Spaar de vogels
Dc Zesde
Paschen
door Oom Wim.
Paschen is voor ons 'n feest,
dat spreekt en leert van Jezus' leven,
Alsmee van opstaan uit 't graf,
om waarheid van die leer te geven.
Stemmen juub'len op dien Lente-dag,
bezingen Jezus* glorie;
Christ'nen aller landen, stammen,
talen, vieren Zii-i victorie:
Houden Jezus voor Gods Zoon,
en de Verlosser aller menschen
En buigen allen saam in 't stof
en leggen need'rig hunne wenschen.
Neder aan Zijn voet, want Hij alleen
is machtig, groot en goed.
CORRESPONDENTIE
Bep Kortman n, Alphen. Dat
briefje van jou vind ik zoo aardig, dat ik
hem als voorbeeld voor de anderen hier
laat volgen. Jij stelt heel goed en ik wed,,
dat jij ook wel in staat zult zijn een ver
haal met vervolgen te maken. Probeer
eens! Dag Bep! Groet alle huisgenooten
van me! Hier is nu Bep met haar brief
voor den grooten wedstrijd van verleden
jaar!
Beste Oom Wim,
„Lang verwacht, maar toch gekregen",
zoo was 't dok met dezen raadselwedstrijd
Oom Wim! Wat 'n mooie prijzen van het
jaar! Verleden keer kwam de hoofdprijs
hier terecht, maar dat zal nu wel niet zoo
zijn, maar toch blijven we hopen, kans is
er en dat is het voornaamste.
Nu zal ik U eens wat vertellen over de
vacantie. Twee maanden is heusch niet te
weinig! Ik heb er dan ook volop van ge
profiteerd. Maar dat 't zoo lang geworden
is, is door de kinderverlamming gekomen.
Maar al was er geen kinderverlamming
geweest, hadden we toch thuis moeten blij
ven, want er hadden er twee roodvonk bij
ons. Toen ik jarig was, waren ze al
ziek en de dokter was bang voor roodvonk
en daarom moesten de nichtjes en vrien
dinnetjes, die op m'n verjaardag kwamen,
direct rechtsomkeer maken. Den anderen
dag wist de dokter het zeker en toen ben ik
zes weekjes naar m'n Grootmoeder in
Koudekerk geweest, dan mocht ik wel
naar school. In de vacantie ben ik ook een
keer naar de K. R. O.-Studio geweest met
de Congregatie. Er waren twee groote bus
sen, acht en vijftig personen. We hebben
lol gehad, dat begrijpt U. Om twee uur
kwamen we in 't studio. We werden overal
rondgeleid, het was prachtig. Toen we alles
bezichtigd hadden, gingen we weer weg en
kwamen aan de hei. Daar mochten we
bijna anderhalf uur wandelen, hei pluk
ken. de heuvels beklimmen en spelen. Maar
de tijd vloog om en we moesten weer in
stappen. Nu ging het naar de speeltuin,
waar we, gedurende twee uur, ons hart
rog 'ns konden ophalen, 's Avonds om half
tien ongeveer kwamen we thuis. We heb
ben genoten!
Maar ik zie, dat m'n brief weer vol
raakt Oom Wim, dus zal ik maar eindigen.
Met vele hartelijke groeten en een tot
den volgenden wedstrijd!
Bep Kortma'nn.
Nelly van Meurs, Rietveld-
Hazerswoude. Jouw werk was
goed, netjes en keurig geschreven en
je verdiende nog meer dan één prijs. Het
is waar, als ei* veel mee doen, dan is de
kans gering. Maar, er is toch kans! Zoo
gaat het bij iedere loterij! Het geluk is nu
eenmaal voor de gelukkigen. En nu de
hand voor jou en de groeten voor alle
huisgenooten. Tot den volgenden wedstrijd.
Leni Hoogenboom, Wassenaar.
Jou moet ik een pluimpje maken! Wat
schrijf jij dat blokschrift mooi! Dat zou
ik je niet nadoen Leni! Hoe lang heb je
daarover geschreven? En nu reken ik
weer op jou. Dag Leni. Groet alle huis-
genooten!
Wim v. B r e c h t, Vo orschoten.
Zoo Wim, dat is dus de eerste keer, dat
we elkaar ontmoeten. Ik hoop je vaker te
zien. De teekening was in één woord „af".
Als je geen prijs gewonnen hebt, dan
komt ie zeker de volgende keer. Wedden?
Dag Wim. De groeten wederkeerig aan
allen!
Mariet Bernard, Leiden. Ja
je hebt er slag van een leuk en geestig
briefje in elkaar te zetten. En omdat
ik weet, hoeveel nichtjes met een „onnoo-
zel briefje" met de handen in 't haar zit
ten, wil ik ook eens laten hooren, wat jij
zooal weet te vertellen. Misschien dat er
zijn, die je voorbeeld volgen en dan is ons
doel bereikt. Hoort, hoe Riet schrijft:
Beste Oom Wim.
Al ligt Noord-Brabant met al zijn plaat
sen, dorpen, rivieren me nog zo toe te
lachen, toch kan ik niet nalaten een brief
naar „de Oom van de Kinderrubriek" te
sturen. Toen de brievenbus om 5 uur klep-
Zooals telken jare wil ik ook thans
v/eer een artikel schrijven over boven
staand onderwerp en ter overweging ge
ven aan hen, die van dieren houden en in
zonderheid van de vogels.
Spaar de vogels! Niet alleen, dat het
kleine lieve diertjes zijn en ons verblij
den door hun vroolijk gezang; hun helder
gefluit; hun melodieusen slag; hun gekir
en gekoer en gesjilp en gepiep en gekwin
keleer in boomen en hagen en struiken, er
is meer waarom ze onze bescherming dub
bel en dwars verdienen. En dat is, omdat
ze zoo nuttig zijn voor den. landbouw en
houtteelt. Duizenden en duizenden rupsen,
muggen en vliegjes en torren en andere
schadelijke insecten pikken ze weg, die an
ders onnoemelijk veel schade zouden aan
richten aan 't jonge groen der boomen, of
aan de teere planten, die de tuinman met
zooveel zorg bewerkt heeft.
Zonder bladeren toch, kan boom, noch
struik, noch plant leven. Zonder bladeren,
geen bloemen, zonder bloemen, geen vruch
ten. Zietdaar!
Begrijpen we dit, dan kunnen we ons
ook indenken, hoe groot het nut is dezer
kleine gevederde zangers, Sie van 's mor
gens vroeg, dat de zon de aarde wakker
kust, tot 's avonds laat, al maar af en aan
vliegen ter verdelging dier schadelijke in
secten.
Zeker, er zijn wel eenige vogels, die een
zaadje weghalen of een kersje stelen, maar
dat beetje kwaad weegt niet op, tegen het
voordeel, dat ze aan den anderen kant doen,
zoodat ook de musch en de spreeuw mede
door de wet beschermd worden, en wij ook
deze vogels niet mogen uithalen, vangen of
dooden.
Ja, by de wet is dit verboden. Art. 1 van
de wet van 25 Mei 1880 luidt:
Het is verboden in 't wilde levende zoog
dieren of vogels nuttig voor landbouw of
houtteelt, te vangen, te dooden, te vervoe
ren, te koop aan te bieden, te verkoopen, af
te leveren of ter aflevering in voorraad te
hebben;
2o. de nesten te verstoren of te vernie
len.
Zoo volgen nog zeven art. waarin staat,
dat hy of zij, die betrapt wordt en zich
heeft schuldig gemaakt aan 't geen in art.
1 en 2 gezegd is, beboet kan worden tot
twintig gulden. (Dit is geen kleinigheid
hè)! En de wetgever heeft goed gedaan,
zulke zware straf te bepalen, in aanmer
king genomen het groote nut, dat de vo
gels doen en de groote schade, die uit de
overtreding voortvloeit.
Inieder geval is 't een schande voor het Ne-
derlandsche volk, dat er een wet moest ge
maakt worden, om in te grijpen van over
heidswege; waar paal en perk diende ge
steld te worden aan 't dooden van de vo
gels of 't uithalen van de eitjes of het ver
nielen van de nestjes, als. zoovele tastbare
feiten van baldadigheid en vernielzucht.
En gij mijn vriendjes, die mij leest en oud
genoeg bent om de gevolgen te berekenen
van het kwaad, dat gij doet, wat dunkt u
van een jongen, die het wagen zou zich
schuldig te maken aan eenzelfde feit, als de
wet bedoelt? Zou hij die straf verdienen
of niet?
te, deden we een wedren, wie het eerste
de krant in handen had, maar toen hebben
we hem natuurlijk heel zusterlijk met
elkaar bekeken. Het deed me echt goed
weer zo'n oude herinnering uit mijn kin
derjaren op te halen toen ik met de raad
sels van 1012 meedeed en elk jaar was
het weer leuk ze op te lossen, al was ik
nooit bij de gelukkigen. Maar nu was ik
toch niet met de-raadsels allleen tevreden
ert dacht: „laat ik er nog een opstel bij
maken" en toen dat op het papier stond,
heb ik er nog een tekening bij gemaakt,
die voorstelt: „dat er een serenade ge
bracht wordt aan Oom Wim en een nich
tje van de kindercourant danst er op do
maat by" Tot slot heb ik nog een brief
geschreven die al is hij niet zo lang toch
van harte gemeend is. En Oom Wim, hoe
gaat het met uwe gezondheid? Ja ik heb
al eens meer een brief aan u geschreven
en heb toen beloofd trouw te zullen schrij
ven, maar ben u toen ontrouw geworden.
Dat komt omdat ik toen ziek ben gewor
den, maar nu ben ik weer helemaal beter.
Ik ben weer hard met de studie begonnen,
want ik moet nu examen doen. daar ik
't vorige jaar geen tentamen heb kunnen
doen. Toen was ik ook ziek. Nu Oom Wim
ik zal N.-Brabant met Utrecht en heel hun
hebben en houên bij mijn geleerdheid
voegen. Ik wens u het allerbeste en de
hartelijke groeten van uw nichtje Mariet.
Ja, die serenade mij gebracht met dat
dansende nichtje op dc maat der muziek,
heb ik trouw bewaard. Dat vond ik origi
neel en leuk. Dank daarvoor Rietje!
Oom WIM.
Annie v. Zijp, Leiden. Dank
voor deze bijdragen. Worden geplaatst!
Hierop kom ik de volgende week terug.
Henk van Rijn, Woubruggc.
Wanneer was je verjaardag ook weer? Ik
bijna naakte vogeltjes. Zij zijn haast te
zwak nog om de vleugeltjes uit te slaan,
laat staan uit het nest te wippen en heen
te vliegen, zoo gevaar dreigen zou. Ze
kunnen nog niets, niets dan gapen en
roepen om eten en wachten tot moeder
komt weergevlogen met een rups of worm
of zaadje. Ze wachten enpiepen vol
ongeduld voort.
Nu dan! Daar nadert met loerenden blik
en luisterend ooreen kat. Zij heeft iets
gehoord. Zij loert naar boven. Ze ziet eer.
nestje op den tak van den boom. Het pie
pen klinkt haar duidelijk tegen. Daar is
het. Daar moet het zyn. Reeds slaat ze
dc scherpe nagels in den boom en weldra
heeft ze de onderste takken bereikt. Al
dichter en dichter bereikt ze het nest. Dc
tak zwiept heen cn weer onder het gewicht
van dat monster, dat verraderlijk nader
sluipt. Nog één oogenblik en daar ver
schijnt boven 't nest, niet moeder met een
lekker hapje, maar zij de wreede kat en
danGeen gepiep klinkt meer uit het
nestje. Het angstgeschrei heeft opgehou
den. Likkebaardend gaat poes heen en vpr-
dwijnt langs denzelfden weg. vanwaar zij
kwam. En nauwelijks ligt ze in het zonne
tje te genieten van dat malsche boutje, dat
daareven haar deel werd, ofdaar komt
met een vaart dc moeder dier kleinen thuis
envindt haar huisje leeg; haar klein
tjes weg en het nest geschonden. Arme
moeder! Kon zij spreken, zij zou u vertel
len van het namelooze leed, dat ze voelde
bij het gemis harer kleintjes. Ziet! daar
vliegt ze heen; werpt zich krijschend in de
lucht, zoekt speurend rond; schreeuwt haar
leed uit in wilde vlucht, keert weer terug
en zet zich eenzaam en verlaten en terneer
geslagen boven den tak, waarop haar nest
zoo kunstig gebouwd eens was. Arme moe
der!
Waar zijt gij, mijn kleintjes roept ze uit,
in angstie geshrei? Wie heeft u geroofd en
misschien opgegeten? Wie? En dan vliegt
ze weer rond en zoekt en zoekt, tot ze
haar leed uitschreit op een stille plek,
naast het mannetje, dat met naar samen
deelt het groote leed, dat beide werd aan
gedaan. Oh! Als zij spreken konden, de
vader en moeder dier kleiner., wat zouden
zij u treffen, door hun leed en angst en
grooteverdriet!
En toch! wat die kat deed, is niet zoo
erg, dan als dit een ondengende jongen
gedaan had. De kat heeft geen verstand.
Zij laat zich leiden, door het dierlijk in
stinct. Zy vindt een jong vogeltje lekker
en dus vangt zij dat vogeltje en eet het op.
Dat is d'r aard, d'r natuur. Maar wij. men
schen, hebben wel verstand. Wij weten,
wat wij doen. Wij zijn aansprakelijk voor
ons doen, onze daden. Wij leeren, wat goed
is en niet; wat mag en niet mag. Wij wor
den gewaarschuwd in huis, in school; en
in onze bladen. Daarom is het dubbel
slecht van ons, als wy de vogeltjes uitha
len en de nestjes verstoren. Denkt hier aan!
De vogels zyn onmisbaar voor den land
bouw en de houtteelt. En wie zich aan de
vogels vergrijpt, doet schade aan den land
bouw cn zondigt tegen den Schepper, Die
den mensch de vogels schonk, ter ver-
mooiing van zijn leven! en ter vernietiging
van het ongedierte.
„Spaar de vogels!"
OOM WIM
kan dien dag moeilijk gaan opzoeken. Ik
heb de namen niet alphabetisch genoteerd
en zoo wordt het zoeken ondoenlijk voor
me. Schrijf me jouw verjaardag, dan zal ik
hem in de lijst doorhalen. Dag Henk!
Guus Gilein, Leiden. De ver-
jaardg is, zooals je gezien hebt, doorge
haald. Fijn, dat het horloge nog goed
loopt, zeg! Wanneer maakt jij eens een
vers of opstel of verhaal? Dt is voor
iemand van de M.U.L.O. een uitstekende
taaloefening. Probeeren! Dag Guus, Groet
ook van mij Pa, Moe en Greetje.
Hier zetten we een punt.
De volgende week gaan we door!
Wie een brief schrijft, krijgt een ant
woord terug.
Oom WIM.
LENTELIEDJE
door Anny van Diest.
'n Knaapje ging door 't lentebosch
Van fideldomdein,
En speelde op zijn fluit er zoo vroolijk
op los!
Waarom zou hij zoo zyn?
Toen ik hem vroeg: ..Waarom fluit je
zoo lustig,
Van fideldomdie?"
Sprak hij: „Zou iic niet juub'len, als
ik rondom"
„Die ontluikende schoonheid zie?''
„De vogels leeren mij hun mooie lied"
Van fideldomdei!
„Groenende boomen en struiken,
geurige bloemen",
„Dat alles stemt gelukkig en blij!"
Verder trok de knaap door 't lentebosch
Van fideldomdei.
Ik neuriede 't wijsje toen met hem mee
't Maakte me vrorlijk, blij cn tevréc!
Wie zijn jarig?
Van 14 tot en met 20 April.
Op 14 April.
Jan v. Kampen, 'sGrav.weg 20, N.Houl.
Gretha v. Vegten, Alex.str. 66a.
An toon Spruijt, Zeeweg 18a. N.Hout.
Bep Kuyf. Noorden B 97a.
Gètje v. d. Hoorn, Jaagp. C 118, Ter Aai
Marie Beuk, Dorpstr. 213, Leimuider
Willy Pley, Lage Rijndijk 106.
Chris Walenkamp, Rynsb.weg 43.
Mientje Hoogeveen, Wolst. 4.
Ploon v. d. Drift. Watertje D 20.
Ansje Reekers, Breestr. 87.
Op 15 April.
Gerard v. Eeden, Dorpsstr., N.Hout.
Evrard v. Rossum, Wass^tr. 4, Nooriwyk-
Binnen.
Margaretha Tetteroo, Mgr. Broerestr.. N.
Hout.
Fransje Broeken, Da Costastr. 46
Willy Hockx, Oranjegr. 93.
Betsy Zonneveld, Hoogmade B 362.
Willy v. Gent, Ypenl. 26, Sas9enheim.
Leni Trossel, Hoogewoerd 109.
Jacques Bos, Hanzestr. 45.
Maria Angevaere, Zevenhoven 104.
Wim v. d. Broek, Trompstr. 32.
Op 16 April.
Corrie v. Tol, N.E. B 359, Hoogmade.
Jopie Splinter, W.E. 1, H.Woude.
Jan Verhoog, Bankastr. 2.
Nico Mank, Levendaal 48.
Maja Brunt, Oude Rijn 11a.
Kees Zwetsloot. B 252, Hoogmade.
Corrie Stokkel, Waardgr. 68.
Op 17 April.
Corrie Stokkel, Waardgr. 68.
Marietje Tol, N.E. B 359, Hoogmade.
Johanna Langeveld, Prinsestr. 55a
Alie Hecke, Pr. Hendr.str. 21.
Sjaantjc Philipse, Mirakelst. 12.
Henkie Wesseling, Hoogedorpstr. 1.
Annie Vollebregt G 28. Zegwaart.
Op 18 Apil.
Bartholomeus en Gretha Vogelenzang,
Kerkstr. 9.
Op 19 April.
Corrie Koot, C 82, Zoetermeer.
Marietje de Jong, Achthoven, Leiderdorp.
Op 20 April.
Nelly Lagerberg, Sofiastr. 43.
Jantje Angevaere, Zevenhoven 104.
Corrie v. d. Poel, Miening E 118. Z.Woude.
Annie Zandbergen, N.B. 159, Z'Woude.
Everina v. Wetten, Hoogewaard 449, Kou
dekerk.
Teun den Haan. Langeraar Pulmot.
Ria v. d. Steen, Levendaal 139.
Mina v. Leeuwen, Halfweg 33, Lissc.
Ik feliciteer de jarigen.
Wie zyn of haar naam in deze lyst wil
opgenomen zien, schrijve minstens 14 da
gen vóór den verjaardag. Wie bij 't ver
laten der school, van de lijst wil afgevoerd
worden, doet evenzoo met opgave van den
verjaardag. Wie verandert van woonplaats,
straat of huisnummer geve dit ook bij
tijds op. Oom Wim.
't IS ÈENTE.
door Cor van Dicst.
Als weer dat heerlijk feest gekomen is,
Van ragebol, zeep en mattengeklap
Staak dan maar 't gezeur en geklaag,
Want, al is 't nog zoo frisch vandaag,
En loop je met verkouden neus
Toch, je kunt me gelooven, heusch.
't Is Lente?
Ruikt 't in huis overal naar zeep cn was,
Val je over behangselpapier en kwast.
Geen gezeur; want dat staat vast:
Al maakt sneeuw of regen nog
menige plas,
En trek je je dikste kleeding aan
De „Winter" is van ons heen gegaan:
Nu is 't Lente?
Moet je 's morgens extra vroeg uit je bed
Want de dekens moeten naar buiten,
naar 'k wed,
Terwijl hagelkorrels slaan klett'rend
tegen de ruiten.
Toch, je zonnigste gezicht in de plooi
gezet:
Atsjee kuche-kuch, 't is geen lol,
Morgen gaat 't beter dat houd ik vol,
Want nu is 't.Lente"!
U vraagt
1. Wat verstaat men onder „genera
tie"?
2. Aan wien behoort nu de Gethse-
mané.'
3. Komt de houtsnip ook voor in ons
land! Tot welke fam. behoort ie"
4. Wat is een hospitaalschip?
5. Wat is een „jonk"?
6. Wat is eigenlijk „katoen"?
Wij antwoorden
1. Generatie noemt men een geslacht
en wel alle levende individuven van de
zelfde soort. De tegenwoordige generatie is
het volk, dat op het oogenblik leeft.
2. Die tuin, by den olijfberg te Jerusa
lem gelegen en waar Jezus gevangen werd
genomen, behoort nu ran de Franciscanen.
door Anton Rocls.
II.
Even was het tweetal stil. Toen deed
Jan, als gewoonlijk, het woord.
Ja, ziet U. Meneer, dat is niet één twee
drie gezegd. U begrijpt, dat we' geweldig
r.aar de vacantie verlangen. Dat is natuur
lijk geen reden om zoo ongehoorzaam te
wezen! Maar, chditmaal is er toch wel
iets heel bijzonders aan de hand. U moet
namelyk weten, dat wy het achteraf hecle
maal niet leuk vinden, dat we de school
nu voorgoed gaan verlaten. Wat hebben
wtf niet veel gezellige uren bij U in de zes
de klas doorgebracht! We vinden het wer
kelijk vervelend, dat dit alles nu ten einde
loopt. Natuurlijk hebben wij bij U té veel
geleerd om U nog ooit te vergeten. Maar
■ve willen meer dan dat. Daarom hebben
we allerlei plannetjes overdacht. En we
zijn, na ook met de andere jongens gepraat
*e hebben, tot de ontdekking gekomen,
dat er een prachtige oplossing te vinden
is om ons leuke groepje bij elkaar te hou-
oen. We richten een voetbalclub op....
cnen daarvan bent U dan voorzitter!!"'
Meneer Fransen glimlachte ondeugend.
„Zoo! zoo! Dus dat is de reden van jullie
verstrooidheid! Overigens het idee is
niet kwaad; alleen weet ik nog niet, of
het voor uitvoering vatbaar is. Maar tóch
moet jullie eens van me aannemen, dat
men aan zulke dingen niet onder schooltijd
moet denker. Voetballen is een prachtige
sport en ik zelf heb er in mijn jonge jaren
heel wat van mijn vrijen tijd aan besteed.
Maar.vóór alles gaat voor jullie op het
oogenblik de studie! Eigenlijk moest ik
venavond eens bij Vader aankomen om
hem te vertellen, wat zijn lieve zoontjes
onder dc lesuren aan het verzinnen zyn?
Voor dezen keer zunllen we dat maar niet
doen. Ik vind het tocfi leuk, dat jullie zulke
prettige maanden in dt' zesde klas hebt
doorgebracht. Dat is voor mij dc mooiste
belooning, die denkbaar is. En, wat die
voetbalclub betreft, daarover moeten we
nog eens een „boom" opzetten. Laten we
afspreken, dat jullie Zondagmiddag eens
bij me komt.... tenminste, als jullie de
verdere tyd weer opgelet en geen strafwerk
meer behoeft te maken! Is dat goed?"
„Ja meneer! Ja meneer! Dat is best!"
„Goed! En dan nu: ingerukt, Gauw naar
huis gaan, en „tot morgen!"
„Dag meneer!" En weg stoof het tweetal.
Meneer Fransen keek ze lachend na door
het venster. Waren alle leerlingen maar
zoo als Jan en Piet Verhoeven! Dat zou
de zesde klas nog gezelliger maken, als ze
reeds was! De leerlingen kwamen dan spe
lenderwijs hoogerop en het einrapport zou
geen ontevreden gezichten brengen, want
ieder kon ruimschoots voldoende halen.
En Jan cn Piet zagen, thuisgekomen, tot
hun geruststelling, dat Vader nog niet te
rug was van ziekenbezoek want Vader
was geneesheer, en dat Moeder een
beetje rustte, zoodat zc geen tekst en uit
leg behoefden te geven om hun late thuis
komst te rechtvaardigen.
Wat was meneer Fransen toch vriendeliik
geweest om hen nu al te laten gaan! Nu
konden ze nog ongemerkt naar hun ka
mertje glippen. En wat fijn, dat hy hun
plan niet dwaas vond, zooals zc gevreesd
hadden. Hé, was het maar Zondag, dan zou
den ze hem kunnen vertellen, hoe ze zich
alles hadden voorgesteld! Wat het maar
zoover, dat alles in kannen en kruiken
was! En zuchtend pakten ze hun boeken-
tasch uit en begonnen aan hun huiswerk:
ten korte Fransche thema zonder groote
moeilijkheden, het teekenen van een
kaartje van Duitschland en het maken van
drie lange sommen, die natuurlijk weer
met wilden uitkomen.
Toen Dr. Verhoeven thuis kwam en heil
stil om den hoek van de deur keek, vond
hij het tweetal met de donkere krullebol-
len dicht over tafel gebogen. Hij glimlachte
even en alles, wat hy zei, was: „Ik geloof,
dat ik binnenkort een paar groote brillen
net dikke glazen voor jullie moet koopen,
zóó dicht liggen de neui'es op het papier!"
(Wordt vervolgd).
3. Ja. Hij leeft in Europa, Azie en N.
Afrika. Gaat in den herfst naar het Zui
den, om in het voorjaar weer terug le ko
men. Hij leeft in bocschen. voedt zich met
insecten en wormen Zijn kleur is geelach
tig met bruine vlekken en strepen. Hij is
van de fam. der Plevieren.
4. De naam zegt het. Het is een ochip en
tevens hospitaal. Het is ingericht om op
zee zieken en gewonden ter verpleging op
tc nemen, geleidt zoowel oorlogs- en vi: -
schersvloten. In de mast wappert een witte
vlag met rood kruis.
5. Een j nk is een Chineeach zeilschip
met hooge vóór- en achtersteven en met
één tot drie masten.
6. Katoen is een vezelstof, bestaat uit
vrijwel zuivere cellulose en is zaadpluis en
haarvczels der vruchten van verschillende
katoenplanten. Die plant wordt tot 3 M.
hoog; heeft fraaie bloemen met opensprin
gende vruchten met pl.m. 5 c.M. lange ve
zels en met kort wollig pluis bedekte za
den.