3)e SeictocHe (Boti/fcomt Mama wordt opgevoed! Bij zijn aankomst aan het Anhalter Bahnhof te Berlijn werd de Italiaansche minister van Buitenlandsche Zaken, graaf Ciano, door jeugdige leden der Italiaansche kolonie begroet De oHicieele opening en ingebruikneming van de „Bernhard-kazerne" op de Vlasakkers te Amersfoort De suikercampagne in Ned. Indië is begonnen. Een kijkje op Midden- werd Maandag door talrijke autoriteiten bijgewoond Java, waar het suikerriet per lorrie wordt aangevoerd Brussel in feestgewaad ter gelegen heid van het bezoek van H. M. de Koningin. Een reusachtig portret der vorstin als artistieke decoratie van een der groote magazijnen Een overzicht van de werkzaamheden aan den rechter Maasoever te Rotterdam in verband met den tunnelbouw. - Rechts kan men den inrit van de tunnel onderscheiden De „zeepkisten -derby op de baan van het voormalige „Crystal Palace te Londen had de onverdeelde animo van de jeugd De deelnemers aan den start FEUILLETON Geautoriseerde vertaling door F. v. Velsen ROMAN VAN LO WILSDORF. 45) Maanden waren na deze gebeurtenis ver- loopen. In den tuin van het heerenhuis bij het eenzame dorpje stonden de rozen in vollen bloei. Het was, of de natuur zich in haar kleurigste pracht had getooid voor het feest, dat hier in voorbereiding was: Morgen zou de bruiloft plaats hebben van de jonge Arabella Belamy met haar uit verkorene, directeur Robert Ellegarde. Nie mand sprak er over, mam* de weinige brui loftsgasten, die de geschiedenis van de vrouwen uit het heerenhuis kenden, dach ten het: Sedert vele geslachten was dit het eerste huwelijk uit liefde, dat hier gesloten wex<t. G«eii bekrompen meeningen over stands verschil, geen tradities noch zelfzuchtige verlangens hadden hier hun invloed doen gelden. De heele landelijke bevolking had zich opgemaakt om van dit huwelijksfeest ge tuige t« zyn; alles wat tot de bezittingen var. het heerenhuis behoorde was hier ver- eenigd en ook de onderhoorigen van Vih- gmu« Pretorius. He», mi de, stille heerenhuis was niet meer te herkennen. Door de nu wijdgeopende veiurtori straalde het zonlicht onbelem merd n»er binnen. De stoelen en divans wa rm vso de oude hoezen ontdaan en zagen •r zls bij too verslag niet meer zoo ongezel lig uit. Bloemen op tafels, bloemen op kastjes, bloemen overal, 't Zag er ongekend feestelijk uit in het oude huis! Tusschen de mooie bloemperken, wan delden zeer langzaam twee vrouwen. Arm in arm, beiden zeer eenvoudig in het wit gekleed en zonder hoeden. Twee rijzige, slanke gestalten, beiden mooi en jong. Oli- va en Bella. Moeder en dochter. „Wat is het toch mooi hier op het oude heerenhuis, mama", zei het meisje ont roerd. „Ik wist heusch niet, hoe mooi mijn geboorteplekje is." „Als je gelukkig bent, zie je alles met andere oogen." Dat was Oliva, die nu sprak. Er lag een verwonderlijke, zachte glans in haar oogen, toen zij den arm van haar dochter tegen zich aandrukte. Het waren oogen, die geleerd hadden te schreien. Oliva had ondervonden wat het zeggen wil: om een ander verdriet te heb ben. Zelfzucht en misplaatst egoisme wa ren voorgoed van haar afgevallen, want Oli va was tot het werkelijk leven ontwaakt. „Ja, mama, ik voel mij gelukkig. De he mel heeft het zoo goed met mij voor fluisterde het meisje met gesmoorde stem. „Je wordt bemind en hebt zelf lief!" zei Oliva met een flauw glimlachje. „Wij houden van elkaar", zei Bella een voudig. „Wij vinden elkaar in onze liefde en in onze kunst. Zoo'n overeenstemming is iets zaligs. Maar het hoogste geluk lijkt my uw hartelijk instemming, mama. Het zou maar halve vreugde geweest zijn, zon der u. Misschien niet eens dat...." „Ik heb jou tot leermeesteres gehad, klei ne Bella. Je weet 't misschien zelf niet, hoeveel ik van jou heb geleerd." „Van my?" Bella was eerlijk verbaasd. „Van mij? Hoe heb ik het nu? Ik ben my niet bewust, u veel anders getoond te heb ben dan ongehoorzaamheid en verzet te gen uw wil", verklaarde zij schuldbewust, maar toch met een glimlachje en keek haar moeder van terzijde aan. Zij was plot seling verbaasd, dat het mooie, dierbare gelaat van haar moeder vuurrood was ge worden. Kon Oliva haar zeggen: „Ik heb door jou het slechtste gevoel, de jaloezie, leeren kennen. En mij zelf leeren kennen." Neen, dat kon zij tegenover haar eigen dochter onmogelijk toegeven. Maar indien zij eerlijk tegenover zichzelf wilde zijn en dat viel haar na heel gemakkelijk dan moest zij zichzelf bekennen, dat alles, wat geschied was, het goede en het minder goede, uit deze jaloezie ontsproten was. Terwijl zij vreesde, dat Virgilius werk zou maken van Bella, ontwaakte in haar de vrouw. De heele omtrek was het er over eens dat er nog nooit zoon'n merkwaardige brui loft was geweest, als die van de mooie Ara bella von Belamy, die door een vreemden man werd weggehaald naar de groote, wij de wereld en daardoor met de traditie van het oude huis brak. Maar van nog blijvender aard was de sen satie, die de moeder van de bruid verwek te Het was een verrassing, die eenvou dig alles in de schaduw stelde. Haar schoon heid was steeds beroemd geweest een roem als die van een beeld of schilderij, dat, in verheven eenzaamheid, zelden voor een toeschouwer toegankelijk is. Maar deze jonge vrouw, die in haar bloeiende en rus tige blydschap, in nieb meer aan de stren ge, gereserveerde mevrouw van 't heeren huis herinerde, zij veroverde stormender hand de harten van jong en oud. Nu waren de feestklanken weggestorven het jonge jaar had de huwelijksreis aan vaard en de gasten waren vertrokken. Oliva en Virgilius waren alleen gebleven en zij zaten evenals vroeger op het terras aan den Noordkant en zwegen. Oliva, die eenigszins vermoeid was, leun de achterover in haar stoel en Pretorius was schijnbaar met onverdeelde belangstel ling verdiept in de beschouwing van zijn si garet, die reeds lang ongemerkt was uit gegaan. „Waarom heb je mij dat alles aangedaan, Oliva?" vroeg hij plotseling zonder voorbe reiding: dan wierp hij zijn sigaret weg en vatte de vrouw bijna ruw bij haar beide polsen. Zooals hij daar voor haar stond, groot en breed, zijn mooi gevormd hoofd opge richt bood hij een beeld van gebiedende en tevens beschermende mannelijkheid. Oliva keek niet op. „Je hebt gezegd, dat ik een man ongelukkig moest maken hy echter, de arme Xilo, die nu dood is, was van een andere meening. Ik had zoo met hem te doen. „Met hem te doen? Waarom? Wat ging jou die vreemde man aan?'' wilde Virgi lius weten, zonder haar handen los te laten, die zij overigens in 't geheel niet terug trok. „Ik had meelij met hem", herhaalde zy. „Ik vermoedde plotseling, hoe het moest zjjn, wanneer men iemand bemint en ver- stooten wordt." Het laatste kwam er schuchter en daardoor eenigszins onduide lijk uit. Pretorius liet haar handen los en deed een stap achteruit. „Ja, ik heb gezegd, dat je mij ongeluk kig zou maken, zooals je toen was. Oliva maar wat ik niet heb gezegd, is dit: „Lie ver met jou ongelukkig, dan zonder jou Het was nu ruim een jaar geleden, dat prins Xilo was gestorven. In 't voorvaderlijk slot van de Froheims had een stil huwelijksfeest plaats. Oliva von Belamy, geboren gravin Welden, zoo als haar eigen naam luidde, was met Baron Virgilius Pretorius getrouwd. Lize Froheim had er op aangedrongen, de honneurs van moeder der bruid waar te nemen. „Ik laat mij niet zonder meer opzij schui ven, beste Oliva", had zij met haar gewone vastberadenheid verklaard. „Indien ooit iemand een moeder noodig had, dan ben jij het en voor my is het een nieuw, zoowel als een aangenaam gevoel Oliva had de oude dame haar groote le vensdwaling bekend. Zij had zich beschul digd, dat zij met den armen prins Xilo een huwelijk zonder liefde had willen sluiten, alleen om haar eigen hart tot zwijgen te brengen. Maar Lize Froheim, die het leven beter kende, had om deze schuldbekentenis siechts droevig gelimlacht. „Mijn gestor ven broer was voor mij het dierbaarste, dat ik in de wereld bezat. Jij hebt gemaakt, dat hy in de illusie van het grootste geluk kon sterven en daarmede heb je alles goed gemaakt, waarin je misschien te kort bent geschotenEn daarom ben je mij nu en voor altijd het naast. Zachter, dan men het van de oude ener gieke dame zou verwacht hebben, vervolgde zij: „Je hebt jezelf niet bekend; daarom heb je gedwaald. Bedenk echter, mijn kind het zyn onze dwaasheden, die ons jong houden! Wijsheid is het deel van den ouderdom." - EINDE. -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12