HERDENKING
VAN DE FRANSCHE OMWENTELING.
Mama wordt
opgevoed!
3)e Êcictoclte 6ou/ïcmt
Z. Exc minister Slotemaker de Bruine, die Zaterdag zijn
zeventigsten verjaardag vierde, had 's morgens op zijn
departement vele ge'lukwenschen in ontvangst te nemen
Twee motorrijders kwamen Zondag te Vlijmen in volle vaart met elkander in
botsing, waarbij ze op slag gedood werden. De totaal vernielde voertuigen op
de plek van het ongeval
Een slipjach» vormde een onderdeel van de hippische feesten, welke Zater-
dag door de Kon Ned. Jachtvereeniging ter gelegenheid van haar 20-jarig
bestaan op de Leusderheide werden georganiseerd Even na de meet
FEUILLETON
Geautoriseerde vertaling door F. v. Velsen.
ROMAN VAN LO WLLSDORÏ.
33)
Zij stond op het groote terras van het
hotel, waar z'j telegrafisch kamers had be
steld.
Haar koffers waren reeds op haar slaap
kamer gebracnt toen de chef de réception
haai naar haar apartementen geleidde.
„Over een naif uui begint het diner, me
vrouw'zei hij ten slotte en toen zij hem
met een genadig knikje antwoordde, ver
liet hij buige-id het vertrek.
Reneden in de eetzaal gekomen, liet zij
zich aan een apart tafeltje bedienen. Zij
had echter wen.g eetJust en verliet de zaal
nog voor het dessert was opgediend.
Zi; net zich met de lift weer naar haar
verdieping brengen, waar zij, uitgeput van
vermoeienis en overspannen door het zien
van al het nieuwe, besloot, onmiddellijk
naar bed te gaan
Zij had nog niets uitgepakte en het was
haar absoluut onverschillig, of haar klee-
ren inlusschen zouden kreuken. Ja, meer
nog. Zij overwoog ernstig, of zij wel iets
zou uitpakken. Zij zou hier niet blijven.
Morgen zou zij de heerlijke omgeving eens
bezichtigen en "ar - ofschoon ze reeds
half sl;ep. glimlachte ze bij zichzelf. Dat
zou een verrassing worden: morgen zou
zjj langs de kortste route terugreizen. Men
kon er van denken wat men wilde maar
indien iemand v.elneen. Hij zou haar
niet achterna reizen. Nu wist zij het. Zij
moest toegeven. Ja, dat moest zij en
daarmede was Oliva van Belamy vast in
geslapen.
Maar toen de volgende dag aanbrak en
de heldere zonnegloed, ondanks een scher
pen noordoosteljjken wind zoo heerlijk
koesterde, begon Oliva's besluit te wanke
len. Wat zou het in Weenen eigenlijk voor
verandering teweeg brengen, wanneer zij
terugkwam? Hoogstens zou Virgilius haar
bovendien nog voor wispelturig en incon
sequent uitmaken.
Wat was dat toch voor een knagend ge
voel, dat haar steeds bij de gedachte aan
Virgilius overviel? Of zij wilde of niet,
maar telkens stond hij zoo duidelijk, bijna
in levende lijve voor haar, dat zij ervan
schrok.
Zooiets had zij thuis ook wel gevoeld, als
zij wist, dat Virgilius in Weenen was en
zich daar in gezelschap bevond van
vreemde menschen en vrouwen. Zelfs als
hij in Weenen bij Bella was, had zij dat
zelfde pijnlijke gevoel..Destijds had zij zich
daarvan echter geen rekenschap gegeven,
als hij weer terugkwam. Zij kon er steeds
op rekenen, dat hij dan binne een uur bij
haar was, en zij zijn auto op den straatweg
hoorde toeteren.
Maar nu was het anders. Nu was zy zoo
ver, zoo eindeloos ver van hem. Zij had
kunnen schreien als een verdwaald kind,
wanneer zij bedacht, hoe ver zij van hem
vandaan was. Oliva was een van die vrou
wen, die door liefde bijna altijd lijden
Maar was het niet iets buitengewoons, dat
zij zich van haar gevoelens voor hem eerst
bewust werd, sedert hij haar zulke bittere
dingen had gezegd?
Hoe onredelijk was hij toch! Dat het
oude huis, haar huis, vochtige muren had,
zelfs daarvan maakte hij haar een ver
wijt. Ja. maar haden niet vele geslachten
binnen die vochtige muren geleefd en een
hoogen leeftijd bereikt? Had zij het recht
omver te werpen, wat hun allen goed en
juist toescheen? En dan de strijd tegen de
zon! Zij vond. dat ze hinderlijk was, die
zon, en sloot haar zorgv.uldig buiten. De
zonneblinden liet zij zakken en beschermde
haar meubelen met de grijze hoezen tegen
de brandende stralen, zooals zij het had ge
leerd. Virgilius daarentegen ging in de
brandende zon op 't grasveld liggen, ter
wijl zij van kindsbeen af had moeten hoo-
ren, dat men zich slechts met een grooten
hoed en een groote paarsol tegen een zon
nesteek kon beschermen.
De zon? Verward keek Oliva om zich
heen. Zij had, in gedachten en herinnerin
gen verzonken, met haar armen op de ba
lustrade geleund, ales om zich heen verge
tend.
Zij keek neer langs haar japon. De
chique reebruine jurk, die zij nu droeg, de
kleine daarbij passende hoed, de roodvos.
dien Bella haar lachend, als afscheidsca
deau had gegeven hier in deze elegante,
luxe stad, was zij volkomen op haar plaats.
En plotseling zette zij alle donkere ge
dachten van zich af en voelde behoefte,
een een beetje mee te doen, daarginds. De
mannen en vrouwen in sportieve borgen-
e.nsembels, met zeldzame rashonden bij
zich, de muziek, het schrille, onvermoeide
geroep van de kranten venters, dat alles
vormd een vroólijk mengelmoes, dat haar
in 't geheel niet mishaagde. Vlak vóór haar
had juist een straatfotograaf zijn toestel
opgesteld en riep haar iets toe. Gelijktij
dig draaide hij langzaam aan zijn toestel
en toen zij inmiddels naderbij was geko
men, boog hij heel beleefd: „Madame is ge
filmd. Waar mag ik de foto's laten bezor
gen?"
Oliva, die het verband tusschen die twee
zinnen niet vatte, moest eerst even naucn-
ken. O zoo, het betrof een momentop
name van haar. Nu, waarom niet? Zij
noemde den naam van haar hotel en ver
zocht den man, de foto's aan den portier
af te geven
Met haar vrij groote, buitenwaartsche
passen wandelde zij een paar maal de druk
ke promenade op en af en monsterde de
omgeving, maar telkens weid haar blik
naar oe zee getrokken. Eer zij het wist, wa
ren er twee uren verstreken en liep het cor
so leeg. Het was lunchtijd. De zeelucht had
haar eetlust in niet geringe mate opgewekt
en ook dit gevoel was haar geheel nieuw.
Thuis pikte zij evenals een vogeltje nu en
dan eens eenig voedsel op en wist later
nauwelijks of zij gegeten had of niet. Hier
motst zij echter tot de eerlijke bekentenis
komen, dat haar oude Resi veel beter kon
koken, dan de voorname hotelkoks in
Nizza.
Een mensch eet om te leven en niet om
gekeerd", had Oliva's strenge grootmoeder
voortourend gepreekt. En dat op een toon
en met een blik, die den gezondsten eet
lust zou doen vergaan.
In de hal van haar hotel kwam haar de
portier reeds met de kiekjes tegemoet. Zij
begaf zich niet naar het restaurant, doch
ging met haar Toto's naar de leeszaal
Alsof 't een zaak gold, die geen uitstel
dulde, zette zy zich voor een schrijftafel,
nam een pen, schreef onder dc filmserie
oen hartelijken groet, stopte een en ander
in een enveloppe, die zij aan Bella adres
seerde en ging zelf naar de brievenbus in
de hall. Werktuigelijk rekende zij uit,
wanneer men in Weenen zou kunnen we
ten, dat Oliva von Belamy zich op dc druk
ke promonade uitstekend amuseerde en
dat zij niet den minsten lUst gevoelde, bin
nen afzienbaren tyd terug te komen.
Zij haalde diep adem, alsof dit voorval
letje bijzondere beteekenis had gehad, en
ging eindelijk naar haar tafeltje in de eet
zaal.
Onder het eten moest zy er voortdurend
aan denken, wat, nu ja, wat bijvoorbeeld
Bella van de kleine verrassing zou zeggen.
Natuurlijk zal zij de foto's aan iedereen la
ten zien. Dat spreekt vanzelf. En dan kon
den alle menschen zien, dat zij 't best
maakte zij de boersche dame als
zij maar wilde. En dat zij niet onopge
merkt bleef, o zoo!
Den volgenden morgen, juist toen Oliva
een zeebad wilde nemene hoorde zy een
opgewekte stem haar naam roepen: „O,
daar is mevrouw von Belamy!"
Het was de oude dame, Lize Froheim,
die haar eenigszins ondeugend, doch overi
gens zeer vriendelijk, met deze woorden
groette.
Naast haar liep haar broeder, die er in
het volle zonlicht wel zeer elegant, maar ta
melijk afgeleefd uitzag.
Hij maakte een correcte buiging, kuste,
volgens landsgebruik haar hand en keek
haar, blijkbaar niet zonder bedoeling, diep
ir de oogen.
(Wordt vervolgd)