmaad, terwijl de oude,
deftige katholieke families, die vroeger
zulk een groote en belangrijke rol gespeeld
hadden in de regeering van stad en land,
verder goed genoeg waren om stil en ge
dwee ten plattelande als een landbouwende
bevolking een bestaan te vinden.
Geen wonder dus, dat de beginselen der
Fransche revolutie in ons land ingang von
den, ook onder de zoo lang verdrukte Ka
tholieken. dat de leuzen van vrijheid, ge
lijkheid en broederschap door hen met
vreugde werden overgenomen, niet in het
minst in het zoo zwaar door de Protestan
ten verdrukte katholieke Brabant, waar
van de bekende historicus Nuyens zegt:
„Hadde ik in 1795 in de Meierij geleefd, ik
ware een revolutionair geweest" met ver
schillende Brabantsche katholieke families.
De Katholieken immers zagen nu de gele
genheid en grepen die gretig aan, om be
vrijd te worden van het knellende juk der
protestantsche overheersching.
Het spreekt vanzelf, dat toen ook ter
sprake kwamen de oude kerken en de ker
kelijke goederen door de Protestanten eens
wederrechtelijk aan de Katholieken ontno
men en tot dien tijd wederrechtelijk in be
zit gehouden.
Reeds bij de bezetting van Noord-Bra
bant door de Fransche troepen in 1794 be
gon daar een actie om de oude parochie
kerken terug te krijgen. Sommige van die
kerken stonden reeds lang leeg, bij gebrek
aan Protestanten en een enkele daarvan
werd door de Katholieken in gebruik ge
nomen, waarop de hervormden ze begon
nen terug te eischen, ofschoon in die plaat
sen geen hervormde gemeente bestond.
Daarop werd door het voorloopig bestuur
van Noord-Brabant den lsten October 1794
te Tilburg een proclamatie uitgevaardigd,
waarbij onder meer werd verklaard, dat
„het onderscheid tusschen heerschenden en
getolereerden godsdienst" vervallen was.
De Protestanten moesten zich tevreden
stellen met dezelfde vrijheid en gelijkheid
van rechten, die hun medeburgers geno
ten, en de kerken, die zij in gebruik had
den niet beschouwen als „een eigendom
dat hun in 't bijzonder toekomt". Daarom
werden de kerken, torens en klokken ver
klaard het eigendom te zijn „van de geza
menlijke ingezetenen der respectieve ge
meenten".
Gelijk in Brabant werden ook in Gelder
land de Franschen met vreugde ingehaald
en de Katholieken deelden, volkomen
godsdienstvrijheid verwachtend, in de al-
gemeene vreugde. In overwegend katholie
ke plaatsen meenden zij in het bezit der
eens ontnomen kerken hersteld te moeten
worden, en hier en daar was dit gevoelen
zoo sterk, dat men op eigen hand overging
tot de in bezit neming der oude kerkge
bouwen en de predikanten verdreef.
Den lsten Maart 1795 kwam de Nationale
Vergadering voor het eerst bijeen. Zij
moest een constitutie voor de Bataafsche
Republiek ontwerpen, welke gebaseerd zou
zijn op de beginselen der Fransche revolu
tie, en benoemde daartoe uit haar midden
een commissie. Een van de vraagstukken,
waarmee men onmiddellijk te maken kreeg,
was de godsdienst.
Allen waren het er over eens, dat vol
ledige scheiding tusschen Kerk en Staat
moest worden ingevoerd; moeilijkheden
evenwel leverde de kwestie over de ker
kelijke goederen.
Sommigen wilden alle kerkelijke goe
deren, zonder eenig onderscheid tot natio
naal eigendom verklaren; anderen wilden
ze onder de verschillende kerkgenoot
schappen verdeelen; velen wilden ze niet
voor nationaal maar voor plaatselijk eigen
dom houden. De eindelooze besprekingen
hierover duurden tot Mei 1797. Toen werd
beslist, dat de goederen niet nationaal,
maar plaatselijk eigendom zouden zijn:
„alle kerkgebouwen en pastory-huizen,
welke voor den jaare 1581 binnen deeze
Republiek aanwezig geweest zijn, met de
Goederen en Fondsen, bestemd tot deszel-
ver onderhoud, worden door de Natie er
kend te zijn eigendommen van de geza-
ipentlijke Ingezetenen en Bewoners van
elke Stad, Dorp of Plaats in welke dezelve
gelegen zijn". Verder werd voorgesteld,
dat ten aanzien van het gebruik der ker
ken en pastorieën, door de ingezetenen on
derling, „zoodanige schikkingen, als met
<e rechtvaardigheid en billijkheid over
eenkomen", zouden gemaakt worden. De
overige geestelijke goederen en fondsen,
die sinds 1581 onder „nationale, provin
ciale of kwarticrlijke administratie" waren
gebracht, zouden nationaal verklaard wor
den en onder een algemeene nationale
administratie gebracht worden.
Hiermede was de strijd tusschen de na-
tionaal-vcrklaring en de plaatselijk-eigen-
dom-theorie ten gunste van de laatste be
slist.
De kerken en pastorieën behoorden dus
aan de plaats en omtrent het gebruik van
•<ie kerkelijke gebouwen moest in clko
plaats afzonderlijk een schikking getroffen
worden. Aldus was het gevoelen der leden
van de Nationale Vergadering: geen wet,
waarbij het eigendomsrecht over die goe
deren op wettige wijze toegekend werd aan
de plaats waarin zij gelegen waren. Want
de ontworpen constitutio werd in de ver
gadering van 8 Augustus 1797 verworpen
en den lsten September daarop kwam de
tweede Nationale Vergadering bijeen, waar
in opnieuw over de geestelijke goederen
gehandeld moest worden; daarover in een
volgend artikel.
Nog even zij hier vermeld, dat in de eer
ste Nationale Vergadering niemand met
eenigen schijn van succes kon verdedigen,
dat de kerken en kerkelijke goederen, door
eeuwenlang ongestoord bezit der hervor
mers, aan hen in wettig eigendom
overgegaan.
Wanneer gemeente
raadsverkiezingen
En op welke lijst?
Hier volgen de data van de gemeente
raadsverkiezingen in Leiden en omgeving,
met vermelding van het lijstnummer der
R.K. Staatspartij en de eerste naam, daar
op voorkomende:
Donderdag 8 Juni:
NIEUWVEEN lijst 1 (Ran)
Vrijdag 9 Juni:
BENTHUIZEN - geen Kath. lijst.
Woensdag 14 Juni:
LEIDEN - lijst 2 (Wilmer)
ALPHEN A/D RIJN lijst 3 (Ruysse-
naars).
HILLEGOM lijst 1 (Klaver)
VOORSCHOTEN - lijst 1 (Mens)
KATWIJK lijst 4 (Grimbergen)
HAARLEMMERMEER lijst 2 (Ko
ning).
ZEVENHOVEN lijst 1 (Weyden, v. d.)
WOERDEN lijst 1 (Lunenburg).
ALKEMADE Roelofarendsveen lijst
1 (Emmerik, v.), overige buurt
schappen lijst 2 (Poel, v. d.).
BODEGRAVEN lijst 2 (Poll. v. d.).
LEIDERDORP lijst 3 (Klaver)
WOUBRUGGE lijst 1 (Zwetsloot)
SASSENHEIM lijst 1 (Bader)
ZOETERWOUDE lijst 1 (Onderwater)
ZWAMMERDAM lijst 1 (Poll, v. d.)
Woensdag 21 Juni:
WASSENAAR lijst 1 (Moorsel, v.)
BOSKOOP lijst 3 (Brand).
Donderdag 22 Juni:
LEIDSCHENDAM lijst 1 (Koning, do)
ZOETERMEER lijst 3 (Groencwegen)
Vrijdag 23 Juni:
VOORHOUT lijst 1 (Hulst, v. d.)
Er is in Londen zooveel schoons te zien
en zooveel interessants op te merken, dat
men goed doet thuis een keus te maken en
een plan de campagne uit te zetten. Bij een
wijze schifting blijft er nog wel tijd over,
om eenige andere steden en landstreken
met eerfc bezoek te vereeren, zooals de
droom-schoone universiteitssteden Oxford
en Cambridge, de plechtstatige kathedralen
van Salisbury en Canterbury, de idyllische
meren tusschen de hooge bergen van het
Lake District of de ruwe, gigantische rots
partijen van Cornwall.
Engeland is een rijk met natuurschoon
gezegend stuk aarde, bewoond door een
voorkomend, gastvrij en hulpvaardig volk.
Wie Engeland uitkiest voor zijn vacantie,
zal als een warm vriend van het wel eens
perfide genoemde Albion terugkeeren. God
save the King!
Het zilveren jubileum ven de luchtvaart aldeeling ven bet Ned. tndlicKe leger. Een der hoogtepunten van het fee.t vormde
de .luehtdag' te Bandoeng. Een kijkje op da offieleele tribune op het vliegveld Andlr tijden, de demonitratle, der
vlieger.