Mama wordt
opgevoed!
LUCHTAFWEER
GESCHUT.
FEUILLETON
Geautoriseerde vertaling door F. v. Velsen.
ROMAN VAN LO WILSDORF.
86)
Geen oogenblik was Oliva in twijfel, dat
er alleen kwestie van Virgilius was, niette
genstaande die directeur Elegarde ook op
het kiekje stond. Het was teekenend voor
haar en haar gevoelens voor Pretorius, dat
het geen seconde bij haar opkwam, dat het
een ander kon zijn, nu „hij" er bij was
Hij had haar gezegd, dat hij haar niet
meer liefhad. Daarmede had hij dus be
doeld, dat hij een andere liefde in zijn hart
koesterde, die de eerste' geheel verdrong.
Was het omdat het voorwerp van zijn lief
de hem onwaardig bleek?
Uren verliepen. Beneden haar klonk de
muziek en de vroolijke melodietjes deden
haar geschokte zenuwen pijn. Moeizaam
stond zij op en sloot de balkondeur. Met
een werd er geklopt. „Wie is daar?" vroeg
Oliva met klanklooze stem.
Het was de piccolo. Zijne hoogheid was
met de auto voor, om mevrouw te halen. Nu
herinnerde Oliva zich, dat zij voor dit ritje
een afspraak had gemaakt. Maar zij was
niet in staat, mee te gaan. Zij deed de deur
op een kier en beval den piccolo, aan zijne
hoogheid te zeggen, dat zij ongesteld was
en zich liet verontschuldigen. Zij zou op
bellen zoodra zij weer beter was.
De jongen haastte zich weg en Oliva
sloot de deur. Zij draaide zelfs den sleutel
om, als vreesde zij, dat er iemand zou bin
nenkomen en haar zien. Een zonderling ge
voel van schaamte overviel haar. Zij dacht,
dat men het aan haar kon zien, dat zij door
een man was versmaad ja, versmaad,
dat was het woord!
Plotseling was de twijfel, die haar zoo
lang had gemarteld, opgeheven. Nu zag zij
het duidelijk: Ja, het was 'liefde, wat haar
altijd tot Virgilius had getrokken. Het was
liefdé, wanneer zij hartkloppingen kreeg,
zoodra zij den claxon van zijn auto in de
verte hoorde. Ja, het was liefde, wanneer
zij hem scherpe woorden toebeet om hem
pijn te doen, of, nog erger, het was jaloezie
op iedereen die met hem kon spreken, wan
neer zij zich in onbewust zelfbedrog met
onbenulligheden den tijd verdreef, tot hij
weer terug was. Woedende jaloezie, zelfs
op haar eigen dochter, met wie zij hem
samen wist, wanneer hij zich in Weenen
bevond.
En toen hij haar zei. dat hij niemand had
liefgehad dan haar, al die jaren, toen ju
belde er iets in haar en niettegenstaande
ziin booze woorden, die toch een breuk be-
teekenden, voelden zij zich verlicht en ge
lukkig.
In die dagen leefde nog de hoogmoed in
haar en zij hoopte, neen, zij verwachtte,
dat hij zijn woorden zou herroepen, dat hij
zou terugkeeren.
Als men iets wil gelooven, dan vindt men
altijd wel een menigte lijnen, die met el
kaar het gewenschte beeld vormen. En nu
geloofde Oliva de waarheid ontdekt te heb
ben. Bella was de schuld van alles. Zij
hield van den zooveel ouderen man, die
voor haar van kindsbeen af een vTiend en
een vaderlijk raadsman was geweest.
Zij stond op en begon de kamer op en
neer te loopen.
Wat te doen? Wat te doen om den schijn
te wekken, dat zij zeer verheugd was over
deze gebeurtenis? In niets is een vrouw
dieper te treffen dan in haar ijdelheid.
Welnu, zij hield van dien man nu het te
laat was, bekende zij zichzelf. Maar of
schoon haar hart gebroken was, betee-
kende dat verdriet niets, vergeleken bij de
vrees, dat hij kon vermoeden, hoe het met
haar gesteld was. O, dat niet! Alles, maar
dat niet!
Geleidelijk was zij kalmer geworden.
Een besluit, eerst nog vaag, begon lang
zaam in haar te rijpen. Zij zette zich voor
de schrijfafel, nam een velletje postpapier
en schreef:
„Lieve Bella!
Ik ben zeer verrast door het groote
nieuws, dat je me heden in het kort hebt
medegedeeld. Ik billijk volkomen je keus
en w.ensch jelui geluk met jelui verloving.
Als huwelijksschenk bestem ik ons land
goed met alles wat er toe behoort en ik ver
zoek je, de noodige stappen te doen, om
de formaliteiten ten spoedigste in orde te
maken. In afzienbaren tijd zal ik niet thuis
komen."
Toen Oliva zoover was gekomen, begon
nen plotseling haar oogen te schitteren.
Wat had Lize Froheim gisteren ook weer
tegen haar gezegd? „Denk er eens over
kind, mijn broer heeft op zijn ouden dag
een hartstochtelijke liefde voor je opgevat.
Trouw toch met hem en maak zijn laatste
jaren gelukkig. Natuurlijk vooropgesteld,
dat je nog vrij bent...."
Oliva had iets gemompeld, verlegen iets
gestameld, dat evengoed ja als neen kon
beteekenen. Toen waren er bekenden bij
gekomen zij waren in het Casino en
spoedig daarna hadden zij zich naar huis
begeven. Reeds zoodra zij op haar kamer
kwam om zich uit te kleeden en naar bed
te gaan, plaagde haar de gedachte, hoe zij
het best een einde aan dezen pijnlijken toe
stand zou kunnen maken, want het kwam
zelfs in de verste verte niet bij haar op, dit
huwelijksvoorstel aan te nemen.
En nu? Lag hier misschien de oplossing?
De voldoening, de weerwraak voor den
slag, die haar was toegebracht?
Zij nam de pen en schreef met vaste
hand verder:
omdat ik het is nog een diep ge
heim ook voornemens ben mij te verlo
ven.
Ziezoo, nu was het gebeurd. Ja, zoo
moest het zijn! Een beter soort verweer kon
zij nooit bedacht hebben. Niet alleen kon
de met voeten getreden ijdelheid zich weer
oprichten, maar ook het hart zou tot rust
komen. *Als vrouw van een ander, kon
geen man haar gemoedsrust meer in gevaar
brengen, zelfs niet, wanneer zij haar eigen
echtgenoot niet liefhad. Zoo dacht Oliva.
Met een zonderling gevoel van vermoeid
heid stond zij op; zij wilde zich aanklee-
den en den brief zelf posten. Maar toen zij
in den spiegel keek, schx'ok zij. Wat zag zij
er uit! Haar gezicht scheen smaller, blee-
ker geworden, met donkere schaduwplek
ken onder de oogen. En dat in een paar
uur. Zij zag er nu uit als iemand die zwaar
ziek is. Als passend bij de stemming waar
in zij verkeerde, koos zij een zwarte japon
en aangezien zij, niettegestaande de warm
te, huiverde, nam zij haar vos en ging de
trap af. Na den brief in de bus gedaan te
hebben, wandelde zij het terras op en liet
haar blik dwalen over de menschenzee, die
op de pomenade slenterde. Neen, daarheen
ging zij in geen geval. Besluiteloos keerde
zij zich om en stond plotseling voor den
man, over wiens leven ze als 't ware had
beschikt, omdat het met haar plannen
strookte. Een gevoel van schaamte over
viel haar. Wat was zij toch slecht, dacht zü,
naar adem hijgend. Hij echter stond ont
steld voor haar. „O, beste mevrouw, wat
ziet u bleek! Migraine? Nu, weest u maar
gerust, ik zal u niet lastig vallen, want
ik kan mij indenken, dat u behoefte aan
rust gevoelt. Weet u wat? Wij maken een
ritje naar buiten. Niet naar Cannes. Dat
raad ik vandaag niet aan maar heele-
maal naar buiten in de vrije lucht, dat zal
u goed doen. Naar La Turbia. Daar is u
nog niet geweest, wel? Betooverend mooi
en heerlijk stil, daar boven; het zal u goed
doen. Mooi blijft u, al voelt u zich onweL
En Lize is niet meegekomen en dat is maar
goed ook, want zij kan haar mond niet
houden. Ik zal echter zoo stil zijn als een
muis, dat beloof ik, want ik ben al meer
dan gelukkig, als ik maar naar u mag kij
ken. Als men oud is, wordt men beschei
den, ziet u". En zoo doorbabbelend, leidde
hij haar naar de kleine auto, die buiten
stond te wachten en gaf den chauffeur zijn
orders.
Deze stuurde den wagen vlug uit de men-
schendrukte en weldra vloog het lichte
voertuigje langs de bochtige rivieroevers
opwaarts, waar het op dit uur tamelijk stil
was.
(Wordt vervolgd).
De conferentie der vier Scandinavische ministers van Buitenlandsche Zaken te
Stockholm, inzake het Duitsche aanbod tot het sluiten van een non-agressiepact
Zittend v.l.n.r.Munch (Denemarken) en Sandler (Zweden), staande: Erkko
(Finland) en Koht (Noorwegen)
Op het vliegveld te Hendon werden deze week uitgebreide
oefeningen gehouden met het moderne Engelsche lucht-afweer-
geschut. Een der stukken in stelling
Bij zijn aankomst op Croydon werd Leon Blum
verwelkomd door mr. Robert Levy (rechts)
ten veertigtal taarten werd Woensdag aan de Boddaert-tehuizen te
Amsterdam aangeboden namens de Ned Banketbakkersvereeniging, in
verband met de a s viering van -Moederdag". Het transport werd op
orgineele wijze verzorgd
Na zijn overwinning bij de autorennen om den „Grooten Prijs van
Tripolis" werd de coureur Herman Lang hartelijk gelukgewenscht
De Sultan van Marokko woonde persoonlijk de paardenrennen te
Casablanca bij, welke gehouden werden om den -Grooten Prijs van
Marokko". De Sultan op de eere-tribune