GEMEENTERAAD VAN LEIDEN WOENSDAG 12 APRIL 1939 DE LE1DSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 12 Vergadering van den gemeenteraad van Leiden, op Maandag 17 April 1939, des na middags te twee uur, in het gebouw „Tot Nut van 't Algemeen" (Steenschuur 21). Te behandelen onderwerpen: lo. Benoeming van een lid van het be stuur der Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen. 2o. Benoeming van een lid van de Zui dercommissie tot wering van schoolver zuim. 3o. Benoeming van een onderwijzer, hoofd van de o.l. school aan de Duivenbo- destraat. 4o. Preadavies op het verzoek van me vrouw M. A. Kok geb. van Bladeren om ontslag als regentes van het College van Vrouwen-Kraammoeders. 5o. Voorstel inzake het overnemen in eigendom bij de gemeente van verschil lende voor straat bestemde strooken grond. 6o. Voorstel tot het verhoogen van ver schillende posten der begrooting, dienst 1938, waarvan de raming te laag is geble ken en tot het toevoegen van eenige nieu we posten aan die begrooting. 7o.Voorstel tot het kosteloos ten gebrui- Ike afstaan van de groote zaal der Stadsge hoorzaal aan de afdeeling Leiden van de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbe scherming ten behoeve van het houden van een tentoonstelling op luchtbeschermings- Igebied. 8o. Voorstel tot het verlengen van de met A. Backer, te Leiden, aangegane over eenkomst betreffende de verpachting van het hotel „Den Burcht", met aanhoorighe- den. 9o. Voorstel tot het verleenen van me dewerking aan het bestuur van de Gerefor meerde Schoolvereeniging, alhier, tot het aanschaffen van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onder wijs aan de Stadhouderslaan en tot het vaststellen van den desbetreffenden be- igrootingsstaat. 10. Voorstel tot het beschikbaar stel len van gelden ten behoeve van extra-on derhoud aan eenige openbare scholen. 11 o. Voorstel tot het verstrekken van een geldelijke bijdrage aan de Commissie Reclame Stad Leiden en tot het vaststel len van den desbetreffenden begrootings- staat. 12o. Voorstel tot het wijzigen van de begrooting van de Electriciteitsfabriek en van de gemeentebegrooting, beide dienst ,1939, in verband met het raadsbesluit van 20 Maart j.l. inzake restitutie aan R. Uges van door hem betaalde bedragen wegens stroomverbruik in zijn bioscoop-theater Stationsweg No. 19. 13o. Voorstel inzake de onteigening van perceelen, de aanvaarding van een Rijks voorschot en het beschikbaar stellen van gelden, ten behoeve van de uitvoering van bet saneeringsplan GeeregrachtLeven daalKraaierstraat4e Binnenvestgracht, zoomede inzake het aanwijzen van een ver tegenwoordiger der gemeente bij de be handeling door Gedeputeerde Staten van de ingediende beroepschriften tegen de on- Ibewoonbaarverklaring van in het sanee ringsplan vallende woningen. 14o. Voorstel tot het wijzigen van het raadsbesluit van 11 Juli 1938 inzake de transacties met de N.V. Leidsche Textiel fabrieken Gebrs. van Wijk en Co,, te Lei den, betreffende gronden in den Cronen- steinschen polder. 15o. Voorstel tot het verkoopen van een terrein aan het Gangetje, hoek Hooge- Woerd, kadastraal bekend gemeente Lei den, Sectie D Nis 1526 (ged.) en 1527 (ged.) aan de N.V. Vaste Goederen Kantoor v.h. E. Brouwer, te Hilversum, tevens praead- vies op de adressen van de buurtvereeni- jgingen „Centrum Belang" en „Hooge- woerd" om dit terrein te bestemmen tot plantsoen of parkeerterrein. 16o. Voorstel tot het wijzigen van de verordening, houdende voorwaarden van opneming en verpleging van lijders in het Sanatorium voor zenuwlijders „Rhijn- geest", te Oegstgeest. 17o. Voorstel tot het wijzigen van de verordening, houdende voorwaarden van opneming en verpleging van lijders in het krankzinnigengesticht „Endegeest" en de afdeeling voor jeugdige zwakzinnigen „Voorgeest", te Oegstgeest. 18o. Praeadvies op de motie van den heer van der Kwaak inzake het verstrek ken van schoolkindervoeding gedurende de vacanties; b. Voortzetting van de behandeling van het voorstel, om het bestuur der Vereeni ging voor Schoolkindervoeding en School kinderkleed ing te verzoeken voortaan in de vacanties (uitgezonderd de Kerstvacan- tie) geen voeding te verstrekken. NEGEN WINKELHUIZEN AAN HET GANGETJE. Adressen aan den Raad om den bouw van winkelhuizen aldaar te verhinderen. De N.V. Vaste Goederen Kantoor v/h E. Brouwer, te Hilversum, heeft tot B. en W. het verzoek gericht om van de gemeente het vrijgekomen z.g. Nutrix-terrein aan het Gangetje, ter grootte van 800 M2., te mogen koopen voor den bouw van een 9 tal winkelhuizen. Gegadigde is bereid een prijs van 50.per M2 te betalen, welke prijs aannemelijk is. Ook gaat hij accoord met de aan den verkoop te verbinden voorwaar den. Aangezien verder de voorgenomen wijze van bebouwing zoo min bij de Commissie van Fabricage als bi; B. en W. bezwaar ont moet, dient naar het oordeel van B. en W. tot verkoop van den grond op den aange geven voet te worden overgegaan. De tot den Raad gerichte adressen van de buurtvereenigingen „Centrum Belang" en „Hoogewoerd", om het terrein niet voor 'bebouwing met winkels te verkoopen, doch dit te bestemmen tot plantsoen of parkeer terrein, zijn niet voor inwilliging vatbaar, aldus B; en W. Door aan deze verzoeken gevolg te geven, zou n.l. geheel en al in strijd worden gehandeld met den finan- cieelen opzet, die aan de plannen voor de verkeersverbetering ter plaatse van den aanvang af ten grondslag hebben gelegen. In het voorstel van B en W. tot beschik baarstelling van een bedrag van 71.000. voor de overkuizing van het Gangetje en de vervanging van de Karnemelksbrug door een nieuwe brug, wezen B. en W. er toch uitdrukkelijk op, dat bij totstandkoming van deze verbeteringswerken een waarde vol bouwterrein zou worden verkregen, zoodat een belangrijk gedeelte van de daar aan verbonden hooge uitgaven zou kunnen worden gefinancierd met de opbrengst van het bouwterrein. Door de aanneming van deze voorstellen heeft de Raad zich met deze exploitatie-opzet vereenigd en ook Gede puteerde Staten hebben op dezen basis aan de desbetreffende raadsbesluiten hun goed keuring gehecht. Indien de gemeente aan de adressen gevolg gaf, zou zij zich een schade berokkenen van 40.000.wegens derving van koopsom, verhoogd met de op 5000.— a 6500.— te stellen kosten van inrchting van het terrein en ongeacht nog de jaarlijksche kosten van onderhoud, enz. Het is zonder meer duidelijk, aldus B. en W., dat dergelijke maatregelen, onder normale 'omstandigheden reeds niet ver dedigbaar, allerminst onder de tegenwoor dige, zeer moelijke financieele omstandig heden zijn verantwoord. Bovendien zou het stadsaspect ter plaatse e; zeer door worden geschaad. Afgescheide nog van het boven staande, kan het ook niet op den weg van de gemeente liggen om in deze het behoefte element in de schakelen, omdat dit meer een onderwerp van landelijken dan van plaatselijken aard is. Een algemeene rege ling is trouwens reeds getroffen bij de Ves tigingswet Kleinbedrijf (1937 S. 619), ech ter niet in dien zin, dat door inschakeling van het behoefte-elament de bomv van win kels aan beperkingen is onderworpen, doch aldus, dat een stelsel van vestigingseischen voor degenen, die zich met een bepaalden tak van detailhandel, ambacht of kleine nij- verheind willen bezig houden, is tot stand gebracht. TENTOONSTELLING LUCHT BESCHERMING STADSGEHOORZAAL. Door de afdeeling Leiden van de Nederl. Vereeniging voor Luchtbescherming is ver zocht om vanaf 8 tot en met 17 Mei a.s. kosteloos de beschikking te mogen hebben over de groote zaal der Stadsgehoorzaal voor het houden van een tentoonstelling op hiet gebied van luchtbescherming. B. en W. kunnen zich met kostelooze in- gebruikgeving van de zaal in verband met het beoogde doel vereenigen; de kosten van verlichting enz. dienen echter, zooals ge bruikelijk is, voor rekening van de ver eeniging te komen. SANEERINGSPLAN. Bij besluit 'van den Raadsvergadering van 19 December 1938 werd voorloopïg goed gekeurd een plan van onteigening, beoogen- de de saneering van het stadsgedeelte, be grensd door Levendaal, Kraaierstraat, 4e Binnenvestgracht en Geeregracht. Binnen zes maanden na de dagteekening van dit besluit, derhalve vóór 19 Juni a.s., moet het definitieve besluit tot onteigening wor den genomen. Overeenkomstig artikel 80 der onteige ningswet is het plan, met bijbehoorende stukken, gedurende 30 dagen voor een ieder ter inzage gelegd, teneinde belanghebben den in de gelegenheid te stellen hunne eventueele bezwaren kenbaar te maken. Slechts een tweetal bezwaarschriften is in gekomen, welke echter niet zijn gericht tegen het onteigenlingsplan als zoodanig, maar tegen de gevolgen, welke voor adres santen wegens mogelijk te lijden bedrijfs schade uit de onteigening zouden kunnen voortvloeien. Aangezien zonder de beschik king over de desbetreffende perceelen het plan niet uitvoerbaar is, kan ook naar het oordeel van den Inspecteur van de Volks gezondheid en dat van de Commissie van Fabricage op de ingediende bezwaren niet worden ingegaan. Wel zal er naar worden gestreefd, om bij het sloopen van de be staande bebouwing en den nieuwbouw met de belangen van betrokkenen ten aan zien van de plaats van vestiging hunner be drijven zooveel mogelijk rekening te hou den. Het rijks voorschot ad 197.000.dat blijkens bovenaangehaald Ingekomen Stuk voor de netto kosten van het saneerings plan (kosten sloopen van de bebouwing, straataanleg c.a., na aftrek van waarde bouwterrein) reeds in uitzicht werd ge steld, werd inmiddels toegekend bij be schikking van de Ministers van Binnenland- sche Zaken en van Financiën d.d. 16 Janu ari 1939 tegen een rente van 3 1/2% en een aflossing in 75 jaren. Voorts heeft het Rijk een bijdrage van 50% verleend in de over het voorschot verschuldigde annuïteit van 3.787% ad 7460.zoodat voor rekening vap de gemeente blijft een som van ten hoogste '730.— per jaar. Aan de vaststelling van het definitieve onteigeningsbesluit staat thans derhalve niets meer in den weg. Verder behoort een besluit te worden genomen tot aanvaarding van het rijks- voorschot (met bijdrage) en tot regeling van een en ander op de begrooting 1939. Op de begrooting moet worden uitgetrok ken een uitgaafpost van 250.000.een ontvangstpost wegens rijksvoorschot ad 197.000.terwijl voor het verschil ad 53.000.zijnde de getaxeerde waarde van het te verkrijgen bouwterrein, voor- loopig de post geldleening moet worden verhoogd. Armenraad. Ter voorziening in de vacature ontstaan door het bedanken van Professor Mr. Duyf- jes als lid van den Armenraad wordt de volgende aanbeveling gedaan: 1. Mr. P. A. van Toorenburg, secretaris van den Armenraad alhier; 2. Mr. C. J. Goudsmit, Advocaat en Pro cureur alhier. Commissie wering van schoolverzuim. In de Zuidercommissie tot wering van schoolverzuim is een vacature ontstaan, doordat de heer A. A. Wijnnobel als lid dier Commissie ontslag heeft genomen. Ter voorziening in die vacature bieden B. en W. de navolgende aanbeveling van twee benoembaren aan, opgemaakt in over eenstemming met het gevoelen van voor noemde Commissie: lo. L. Timmers, al hier;. 2o. J. Oudshoorn, alhier. College van Vrouwen-Kraammoeders. B. en W. stellen voor, aan Mevrouw M. A. Kok geb. van Bladeren, op haar verzoek, eervol ontslag te verleenen als regentes van het College van Vrouwen-Kraammoeders, onder dankzegging voor de als zoodanig be wezen diensten. Overdracht strooken grond. In verband met ver- en bebouwing ter plaatse dienen eenige strooken grond aan de gemeente te worden overgedragen. B. en W. doen den Raad een desbetreffend voorstel. Verpachting van „den Burcht". Bij raadsbesluit van 4 December 1933 werd de exploitatie van het hotel „den Burcht" met aanhoorigheden voor den tijd van 5 jaren, ingaande 1 Mei 1934, verpacht aan den heer A. Backer, alhier, voor 4400 per jaar, welke prijs bij raadsbesluit van 1 Februari 1937 met ingang van 1 Januari 1937 werd verlaagd tot 2000.per jaar. Deze verpachting eindigt mitsdien 1 Mei a.s. De heer Bakker zou deze exploitatie weder om willen pachten op den bestaanden voet voor den tijd van 5 jaren. Met de Commis sie van Fabricage zijn B. en W. evenwel van oordeel, dat in de gegeven omstandig heden een verlenging van de verpachting met 5 jaren tegen den geldenden prijs van 2000.niet gewenscht is. Een eenvou dige verlenging voor één jaar achten B. en W. op dit oogenblik de beste oplossing, ver mits dan nader order oogen kan worden gezien, of een openbare verpachting of eenige andere maatregel wellicht aanbe veling verdient. Beschikbaarstelling gelden Geref. School. B. en W. stellen den Raad voor: a. medewerking te verleenen aan het be stuur van de Gereformeerde Schoolvereeni ging, alhier, tot aanschaffing van leermid delen ten behoeve van zijn school voor ge woon lager onderwijs aan de Stadhouders laan; b. over te gaan tot vaststelling van een overgelegden begrootingsstaat, groot 93. Extra-onderhoud openbare scholen. Blijkens de toelichting op volgnummer 718 van de begrooting voor 1939 is onder het bedrag voor onvoorziene uitgaven een som van 3000.begrepen ter voorziening in mogelijke uitgaven voor extra-onderhoud aan openbare lagere scholen, over de uit voering waarvan bij de samenstelling van de begrooting nog geen voldoende zeker heid bestond. Inmiddels kan definitief de uitvoering in eigen beheer van verfwerken aan eenige schoolgebouwen worden bepaald, waarvoor een bedrag van 2.450.noodig wordt ge acht. Voorts moet nog worden beschikt over 50.voor het vernieuwen van een zin ken goot aan de school Breestraat en over 450.voor de vernieuwing van de vloer bedekking in de gymnastiekzaal van de cen trale school voor het 7e en 8e leerjaar. De laatste voorziening moest spoed- eischend worden gevoerd. Subsidie Commissie Reclame. Van de Commissie Reclame Stad Leiden ontvingen'B. en W. het volgend schrijven: „Ingevolge Uw voorstel werd door den Gemeenteraad bij besluit van 10 Mei 1937 een bijdrage aan onze Commissie verstrekt van 500.Wij zijn hiervoor zeer erken telijk, omdat deze subsidie ons in staat stelde de eerste uitgaven te doen, die nood zakelijk waren om het propagandawerk voor Leiden als woonplaats en zomerver blijf, op gang te brengen. Wij zijn overtuigd dat dit geld ook in het eigen belang van de gemeente nuttig is besteed. Onze verwach ting, dat, wanneer onze commissie eenmaal financieel te paard was geholpen, wij onze uitgaven verder zouden kunnen dekken uit den geldelijken steun van de organisaties van hen, die gebaat zijn bij een grooter vreemdelingenbezoek en bij een toeneming van de vestiging in onze gemeente, is even wel nog niet in vervulling gegaan. Den al- gemeenen economisohen toestand in aan merking nemende is dit ook wel begrijpe lijk. Bovendien heeft onze werkzaamheid nog slechts betrekkelijk kort geduurd. Willen wij intusschen ons werk kunnen voortzetten, dan dienen wij over nieuwe geldmiddelen te beschikken. Wij zien ons derhalve genoodzaakt ander maal een beroep op de gemeentekas te doen en verzoeken Uw College daarom beleefd wel te willen bevorderen, dat aan onze Commissie voorloopig weer een subsidie van 500.wordt verleend, een bedrag, dat in vergelijking met de uitgaven van andere gemeenten voor vreemdelingenver keer en reclame voor vestiging, zeker be scheiden mag worden genoemd." B. en W. stellen den Raad voer, aan dit verzoek te voldoen. De kwestie-Uges. Bij de behandeling van het afwijzend praeadvies van B. en W. op het adres van R. Uges om restitutie van door hem be taalde bedragen wegens stroomverbruik in zijn bioscooptheater Stationsweg No. 19, werd in de Raadsvergadering van 20 Maart j.l. met 18 tegen 16 stemmen een voorstel aangenomen van de heeren D. A. van Eek en E. J. Coster, luidende: „De Raad besluit, dat de heer R. Uges te Leiden door de Lichtfabrieken als restitu tie zal worden verleend het bedrag, dat hij van 1 October 1934 tot 1 November 1935 meer heeft betaald dan hij had moeten be talen, indien de met ingang van laatstge noemde datum met hem gesloten stroom- leveringsovereenkomst reeds op 1 October 1934 in werking was getreden". In verband met deze beslissing bieden B. en W. den Raad ten behoeve van het te restitueeren bedrag ad 1.155.11 ter vast stelling aan een tweetal staten tot wijzi- gin gvan de begrooting van de Electrici teitsfabriek en van de gemeentebegrooting, beide dienst 1939. Verkoop grond. Bij raadsbesluit van 11 Juli 1938 werd o.m. aan de N.V. Leidsche Textielfabrieken Gebrs. Van Wijk en Co., te Leiden ver kocht een terrein aan den Kanaalweg en den spoorweg LeidenWoerden. Doordat het uitbrendingsjplan ter plaatse nog eenige wijziging diende te ondergaan moest ook in de begrenzing van het verkochte terrein nog een geringe verandering worden gebraoht; de grootte ervan is echter ongewijzigd ge bleven. Wijziging verordening gestichten. Volgens artikel 13 van de verordening van 16 Maart 1936, houdende voorwaarden van opneming en verpleging van lijders in het Sanatorium voor zenuwlijders „Rhijn- geest" te Oegstgeest, zijn, indien de ver pleegde vóór of op den vijfden dag der ver pleging vertrekt of komt te overlijden, in elk geval verschuldigd de kosten van ver pleging over 5 dagen, terwijl bij vertrek na den vijfden dag der verpleging de verpleeg- kosten worden berekend tot en met den dag van vertrek, mits daarvan door den ver pleegde ten minste 5 dagen te voren aan den behandelenden geneesheer mededeeling is gedaan; heeft die mededeeling niet of niet tijdig plaats gehad, dan is de Genees heer-Directeur bevoegd de verpleegkosten over zoovele dagen meer in rekening te brengen als aan den termijn van 5 dagen ontbreken. De toepassing van deze bepalingen, die er toe leiden, dat in bepaalde gevallen de verpleegkosten over een grooter aantal dagen moeten in rekening worden gebracht dan de verpleging feitelijk heeft geduurd, stuit in de praktijk op groote bezwaren; allen, die de verpleegkosten moeten be talen, hetzij de patiënten zeiven, hetzij de Rijksverzekeringsbank of de fondsen, ach ten deze bepalingen onbillijk; de betaling van dé" verpleegkosten over de dagen, ge durende welke de patiënten niet zijn ver pleegd, wordt dan ook vaak óf geweigerd óf zij heeft met veel moeite door de' admini stratie, veel later plaats; het bedrag der vor dering, uit dezen hoofde is gewoonlijk ook te gering, om haar- in rechte in te vorderen. Onder deze omstandigheden verdient het aanbeveling de desbetreffende bepalingen te vervangen door de bepaling, dat de ver pleegkosten verschuldigd zijn tot en met den dag van vertrek van den verpleegde of, bij diens overlijden, tot en met den dag van het vervoer van den overledene. Nu de bovenvermelde verordening be hoort te worden gewijzigde maakt de Com missie van deze gelegenheid gebruik in overweging te geven haar nog o^ een ander punt te wijzigigen, n.l. om het derde lid van art. 1 te doen vervallen (art. I); de in dat lid vervatte bepaling, volgens welke de geneeskundige behandeling van de patiën ten is opgedragen aan de daartoe aangestel de geneesheeren in overleg met den Hoog leeraar in de psychiatrie aan de Rijks- Universiteit te Leiden, berustte op een vroeger door de gemeente met het Rijk ge sloten overeenkomst, welke overeenkomst eohter inmiddels is vervallen; de hoog leeraar in de psychiatrie heeft als gevolg daarvan thans alleen nog bemoeienis niet de geneeskundige behandeling van de in „Rhijngeest" opgenomen patiënten, die voor rekening van het Rijk verpleegd worden, doch niet meer met die van de overige pa tiënten. Het derde lid van art. 1 behoort dus thans te worden geschrapt. Volgens art. 11 van de verordening van 3 Dec. 1896, houdende voorwaarden van op neming en verpleging van lijders in het Krankzinnigengesticht „Endegeest" en de afdeeling voor jeugdige zwakzinnigen „Voorgeest", zooals deze laatstelijk is gewij zigd, is voor patiënten, die de inrichtingen met proefverlof verlaten, gedurende de eer ste veertien dagen van dit verlog slechts de helft van de verpleegkosten en zijn tijdens den verderen duur van dat verlof geen ver pleegkosten verschuldigd. Op verzoek nu van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken heeft de Inspecteur van het Staatstoezicht op Krankzinnigen bij de Commissie op het doen vervallen van deze bepaling aangedrongen. Voorgesteld wordt, aan dit verlangen te voldoen. Schoolkindervoeding onder de vacanties. Tijdens de Algemeene Beschouwingen over de begrooting 1939 werd door den Raad om praeadvies in handen van B. en W. gesteld een motie van het Raadslid, den heer D. v. d. Kwaak, luidende als volgt: „De Raad spreekt de wenschelijkheid uit, „dat met aanhouding van het voorstel tot „stopzetting van de schoolkindervoeding, „tijdens de vacanties, Burgemeester en Wet houders zullen doen nagaan of het moge- „lijk is, dat de ouders die voor hun kinde- „ren gedurende de vacanties school voeding „wenschen, dit vóór de vacanties aan de „hoofd van de scholen op moeten geven, „dat voedseluitreiking, gedurende de va kanties, alleen zal plaats hebben aan die „kinderen, waarvoor vooraf deelname door „de ouders is verzocht, dat ter bestrijding „van onmoedige kosten tevens zal moeten „worden nagegaan of tijdens de vacanties „de voedseluitde'eling kan gecentraliseerd „worden in enkele scholen, die daartoe ge- „sohikt gelegen zijn". Uit het bij de stukken ter inzage gelegd schrijven van het bestuur van de Vereeni ging voor Schoolkindervoeding en School- kinderkleeding blijkt, dat het denkbeeld, om de verstrekking van schoolvoeding in de vacanties uitsluitend te beperken tot die kinderen, voor wie vóór de vacanties door de ouders is verklaard, dat zij hunne kin deren aan die voeding zullen doen deel nemen, reeds* vroeger tot uitvoering is ge bracht, doch dat het niet 'het gewenschte resultaat heeft opgeleverd. Bijna alle ouders toch teekenden het desbetreffende, door het evengenoemde bestuur verstrekte, formu lier, echter bleek de deelname aan de voe ding in de vacantie veel geringer te zijn, dan de verklaringen van de ouders hadden doen verwaohten. Wat de centralisatie van de voeding in enkele schoolgebouwen betreft, deelt het bestuur mede, dat het onderwijzend perso neel gedurende de vacanties voor het hou den van toezicht bij de maaltijden niet be schikbaar is en dat het ten zeerste vreest, dat alsdan, wegens het ontbreken van be hoorlijk toezicht op een vrij groot aantal kinderen, de maaltijden niet ordelijk zullen verloopen. Verder spreekt het bestuur als zijn ge voelen uit, dat centralisatie van de voeding in enkele schoolgebouwen, wegens de hooge kosten van toezicht, geen besparing zal opleveren. Om die reden geven B. en W. den Raad dan oo'k in overweging niet op die denk beelden in te gaan, doch voort te gaan met de behandeling van het voorstel tot stop zetting van de schoolkindervoeding in de vacanties (uitgezonderd de Kerstvacantie). Benoeming hoofd. Tengevolge van de overplaatsing van het hoofd der school, den heer J. C. van Schaik, van de o. 1. school aan de Duivenibodie- straat naar de Opleidingsschool voor u.l.o. aan den Maresingel, is aan eerstgenoemde school de vacature ontstaan van hoofd. In overeenstemming met het gevoelen van den Inspecteur van het Lager Onder wijs in deze inspectie, verzoeken B. en W. den Raad over te gaan tot benoeming van een onderwijzer, hoofd van de o. 1. school aan de Duivenbodestraat, waarvoor door B. en W. worden voorgedragen: lo. I. van Weerlee, onderwijzer aan de Centrale School voor het 7e en 8e- leerjaar, alhier; 2o. R. de Groot, hoofd eener o. 1. school te Noordwolde; 3o. J. Liefhebber, hóófd eener openbare school voor u. 1. o. te Ter Apel. Belast zich met den aan- of verkoop van effecten en staat U gaarne ter zijde met inlichtingen omtrent aandeelen of obligaties Wetenscltiappe!. berichten CHEMISCHE BESCHERMING. Tegen aanvallen door vliegtuigen. Dr. W. P. Jorissen te Leiden, die al se dert 1918 bezig is geweest met onderzoe kingen over het verhinderen van explo sieve reacties, o.a. door middel van dam pen van organische en anorganische stof fen, wijst er in het „Chem. Weekblad" op, dat aan ballons bevestigde versperringen dienen voor het op het juiste tijdstip in de omgevende lucht brengen van stoffen, die explosies belemmeren of onmogelijk maken en aldus de motoren doen stilstaan. De schrijver brengt naar aanleiding hiervan een mededeeling in herinnering, welke in de „Daily Express" van 30 Juni 1931 voorkwam, welke correspondent te Berlijn in zijn blad mededeeling in zijn blad deed van geslaagde proefnemingen van prof. Karl Hofmann te Berlijn met een gas, dat de bovengenoemde uitwer king bleek te hebben. Dr. Jorisson schrijft daarna: „Dat prof. Hofmann in het den corres pondent van de „Daily Express" toegesta ne interview slechts weinig over zijn proe ven mededeelde, is begrijpelijk; ook dat hij het dure aethyljodide noemde, terwijl er goedkoopere, even krachtig werkende stoffen zijn". Dr. Jorissen gaat daarna in op de mede deeling van den Britschen correspondent, volgens welke prof. Hofmann zou hebben gezegd, dat de proefnemingen hebben be wezen, dat „door dit gas te mengen met een ander lichtgas, zooals waterstofgas, een afweringswal (tegen vliegtuigen) kan worden tot stand gebracht". Naar hij meent, zou de Duitsche geleer de hierbij echter zeker niet op een wer kelijk „mengen" van de gassen hebben gedoeld, maar op het gelijktijdig gebrui ken er van, waarbij dan de waterstof zou dienen voor de ballons, die het toestel omhoog voeren, dat het doovend werken de gas moet verspreiden. De proeven te Leiden over den invloed van dampen op explosiemotoren, die ge- ruimen tijd hebben stil gestaan, zijn thans in het laboratorium voor anorgani sche en physische chemie, voortgezet niet alleen met dampen, maar ook met doo- vende stofwolken en nevels.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12