DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Garanties en
beloften
Bidden
VRIJDAG 14 APRIL 1939
30ste Jaargang No. 9311
S>e
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 15. Administratie 935.
Adv. en Abonm-Urleven de pat. I
Giro 103003. Postbus 11.
Het feit van den dag is de toezegging
van hulp en steun aan Roemenië en Grie
kenland, welke Chamberlain namens de
Britsche en Daladier namens de Fransche
regeering heeft gedaan.
Deze verklaringen liggen geheel in de
lijn van de Britsch-Fransche politiek, sinds
de bezetting van Tsjecho-Slowakije door
Duitschland, welke gebeurtenis geleid heeft
tot de bekende garantie aan Polen, wat
toen een volkomen ommekeer in de tradi-
tioneele Britsche politiek beteekende.
Het schijnt, dat de Britsche garantie aan
Roemenië pas op het uiterste nippertje er
door gekomen is en wel op aandringen van
Daladier. Gistermorgen zou Chamberlain
nog voornemens zün geweest om alleen de
integriteit van Griekenland te garandee
ren, maar toen hem bleek, dat verschil
lende Engelsche partijen prijs stelden op
een garantie ook aan Roemenië en hem
bovendien werd meegedeeld, dat Daladier
in elk geval daartoe zou overgaan, heeft
Chamberlain in overleg met den minister
raad deze garantie in zijn verklaring op
genomen.
Uit Boekarest wordt dan ook gemeld,
dat het nieuws van de Engelsche garantie
in Roemenië met vreugdevolle verrassing
werd vernomen; men had er niet meer op
gerekend!
Het doet eenigszins vreemd aan, dat En
geland en Frankrijk de onafhankelijkheid
van Joego-Slavië niet hebben gegaran
deerd, doch men meent, dat dit achterwe
ge is gelaten op aandringen van Joego-Sla
vië zelf.
Ten slotte wordt vernomen, dat waar
schijnlijk eenzelfde garantie-verklaring zal
worden afgelegd ten opzichte van Turkije.
Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat de
verklaringen van Chamberlain en Dala
dier niet met gejuich zijn begroet in Ita
lië en Duitschland. De Italiaansche pers le
vert nog geen commentaar, terwijl de
Duitsche pers door schimpscheuten en ver
dachtmaking van de Britsche bedoelingen
de beteekenis ervan zooveel mogelijk
tracht te verkleinen. Duitschland en Ita
lië zijn immers de vredelievendheid in per
soon en iedere garantie is een slag in de
lucht. Het is omsingelingstactiek, welke
gebruik maakt van een kunstmatige opge-
zwiepte ongerustheid bij de kleinere buur
landen.
Behalve de garantie is nog van belang,
Chamberlain's mededeeling, dat het
Eritsch-Italiaansche accoord door Engeland
niet wordt opgezegd.
Italië heeft beloften gedaan en Cham
berlain wil afwachten of Italië ze ook zal
uitvoeren. Met name wordt hier gedacht
aan de terugtrekking der Italiaansche vrij
willigers uit Spanje. Die spoedige terug
trekking vormt een integreerend deel van
het genoemde accoord en de nakoming
van de belofte, dat de Italianen na de groo-
te parade van 2 Mei zullen repatrieeren,
wordt beschouwd als de toetssteen van
Italië's oprechtheid.
De algemeene indruk van den toestand
is, dat de latente spanning weliswaar voor-
loopig zal blijven bestaan, met de moge
lijkheid van een plotseling acuut worden
maar dat het meer en meer waarschijn
lijk wordt, dat de dictatoriale landen re
kening zullen houden met de mentaliteit
van verzet, welke zij zelf hebben opgeroe
pen. Men weet evenwel niet hoe lang dat
duren zal. Inmiddels gaat Italië het nieu
we bewind in Albanië organiseeren en
bereidt Duitschland zich voor op de vie
ring van den 50sten verjaardag van Hitier.
Het Katholiek Comité van Actie
„Voor God" schrijft ons:
Nederland paraat.
Onze grenzen worden be
veiligd.
Allerlei maatregelen worden
genomen.
Vergeet niet: te bidden
V De politiek der N.S.B.
Mr. De Geer herinnerde in zijn dezer
dagen gehouden openingsrede op de jaar
vergadering der Christelijk-Historische
Unie er aan, dat onlangs de Duitsche po
litiek als volgt is verdedigd:
„Zooals alles in het Derde Rijk onder
geschikt is of wordt gemaakt aan het al
gemeen belang, dat is het belang van den
staat en van de partij, zoo wordt ook de
buiter.landsche politiek niet bepaald door
ethische. moreele of algemeen-geldende
juridische begrippen, doch alleen door de
levensbelangen van den Duitschen staat.
Even consequent als de nationaal-socialis-
tische Regeering dit standpunt binnen de
grenzen van het Rijk op elk gebied heeft
gehandhaafd, zal zij ook in haar buiten-
landsche politiek en in haar expansie-drift
dit principe blijven huldigen en toepassen,
zelfs op het gevaar af, daardoor in ern
stige conflicten te worden verwikkeld".
De christelijk-historische staatsman
wees er volkomen terecht op, dat dit is
„het zuivere Machiavellisme, dat alle mo
raal en ethiek en algemeen-geldende
rechtsnormen voor den staat als ballast
verwerpt".
En dan kwam hij op de rol van de
N.S.B. in ons land, waarvan hij zeide:
„Het is in hooge mate te betreuren, dat
het orgaan van een Nederlandsche partij
aan een daad, die zulk een verdediging
behoefde, zijn zegen heeft geschonken. In
het dagblad van de N.S.B. is dit gedaan.
Er werd daar geschreven, dat in Tsjecho-
Slowakije het recht hersteld was; dat
dat daar een einde was gemaakt aan het
gestook van communisten, vrijmetselaars
en internationaal Jodendom; dat daar ge
zien werd de samenwerking van natio-
neel-herboren volken Zulke woorden too-
nen niet alleen een bedenkelijke afstom
ping voor de eischen van recht en moraal,
zij geven in den grond der zaak ook een
rechtvaardiging voor een gelijken aanval
op ons land als Tsjecho-Slowakije heeft
ondergaan Ook wij hebben onze commu
nisten, vrijmetselaars en Joden, die vol
gens de N.S.B. een geweldigen invloed
oefenen op ons staatsbeleid. Waarom zou
men aan het „gestook" dier menschen niet
een eind maken en aldus ook ons opne
men onder de „nationaal-herboren vol
ken?" Dit is zelfs niet meer bloote theo
rie; in het weekblad der partij is, in een
door den Leider persoonlijk geteekend ar
tikel, die consequentie reeds getrokken, al
thans angstwekkend dicht benaderd. In
dat artikel wordt eerst een reeks misdra
gingen van onze autoriteiten opgesomd:
het verbod van den Rotterdamschen voet
balwedstrijd, het weren van nationaal-
socialisten uit het defensie-apparaat
(waarbij nota bene aangeteekend wordt:
„me weet het ook in Berlijn en Rome
maakt daaruit zijn gevolgtrekkingen"),
de goud verschepingen naar Engeland en
Amerika, de aanwezigheid van minister
Patijn bij een zekere lezing, het ontslag
van burgemeester van, Bönninghausen. En
dan volgen deze ontstellende woorden:
,,'s L&nds belang eischt dat aan al deze
dingen snel en definitief een einde komt.
Laat Tsjecho-Slowakije, wat dat betreft
een waarschuwend voorbeeld zijn".
Hier wordt dus ondersteld, dat een
vreemde staat in de wijze, waarop wij
onze eigen binnenlandsche aangelegenhe
den bedisselen, aanleiding zou kunnen
vinden tot ingrijpen. En die onderstelling
jaagt den schrijver niet het bloed naar de
kaken, maar wordt door hem gelanceerd
met zeker welgevallen en als motief ge
bruikt voor een aanmaning om ons leven
te beteren en ons staatkundig beleid naar
een buitenlandsch recept in te richten".
De bedoelingen kunnen beter zijn,
dan de keuze der woorden en de vorm
der gedragingen; van velen in de N.S.B.
zijn de bedoelingen, naar onze over
tuiging, ook zéker niet slecht maar
f e i t e 1 ij k is de politieke actie van de
N.S.B. niet zoodanig, dat men haar gaarne
het praedicaat nationaal zal verleenen!
En ook daarom denk niemand onzer er
aan, om te stemmen op de N.S.B.
Geen enkele katholieke stem ga op
Woensdag 19 April verloren voor de
lijst der R.K. Staatspartij, d.i. in Noord- en
Zuid-Holland
LIJST 2.
DALING DER
WERKELOOSHEID
N EEN JAAR TIJD IS HET AANTAL
TEWERKGESTELDEN MET 21000
VERMEERDERD
De directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbe
middeling deelt mede, dat blijkens door
het Centraal bureau voor de statistiek ver
strekte voorloopige gegevens in de week
20 t.m. 25 Maart 1939 bij gesubsidieerde
vereenigingen met werkloozenkas waren
aangesloten 579.941 personen (waaronder
75.697 landarbeiders).
Van de 504.244 verzekerden, buiten de
landarbeiders, was het werkloosheidsper
centage 21.9 (in de vorige verslagweek. 6
t.m. 11 Maart 1939, was dit percentage 22.8)
Van de 579.941 verzekerden, met inbe
grip van de landarbeiders, was het werk
loosheidspercentage 21.1 (vorige verslag
week 21.9).
In de overeenkomstige verslagweek van
Maart was het werkloosheidspercentage
voor alle verzekerden in de laatste jaren
als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld
de percentages, indien de landarbeiders
beschouwing worden gelaten):'
1932 24.0 (24,7), 1933 29,4 (29,8), 1934
24.8 (26,4), 1935 28.4 (31.0), 1936 30.8 (33.4),
1937 26.8 (28.7), 1938 24.4 (25,9), 1939 21.1
(21,9).
Op 25 Maart waren bij de organen der
openbare arbeidsbemiJ ling ingeschreven
365.601 werkzoekenden, waarvan er 347.919
werkloos waren (n.L 334.524 mannen en
13.395 vrouwen).
Het aantal tewerkgestelden is thans on
geveer 1500 en het aantal gesteunden ruim
10.000 lager dan een maand geleden.
De oorzaak hiervan ligt in het feit, dat
door werkzaamheden in veenderijen en
landbouw een groot aantal personen we
der werk vond in het vrije bedrijf.
Van de geheel werklooze verzekerden
ontvingen er in de verslagweek 19.908 uit
kering uit de werkloozenkas.
Het aantal verzorgden op 25 Maart 1939,
volgens voorloopige opgave van den direc
teur-generaal van de werkverschaffing en
steunverleening, is hieronder vermeld.
Naast deze gegevens zijn opgenomen de
cijfers voor den overeenkomstigen datum
van 1938.
tewerkgestelde 25 Mrt. '39 26 Mrt '38
werkloozen 71.956 50.955
gesteunde werkloozen 142.064 172.816
gezamenl.
aant. verzorgden 214.020 223.771
(Hieronder bevindt zich een aantal ver
zekerden, wier steun bestaat uit een aan
vulling van de uitkeering uit hun werk
loozenkas).
Uit deze cijfers blijkt, dat in één jaar
het aantal tewerkgestelden met 21.000 is
vermeerderd en het aantal gesteunden met
30.750 is afgenomen, tezamen vormende
een vermindering van het aantal verzorg
den met 9.750 of bijna
Het verschil tusschen het aantal bij de
organen der arbeidsbemiddeling ingeschre
ven werkloozen en het aantal personen,
door verzekering, steun en werkverschaf
fing geholpen, wordt mede hierdoor ver
klaard, dat onder het aantal verzorgden
(dit zijn in hoofdzaak kostwinners van ge
zinnen) de werklooze gezinsleden niet
worden medegeteld. Dezen zijn echter wel
als werkzoekende bij de arbeidsbeurs
geschreven.
Blijkens mededeeling van het Werk
fonds waren op 25 Maart 1939 bij werken,
die met behulp van dit fonds worden uit
gevoerde direct en indirect werkzaam
ruim 9.000 arbeiders. Bovendien is voor
een aantal arbeiders, die kan worden ge
raamd op pl.m. 4.500, als gevolg van be
doelde werken werkgelegenheid ontstaan.
tig heeft bijgedragen. Al scheen het som
migen, buitenstaanders vooral, wel eens
anders toe, maar een feit is toch, dat onze
R.K. Staatspartij bij voortduring stuwend
de bres stond en dat onze fracties in
Tweede en Eerste Kamer energiek in de
richting van een politiek van socialen en
economischen omhooggang stuurden en
blijven sturen.
Die politiek moet hand aan hand gaan
met de versterking der moreele kracht van
ons volk.
Welnu, ieder der onzen weet, dat het
program der R.K. Staatspartij omhoog
gang naar alle kanten verlangt.
Wie zou niet willen meewerken, om ook
door middel van de Statenverkiezingen
mee te werken, dat in de toekomstige sa
menstelling van de Eerste Kamer de in
vloed der onzen zich zoo krachtig moge
lijk kan doen gelden?
Dat is politiek in den mooien diepen zin
van het woord
Katholieke plicht en nationale plicht.
Al heeft men ook beproefd onze bedoe
lingen in een verkeerd daglicht te stellen,
den katholieken minister van Justitie op
meer dan grievende wijze in zijn eerlijk
beleid te verguizen, wij zullen daarop ant
woorden met een eendrachtig stemmen op
de Katholieke lijst".
Nieuwe bestrijding der
werkloosheid
Uit een artikel van de „Gelderlander":
„Onze lezers weten, dat onze Regeering
met volle kracht de bestrijding der werk
loosheid ter hand neemt. Dit brandende
vraagstuk wordt thans heel anders aange
pakt dan voorheen. En daarbij gaat het
om nog heel wat meer, dan enkel maar
een te werk stellen van een aantal werk
loozen. Deze Regeering zet alle zeilen bij
om tot blijvende werkverruiming te ko
men; niet enkel door een goed geleide
ontginningspolitiek op groote schaal ten
behoeve van het platteland, maar ook om
een betere werkgelegenheid te brengen
voor de onderscheiden groepen werkloo
zen in onze groote steden. Naar blijvende
werkveruiming derhalve ook voor hen, die
in de industrie, in handel e.d., hun brood
moeten verdienen.
In één woord: er waait een nieuwe fris-
sche wind. En we mogen gerust zeggen,
dat daaraan de voortdurende actie van het
katholieke volksdeel van ons land krach
Dwaze laster
Aan een artikel in de „Avondpost" ont-
leenen we:
Zelfs in deze dagen staakt de N.S.B.
haar laster niet tegen het eigen volk.
Het „Nationaal Dagblad" heeft Zater
dagavond daarvan een staaltje geleverd,
dat letterlijk alle andere overtreft. Het
blad schreef:
„Als minister Colijn waarlijk gelooft
aan een Europeesch gevaar en het heele
mobilisatie-gedoe, waarmee ons land ver
ontrust wordt, terwijl Chamberlain in
Schotland hengelt, meer moet zijn dan
wat booze tongen mompelen, n.l. een door
de politieke partijen gewenschte verkie-
zings-manceuvre, dan zal het optreden van
minister Romme als een directe uittarting
van het Nederlar l:che arbeidersvolk
worden gevoeld".
Hier staat dus niets meer of minder dan
dit:
Booze tongen beweren, dat de militaire
maatregelen, op Goeden Vrijdag genomen,
niets anders zijn dan een door de politie
ke partijen gewenschte verkiezingsma
noeuvre.
Het laffe in deze omschrijving is, dat
men niet eens durft zeggen:
„Wij beweren", maar: ..Booze tongen be
weren". „Men" beweert. Het is natuurlijk
voor een kind duidelijk, dat deze tongen
niet anders zijn dan N.S.B.-tongen.
Wat is, gced beschouwd, zulk een be
schuldiging toch waanzinnig en lasterlijk
tegelyk.
Wat een stuk perfide laster zit daarin,
in zulk een zinnetje: alsof de Regeering bij
wijze van verkiezings-manoeuvre mobili
satie-maatregelen zou nemen.
Lelden
DE BENOEMING VAN
PROF. MR. W. VAN ITERSON
Dll nummer beslaat alt
vier bladen.
Bij'Koninklijk Besluit is, zooals gemeld,
met ingang van 1 October a.s. benoemd tot
hoogleeraar in het oud-Vaderlandsch recht
en zijn geschiedenis aan de rijksuniversiteit
alhier mr. W. van Iterson, als opvolger van
prof. mr. A. S. de Blécourt.
Professor mr. Willem van Iterson werd
25 Mei 1897 geboren te Ouder-Amstel, al
waar zijn vader, de heer J. A. van Iterson,
notaris was. Na lager onderwijs te Rhenen
te hebben genoten, doorliep hij het Chr.
gymnasium te Arnhem. In Juni 1919 slaag
de hij voor het candidaats-examen rechten
te Leiden en in 1922 voor het doctoraal exa-
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Engeland en Frankrijk garandeeren de
integriteit van Roemenië en Griekenland.
Verklaringen van Chamberlain en Dala
dier (2e blad).
Victor Emmanuel aanvaardt de kroon
van Albanië. Vermoed wordt, dat graaf
Ciano onder-koning zal worden. Albanië
verlaat den Volkenbond (2e blad).
Naar schatting zouden tijdens den
Spaanschen burgeroorlog 1.200.000 men
schen gedood zijn (2e blad).
Binnenland
Daling der werkloosheid. (1ste blad).
WIJ GEVEN ARTIKELEN OVER:
Korfoe, het voorportaal van Grieken
land. (2de blad).
De bloembollenvelden, waarbij een
kaartje voor verschillende routes. (4de
blad).
Het land en volk van Albanië. (2de
klad).
men. Na dien tijd verrichtte prof. van Iter
son uitgebreide orchiefonderzoekingen voor
zijn dissertatie. Daarna vestigde hij zich l
Leiden als repetitor in het oud-Vader
landsch recht.
In 1932 promoveerde prof. van Iterson
aan de Leidsche universiteit cum laude
tot doctor in de rechtswetenschap op een
zeer omvangrijk proefschrift, getiteld: „De
historische ontwikkeling van de rechten op
den grond in de Provincie Utrecht".
Sinsdien verschenen er van de hand van
prof. van tlerson nog verscheideen be
langrijke publicaties op het gebied der
rechtshistorie. Wij noemen hier een uitvoe
rige studie over vrouwenvoogdij, behande
lende de rechtspositie der vrouw in vroe
ger eeuwen, voorts artikelen over het gc-
oruik van den grond en de bijzondere wijze
van erfopvolging van bepaalde gebruiks
rechten op den grond. Verder zij hier ver
meld de uitgave van een nog onbekend
handschrift van den z.g. Hollandschen Sak-
senspiegel, dat door prof. van Iterson werd
geïdentificeerd en van een inleiding werd
voorzien.
Prof. van Iterson is lid van verschillende
buitenlandsche vereenigingen. welke zich
bezighouden met rechtsgeschiedenis. Zoo
werden door hem ook lezingen gehouden
o.a in Luik en te Parijs.
Sinds 1935 is prof. van Iterson lid van de
Redactie van het Tijdschrift voor Rechts
geschiedenis en sedert 1936 lid van de
Commissie voor het Oud-Archief alhier.
Merkwaardigheidshalvc kan hier nog
worden medegedeeld, dat de nieuw-benoem-
de Leidsche hoogleeraar een neef is van
wijlen prof. dr. J. E. van Iterson te Leiden
en van de beide Delftschc hoogleerarcn,
prof. dr. G. van Iterson en prof. dr. F. K.
Th. van Iterson (thans directeur der Staats
mijnen te Heerlen).
VAN TWAALF METER HOOGE STEL
LING GEVALLEN EN ERNSTIG
GEWOND
Vanmorgen waren drie werklieden op
de werf Gusto v/h A. F. Smulders te
Schiedam op een twaalf meter hooge stel
ling werkzaamheden aan het verrichten,
toen plotseling een van de dwarsbalken
van deze stelling brak en alle drie werk
lieden naar beneden stortten. Hierbij liep
de 22-jarige ongehuwde J. Bakkes uit
Schiedam een wervelfractuur en een
zware «hoofdwonde op. Zijn toestand moet
zeer zorgelijk worden geacht. De 30-jarige
gehuwde J. Winters eveneens uit Schiedam
liep eveneens een wervelfractuur op, ter
wijl zijn nieren werden beschadigd. Ook
zijn toestand is zeer ernstig.
Het derde slachtoffer, de gehuwde 30-
jarige F. Neerhout uit Rotterdam kwam er
minder slecht af. Hü kreeg een armwonde
en een gebroken neusbeen.
Alle drie slachtoffers zün naar het R.K.
ziekenhuis te Schiedam vervoerd, waar
Neerhout na verbonden te zün het zieken
huis kon verlaten. De andere twee zün er
ter verpleging opgenomen.
Omtrent de oorzaak van het ongeluk
tast men nog in het duister.
De fabrieksarts, dr. Geerdes, heeft de
slachtoffers de eerste hulp verleend.