GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
WOENSDAG 12 APRIL 1939
DE LE1DSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 12
Vergadering van den gemeenteraad van
Leiden, op Maandag 17 April 1939, des na
middags te twee uur, in het gebouw „Tot
Nut van 't Algemeen" (Steenschuur 21).
Te behandelen onderwerpen:
lo. Benoeming van een lid van het be
stuur der Vereeniging tot Bevordering van
den Bouw van Werkmanswoningen.
2o. Benoeming van een lid van de Zui
dercommissie tot wering van schoolver
zuim.
3o. Benoeming van een onderwijzer,
hoofd van de o.l. school aan de Duivenbo-
destraat.
4o. Preadavies op het verzoek van me
vrouw M. A. Kok geb. van Bladeren om
ontslag als regentes van het College van
Vrouwen-Kraammoeders.
5o. Voorstel inzake het overnemen in
eigendom bij de gemeente van verschil
lende voor straat bestemde strooken grond.
6o. Voorstel tot het verhoogen van ver
schillende posten der begrooting, dienst
1938, waarvan de raming te laag is geble
ken en tot het toevoegen van eenige nieu
we posten aan die begrooting.
7o.Voorstel tot het kosteloos ten gebrui-
Ike afstaan van de groote zaal der Stadsge
hoorzaal aan de afdeeling Leiden van de
Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbe
scherming ten behoeve van het houden van
een tentoonstelling op luchtbeschermings-
Igebied.
8o. Voorstel tot het verlengen van de
met A. Backer, te Leiden, aangegane over
eenkomst betreffende de verpachting van
het hotel „Den Burcht", met aanhoorighe-
den.
9o. Voorstel tot het verleenen van me
dewerking aan het bestuur van de Gerefor
meerde Schoolvereeniging, alhier, tot het
aanschaffen van leermiddelen ten behoeve
van zijn school voor gewoon lager onder
wijs aan de Stadhouderslaan en tot het
vaststellen van den desbetreffenden be-
igrootingsstaat.
10. Voorstel tot het beschikbaar stel
len van gelden ten behoeve van extra-on
derhoud aan eenige openbare scholen.
11 o. Voorstel tot het verstrekken van
een geldelijke bijdrage aan de Commissie
Reclame Stad Leiden en tot het vaststel
len van den desbetreffenden begrootings-
staat.
12o. Voorstel tot het wijzigen van de
begrooting van de Electriciteitsfabriek en
van de gemeentebegrooting, beide dienst
,1939, in verband met het raadsbesluit van
20 Maart j.l. inzake restitutie aan R. Uges
van door hem betaalde bedragen wegens
stroomverbruik in zijn bioscoop-theater
Stationsweg No. 19.
13o. Voorstel inzake de onteigening van
perceelen, de aanvaarding van een Rijks
voorschot en het beschikbaar stellen van
gelden, ten behoeve van de uitvoering van
bet saneeringsplan GeeregrachtLeven
daalKraaierstraat4e Binnenvestgracht,
zoomede inzake het aanwijzen van een ver
tegenwoordiger der gemeente bij de be
handeling door Gedeputeerde Staten van
de ingediende beroepschriften tegen de on-
Ibewoonbaarverklaring van in het sanee
ringsplan vallende woningen.
14o. Voorstel tot het wijzigen van het
raadsbesluit van 11 Juli 1938 inzake de
transacties met de N.V. Leidsche Textiel
fabrieken Gebrs. van Wijk en Co,, te Lei
den, betreffende gronden in den Cronen-
steinschen polder.
15o. Voorstel tot het verkoopen van een
terrein aan het Gangetje, hoek Hooge-
Woerd, kadastraal bekend gemeente Lei
den, Sectie D Nis 1526 (ged.) en 1527 (ged.)
aan de N.V. Vaste Goederen Kantoor v.h.
E. Brouwer, te Hilversum, tevens praead-
vies op de adressen van de buurtvereeni-
jgingen „Centrum Belang" en „Hooge-
woerd" om dit terrein te bestemmen tot
plantsoen of parkeerterrein.
16o. Voorstel tot het wijzigen van de
verordening, houdende voorwaarden van
opneming en verpleging van lijders in het
Sanatorium voor zenuwlijders „Rhijn-
geest", te Oegstgeest.
17o. Voorstel tot het wijzigen van de
verordening, houdende voorwaarden van
opneming en verpleging van lijders in het
krankzinnigengesticht „Endegeest" en de
afdeeling voor jeugdige zwakzinnigen
„Voorgeest", te Oegstgeest.
18o. Praeadvies op de motie van den
heer van der Kwaak inzake het verstrek
ken van schoolkindervoeding gedurende
de vacanties;
b. Voortzetting van de behandeling van
het voorstel, om het bestuur der Vereeni
ging voor Schoolkindervoeding en School
kinderkleed ing te verzoeken voortaan in
de vacanties (uitgezonderd de Kerstvacan-
tie) geen voeding te verstrekken.
NEGEN WINKELHUIZEN
AAN HET GANGETJE.
Adressen aan den Raad om den bouw van
winkelhuizen aldaar te verhinderen.
De N.V. Vaste Goederen Kantoor v/h E.
Brouwer, te Hilversum, heeft tot B. en W.
het verzoek gericht om van de gemeente
het vrijgekomen z.g. Nutrix-terrein aan het
Gangetje, ter grootte van 800 M2., te
mogen koopen voor den bouw van een 9 tal
winkelhuizen. Gegadigde is bereid een prijs
van 50.per M2 te betalen, welke prijs
aannemelijk is. Ook gaat hij accoord met
de aan den verkoop te verbinden voorwaar
den.
Aangezien verder de voorgenomen wijze
van bebouwing zoo min bij de Commissie
van Fabricage als bi; B. en W. bezwaar ont
moet, dient naar het oordeel van B. en W.
tot verkoop van den grond op den aange
geven voet te worden overgegaan.
De tot den Raad gerichte adressen van
de buurtvereenigingen „Centrum Belang"
en „Hoogewoerd", om het terrein niet voor
'bebouwing met winkels te verkoopen, doch
dit te bestemmen tot plantsoen of parkeer
terrein, zijn niet voor inwilliging vatbaar,
aldus B; en W. Door aan deze verzoeken
gevolg te geven, zou n.l. geheel en al in
strijd worden gehandeld met den finan-
cieelen opzet, die aan de plannen voor de
verkeersverbetering ter plaatse van den
aanvang af ten grondslag hebben gelegen.
In het voorstel van B en W. tot beschik
baarstelling van een bedrag van 71.000.
voor de overkuizing van het Gangetje en
de vervanging van de Karnemelksbrug door
een nieuwe brug, wezen B. en W. er toch
uitdrukkelijk op, dat bij totstandkoming
van deze verbeteringswerken een waarde
vol bouwterrein zou worden verkregen,
zoodat een belangrijk gedeelte van de daar
aan verbonden hooge uitgaven zou kunnen
worden gefinancierd met de opbrengst van
het bouwterrein. Door de aanneming van
deze voorstellen heeft de Raad zich met deze
exploitatie-opzet vereenigd en ook Gede
puteerde Staten hebben op dezen basis aan
de desbetreffende raadsbesluiten hun goed
keuring gehecht. Indien de gemeente aan
de adressen gevolg gaf, zou zij zich een
schade berokkenen van 40.000.wegens
derving van koopsom, verhoogd met de op
5000.— a 6500.— te stellen kosten
van inrchting van het terrein en ongeacht
nog de jaarlijksche kosten van onderhoud,
enz. Het is zonder meer duidelijk, aldus
B. en W., dat dergelijke maatregelen, onder
normale 'omstandigheden reeds niet ver
dedigbaar, allerminst onder de tegenwoor
dige, zeer moelijke financieele omstandig
heden zijn verantwoord. Bovendien zou het
stadsaspect ter plaatse e; zeer door worden
geschaad. Afgescheide nog van het boven
staande, kan het ook niet op den weg van
de gemeente liggen om in deze het behoefte
element in de schakelen, omdat dit meer
een onderwerp van landelijken dan van
plaatselijken aard is. Een algemeene rege
ling is trouwens reeds getroffen bij de Ves
tigingswet Kleinbedrijf (1937 S. 619), ech
ter niet in dien zin, dat door inschakeling
van het behoefte-elament de bomv van win
kels aan beperkingen is onderworpen, doch
aldus, dat een stelsel van vestigingseischen
voor degenen, die zich met een bepaalden
tak van detailhandel, ambacht of kleine nij-
verheind willen bezig houden, is tot stand
gebracht.
TENTOONSTELLING LUCHT
BESCHERMING STADSGEHOORZAAL.
Door de afdeeling Leiden van de Nederl.
Vereeniging voor Luchtbescherming is ver
zocht om vanaf 8 tot en met 17 Mei a.s.
kosteloos de beschikking te mogen hebben
over de groote zaal der Stadsgehoorzaal
voor het houden van een tentoonstelling op
hiet gebied van luchtbescherming.
B. en W. kunnen zich met kostelooze in-
gebruikgeving van de zaal in verband met
het beoogde doel vereenigen; de kosten van
verlichting enz. dienen echter, zooals ge
bruikelijk is, voor rekening van de ver
eeniging te komen.
SANEERINGSPLAN.
Bij besluit 'van den Raadsvergadering van
19 December 1938 werd voorloopïg goed
gekeurd een plan van onteigening, beoogen-
de de saneering van het stadsgedeelte, be
grensd door Levendaal, Kraaierstraat, 4e
Binnenvestgracht en Geeregracht. Binnen
zes maanden na de dagteekening van dit
besluit, derhalve vóór 19 Juni a.s., moet
het definitieve besluit tot onteigening wor
den genomen.
Overeenkomstig artikel 80 der onteige
ningswet is het plan, met bijbehoorende
stukken, gedurende 30 dagen voor een ieder
ter inzage gelegd, teneinde belanghebben
den in de gelegenheid te stellen hunne
eventueele bezwaren kenbaar te maken.
Slechts een tweetal bezwaarschriften is in
gekomen, welke echter niet zijn gericht
tegen het onteigenlingsplan als zoodanig,
maar tegen de gevolgen, welke voor adres
santen wegens mogelijk te lijden bedrijfs
schade uit de onteigening zouden kunnen
voortvloeien. Aangezien zonder de beschik
king over de desbetreffende perceelen het
plan niet uitvoerbaar is, kan ook naar het
oordeel van den Inspecteur van de Volks
gezondheid en dat van de Commissie van
Fabricage op de ingediende bezwaren niet
worden ingegaan. Wel zal er naar worden
gestreefd, om bij het sloopen van de be
staande bebouwing en den nieuwbouw
met de belangen van betrokkenen ten aan
zien van de plaats van vestiging hunner be
drijven zooveel mogelijk rekening te hou
den.
Het rijks voorschot ad 197.000.dat
blijkens bovenaangehaald Ingekomen Stuk
voor de netto kosten van het saneerings
plan (kosten sloopen van de bebouwing,
straataanleg c.a., na aftrek van waarde
bouwterrein) reeds in uitzicht werd ge
steld, werd inmiddels toegekend bij be
schikking van de Ministers van Binnenland-
sche Zaken en van Financiën d.d. 16 Janu
ari 1939 tegen een rente van 3 1/2% en een
aflossing in 75 jaren. Voorts heeft het Rijk
een bijdrage van 50% verleend in de over
het voorschot verschuldigde annuïteit van
3.787% ad 7460.zoodat voor rekening
vap de gemeente blijft een som van ten
hoogste '730.— per jaar.
Aan de vaststelling van het definitieve
onteigeningsbesluit staat thans derhalve
niets meer in den weg.
Verder behoort een besluit te worden
genomen tot aanvaarding van het rijks-
voorschot (met bijdrage) en tot regeling
van een en ander op de begrooting 1939.
Op de begrooting moet worden uitgetrok
ken een uitgaafpost van 250.000.een
ontvangstpost wegens rijksvoorschot
ad 197.000.terwijl voor het verschil
ad 53.000.zijnde de getaxeerde waarde
van het te verkrijgen bouwterrein, voor-
loopig de post geldleening moet worden
verhoogd.
Armenraad.
Ter voorziening in de vacature ontstaan
door het bedanken van Professor Mr. Duyf-
jes als lid van den Armenraad wordt de
volgende aanbeveling gedaan:
1. Mr. P. A. van Toorenburg, secretaris
van den Armenraad alhier;
2. Mr. C. J. Goudsmit, Advocaat en Pro
cureur alhier.
Commissie wering van schoolverzuim.
In de Zuidercommissie tot wering van
schoolverzuim is een vacature ontstaan,
doordat de heer A. A. Wijnnobel als lid dier
Commissie ontslag heeft genomen.
Ter voorziening in die vacature bieden
B. en W. de navolgende aanbeveling van
twee benoembaren aan, opgemaakt in over
eenstemming met het gevoelen van voor
noemde Commissie: lo. L. Timmers, al
hier;. 2o. J. Oudshoorn, alhier.
College van Vrouwen-Kraammoeders.
B. en W. stellen voor, aan Mevrouw M. A.
Kok geb. van Bladeren, op haar verzoek,
eervol ontslag te verleenen als regentes van
het College van Vrouwen-Kraammoeders,
onder dankzegging voor de als zoodanig be
wezen diensten.
Overdracht strooken grond.
In verband met ver- en bebouwing ter
plaatse dienen eenige strooken grond aan
de gemeente te worden overgedragen. B.
en W. doen den Raad een desbetreffend
voorstel.
Verpachting van „den Burcht".
Bij raadsbesluit van 4 December 1933
werd de exploitatie van het hotel „den
Burcht" met aanhoorigheden voor den tijd
van 5 jaren, ingaande 1 Mei 1934, verpacht
aan den heer A. Backer, alhier, voor 4400
per jaar, welke prijs bij raadsbesluit van 1
Februari 1937 met ingang van 1 Januari
1937 werd verlaagd tot 2000.per jaar.
Deze verpachting eindigt mitsdien 1 Mei a.s.
De heer Bakker zou deze exploitatie weder
om willen pachten op den bestaanden voet
voor den tijd van 5 jaren. Met de Commis
sie van Fabricage zijn B. en W. evenwel
van oordeel, dat in de gegeven omstandig
heden een verlenging van de verpachting
met 5 jaren tegen den geldenden prijs van
2000.niet gewenscht is. Een eenvou
dige verlenging voor één jaar achten B. en
W. op dit oogenblik de beste oplossing, ver
mits dan nader order oogen kan worden
gezien, of een openbare verpachting of
eenige andere maatregel wellicht aanbe
veling verdient.
Beschikbaarstelling gelden Geref. School.
B. en W. stellen den Raad voor:
a. medewerking te verleenen aan het be
stuur van de Gereformeerde Schoolvereeni
ging, alhier, tot aanschaffing van leermid
delen ten behoeve van zijn school voor ge
woon lager onderwijs aan de Stadhouders
laan;
b. over te gaan tot vaststelling van een
overgelegden begrootingsstaat, groot 93.
Extra-onderhoud openbare scholen.
Blijkens de toelichting op volgnummer
718 van de begrooting voor 1939 is onder
het bedrag voor onvoorziene uitgaven een
som van 3000.begrepen ter voorziening
in mogelijke uitgaven voor extra-onderhoud
aan openbare lagere scholen, over de uit
voering waarvan bij de samenstelling van
de begrooting nog geen voldoende zeker
heid bestond.
Inmiddels kan definitief de uitvoering in
eigen beheer van verfwerken aan eenige
schoolgebouwen worden bepaald, waarvoor
een bedrag van 2.450.noodig wordt ge
acht. Voorts moet nog worden beschikt over
50.voor het vernieuwen van een zin
ken goot aan de school Breestraat en over
450.voor de vernieuwing van de vloer
bedekking in de gymnastiekzaal van de cen
trale school voor het 7e en 8e leerjaar.
De laatste voorziening moest spoed-
eischend worden gevoerd.
Subsidie Commissie Reclame.
Van de Commissie Reclame Stad Leiden
ontvingen'B. en W. het volgend schrijven:
„Ingevolge Uw voorstel werd door den
Gemeenteraad bij besluit van 10 Mei 1937
een bijdrage aan onze Commissie verstrekt
van 500.Wij zijn hiervoor zeer erken
telijk, omdat deze subsidie ons in staat
stelde de eerste uitgaven te doen, die nood
zakelijk waren om het propagandawerk
voor Leiden als woonplaats en zomerver
blijf, op gang te brengen. Wij zijn overtuigd
dat dit geld ook in het eigen belang van de
gemeente nuttig is besteed. Onze verwach
ting, dat, wanneer onze commissie eenmaal
financieel te paard was geholpen, wij onze
uitgaven verder zouden kunnen dekken uit
den geldelijken steun van de organisaties
van hen, die gebaat zijn bij een grooter
vreemdelingenbezoek en bij een toeneming
van de vestiging in onze gemeente, is even
wel nog niet in vervulling gegaan. Den al-
gemeenen economisohen toestand in aan
merking nemende is dit ook wel begrijpe
lijk. Bovendien heeft onze werkzaamheid
nog slechts betrekkelijk kort geduurd.
Willen wij intusschen ons werk kunnen
voortzetten, dan dienen wij over nieuwe
geldmiddelen te beschikken.
Wij zien ons derhalve genoodzaakt ander
maal een beroep op de gemeentekas te doen
en verzoeken Uw College daarom beleefd
wel te willen bevorderen, dat aan onze
Commissie voorloopig weer een subsidie
van 500.wordt verleend, een bedrag,
dat in vergelijking met de uitgaven van
andere gemeenten voor vreemdelingenver
keer en reclame voor vestiging, zeker be
scheiden mag worden genoemd."
B. en W. stellen den Raad voer, aan dit
verzoek te voldoen.
De kwestie-Uges.
Bij de behandeling van het afwijzend
praeadvies van B. en W. op het adres van
R. Uges om restitutie van door hem be
taalde bedragen wegens stroomverbruik
in zijn bioscooptheater Stationsweg No. 19,
werd in de Raadsvergadering van 20 Maart
j.l. met 18 tegen 16 stemmen een voorstel
aangenomen van de heeren D. A. van Eek
en E. J. Coster, luidende:
„De Raad besluit, dat de heer R. Uges te
Leiden door de Lichtfabrieken als restitu
tie zal worden verleend het bedrag, dat hij
van 1 October 1934 tot 1 November 1935
meer heeft betaald dan hij had moeten be
talen, indien de met ingang van laatstge
noemde datum met hem gesloten stroom-
leveringsovereenkomst reeds op 1 October
1934 in werking was getreden".
In verband met deze beslissing bieden
B. en W. den Raad ten behoeve van het te
restitueeren bedrag ad 1.155.11 ter vast
stelling aan een tweetal staten tot wijzi-
gin gvan de begrooting van de Electrici
teitsfabriek en van de gemeentebegrooting,
beide dienst 1939.
Verkoop grond.
Bij raadsbesluit van 11 Juli 1938 werd
o.m. aan de N.V. Leidsche Textielfabrieken
Gebrs. Van Wijk en Co., te Leiden ver
kocht een terrein aan den Kanaalweg en
den spoorweg LeidenWoerden. Doordat
het uitbrendingsjplan ter plaatse nog eenige
wijziging diende te ondergaan moest ook in
de begrenzing van het verkochte terrein nog
een geringe verandering worden gebraoht;
de grootte ervan is echter ongewijzigd ge
bleven.
Wijziging verordening gestichten.
Volgens artikel 13 van de verordening
van 16 Maart 1936, houdende voorwaarden
van opneming en verpleging van lijders in
het Sanatorium voor zenuwlijders „Rhijn-
geest" te Oegstgeest, zijn, indien de ver
pleegde vóór of op den vijfden dag der ver
pleging vertrekt of komt te overlijden, in
elk geval verschuldigd de kosten van ver
pleging over 5 dagen, terwijl bij vertrek na
den vijfden dag der verpleging de verpleeg-
kosten worden berekend tot en met den
dag van vertrek, mits daarvan door den ver
pleegde ten minste 5 dagen te voren aan
den behandelenden geneesheer mededeeling
is gedaan; heeft die mededeeling niet of
niet tijdig plaats gehad, dan is de Genees
heer-Directeur bevoegd de verpleegkosten
over zoovele dagen meer in rekening te
brengen als aan den termijn van 5 dagen
ontbreken.
De toepassing van deze bepalingen, die
er toe leiden, dat in bepaalde gevallen de
verpleegkosten over een grooter aantal
dagen moeten in rekening worden gebracht
dan de verpleging feitelijk heeft geduurd,
stuit in de praktijk op groote bezwaren;
allen, die de verpleegkosten moeten be
talen, hetzij de patiënten zeiven, hetzij de
Rijksverzekeringsbank of de fondsen, ach
ten deze bepalingen onbillijk; de betaling
van dé" verpleegkosten over de dagen, ge
durende welke de patiënten niet zijn ver
pleegd, wordt dan ook vaak óf geweigerd óf
zij heeft met veel moeite door de' admini
stratie, veel later plaats; het bedrag der vor
dering, uit dezen hoofde is gewoonlijk ook
te gering, om haar- in rechte in te vorderen.
Onder deze omstandigheden verdient het
aanbeveling de desbetreffende bepalingen
te vervangen door de bepaling, dat de ver
pleegkosten verschuldigd zijn tot en met
den dag van vertrek van den verpleegde of,
bij diens overlijden, tot en met den dag van
het vervoer van den overledene.
Nu de bovenvermelde verordening be
hoort te worden gewijzigde maakt de Com
missie van deze gelegenheid gebruik in
overweging te geven haar nog o^ een ander
punt te wijzigigen, n.l. om het derde lid
van art. 1 te doen vervallen (art. I); de in
dat lid vervatte bepaling, volgens welke de
geneeskundige behandeling van de patiën
ten is opgedragen aan de daartoe aangestel
de geneesheeren in overleg met den Hoog
leeraar in de psychiatrie aan de Rijks-
Universiteit te Leiden, berustte op een
vroeger door de gemeente met het Rijk ge
sloten overeenkomst, welke overeenkomst
eohter inmiddels is vervallen; de hoog
leeraar in de psychiatrie heeft als gevolg
daarvan thans alleen nog bemoeienis niet
de geneeskundige behandeling van de in
„Rhijngeest" opgenomen patiënten, die voor
rekening van het Rijk verpleegd worden,
doch niet meer met die van de overige pa
tiënten. Het derde lid van art. 1 behoort
dus thans te worden geschrapt.
Volgens art. 11 van de verordening van
3 Dec. 1896, houdende voorwaarden van op
neming en verpleging van lijders in het
Krankzinnigengesticht „Endegeest" en de
afdeeling voor jeugdige zwakzinnigen
„Voorgeest", zooals deze laatstelijk is gewij
zigd, is voor patiënten, die de inrichtingen
met proefverlof verlaten, gedurende de eer
ste veertien dagen van dit verlog slechts de
helft van de verpleegkosten en zijn tijdens
den verderen duur van dat verlof geen ver
pleegkosten verschuldigd.
Op verzoek nu van den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken heeft de Inspecteur van
het Staatstoezicht op Krankzinnigen bij de
Commissie op het doen vervallen van deze
bepaling aangedrongen.
Voorgesteld wordt, aan dit verlangen te
voldoen.
Schoolkindervoeding onder de vacanties.
Tijdens de Algemeene Beschouwingen
over de begrooting 1939 werd door den
Raad om praeadvies in handen van B. en
W. gesteld een motie van het Raadslid, den
heer D. v. d. Kwaak, luidende als volgt:
„De Raad spreekt de wenschelijkheid uit,
„dat met aanhouding van het voorstel tot
„stopzetting van de schoolkindervoeding,
„tijdens de vacanties, Burgemeester en Wet
houders zullen doen nagaan of het moge-
„lijk is, dat de ouders die voor hun kinde-
„ren gedurende de vacanties school voeding
„wenschen, dit vóór de vacanties aan de
„hoofd van de scholen op moeten geven,
„dat voedseluitreiking, gedurende de va
kanties, alleen zal plaats hebben aan die
„kinderen, waarvoor vooraf deelname door
„de ouders is verzocht, dat ter bestrijding
„van onmoedige kosten tevens zal moeten
„worden nagegaan of tijdens de vacanties
„de voedseluitde'eling kan gecentraliseerd
„worden in enkele scholen, die daartoe ge-
„sohikt gelegen zijn".
Uit het bij de stukken ter inzage gelegd
schrijven van het bestuur van de Vereeni
ging voor Schoolkindervoeding en School-
kinderkleeding blijkt, dat het denkbeeld,
om de verstrekking van schoolvoeding in
de vacanties uitsluitend te beperken tot die
kinderen, voor wie vóór de vacanties door
de ouders is verklaard, dat zij hunne kin
deren aan die voeding zullen doen deel
nemen, reeds* vroeger tot uitvoering is ge
bracht, doch dat het niet 'het gewenschte
resultaat heeft opgeleverd. Bijna alle ouders
toch teekenden het desbetreffende, door het
evengenoemde bestuur verstrekte, formu
lier, echter bleek de deelname aan de voe
ding in de vacantie veel geringer te zijn,
dan de verklaringen van de ouders hadden
doen verwaohten.
Wat de centralisatie van de voeding in
enkele schoolgebouwen betreft, deelt het
bestuur mede, dat het onderwijzend perso
neel gedurende de vacanties voor het hou
den van toezicht bij de maaltijden niet be
schikbaar is en dat het ten zeerste vreest,
dat alsdan, wegens het ontbreken van be
hoorlijk toezicht op een vrij groot aantal
kinderen, de maaltijden niet ordelijk zullen
verloopen.
Verder spreekt het bestuur als zijn ge
voelen uit, dat centralisatie van de voeding
in enkele schoolgebouwen, wegens de
hooge kosten van toezicht, geen besparing
zal opleveren.
Om die reden geven B. en W. den Raad
dan oo'k in overweging niet op die denk
beelden in te gaan, doch voort te gaan met
de behandeling van het voorstel tot stop
zetting van de schoolkindervoeding in de
vacanties (uitgezonderd de Kerstvacantie).
Benoeming hoofd.
Tengevolge van de overplaatsing van het
hoofd der school, den heer J. C. van Schaik,
van de o. 1. school aan de Duivenibodie-
straat naar de Opleidingsschool voor u.l.o.
aan den Maresingel, is aan eerstgenoemde
school de vacature ontstaan van hoofd.
In overeenstemming met het gevoelen
van den Inspecteur van het Lager Onder
wijs in deze inspectie, verzoeken B. en W.
den Raad over te gaan tot benoeming van
een onderwijzer, hoofd van de o. 1. school
aan de Duivenbodestraat, waarvoor door
B. en W. worden voorgedragen:
lo. I. van Weerlee, onderwijzer aan de
Centrale School voor het 7e en 8e- leerjaar,
alhier;
2o. R. de Groot, hoofd eener o. 1. school
te Noordwolde;
3o. J. Liefhebber, hóófd eener openbare
school voor u. 1. o. te Ter Apel.
Belast zich met den
aan- of verkoop van
effecten en staat U
gaarne ter zijde met
inlichtingen omtrent
aandeelen
of obligaties
Wetenscltiappe!. berichten
CHEMISCHE BESCHERMING.
Tegen aanvallen door vliegtuigen.
Dr. W. P. Jorissen te Leiden, die al se
dert 1918 bezig is geweest met onderzoe
kingen over het verhinderen van explo
sieve reacties, o.a. door middel van dam
pen van organische en anorganische stof
fen, wijst er in het „Chem. Weekblad" op,
dat aan ballons bevestigde versperringen
dienen voor het op het juiste tijdstip in
de omgevende lucht brengen van stoffen,
die explosies belemmeren of onmogelijk
maken en aldus de motoren doen stilstaan.
De schrijver brengt naar aanleiding
hiervan een mededeeling in herinnering,
welke in de „Daily Express" van 30 Juni
1931 voorkwam, welke correspondent te
Berlijn in zijn blad mededeeling in zijn
blad deed van geslaagde proefnemingen
van prof. Karl Hofmann te Berlijn met
een gas, dat de bovengenoemde uitwer
king bleek te hebben. Dr. Jorisson schrijft
daarna:
„Dat prof. Hofmann in het den corres
pondent van de „Daily Express" toegesta
ne interview slechts weinig over zijn proe
ven mededeelde, is begrijpelijk; ook dat
hij het dure aethyljodide noemde, terwijl
er goedkoopere, even krachtig werkende
stoffen zijn".
Dr. Jorissen gaat daarna in op de mede
deeling van den Britschen correspondent,
volgens welke prof. Hofmann zou hebben
gezegd, dat de proefnemingen hebben be
wezen, dat „door dit gas te mengen met
een ander lichtgas, zooals waterstofgas,
een afweringswal (tegen vliegtuigen) kan
worden tot stand gebracht".
Naar hij meent, zou de Duitsche geleer
de hierbij echter zeker niet op een wer
kelijk „mengen" van de gassen hebben
gedoeld, maar op het gelijktijdig gebrui
ken er van, waarbij dan de waterstof zou
dienen voor de ballons, die het toestel
omhoog voeren, dat het doovend werken
de gas moet verspreiden.
De proeven te Leiden over den invloed
van dampen op explosiemotoren, die ge-
ruimen tijd hebben stil gestaan, zijn
thans in het laboratorium voor anorgani
sche en physische chemie, voortgezet niet
alleen met dampen, maar ook met doo-
vende stofwolken en nevels.