De kerkelijke goederen na de Reformatie VRIJDAG 19 MEI 1939 DE LEIOSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 13 in Tot de kerkelijke en geestelijke goederen vóór de Reformatie behoorden ook de vi- carieën. Men had twee soorten van vica- rieën, n.L die, waaraan zielzorg was ver bonden en vicarieën zonder zielzorg. Van de eerstgenoemden waren de vicarissen tevens den pastoor behulpzaam in het pa rochiewerk; van de laatsten hadden zij uit sluitend de verplichting de voorgeschre ven H.H. Missen te lezen en in sommige stichtingen .enkele gebeden te verrichten op het graf der stichters. Een vicarie zonder zielzorg, waarover •het hier voornamelijk gaat, was dus een Missen-fundatie, waarvan de inkomsten be stemd waren voor den priester, die met het lezen van deze zielemissen was belast. Zulk een vicarie was gevestigd op een bepaald altaar in de parochiekerk of kapel, terwijl op sommige altaren meerdere vicarieën gefundeerd waren. Zoo telde bijv. de Pie terskerk te Leiden ongeveer een 17 altaren met 26 vicarieën. Voor het lezen der H.H. Missen was een bepaalde priester aangewezen, de vicaris, door den bisschop benoemd, gewoonlijk op aanwijzing van den pastoor der vicarie, (meestal iemand uit de familie, tot welke de stichter behoorde. Bij de stichtingsacte moest een voldoende groot vermogen beschikbaar gesteld worden voor de stichting van een altaar, het lezen der H.H. Missen en het onderhoud van den priester. Tevens werd daarbij als regel be paald hoe de vicaris benoemd zou worden. De oprichting van een vicarie eischte de bisschoppelijke goedkeuring. Men begrijpt, dat de goederen der zoo talrijke vicarieën in ons land, een groot kapitaal vertegenwoordigden, en dat zij, evenals de uitgestrekte bezittingen en rijke fondsen van kloosters, abdijen, broeder schappen, kapittels enz. reeds lang de be geerlijkheid hadden opgewekt van velen, niet in het minst van den berooiden adel, welke in het bevorderen der hervorming geen slechte kans zag zichzelf te verrijken met de voor het grijpen liggende kerkelijke en geestelijke bezittingen. Geen wonder dus, dat na de zegepraal der nieuwe leer, na de verdwijning van geestelijken en kloosterlingen of hun vlucht, een groot ge deelte van die goederen en fondsen al spoedig een prooi der hebzucht werd en in dien troebelen tijd vol verwarring voor al tijd verloren ging. Maar niet alleen particulieren eigenden zich van de kerkelijke goederen toe, wat zij machtig konden worden, ook de Staten beschikten eigenmachtig over deze goede ren. Toen in Juli 1572 de afgevaardigden van eenige steden en twee leden der Rid derschap van Holland te Dordrecht verga derden, werden er ook eenige besluiten ge nomen aangaande de financiën en de re geering; op voorstel van Marnix werd namens Willem van Oranje o.a. besloten, dat de gelden aan den Prins te zenden tot betaling van zijn leger, zouden gevonden worden door ze te leenen van de inkomsten der kerken, kloosters, gilden en broeder schappen. Ook het goud en het zilver van kerken en kloosters moest daarvoor wor den geofferd en bij de magistraten inge bracht. Marnix verklaarde daarop, dat de Prins had besloten aan katholieken en her vormden beide de vrije uitoefening van hun godsdienst toe te staan, tenzij zij zich zou den verzetten tegen de genomen besluiten. Men kon wel vooruit weten, dat de ka tholieken aan deze besluiten niet zouden gehoorzamen en niet vrijwillig de heilige vaten en kerkelijke schatten zouden over geven, om de Duitsche huurlingen te be talen, die overal waar zij kwamen, kerken en kloosters plunderden en priesters en kloosterlingen, gelijk bijv. te Roermond, vermoordden. Zoo worden de bepalingen en besluiten te Dordrecht genomen vanzelf de eerste stappen om tot in beslag nemen der gees telijke goederen te komen. Reeds in Februari 1573 vaardigden de Staten van Holland een plakkaat uit, waar bij werd bevolen alle goederen en in komsten van kerken, kloosters en alle an dere geestelijke gestichten en stichtingen binnen korten termijn aan te brengen en te doen opschrijven. Al was dit nog geen eigenlijk confiscatie, feitelijk heeft men de geestelijke goederen toch als geconfis- keerd beschouwd: men verkocht ze als wa ren ze staatseigendom, om in de verschil lende behoeften, vooral in den oorlog tegen Spanje te voorzien; ze werden geschonken aan vrienden en raadsmannen van den Prins, zooals bijv. het klooster der Regulie ren te Leiderdorp met daarbij behoorende landerijen werd afgestaan aan Jonker Arend van Dorp, ter vergoeding van het geen hij aan den Prins had voorgeschoten. Toen de Staten poogden „voor de ge- meene zaak" de geestelijke goederen mach tig te worden, kwamen zij in botsing met de begeerlijkheid der particulieren, die zoo veel mogelijk trachtten de goederen te ver bergen of te verduisteren. Daarom werden er door de Staten der verschillende pro vinciën strenge bepalingen gemaakt tegen het verborgen houden en verduisteren van kerkelijke fondsen, terwijl zij, die zich aan deze bepalingen niet hielden, als „roovers der geestelicken ende Kerckgoederen" zouden worden gestraft. Niettegenstaande strenge strafbepalingen misten al deze maatregelen veelal toch hun doel. Daarom werden in verschillende provinciën bijv. in Groningen, Holland. Zeeland, door de Staten, z.g. Geestelijke Kantoren opge richt, waarin de goederen werden onder gebracht. In Holland kwam een groot gees telijk kantoor te Delft met een Ontvanger Generaal aan het hoofd. Wat de vicarieën betreft, werd hier in 1578 een regeling gemaakt. Van de inkom sten bleef twee derde ter beschikking der patroons of beheerders om te besteden voor het onderwijs van scholieren of voor vrome doeleinden, terwijl een derde moest komen ten bate van de inkomsten der predikan ten. Wat het besteden der inkomsten voor het onderwijs van scholieren betreft, zal het niet overbodig zijn mede te deelen, dat de Staten bij de begeving eener vicarie, de uitdrukkelijke bepaling maakten: „mits hy in de gherefornieerde Christel ij cke religie opgetogen sal worden", terwijl onder de „vrome doeleinden", volgens een nogal ruim begrip, zoowel het onderhoud van predikanten, schoolmeesters, kosters, beur zen voor arme studenten als het aanleggen van forten en versterkingen in den strijd tegen Spanje werd verstaan. De bemoeiing van de regeering met de kerkelijke goederen, die voor een groot ge deelte in geestelijke kantoren werden bij eengebracht, kon evenwel niet voorkomen, dat veel door ontduiking verloren ging. De adel maakte bezwaar tegen het betalen van een derde deel der inkomsten, omdat men van meening was, dat de goederen behoor den tot de familie en omdat vele adellijken volgens den stichtingsbrief recht van be geving der vicarieën bezaten, gingen vele goederen geleidelijk aan in bun bezit over. Aldus dienden de fondsen en bezittingen der talrijke vicarieën na de Hervorming óf voor het onderhoud der predikanten, wier tractementen gedeeltelijk hieruit wer den betaald, óf voor andere doeleinden, óf zij verdwenen in particulier bezit, in elk geval geheel tegen de bedoeling van de vrome stichters, de Middieleeuwsche ka tholieken, die deze fundaties in het leven hadden geroepen voor het zieleheil van zichzelf en hun familie door het doen lezen voor alle tyden van H.H. Missen. Wy hebben gezien eenige jaren geleden, in de geschiedenis der Elburgsche vicarie, hoe op deze, hoofdzaak niet wordt gelet, don wil en het eigenlijke doel van den stichter, die alle denkbare moeite deed om dat doel: zijn zielerust en die zijner familie, te bereiken: hij richtte een altaar op, stel de een bepaalden priester aan als vicaris, zette hooge boete op ieder verzuim in diens plicht vijf H.H. Missen per week te lezen, bepaalde, dat geen vicaris vrijstelling hier van zal mogen vragen, zelfs niet van den paus; kortom wy zien een menschen, die alles doet om op afdoende wijze voor zyn eeuwige belangen te zorgen. De Hervor ming komt en niemand trekt zich iets meer aan van den uitdmkkclijken wil van dezen vromen Middeleeuwer. Dat is één geval, zoo zijn er vele! Voor beelden van wilsverkrachting, zuiver on recht. Vicariegoedcren zijn zuiver katho lieke geestelyke goederen, en nooit hebben de stichters der vicarieën bedoeld dat deze goederen zouden dienen tot betaling van predikanten en andere „vrome protestant- sche doeleinden". G. H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana hebben een belangrijk deel van den N.J.V.-marsch, welke op Hemelvaartsdag te Den Haag werd gehouden, gade geslagen. De vorstelijke bezoeksters tijdens h«4 voorbijtrekken der deelnemers Astaire en Rogers als Vernon en Irene Casile DE PERSONEN EN GEBEURTENISSEN IN DEZE FILM ZIJN NIET DENKBEELDIG. Fred Astaire en Ginger Rogers hebben in de afgeloopen maanden, in de rollen van Vernon en Irene Castle, hun eigen be kwaamheid getoetst aan die van hun be roemde voorgangers en gedanst op de meesleepende melodieën, die een periode van het Amerikaansche amusemensleven tusschen de jaren 1908 en 1918 beheersch- ten. Zij treden op in een film, die haar in houd aan het werkelijke leven ontleent, het leven van Vernon en Irene Castle. Iedere handeling hierin is inderdaad tot in de kleinste details historisch. Het ste reotiepe zinnetje, de personen en gebeur tenissen in deze film zijn denkbeeldig", komt dan ook niet onder de inleidings- titels van de film „The Story of Vernon and Irene Castle" voor. Om de beteeke- nis van dit feit ten volle te kunnen be seffen, bedenke men, dat bijvoorbeeld de film „Marie Antoinette" deze clausule wèl had. Het begin van de fantastische carrière van „The Castles", waarvan de film ver haalt, dateert van April 1912 in het „Café de Paris" te Parijs. Zij brachten met hun eigen stijl een grooten ommekeer in den balzaal-dans, een ommekeer, die in Ame rika een ware dansrage ontketende. In 1915 lanceerden de Castles in het restau rant Sans Souci te New York hun be roemde Castle Tango. Het effect was ver ontrustend. Een maand later waren 40 millioen Amerikanen bezeten door een soort tango-obsessie. Nu nog herinneren vele New Yorkers zich de amusements centra: Castle House, Castles-in-the-Air, op het dak van het 44th Str. Theatre, en Castles-by-the-Sea te Long Beach, die als paddestoelen uit den grond oprezen en FRED ASTAIRE RKO Radio Manhattan. Een generatie Amerikanen zal zich de Castles herinneren om een tournée, dat het front-pagina-nieuws van die dagen was. Zij presteerden het om in 35 Ameri kaansche steden op te treden binnen den tijd van 25 dagen, een record, dat zelfs voor dezen snellen tijd verbazend ge noemd mag worden. Broadway-bezoekers van weleer zullen nooit den avond verge ten, dat Vernon, die met Irene de ster was van Irving Berlin's „Watch Your Step", na het laatste applaus weer op het tooneel verscheen en mededeelde, dat hij afscheid nam van de revue om dienst te nemen bij het British Flying Unit in Frankrijk. En hij ging naar het land, waar eens hun groote roem geboren werd, niet beseffende, dat dit het begin van een tra gisch einde zou beteekenen. Het was in Frankrijk, dat de Castles dubuteerden in het café de Paris en er sensatie verwekten met de Castle Walk. Geen bezoek aan Parijs was volmaakt, als men dit jonge paar niet gezien had, wier elegantie de wetten der zwaarte kracht scheen overwonnen te hebben. Kranten verbreidden hun faam van land tot land. Zij keerden in 1914 terug naar Amerika en ontvingen daar twa&lf maal het honorarium, dat zij in Parijs genoten hadden. Zooals Vernon -en Irene het beleefden, zoo geeft de film het weer, want Irene Castle was persoonlijk in de RKO studio's aan wezig tijdens de verfilming en diende van advies bij het vervaardigen van de cos- tuums van Ginger Rogers, bij het instu- deeren der dansen, bij het schrijven van het draaiboek. Wellicht van nog meer be lang zijn de personen in de film. Daar is bijvoorbeeld Fred Astaire als Vernon, die niet alleen een wonderlyke gelykenis met laatstgenoemde vertoont, maar ook Vernon's kleeren passen hem op eenige kleine veranderingen na. Dan Gin ger Roger als Irene en wie kan zeggen, welke van de twee het beste danste? Er zullen bejaarde Broadway-bezoekers zijn, die Vernon Castle nog gezien hebben als Lew Fields' partner-met-de-pruik in de beroemde barbiers-scène van „The Hen- pecks" in 1911. Deze Lew Fields nu, die zoo'n belangrijke rol in het leven van de Castles gespeeld heeft, wordt in de film uitgebeeld door.... Lew Fields zélf! Edna Mae Oliver is de impressario Bessie Mar- bury die de Castles naar hun succes leid de; Walter Brennen, de trouwe bediende der familie Foote (Irene's ouders), die Vernon en Irerte vergezelde op hun hu welijksreis en Etienne Girardot, Papa Aubel, de Fransche impressario, die dc Gastles naar Parijs bracht. GINGER ROGERS RKO Radio Geen denkbeeldige personen, maar men schen uit een bewogen en sfeervollen tijd zijn weer in het leven geroepen door dat wonder, de film! Maar meer nog dan een reproductie van een historisch milieu, is „The Story of Vernon and Irene Castle" de, dramatische liefdesgeschiedenis van een verblindend paar, dat dansen tot het groote internationale vermaak verhief; van Irene, het meisje-uit-de-modeplaat, de eerste, die kort haar droeg; van Vernon, den charmeur, wiens rhythmische voeten verstijfden in het door den wereldoorlog verscheurde uitspansel. Van deze gebeurte nissen verhaalt de film met als achter grond een periode, waar de ouderen wee moedig over kunnen mijmeren. GOFILEX. N.V. Gofilex (Goede Film Exploita tie) zendt ons een prospectus waaruit wy ■het volgende vermelden: De N.V. Gofilex is opgericht op 1 Augus tus 1938 mede op initiatief van de Kath. Film Actie (rechtspersoon Stichting werk voor de goede film „L'Oeuvre pour le bon film") in Nederland. In de statuten van de N.V. Gofilex is haar doel als volgt omschreven: „De vennootschap heeft ten doel, het ver vaardigen, koopen en verkoopen, huren en verhuren van alles wat voor het exploitee- ren van films, van bioscopen, lichtbeeld- en televisie-apparaten noodig is, en zulks in den uitgebreidst en zin des woords, alles in den geest van en in samenwerking met de Katholieke Film Actie. (Art. 2). Geplaatst en volgesf*r* zijn 20 aandeelen A en 21 aandeelen B., in totaal voor een 'bedrag van J 20.500. De belangstelling voor de goede film is in ons land den laatsten tijd belangrijk toe genomen, mede doordat op 29 Juni 1936 door paus Pius XI z.g. is uitgevaardigd de encycliek Vigilanti Cura over de moreele verheffing en de opvoedende» zending van de film. Wil de filmdistributie op katholieken grondslag in ons kleine land levensvatbaar heid hebben, dan zal zy uit één centraal punt moeten worden geleid. Dit ééne cen trale punt is Gofilex. Daar het hoofdbestuur van de Katholieke Film Actie, gezien haar zuiver idcëele doel stelling, zich niet met commercieele aan gelegenheden mag bezig houden, heeft zij mede het initiatief genomen tot de totstand koming van de N.V. Gofilex. Gofilex heeft derhalve een zeer belang rijke taak te vervullen op het terrein van de Katholieke Film Actie. Zij krijgt op filmgebied dezelfde taak te vervullen als de katholieke radio in den aether, de katholieke couranten op pers- gebied, de katholieke leeszalen op het ge bied der lectuur en de katholieke vereeni- gingen op sociaal terrein. In de statuten van Gofilex zyn bepalin gen opgenomen inzake samenwerking tus schen het hoofdbestuur van de Katholieke Filmactie en Gofilex, waardoor de Katho lieke Film Actie alle waarborgen heeft voor een werkzaamheid, welke in overeenstem ming is met haar ricbtlynen. De oprichters van Gofilex hebben reeds op zeer uitgebreide schaal de taak, die Go- DANIELLE DARRIEUX IN DE FILM „DE FATALE NACHT'. filex moet vervullen, onderzocht, zoodat thans het arbeidsveld als volgt kan worden omschreven. a. het aankoopen in binnen- cn buiten land van de volledige vertooningsrechten of smalfilmrechtcn van speel- en culturecle films; b. het verhuren van films aan bioscoop theaters; c. het verhuren van films ter vertooning in verenigingsgebouwen en internaten; d. het geven van voorstellingen, zoowel (met normaal- als smalfilms, a. voor organisaties en verenigingen; b. middels de exploitatie van een reis bioscoop; e. het verkoopen van filmprojectie-ap paraten aan vereenigingen, internaten e.a.; f. het exploitecrcn van bioscooptheaters; g. het samenwerken met katholieke or ganisaties ten einde de film dienstbaar te maken aan den arbeid dier organisaties. In de eerste 7 maanden van haar bestaan heeft Gofilex reeds zeer vele werkzaam heden onder ander inzake verhuur cn ver tooningen verricht. De cijfers hierop be trekking hebbende zijn als volgt: Gegeven filmvertooningen: a. eigen rkening (reisbioscoop) 268 ver tooningen in 125 plaatsen; b. voor vereenigingen en internaten 235 vertooningen in 124 plaatsen. Verivuur films: a. normaalfilms 25 vertooningsdagen; b. smalfilms 544 vertooningsdagen. Totaal aantal filmvertooningen, waarvoor Gofliex zorgdroeg: reisbioscoop 125 plaatsen 269 vertoonin gen, vertooningen vereenigingen en interna ten 124 plaatsen. 235 vertooningen, filmverhuur 569 vertooningsdagen plm. 800 vertooningen. In totaal 1303 vertooningen. In aanmerking geno/ien den korten tijd van haar bestaan en de vele voorbereidin gen, die voor dit werk eveneens in het ge noemde tijdvak moesten geschieden, mag dit getal zeer bevredigend worden genoemd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 13