mÈÉm mm Mfe NAAR DE SPAANSCHE WATEREN. Mama wordt opgevoed! 3)e £cicbcfie0ou4<Mit WBÊm Gafenco, de Roemeensche minister van Buitenlandsche Zaken, bij aankomst te Brussel, waar de gezanten van Roemenië, Turkije en Polen ter begroeting aanwezig w*r»n Op weg naar de Spaansche wateren voor het houden der aangekondigde manoeuvres passeerden de Duitsche vlooteenheden Donderdag de Straat van Dover. Een der oorlogsbodems, gezien uit een vliegtuig a De ezeltjes en de strandfotograaf te Scheveningen maken reeds goede zaken, nu het fraaie weer der laatste dagen vele bezoekers trekt BIJSLAG 4HCINT GILDIG V* 31*12 *44 ,CULTI KtELL IN SOCIAL* ZORG Binnenkort zullen wederom nieuwe zomerpostzegels worden uitgegeven, waarvan hierboven een der afbeeldingen De brand, welke in den motortrein Parijs Rijssel nabij Amiens woedde, eisehte drie dooden en talrijke gewonden. Het vernielde trein-gedeelte na het tragisch gebeuren Voor het eeuwfeest der onafhankelijkheid van het Groothertogdom Luxemburg zijn de voorbereidingen in vollen gang. Het ^aanbrengen van een der ver sieringen i Ook het Poolsche leger telt thans zijn .parachute afdeelingen waarmede uitgebreide oefeningen gehouden worden Het uitvoeren van een landings manoeuvre brengt zeer speciale situaties met zich mede FEUILLETON Geautoriseerde vertaling door F. v. Velsen ROMAN VAN LO WILS DOR*. 20 HOOFDSTUK VI. Arabella B. Lamy zat in haar kleedka mer van den schouwburg voor de toiletta fel en keek oplettend in den spiegeL Zij was vroeg gekomen en nog niet maar werk begonnen. Maar de prikkelende zenuwach tigheid had haar vroeg van huis doen gaan, omdat zij van meening was, dat zij in den schouwburg kalmer zou zijn. Anny had den koffer van Bella uitgepakt en de kleed- stei hing de verschillende costumes in de volgorde, zooals ze moesten gebruikt wor den. Het was een sensatiestuk en Bella moest vijfmaal van toilet veranderen, on gerekend kousen, schoenen en hoeden. Doodbedaard deed de kleedster haar v/eTk zonder zich te laten beinvloeden. Anny had verder geen functie, dan slechts aanwezig te zijn. Doch zelfs dat sch«-»i haar al zeer gewichtig. Zü was een echt Ween:»eh meisje en het tooneel trok haar bijzonder aan. Bovendien dweepte zy r-.*? haar meesteres, die naar haar mee- nir.g ip 't gewone leven al zóó mooi was. als trderen zelfs bij kunstlicht niet kon der. zijn. In een vleeschkleurige kimono zat Bella voor den spiegel en haar slanke handen begonnen de tubetjes, potjes en fleschjes te rangschikken, die Anny te voren uit een daarvoor bestemde casette had ge haald. Op een gegeven oogenblik werd er driemaal zacht op de deur geklopt. „O, dat is de directeur", zei de gerouti neerde juffrouw Laschik, die reeds vijf en twintig jaar in de kleedkamers den scep ter zwaaide. Vlug liep zij aaar de deur, deed ze op een kier open en plaatste haar ronde figuur voor de gemaakte opening, hetgeen zoo veel beteekende als .slechts over mijn lijk". „Kan ik jufrouw Lamy even spreken?" zei een welluidende mannenstem buiten de deur. Juffrouw Laschik draide haar hoofd om. „De directeur" galmde zij op officieelen toon. „Laat mijnheer binnen". Bella was op gestaan, schoof haar kimono dicht tot aan haai keel en ging ien binnenkomende te gemoet. Juffrouw Laschik vatte Anny bij een arm en duwde haar voor zich uit de gang in. „Toe, kalf, schiet op! Als de directeur komt, dan is het wachtwoord „verdwy- „Geen plankenkoorts?" informeerde de geweldige, terwijl hij den pols van de jon ge kunstenares vatte Het moest bescher mend en kalmeerend klinken, maar zijn stem was hard en zijn blik vloog onderzoe kend over de bekoorliike gestalte. „O. dat gaat. nogal" glimlachte zij ge dwongen. Als zij met den directeur sprak dreigde haar stem steeds te haperen. Het hinderde haar geweldig, maar zij kon er niets aan doen. Zij werd altijd kwaad op zichzelf en vroeg zich di'/wQls nieuwsgie rig af, of haar collega's daar ook zoo'n last van zouden hebben. Als zij zichzelf echter die vraag stelde, voelde zij zich al tijd opstandig worden. Zo kreeg dan een gewaarwording alsof iets in haar binnen ste er zich tegen ifcrze-t'e. dat hij, bij wien dan ook, 't een of ander gevoel kon doen ontstaan, dat niet uitsluitend in verband met het beroep stolid Wat zij daarmedf bedoelde, zou zij zelf niet hebben kunnen verklaren. „Neemt u plaats", zei ze heel onderdanig en wees op een laag stoeltje, dat bij een ta feltje stond. „Neen, dank u", zei hij met afwijzend gebaar. „Ik had u iets willen zeggen. Wat was het ook weer? O ja, beste juffrouw Lamy, in de grootescène met uw minnaar, moet u zich een beetje meer geven. Meer hartstocht uitbeelden. Die voorgeschreven kussen zijn te duidelijk gefingeerd Ik be doel, dat u kunt doen, alsof, maar het pu bliek mag dat niet -merken, begrijpt u?" „Eigenlijk niet, mijnheer", antwoordde zy, nog steeds vechtend tegen dat beklem mende gevoel. „Eigenlijk niet mijnheer Kleinbauer was tot nu toe zeer tevreden met deze scène!" Dat was de regisseur. „In ieder geval", besliste directeur Elle- garde en keek haar met zijn donkere oogen doodringend aan „moet iets van den harts tocht echt zijn. Uw partner is toch een bui tengewoon charmant jongmensch, dus kan u dat toch niet moeilijk vallen." Hy verstomde door een eerlijk verbaas den blik, dien zij tot hem opsloeg. Bella kende Ellegarde reeds van den tijd, toen zij op de tooneelschool studeer de en hy haar leeraar was. Hij was het, die haar voor haar tegenwordige rollen ontdekt en daarna aan den schouwburg verbonden had. Zij kende hem als een kalmen, correcten man en een bekwaam chef. Over hem deden geen praatjes de ronde, zooals over vele anderen uit de kun stenaarswereld. Hij had om zoo te zeggen, geen privé leven, dat wil zeggen, men wist mets meer van hem dan het feit. dat hij ongehuwd was en met zyn moeder samen woonde. Op zoo'n dubbelzinnige manier had zij hem nog nooit hooren spreken. Vragend keek zij nu naar hem op. „Ik be grijp u niet", herhaalde zij hulpeloos. „Die heele scène tusschen u en uw min naar is véél te slap" Hy sprak nu vlug en gejaagd en met bijna hoonend cynisme- „Ik geef u den raad, sluit u in die scène op dat oogenblik uw oogen en denkt u denkt u dan aan degene, dien u liever in de plaats van dien jongeman op 't tooneel zoudt hebben; misschien gelukt het u dan voortreffelijk." Bella schudde haar hoofd en er speel de een betooverend glimlachje om haar mooi gevormd mondje. Zy wilde juist gaan antwoorden, dat zy niemand kende,.... die.... Doch op 't zelfde oogenblik ver scheen de kleedster: „Tyd om te schmin ken, juffrouw Lamy!" waarschuwde zij haar, zooals haar plicht was. Daarvoor moest zelfs de geweldige wij ken. Hy ging er nam het betooverende glimlachje in zijn herinnering mede en hij zou er den top van zijn pink voor over gehad hebben, indien hij bad geweten, aan wien zij ip de bewuste scène zou denken. Nooit had directeur Robert Ellegarde zich eigenlyk verdiept in persoonlijke pro blemen. Hij ging te veel op in de kunst en was altijd zoo druk bezet, dat vrouwen slechts een zeer ondergeschikte rol in zijn leven speelden. Op nog geen veertigjarigen leeftijd stond hij op 't toppunt van zijn streven, aangezien n(j van huis uit over buitengewoon ruime middelen beschikte, die hem in staat stelden, zonder uitzicht op winstbejag zijn Ingevingen te volgen. Ook meende hij de vrouwen te kennen en die van het tooneel in 't bijzonder. V/anneer hij zich de moeite gaf te den ken: „Wat heb je eigenlijk met het privé- leven van die juffrouw Lamy te maken en wat gaat haar verhouding tot den afge vaardigde, Pretorius je aan? - nu ja, dan dan voelde hij iets van wrevel, dan welde er iets op in zijn binnenste dat dat zóó precies op jaloezie leek, als de eene kers op de andere. Zoo. nu was het er uit. En toen hij zooeven deed, waartoe hij krachtens zyn positie het recht had en zich toegang verschafte tot haar kleedkamer, geschiedde dat uitsluitend met het verlan gen, haar iets onaangenaams te zeggen HQ kon eenvoudig niet anders. En toch was hij in 't geheel niet impulsief, directeur Elle garde. En de avond verliep. Alles ging als van een leien dakje. Het stuk viel maar matig in den geest, maar het spel was uit stekend en had succes en dat van Lamy 't meeste. Na de tweede acte moest zij veertien maal terugkomen om de ovaties van het publiek in ontvangst te nemen. De jonge dichter, die 't tooneelspel had gemaakt, profiteer de in hooge mate van het enthousiasme, dat het publiek voor de mooie begaafde actrice aan den dag legde, want hij mocht telkens met haar voot het publiek ver schijnen om zijn buiging te maken. (Word» vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9