Spaar de vogels Dc Zesde Paschen door Oom Wim. Paschen is voor ons 'n feest, dat spreekt en leert van Jezus' leven, Alsmee van opstaan uit 't graf, om waarheid van die leer te geven. Stemmen juub'len op dien Lente-dag, bezingen Jezus* glorie; Christ'nen aller landen, stammen, talen, vieren Zii-i victorie: Houden Jezus voor Gods Zoon, en de Verlosser aller menschen En buigen allen saam in 't stof en leggen need'rig hunne wenschen. Neder aan Zijn voet, want Hij alleen is machtig, groot en goed. CORRESPONDENTIE Bep Kortman n, Alphen. Dat briefje van jou vind ik zoo aardig, dat ik hem als voorbeeld voor de anderen hier laat volgen. Jij stelt heel goed en ik wed,, dat jij ook wel in staat zult zijn een ver haal met vervolgen te maken. Probeer eens! Dag Bep! Groet alle huisgenooten van me! Hier is nu Bep met haar brief voor den grooten wedstrijd van verleden jaar! Beste Oom Wim, „Lang verwacht, maar toch gekregen", zoo was 't dok met dezen raadselwedstrijd Oom Wim! Wat 'n mooie prijzen van het jaar! Verleden keer kwam de hoofdprijs hier terecht, maar dat zal nu wel niet zoo zijn, maar toch blijven we hopen, kans is er en dat is het voornaamste. Nu zal ik U eens wat vertellen over de vacantie. Twee maanden is heusch niet te weinig! Ik heb er dan ook volop van ge profiteerd. Maar dat 't zoo lang geworden is, is door de kinderverlamming gekomen. Maar al was er geen kinderverlamming geweest, hadden we toch thuis moeten blij ven, want er hadden er twee roodvonk bij ons. Toen ik jarig was, waren ze al ziek en de dokter was bang voor roodvonk en daarom moesten de nichtjes en vrien dinnetjes, die op m'n verjaardag kwamen, direct rechtsomkeer maken. Den anderen dag wist de dokter het zeker en toen ben ik zes weekjes naar m'n Grootmoeder in Koudekerk geweest, dan mocht ik wel naar school. In de vacantie ben ik ook een keer naar de K. R. O.-Studio geweest met de Congregatie. Er waren twee groote bus sen, acht en vijftig personen. We hebben lol gehad, dat begrijpt U. Om twee uur kwamen we in 't studio. We werden overal rondgeleid, het was prachtig. Toen we alles bezichtigd hadden, gingen we weer weg en kwamen aan de hei. Daar mochten we bijna anderhalf uur wandelen, hei pluk ken. de heuvels beklimmen en spelen. Maar de tijd vloog om en we moesten weer in stappen. Nu ging het naar de speeltuin, waar we, gedurende twee uur, ons hart rog 'ns konden ophalen, 's Avonds om half tien ongeveer kwamen we thuis. We heb ben genoten! Maar ik zie, dat m'n brief weer vol raakt Oom Wim, dus zal ik maar eindigen. Met vele hartelijke groeten en een tot den volgenden wedstrijd! Bep Kortma'nn. Nelly van Meurs, Rietveld- Hazerswoude. Jouw werk was goed, netjes en keurig geschreven en je verdiende nog meer dan één prijs. Het is waar, als ei* veel mee doen, dan is de kans gering. Maar, er is toch kans! Zoo gaat het bij iedere loterij! Het geluk is nu eenmaal voor de gelukkigen. En nu de hand voor jou en de groeten voor alle huisgenooten. Tot den volgenden wedstrijd. Leni Hoogenboom, Wassenaar. Jou moet ik een pluimpje maken! Wat schrijf jij dat blokschrift mooi! Dat zou ik je niet nadoen Leni! Hoe lang heb je daarover geschreven? En nu reken ik weer op jou. Dag Leni. Groet alle huis- genooten! Wim v. B r e c h t, Vo orschoten. Zoo Wim, dat is dus de eerste keer, dat we elkaar ontmoeten. Ik hoop je vaker te zien. De teekening was in één woord „af". Als je geen prijs gewonnen hebt, dan komt ie zeker de volgende keer. Wedden? Dag Wim. De groeten wederkeerig aan allen! Mariet Bernard, Leiden. Ja je hebt er slag van een leuk en geestig briefje in elkaar te zetten. En omdat ik weet, hoeveel nichtjes met een „onnoo- zel briefje" met de handen in 't haar zit ten, wil ik ook eens laten hooren, wat jij zooal weet te vertellen. Misschien dat er zijn, die je voorbeeld volgen en dan is ons doel bereikt. Hoort, hoe Riet schrijft: Beste Oom Wim. Al ligt Noord-Brabant met al zijn plaat sen, dorpen, rivieren me nog zo toe te lachen, toch kan ik niet nalaten een brief naar „de Oom van de Kinderrubriek" te sturen. Toen de brievenbus om 5 uur klep- Zooals telken jare wil ik ook thans v/eer een artikel schrijven over boven staand onderwerp en ter overweging ge ven aan hen, die van dieren houden en in zonderheid van de vogels. Spaar de vogels! Niet alleen, dat het kleine lieve diertjes zijn en ons verblij den door hun vroolijk gezang; hun helder gefluit; hun melodieusen slag; hun gekir en gekoer en gesjilp en gepiep en gekwin keleer in boomen en hagen en struiken, er is meer waarom ze onze bescherming dub bel en dwars verdienen. En dat is, omdat ze zoo nuttig zijn voor den. landbouw en houtteelt. Duizenden en duizenden rupsen, muggen en vliegjes en torren en andere schadelijke insecten pikken ze weg, die an ders onnoemelijk veel schade zouden aan richten aan 't jonge groen der boomen, of aan de teere planten, die de tuinman met zooveel zorg bewerkt heeft. Zonder bladeren toch, kan boom, noch struik, noch plant leven. Zonder bladeren, geen bloemen, zonder bloemen, geen vruch ten. Zietdaar! Begrijpen we dit, dan kunnen we ons ook indenken, hoe groot het nut is dezer kleine gevederde zangers, Sie van 's mor gens vroeg, dat de zon de aarde wakker kust, tot 's avonds laat, al maar af en aan vliegen ter verdelging dier schadelijke in secten. Zeker, er zijn wel eenige vogels, die een zaadje weghalen of een kersje stelen, maar dat beetje kwaad weegt niet op, tegen het voordeel, dat ze aan den anderen kant doen, zoodat ook de musch en de spreeuw mede door de wet beschermd worden, en wij ook deze vogels niet mogen uithalen, vangen of dooden. Ja, by de wet is dit verboden. Art. 1 van de wet van 25 Mei 1880 luidt: Het is verboden in 't wilde levende zoog dieren of vogels nuttig voor landbouw of houtteelt, te vangen, te dooden, te vervoe ren, te koop aan te bieden, te verkoopen, af te leveren of ter aflevering in voorraad te hebben; 2o. de nesten te verstoren of te vernie len. Zoo volgen nog zeven art. waarin staat, dat hy of zij, die betrapt wordt en zich heeft schuldig gemaakt aan 't geen in art. 1 en 2 gezegd is, beboet kan worden tot twintig gulden. (Dit is geen kleinigheid hè)! En de wetgever heeft goed gedaan, zulke zware straf te bepalen, in aanmer king genomen het groote nut, dat de vo gels doen en de groote schade, die uit de overtreding voortvloeit. Inieder geval is 't een schande voor het Ne- derlandsche volk, dat er een wet moest ge maakt worden, om in te grijpen van over heidswege; waar paal en perk diende ge steld te worden aan 't dooden van de vo gels of 't uithalen van de eitjes of het ver nielen van de nestjes, als. zoovele tastbare feiten van baldadigheid en vernielzucht. En gij mijn vriendjes, die mij leest en oud genoeg bent om de gevolgen te berekenen van het kwaad, dat gij doet, wat dunkt u van een jongen, die het wagen zou zich schuldig te maken aan eenzelfde feit, als de wet bedoelt? Zou hij die straf verdienen of niet? te, deden we een wedren, wie het eerste de krant in handen had, maar toen hebben we hem natuurlijk heel zusterlijk met elkaar bekeken. Het deed me echt goed weer zo'n oude herinnering uit mijn kin derjaren op te halen toen ik met de raad sels van 1012 meedeed en elk jaar was het weer leuk ze op te lossen, al was ik nooit bij de gelukkigen. Maar nu was ik toch niet met de-raadsels allleen tevreden ert dacht: „laat ik er nog een opstel bij maken" en toen dat op het papier stond, heb ik er nog een tekening bij gemaakt, die voorstelt: „dat er een serenade ge bracht wordt aan Oom Wim en een nich tje van de kindercourant danst er op do maat by" Tot slot heb ik nog een brief geschreven die al is hij niet zo lang toch van harte gemeend is. En Oom Wim, hoe gaat het met uwe gezondheid? Ja ik heb al eens meer een brief aan u geschreven en heb toen beloofd trouw te zullen schrij ven, maar ben u toen ontrouw geworden. Dat komt omdat ik toen ziek ben gewor den, maar nu ben ik weer helemaal beter. Ik ben weer hard met de studie begonnen, want ik moet nu examen doen. daar ik 't vorige jaar geen tentamen heb kunnen doen. Toen was ik ook ziek. Nu Oom Wim ik zal N.-Brabant met Utrecht en heel hun hebben en houên bij mijn geleerdheid voegen. Ik wens u het allerbeste en de hartelijke groeten van uw nichtje Mariet. Ja, die serenade mij gebracht met dat dansende nichtje op dc maat der muziek, heb ik trouw bewaard. Dat vond ik origi neel en leuk. Dank daarvoor Rietje! Oom WIM. Annie v. Zijp, Leiden. Dank voor deze bijdragen. Worden geplaatst! Hierop kom ik de volgende week terug. Henk van Rijn, Woubruggc. Wanneer was je verjaardag ook weer? Ik bijna naakte vogeltjes. Zij zijn haast te zwak nog om de vleugeltjes uit te slaan, laat staan uit het nest te wippen en heen te vliegen, zoo gevaar dreigen zou. Ze kunnen nog niets, niets dan gapen en roepen om eten en wachten tot moeder komt weergevlogen met een rups of worm of zaadje. Ze wachten enpiepen vol ongeduld voort. Nu dan! Daar nadert met loerenden blik en luisterend ooreen kat. Zij heeft iets gehoord. Zij loert naar boven. Ze ziet eer. nestje op den tak van den boom. Het pie pen klinkt haar duidelijk tegen. Daar is het. Daar moet het zyn. Reeds slaat ze dc scherpe nagels in den boom en weldra heeft ze de onderste takken bereikt. Al dichter en dichter bereikt ze het nest. Dc tak zwiept heen cn weer onder het gewicht van dat monster, dat verraderlijk nader sluipt. Nog één oogenblik en daar ver schijnt boven 't nest, niet moeder met een lekker hapje, maar zij de wreede kat en danGeen gepiep klinkt meer uit het nestje. Het angstgeschrei heeft opgehou den. Likkebaardend gaat poes heen en vpr- dwijnt langs denzelfden weg. vanwaar zij kwam. En nauwelijks ligt ze in het zonne tje te genieten van dat malsche boutje, dat daareven haar deel werd, ofdaar komt met een vaart dc moeder dier kleinen thuis envindt haar huisje leeg; haar klein tjes weg en het nest geschonden. Arme moeder! Kon zij spreken, zij zou u vertel len van het namelooze leed, dat ze voelde bij het gemis harer kleintjes. Ziet! daar vliegt ze heen; werpt zich krijschend in de lucht, zoekt speurend rond; schreeuwt haar leed uit in wilde vlucht, keert weer terug en zet zich eenzaam en verlaten en terneer geslagen boven den tak, waarop haar nest zoo kunstig gebouwd eens was. Arme moe der! Waar zijt gij, mijn kleintjes roept ze uit, in angstie geshrei? Wie heeft u geroofd en misschien opgegeten? Wie? En dan vliegt ze weer rond en zoekt en zoekt, tot ze haar leed uitschreit op een stille plek, naast het mannetje, dat met naar samen deelt het groote leed, dat beide werd aan gedaan. Oh! Als zij spreken konden, de vader en moeder dier kleiner., wat zouden zij u treffen, door hun leed en angst en grooteverdriet! En toch! wat die kat deed, is niet zoo erg, dan als dit een ondengende jongen gedaan had. De kat heeft geen verstand. Zij laat zich leiden, door het dierlijk in stinct. Zy vindt een jong vogeltje lekker en dus vangt zij dat vogeltje en eet het op. Dat is d'r aard, d'r natuur. Maar wij. men schen, hebben wel verstand. Wij weten, wat wij doen. Wij zijn aansprakelijk voor ons doen, onze daden. Wij leeren, wat goed is en niet; wat mag en niet mag. Wij wor den gewaarschuwd in huis, in school; en in onze bladen. Daarom is het dubbel slecht van ons, als wy de vogeltjes uitha len en de nestjes verstoren. Denkt hier aan! De vogels zyn onmisbaar voor den land bouw en de houtteelt. En wie zich aan de vogels vergrijpt, doet schade aan den land bouw cn zondigt tegen den Schepper, Die den mensch de vogels schonk, ter ver- mooiing van zijn leven! en ter vernietiging van het ongedierte. „Spaar de vogels!" OOM WIM kan dien dag moeilijk gaan opzoeken. Ik heb de namen niet alphabetisch genoteerd en zoo wordt het zoeken ondoenlijk voor me. Schrijf me jouw verjaardag, dan zal ik hem in de lijst doorhalen. Dag Henk! Guus Gilein, Leiden. De ver- jaardg is, zooals je gezien hebt, doorge haald. Fijn, dat het horloge nog goed loopt, zeg! Wanneer maakt jij eens een vers of opstel of verhaal? Dt is voor iemand van de M.U.L.O. een uitstekende taaloefening. Probeeren! Dag Guus, Groet ook van mij Pa, Moe en Greetje. Hier zetten we een punt. De volgende week gaan we door! Wie een brief schrijft, krijgt een ant woord terug. Oom WIM. LENTELIEDJE door Anny van Diest. 'n Knaapje ging door 't lentebosch Van fideldomdein, En speelde op zijn fluit er zoo vroolijk op los! Waarom zou hij zoo zyn? Toen ik hem vroeg: ..Waarom fluit je zoo lustig, Van fideldomdie?" Sprak hij: „Zou iic niet juub'len, als ik rondom" „Die ontluikende schoonheid zie?'' „De vogels leeren mij hun mooie lied" Van fideldomdei! „Groenende boomen en struiken, geurige bloemen", „Dat alles stemt gelukkig en blij!" Verder trok de knaap door 't lentebosch Van fideldomdei. Ik neuriede 't wijsje toen met hem mee 't Maakte me vrorlijk, blij cn tevréc! Wie zijn jarig? Van 14 tot en met 20 April. Op 14 April. Jan v. Kampen, 'sGrav.weg 20, N.Houl. Gretha v. Vegten, Alex.str. 66a. An toon Spruijt, Zeeweg 18a. N.Hout. Bep Kuyf. Noorden B 97a. Gètje v. d. Hoorn, Jaagp. C 118, Ter Aai Marie Beuk, Dorpstr. 213, Leimuider Willy Pley, Lage Rijndijk 106. Chris Walenkamp, Rynsb.weg 43. Mientje Hoogeveen, Wolst. 4. Ploon v. d. Drift. Watertje D 20. Ansje Reekers, Breestr. 87. Op 15 April. Gerard v. Eeden, Dorpsstr., N.Hout. Evrard v. Rossum, Wass^tr. 4, Nooriwyk- Binnen. Margaretha Tetteroo, Mgr. Broerestr.. N. Hout. Fransje Broeken, Da Costastr. 46 Willy Hockx, Oranjegr. 93. Betsy Zonneveld, Hoogmade B 362. Willy v. Gent, Ypenl. 26, Sas9enheim. Leni Trossel, Hoogewoerd 109. Jacques Bos, Hanzestr. 45. Maria Angevaere, Zevenhoven 104. Wim v. d. Broek, Trompstr. 32. Op 16 April. Corrie v. Tol, N.E. B 359, Hoogmade. Jopie Splinter, W.E. 1, H.Woude. Jan Verhoog, Bankastr. 2. Nico Mank, Levendaal 48. Maja Brunt, Oude Rijn 11a. Kees Zwetsloot. B 252, Hoogmade. Corrie Stokkel, Waardgr. 68. Op 17 April. Corrie Stokkel, Waardgr. 68. Marietje Tol, N.E. B 359, Hoogmade. Johanna Langeveld, Prinsestr. 55a Alie Hecke, Pr. Hendr.str. 21. Sjaantjc Philipse, Mirakelst. 12. Henkie Wesseling, Hoogedorpstr. 1. Annie Vollebregt G 28. Zegwaart. Op 18 Apil. Bartholomeus en Gretha Vogelenzang, Kerkstr. 9. Op 19 April. Corrie Koot, C 82, Zoetermeer. Marietje de Jong, Achthoven, Leiderdorp. Op 20 April. Nelly Lagerberg, Sofiastr. 43. Jantje Angevaere, Zevenhoven 104. Corrie v. d. Poel, Miening E 118. Z.Woude. Annie Zandbergen, N.B. 159, Z'Woude. Everina v. Wetten, Hoogewaard 449, Kou dekerk. Teun den Haan. Langeraar Pulmot. Ria v. d. Steen, Levendaal 139. Mina v. Leeuwen, Halfweg 33, Lissc. Ik feliciteer de jarigen. Wie zyn of haar naam in deze lyst wil opgenomen zien, schrijve minstens 14 da gen vóór den verjaardag. Wie bij 't ver laten der school, van de lijst wil afgevoerd worden, doet evenzoo met opgave van den verjaardag. Wie verandert van woonplaats, straat of huisnummer geve dit ook bij tijds op. Oom Wim. 't IS ÈENTE. door Cor van Dicst. Als weer dat heerlijk feest gekomen is, Van ragebol, zeep en mattengeklap Staak dan maar 't gezeur en geklaag, Want, al is 't nog zoo frisch vandaag, En loop je met verkouden neus Toch, je kunt me gelooven, heusch. 't Is Lente? Ruikt 't in huis overal naar zeep cn was, Val je over behangselpapier en kwast. Geen gezeur; want dat staat vast: Al maakt sneeuw of regen nog menige plas, En trek je je dikste kleeding aan De „Winter" is van ons heen gegaan: Nu is 't Lente? Moet je 's morgens extra vroeg uit je bed Want de dekens moeten naar buiten, naar 'k wed, Terwijl hagelkorrels slaan klett'rend tegen de ruiten. Toch, je zonnigste gezicht in de plooi gezet: Atsjee kuche-kuch, 't is geen lol, Morgen gaat 't beter dat houd ik vol, Want nu is 't.Lente"! U vraagt 1. Wat verstaat men onder „genera tie"? 2. Aan wien behoort nu de Gethse- mané.' 3. Komt de houtsnip ook voor in ons land! Tot welke fam. behoort ie" 4. Wat is een hospitaalschip? 5. Wat is een „jonk"? 6. Wat is eigenlijk „katoen"? Wij antwoorden 1. Generatie noemt men een geslacht en wel alle levende individuven van de zelfde soort. De tegenwoordige generatie is het volk, dat op het oogenblik leeft. 2. Die tuin, by den olijfberg te Jerusa lem gelegen en waar Jezus gevangen werd genomen, behoort nu ran de Franciscanen. door Anton Rocls. II. Even was het tweetal stil. Toen deed Jan, als gewoonlijk, het woord. Ja, ziet U. Meneer, dat is niet één twee drie gezegd. U begrijpt, dat we' geweldig r.aar de vacantie verlangen. Dat is natuur lijk geen reden om zoo ongehoorzaam te wezen! Maar, chditmaal is er toch wel iets heel bijzonders aan de hand. U moet namelyk weten, dat wy het achteraf hecle maal niet leuk vinden, dat we de school nu voorgoed gaan verlaten. Wat hebben wtf niet veel gezellige uren bij U in de zes de klas doorgebracht! We vinden het wer kelijk vervelend, dat dit alles nu ten einde loopt. Natuurlijk hebben wij bij U té veel geleerd om U nog ooit te vergeten. Maar ■ve willen meer dan dat. Daarom hebben we allerlei plannetjes overdacht. En we zijn, na ook met de andere jongens gepraat *e hebben, tot de ontdekking gekomen, dat er een prachtige oplossing te vinden is om ons leuke groepje bij elkaar te hou- oen. We richten een voetbalclub op.... cnen daarvan bent U dan voorzitter!!"' Meneer Fransen glimlachte ondeugend. „Zoo! zoo! Dus dat is de reden van jullie verstrooidheid! Overigens het idee is niet kwaad; alleen weet ik nog niet, of het voor uitvoering vatbaar is. Maar tóch moet jullie eens van me aannemen, dat men aan zulke dingen niet onder schooltijd moet denker. Voetballen is een prachtige sport en ik zelf heb er in mijn jonge jaren heel wat van mijn vrijen tijd aan besteed. Maar.vóór alles gaat voor jullie op het oogenblik de studie! Eigenlijk moest ik venavond eens bij Vader aankomen om hem te vertellen, wat zijn lieve zoontjes onder dc lesuren aan het verzinnen zyn? Voor dezen keer zunllen we dat maar niet doen. Ik vind het tocfi leuk, dat jullie zulke prettige maanden in dt' zesde klas hebt doorgebracht. Dat is voor mij dc mooiste belooning, die denkbaar is. En, wat die voetbalclub betreft, daarover moeten we nog eens een „boom" opzetten. Laten we afspreken, dat jullie Zondagmiddag eens bij me komt.... tenminste, als jullie de verdere tyd weer opgelet en geen strafwerk meer behoeft te maken! Is dat goed?" „Ja meneer! Ja meneer! Dat is best!" „Goed! En dan nu: ingerukt, Gauw naar huis gaan, en „tot morgen!" „Dag meneer!" En weg stoof het tweetal. Meneer Fransen keek ze lachend na door het venster. Waren alle leerlingen maar zoo als Jan en Piet Verhoeven! Dat zou de zesde klas nog gezelliger maken, als ze reeds was! De leerlingen kwamen dan spe lenderwijs hoogerop en het einrapport zou geen ontevreden gezichten brengen, want ieder kon ruimschoots voldoende halen. En Jan cn Piet zagen, thuisgekomen, tot hun geruststelling, dat Vader nog niet te rug was van ziekenbezoek want Vader was geneesheer, en dat Moeder een beetje rustte, zoodat zc geen tekst en uit leg behoefden te geven om hun late thuis komst te rechtvaardigen. Wat was meneer Fransen toch vriendeliik geweest om hen nu al te laten gaan! Nu konden ze nog ongemerkt naar hun ka mertje glippen. En wat fijn, dat hy hun plan niet dwaas vond, zooals zc gevreesd hadden. Hé, was het maar Zondag, dan zou den ze hem kunnen vertellen, hoe ze zich alles hadden voorgesteld! Wat het maar zoover, dat alles in kannen en kruiken was! En zuchtend pakten ze hun boeken- tasch uit en begonnen aan hun huiswerk: ten korte Fransche thema zonder groote moeilijkheden, het teekenen van een kaartje van Duitschland en het maken van drie lange sommen, die natuurlijk weer met wilden uitkomen. Toen Dr. Verhoeven thuis kwam en heil stil om den hoek van de deur keek, vond hij het tweetal met de donkere krullebol- len dicht over tafel gebogen. Hij glimlachte even en alles, wat hy zei, was: „Ik geloof, dat ik binnenkort een paar groote brillen net dikke glazen voor jullie moet koopen, zóó dicht liggen de neui'es op het papier!" (Wordt vervolgd). 3. Ja. Hij leeft in Europa, Azie en N. Afrika. Gaat in den herfst naar het Zui den, om in het voorjaar weer terug le ko men. Hij leeft in bocschen. voedt zich met insecten en wormen Zijn kleur is geelach tig met bruine vlekken en strepen. Hij is van de fam. der Plevieren. 4. De naam zegt het. Het is een ochip en tevens hospitaal. Het is ingericht om op zee zieken en gewonden ter verpleging op tc nemen, geleidt zoowel oorlogs- en vi: - schersvloten. In de mast wappert een witte vlag met rood kruis. 5. Een j nk is een Chineeach zeilschip met hooge vóór- en achtersteven en met één tot drie masten. 6. Katoen is een vezelstof, bestaat uit vrijwel zuivere cellulose en is zaadpluis en haarvczels der vruchten van verschillende katoenplanten. Die plant wordt tot 3 M. hoog; heeft fraaie bloemen met opensprin gende vruchten met pl.m. 5 c.M. lange ve zels en met kort wollig pluis bedekte za den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 7