De Verkiezing der Provinciale Staten. Nieuwe voorzorgs maatregel Eerste oefentijd van 18 maanden? De DIeren-Jaitiboree Haarlemsche Bloe'menkeuring WOENSDAG 12 APRIL 1939 DE LE1DSCHF rOURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 De beteekenis en de invloed (Volgend artikel veroorloven w(j ons te ontleenen aan Practica het inder daad practische katholieke maandblad, dat verschijnt bij Urbi et Orbif Ondiep 6, Utrecht, en dat wij om zijn verscheiden, interessanten inhoud gaarne in breeden lezerskring aanbevelen). Op 19 April worden de verkiezingen ge houden voor de Provinciale Staten, waar aan alle kiesgerechtigden volgens de wet moeten deelnemen. Zooals voor de Tweede Kamer en de gemeenteraden komen de verkiezingen voor de Provinciale Staten om de vier jaren terug. Beide laatste werden in 1935 gehouden, zoodat zij weer dit jaar aan de beurt zijn. Hoewel de verkiezingen voor de Staten hun bijzondere beteekenis hebben, trek ken zij toch niet die belangstelling, welke de Tweede Kamer- en gemeenteraads-ver- kiezingen genieten. Verwonderlijk is dit niet. De Tweede Kamer is uiteraard van meer belang en de gemeenteraad is de vertegenwoordiging van die gemeenschap aan welks leven de kiezers dagelijks zeer duidelijk en tastbaar deelnemen. Trouwens niet alleen algemeen maatschappelijk, maar ook staatkundig beteekent de ge meente meer dan de provincie. De ge meentelijke voorzieningen vereischen nu eenmaal meer, wat eigendommen, publieke werken, verordeningen en dergelijke be treft. Practisch is de gemeente een hech tere gemeenschap dan de provincie en al mag het gewestelijke hier en daar sterk gekleurd zijn in staatkundig opzicht spreekt zich de gewestelijke eigenaardig heid minder sterk uit. Politiek wordt de provincie terug gedrongen door het Rijk eenerzijds en de gemeente anderzijds. Tot uitdrukking komt dit in de vergelijking tusschen de belastingbedragen, die voor de provincie veel geringer zijn dan voor de gemeenten en zich beperken tot be scheiden opcenten op de rijksbelastingen en tot enkele zoogenaamde retributies (heffingen wegens bepaalde toegekende genotsrechten). De Staten in het verleden. Toch is de politieke positie der provin cies niet immer zoo beperkt geweest. Wü behoeven maar te denken aan de alles overheerschende macht der zeven provin cies in de Republiek der Vereenigde Ne derlanden. Toen domineerden de Staten der provincies de Staten-Generaal, waar bij in feite de Staten van Holland en Zee land oppermachtig waren. Toch in de jaren 18441815 de Neder landen in het constitutioneele Koninkrijk sterker werden gecentraliseerd, werd de finitief een einde gemaakt aan de macht der provinciale besturen. Ook in ons land had de gedachte van de eenheidsstaat doorgewerkt, mede doordat men te veel wee had ondervonden van de versnippe ring van het staatsgezag. Het wantrou wen tegen de macht der Staten van de provincies sprak duidelijk uit de grond wet en de sporen daarvan bestaan nog al tijd in onze wetgeving. Er werd zelfs aan gedacht de naam van Provinciale Staten te veranderen. „Staten" beteekent „standen", drukt dus uit een standenvertegenwoordiging en in hun oude beteekenis bijzonder de standen van het platteland, de edelen en van de steden, de burgerij. Wel zouden de Statenleden uit die standen worden benoemd, maar niet als vertegenwoordigers daarvan. In de Grondwet werd echter niets bepaald om trent de benoeming en toen koning Willem I, die zooals overbekend is meer op de koninklijke regeering dan op het parle mentairisme de nadruk legde, deze be noemingen aan zich trok was er van een werkelijke vertegenwoordiging dan ook geen sprake. Ook wat het provinciaal be stuur betreft deed de koning zich gelden, daar zonder hem niets tot stand kwam, hoewel de Grondwet, zij het zeer vaag, de Staten een zeker mate van autonomie, de regeling en het bestuur der eigen zaken, toekende. De Provinciale wet. De Grondwet van 1848 bracht hierin verandering. De ministerieëele verant woordelijkheid, daarin geschapen, ver minderde de persoonlijke macht van den koning en ook voor de provincies schiep zij meer zelfstandigheid. De benoeming der Provinciale Staten zou niet meer door den koning geschieden, maar door verkiezingen terwijl de provincies in het vervolg over een eigen kas zouden beschikken, nadat zij hiervoor vroeger bij het Rijk tebiecht moesten komen. Een en ander werd ver wezenlijkt in de door de Grondwet voor geschreven wet, de Provinciale wet van 6 Juli 1850, een der monumentale scheppin gen van Thorbecke, die zulk een groot aandeel had gehad in de totstandkoming van de Grondwet van 1848. Het zelfbestuur (medewerking aan de uitvoering van de rijkswetten) en de auto nomie der provincies werden nu concreter omschreven. De beperking daarvan is, dat provinciale verordeningen, door de Pro vinciale Staten gemaakt, en besluiten niet mogen treden in het rijksbelang. Con trole hierop oefent de Kroon uit, die aan de verordeningen goedkeuring moet schen ken, nog immer een blijk van achterdocht jegens het bestuur der provincies. De ge meenten hebben daarin meer zelfstandig heid, daar voor een groot deel hunner ver ordeningen geen goedkeuring van hooger- hand is vereischt; wel kunnen deze achter af worden vernietigd. De Kroon werkt dus in zekere zin aan de totstandkoming van de provinciale verordening, waarom dan ook is bepaald, dat deze slechts door de wet kan worden vernietigd. Bevoegdheid der Staten. De taak der Provinciale Staten is niet uitgebreid. Hoewel zij het hoogste orgaan der provincie vormen, heeft de werkzaam heid der uit hun midden gekozen Gedepu teerde Staten toch meer omvang. De be moeiingen der Provinciale Staten strek ken zich voornamelijk uit over de water staat, waaronder de wegen, de waterschap pen, de electriciteitsvoorziening en in de laatste jaren ook meer en meer de streek plannen voor bebouwing en bodemindee- ling. Binnen de grenzen der Provinciale wet kunnen zij belastingverordeningen maken en de begrooting vaststellen. Voorts hebben zij een taak in de verzorging van het krankzinnigen-wezen en met hun subsidies steunen zij maatschappelijke en cultureele instellingen van verschceiden aard. De Staten, wier aantal leden varieert naar de grootte der provincie (van 35 tot 80), vergaderen slechts tweemaal per jaar, als zij niet voor een buitengewone zitting worden bijeengeroepen. Meestal zijn deze zittingen in enkele dagen gedaan, wat wel eenig denkbeeld geeft van de beperkte taak, hoewel de schriftelijke voorberei ding natuurlijk van de leden meer tijd vergt. De algemeene politiek vindt haar weerslag in de besprekingen. Immers de candidaatstelling voor het lidmaatschap moet ook hier door groepen op lijsten ge schieden en de verkiezing en samenstel ling der Staten vinden dan ook volgens het systeem der politieke partijen plaats. Hun politieke /beschouwingen gaan echter veelal aan het volk voorbij. Toch is de verkiezing der Provinciale Staten van algemeen politiek belang, om dat zij fungeeren als kiescollege voor de Eerste Kamer. Men heeft hier dus het systeem der trapsgewijze verkiezing. Dit systeem is gekozen om de Eerste Kamer een meer conservatief karakter te geven, dat niet sterk te beinvloeden is door wis selende politieke formaties, die bij recht- streeksche verkiezingen, zooals voor de Tweede Kamer, konden optreden. Sedert de invoering der evenredige vertegenwoor diging in 1917 welke de districtsverkie zingen verving, bestaat hiervoor echter nog maar weinig kans. De Eerste Kamer behoeft dan ook niet zoozeer meer te wa ken voor de bescherming der staatsinstel lingen, fungeerende ministeries en con stante staatkunde, als tegen de verander lijke stemmingen der Tweede Kamer, waar tegen zij als „bolwerk" werd opgericht. Het doet zich dan ook voor, dat de be raadslagingen der Eerste Kamer een her haling vormen van de verhandelingen in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Meer zin behield echter de verkiezing door de Provinciale Staten, omdat in tegenstelling tot de Tweede Kamer, door het volk gekozen, hier de provincies wor den vertegenwoordigd, wat nog doet den ken aan de samenstelling der Staten- Generaal in de tijd der republiek. Bij de verkiezing voor de Eerste Kamer zijn de provincies in twee groepen ver deeld, welke beurtelings om de drie jaren de helft der Eerste Kamerleden (25) ver kiezen, zoodat de senatoren zes jaren zitting hebben. Deze telkens gedeeltelijke ver andering in de samenstelling der Kamer past in de „bolwerk-theorie". De waterschappen, de locale ge meenschappen tot beheer der water kee ringen, die over enkele overheidsbevoegd- heden beschikken, staan onder controle der Provinciale en Gedeputeerde Staten. De Provinciale Staten maken de reglemen ten der waterschappen. Verder behooren de waterstaatszaken tot de bevoegdheden Het Katholiek Comité van Actie „Voor God" schrijft ons Begin van alle wijsheid Waarborgen en overeenkomsten voor internationale veiligheid zijn alleen dan van eenige waarde, wanneer het geloof in God en de vrees, om Zijn recht te schenden, erkend worden als het begin van de wijsheid. Mannen, in wier han den het lot der naties gelegd is, moeten erkennen, dat vrede niet de vrucht is vein diplomatie, maar een Gave Gods. Kardinaal HINSLEY. der Staten, in zooverre deze zaken niet het Rijk betTeffen. Ten aanzien van het zelfbestuur (mede werking aan de Rijksregelingen) hebben de Staten slechts een bevoegdheid, wan neer dit hun uitdrukkelijk wordt opgedra gen. Anders z(jn de Gedeputeerde Staten het competente orgaan. Ook zijn de Staten bevoegd tot de beschikking over de pro vinciale eigendommen, met recht dit te delegeeren aan Gedeputeerde Staten, en over de geldmiddelen (begrooting, belas ting). De provinciale begrooting behoeft de goedkeuring der Kroon. Andere organen der provincie. De twee andere bestuursorganen der provincie zijn de Gedeputeerde Staten en de Commissaris der Koningin. De Gedepu teerde Staten hebben een uitgebreide, va- rieerende werkzaamheid. Zij zijn voor het belangrijkste deel het uitvoerend orgaan inzake de besluiten der Staten, ontwerpen verordeningen en besluiten, oefenen goed- keuringsrecht uit voor vele besluiten van gemeenteraden en zijn in vele wetten aan gewezen als het college van bestuursrecht spraak in geschillen, waarbij de lagere overheid is betrokken. Veelal strekt deze taak zich buiten het belangengebied der provincie uit. Zij vormen ook het orgaan van het provinciaal zelfbestuur. De Commissaris der Koningin, in de eer ste koninklijke instructie gouverneur des konings geheeten. vandaar, dat hij in het zuiden nog wel „gouverneur" wordt genoemd is de voorzitter van de Pro vinciale en Gedeputeerde Staten. Meer dan provinciaal magistraat is hij rijksambte naar (wordt door het rijk bezoldigd), die het rijksbelang in de provincie dient voor te staan. Hij is dus vertegenwoordiger van het centrale gezag, dat in navolging van Willem I nog altijd doet, alsof het de provincies niet erg vertrouwt. De Com missaris heeft tot taak de gewone uitvoe ring der provinciale besluiten, maar ook de handhaving der openbare orde in de provincie waarbij hij zoo noodig de bur gemeesters kan uitschakelen. Hij draagt ook aan de Kroon personen voor bij de be noeming van burgemeesters. BINNENLAND EEN AANTAL GROOTVERLOF GANGERS MOET ZICH GEREEDHOUDEN De regeeringspersdienst meldt: Zooals minister Colijn in zijn radiorede heeft opgemerkt, is het een eisch van voor zichtig beleid om bijtijds de voorwaarden te scheppen, die het ongestoord verloop van een mobilisatie, indien deze te eeniger tijd onverhoopt noodzakelijk mocht blij ken, waarborgen. Tot deze voorwaarden behoorde de op roeping van de gr ens bataljons. Een an dere voorwaarde is het bij voorbaat doen waarschuwen, zich voor opkomst gereed te houden van eenig met groot verlof zijnd personeel, dat Is aangewezen om voorbe reidingen te treffen in verband met te vormen oorlog-s onderdeden. Dit is thans geschied. Wij lezen in de „Telegraaf: De mede- deeling in de radiorede, welke minister president Colijn gistermorgen heeft gehou den, dat het noodig is bijzondere voorzie ningen te treffen ,die een meer permanent karakter dragen en van zoodanigen aard zijn, dat in geval van internationale span ningen niet telkens tot het treffen van bij zondere maatregelen behoeft te worden overgegaan, schijnen te slaan op mate- rieele voorzieningen in de grensgebieden en aan de kust en op maatregelen betref fende het permanent ter beschikking heb ben van een grootere strekte aan man schappen voor de grens- en kustbeveili- ging dan op het oogenblik mogelijk is. Voor de aangekondigde versterking van de troepen voor permanente beveiliging van de grensgebieden en de kuststrook had de regeering de keus uit een drietal syste men, n.l. oprichting van een vrijwilligers corps, waarvan de manschappen zich voor een zeker aantal jaren zouden moeten ver binden als beroepssoldaat dienst te doen. verder een vergrooting van het jaarlijksch contingent en in de derde plaats verlen ging van den eersten oefeningstij d. Wij meenen te weten, dat de regeering het laatstgenoemde systeem heeft gekozen, o.m. uit overweging, dat verdere uitbrei ding van het contingent onevenredige ver hooging van kosten zou meebrengen van materieel en encadreering, kazerneering en dergelijken. Naar 't oordeel in bevoegde kringen, zal nu de eerste oefeningstfjd ver lengd worden waarschijnlijk tot 17 of 18 maanden. Na een eerste opleiding van vijf, of waarschijnlijk zes maanden, zouden de dienstplichtigen dan tweemaal zes maan den als tweede bataljon in de grensgebie den dienst doen, in verband met het be staande stelsel van onder de wapenen ko men in twee ploegen. Aldus zouden de manschappen na zes maanden verdere oefening in de garnizoenen, waar thans de tweede bataljons zich gedurende de twee de helft van hun diensttijd van elf maan den bevinden, nog zes maanden beschik baar zijn om dienst te doen in het grensge bied, waar, gelijk reeds gemeld, reeds na dere materieele voorzieningen worden ge troffen, en ter plaatse van hun oorlogsbe stemming nader te worden afgericht. Het is natuurlijk mogelijk deze termij nen nog iets korter te nemen, doch dat zou extra-moeilijkheden kunnen opleveren in verband met de tijdstippen van eerste op komst onder de wapenen. Een wetsontwerp tot overeenkomstige wijziging van de Dienstplichtwet zou vtü- wel gereed zijn. DE PRINS TE SOESTERBERG Gistermiddag heeft Prins Bernhard een bezoek gebracht aan het vliegkamp Soes- terberg. Z.K.H. werd rond geleid door den commandant der luchtvaartbrigade luit.- kolonel F. A. van Heyst en luit.-kolonel L. A. M. Koppert, commandant van het derde luchtvaartregiment. De Prins was in civiel en zonder gevolg. Het bezoek duurde ongeveer een uur. WARMTE-RECORD GISTERMIDDAG 20 GR. C. De temperatuur heeft gistermiddag een hoogte bereikt van 20 gr. Celsius (aan de O. Handelskade te Amsterdam op het fili aal K.N.M.I.). Dit is een record voor vele jaren. Sinds de waarnemingen in het jaar 1907 Is slechts een keer op of voor den llden April een hoogere thermometerstand ge registreerd, n.l. in 1926, toen het op April 21 graden Celsius was. Reeds Dinsdagmorgen was het zeer warm. Te 2 uur 's middags werd de wind nog iets Zuidelijker en het bevolg was, dat het kwik snel omhoog ging van 17 tot 19 graden. Later op den middag, te drie uur, kwam er nog een graad bij. 185. Weer maakten de vaartuigjes gauw ruimte, weer vloog de boot met de vriendjes als een razende door den nauwen gang en was zij in een oogwenk uit het gezicht verdw en. Heel even was het krijtwitte gezicht van Big gie te zien geweest; hij hield krampachtig zijn hoed vast en zijn oogen dicht. 186. Nu besloten de anderen maar aan den kant te blij ven, want misschien kwamen die woestelingen wel weer terug. En ja, voor de derde maal kwam het vaartuigje den bocht om en scheerde rakelings langs de booten. HAARLEM, Krelagehuis ll-4-'39. Ze waren er, de Narcissenbloemen van buiten, wel niet in onoverzienbare hoeveel heden, maar toch voldoende om 3 wanden aardig te vullen. Ook waren er nog enkele uit de warenhuizen. De heer C. Gouverneur, Sassenheim, zond een aantal zaailingen van gele Trompet Narcissen, w.o. de bekende William The Silent De groote gele Trompet Narcis Louis Bouwmeester viel op in de inzendine van den heer Hugo P. Zwetsloot, Sassenheim, terwijl hier ook goede bloemen te zien wa ren van Fortune. De firma E. Oostdam Jzn. te Noordwij- kerhout had den pastoor van de St. Victor willen eeren door een Inc. Narcis, met wit bloemddk en oranje gekroesde cup MgT. Westerwoudt te noemen. Eenige goede Barrii's werden geëxpo seerd door N.V. Vandervoet's Bloembollen- bedrijf, Sassenheim. o.m. Stylita en Gerald. De „Venen'' waren ditmaal vertegen woordigd door 3 inzenders t.w. de heeren J. A. van der Zwet Gzn., P. J. Wesseiman en C A. v. d. Wereld. Eerstgenoemde bracht weer eenige goed gevormde ine. zaailingen van buiten, de heer Wesseiman vroeg de aandacht voor Betelgeuze, terwijl no. 3 o:m. goede bloe men liet zien van Wereld's Favorite, aan welke variëteit reeds in 1914 een G.V. was toegekend. Gebr. Kalis uit Texel hadden o.i. met hun collectie zaailingen uit King Alfred beter op het eiland kunnen blijven. Het uit zaad van Majestic voortkomende was wel iets beber. Veel en veel mooier was de groote gele Trompet Garden Queen, van G. B. van Rhijn, Noordwijk. Een groot stervormig bloemdek, een donkergele Trompet met een breede flink gekartelde rand. Getuigschrift van verdienste. De Hillegomsohe firma Rijnveld Zoon had eveneens een mooie inzendipg, waar in de witte Trompet Narcis Mount Hood en Flora opvielen, niet minder echter de Giant Leedsii Doris en de groote Bic. Pre sident Lebrun. Het neusje van de zalm was weer de in zending van Warraar Co., Sassenheim. Deze specialist in Narcissen verwierf 2 G.V.'s en 1 Getuigschrift 1ste klasse. Dit laatste voor Inc. Westminster. Inc. Rosslare, met citroen-geel bloem dek en diep-oranje komvormige kroon ver wierf een G.V. alsmede Bright Beauty en Barri met helder wit dek en oranje kom vormige kroon. Beersheba, de bijna witte Narcis, doet ook immer zeer aangenaam aan. De kolossale Bic. Mad. v. Waveren en de zuiver wit met crème Leedsii Suda trok ken in deze mooie collectie ook bijzonder de aandacht. Kleiner, maar daarom niet minder fyn was de inzending va.i P. van Deureen, Sas senheim. Alle bloemen waren van den kou- den grond. Een G.V. werd toegekend aan de Inc. Princesse Favial; zuiver citroen geel dek met groote komvormige kroon, die geheel oranje was. Louis Bouwmeester, Stresa en D. N. Mrs. Wm. Copeland waren eveneens met mooie bloemen vertegenwoordigd. Een Trompet zonder gekartelde rand is niet af, deze indruk kreeg men bij het be schouwen o.m. van Bic. Jumbo, ingezonden door den heer C. S. van Dobben de Bruyn, Noordwijk. Frans Roo2en uit Vogelenzang liet ook eenige zeer goede Narcissen zien, waarvan mettertijd eenige wel een G.V. zullen be komen. G. Lubbe Zoon, Ocgstgeest, had een mooie collectie, ofschoon Scarlet Beauty een beetje uit de toon viel. De Gele Trompet Nr. 322, diep geel ge sloten dekblad en breed zwaar gekartelde Trompet bekwam oen G.V., welke onder scheiding eveneens werd toegekend aan Nr 83, oen Inc. met wit bloemdek en breede platte diep-gele kroon met oranje rand. In gezonden door de Vereenigde Culturen, Noordwijk. De witte Trompet Romaine en de Leedsii Libelle trokken eveneens de aandacht Giant Attraction en Giant Leedsii be kwam een G.V. Een aparte bloem: kom vormige kroon met wit bloemdek en zwa velgeel gekroeste rand. Enkele zaailingen zagen wij van de Graaff „Gerbranda" Lisse. Een kruising van E. R. Marconi en E. R. Jacques, ingezonden door L. Onderwater Zoon, Lisse, had tot resultaat de zeer stevige, late E. R. Glory of Lisse, van welke Hyacinth eenige mooie kisten aanwezig waren. De firma Rijnveld voornoemd zond nog Tul. KolpakowSkiana in; een eigenaardig klein bloempje, geel buitenzijde, violet ge rand. Een G.V. Jac. Tol, St. Pancras had eenige late Tul pen, heel groote bakken, mooi voor in een tuin; terwijl C. G. van Tubcrgen, Haarlem een exemplaar van de geweldig groote Tul. Fosteriana Sir Daniël liet zien. G. C. van Meeuwen ging voort met aan schouwelijk onderwijs in bijigoed: verschil lende soorten Babiana. Buiten werden eenige sorteermachinej gedemonstreerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 7