Mama wordt
opgevoed!
3)e ^ddóchji (2oivï<mt
De nieuwbenoemde burgemeester der gemeenten Maarssen en Maarsseveen, mr.
J. van Haselen (met ambtsketen), is Dinsdag als zoodanig geïnstalleerd. Een foto
tijdens de plechtigheid
Een tweetal vierriems-gieken in actie tijdens de wedstrijden, welke
Dinsdag ter gelegenheid van het eerste lustrum der Amsterdamsche
dames-studentenroeivereeniging .Thetis" op den Amstel werden gehouden
In hooger sferen boven het dek van de nieuwste aanwinst der
Portugeesche visschersvloot, den viermaster „Argus", die te Heusden
gebouwd werd
Lebrun en Daladier op de eeretribune tijdens de onthulling
van het monument ter nagedachtenis aan wijlen president
Loubet te Montélimar
De hevige regenval zette Dinsdag te 's Gravenhage vele wegen blank. Auto's
nemen een bad in het viaduct bij de Troelstrakade
Goed beschermd tegen het minder
gunstige weer tijdens den iachtrit te
Greens Norton bij Towcester in Enge
land, welke als gewoonlijk veel be
langstelling trok
Met den afbraak der gebouwenaan
den Hofweg te Den Haag, waar een
nieuw parkeerterrein en een plantsoen
zullen worden aangelegd, is men thans
bijna gereed
FEUILLETON
ROMAN VAN LO WILSDORF.
Geautoriseerde vertaling door F. v. Velsen.
6)
„Ik bedoel, heb je ten opzichte van je
garderobe de noodige maatregelen geno
men?" bracht hij er eindelijk met pijnlijke
beslistheid uit.
Oliva liet haar borduurwerk zakken en
keek hem met groote verraste oogen aan.
„Vergeet niet", zei hij met klem, „dat je
wat je kleeding betreft, bent blijven ste
ken in het tijdperk van je moeder en
grootmoeder en dat de mode zich heeft ge
wijzigd; dat kan je toch niet tegenspre
ken.
Oliva schudde haar hoofd en keek haar
vriend met bijna bezorgden blik aan.
„De mode? Wat heb ik met de mode te
maken? Ik leed mij volgens mijn stand. Ik
begrijp niet, wat je je in je hoofd haalt.
Mijn kleeren, die ik met mijn uitzet heb
gekregen, zijn voor het grootste gedeelte
nog niet gedragen, omdat er geen gelegen
heid voor was. Ik heb reeds bevolen, dat
alles uitgepakt en gelucht moet worden,
want de reuk van kamfer, naphtaline en pe
per, tegen de motten, moet er uittrekken.
Mijn figuur is niet veranderd."
Pretorius had een kleur van ergernis.
Even goed had men kunnen trachten, een
slapend kind een tafel van vermenigvul
diging te leeren, als' deze vrouw de een
voudigste begrippen van den hedendaag-
schen tijd aan het verstand te brengen.
Zij spraken nog over een en ander, doch
Pretorius was er met z'n gedachten niet
bij. Oliva bemerkte het wel, doch stoorde
er zich niet aan. In haar brein had zich
een idee fixe genesteld, dat har niet los
liet. Virgilius had geheimen met haar
dochter, dat stond als een paal boven wa
ter. Ja, werkelijk, hij had altijd haar par
tij gekozen. Reeds als klein kind had hij
haar tegen haar moeder en grootmoeder
opgezet.
Arabella was geheel anders aangelegd
dan zijzelf. Zij had gen greintje volgzaam
heid in haar bloed. Zij zou zich niet, zoo-
als haar moeder, een man laten opdrin
gen, dien zij niet liefhad.
Oliva zou haar dochter waarschuwen.
Zij maakte zich wijs, dat het haar plicht
was. Want Virgilius Pretorius was per slot
van rekening toch veel te oud voor haar.
Bovendien doortsroomde haar een ge
voel, dat zij geen naam kon geven. Een
priemende smart, wanneer zij er aan dacht,
dat hij een vrouw zou kunnen kiezen. Wat
was dat voor een eigenaardig, uit vrees en
afgunst voortspruitend gevoel? Ontmoe
digd raadpleegde zij haar geheugen. Wan
neer was dat begonnen? Oliva zou het niet
hebben kunnen zeggen. Eén ding was ze
ker, dat haar besluit, om deze gewaagde,
moeilijke taak, welke zij voornemens was
te volbrengen, nauw met haar angstgevoel
in verband stond..
En nu was het zoo ver gekomen.
Oliva had niet gezegd, hoelang zij weg
zou blijven. Doch de antieke eiken reiskist,
die nauwelijks door twee man te dragen
was en nog dateerde uit derf tijd van haar
overgrootmoeder, rechtvaardigde het ver
moeden, dat Olivca voornemens was, voor
langen tijd op reis te gaan.
Toen Pretorius dien voorwereldlijken
reiskoffer zag, liet hij zijn gezag gelden.
Met moeite bedwong hij zijn lachlust en
verklaarde, dat die mamouthkist in geer
geval mee mocht. De bagage moest in d<
auto meegenomen worden en daarom zoi
hij zijn autokoffier hier laten brengen. Wal
er niet in kon, moest hier blijven. Indien
Oliva in Weenen iets te kort kwam, moest
zij het daar maar koopen. Hevig verbol
gen verliet Oliva, met hooghartig geheven
hoofd, het vertrek. Die Virgilius was ge
woonweg onmogelijk. Zij, Oliva von Bela-
my, kleeren koopen in een confectiemaga
zijn! Werkelijk, met zoo'n man moest men
over een groote dosis geduld beschikken,,
dat was zeker. Zij waagde het echter niet,
hem te dwarsboomen; zij zou zich dan wel
behelpen.
Toen Oliva op den dag van haar vertrek
uit de voordeur van het heerenhuis kwam,
om in de wachtende auto te stappen,
kreeg Pretorius een hevige hoestbui. Alle
machtig, dat kon wat moois worden! Ge
lukkig was de auto gesloten, want het be
gon al koud te worden.
Oliva droeg een zware japon met wes
pentaille, een wijden, met bont gevoerden
mantel, die nog een erfstuk van haar groot
moeder was. Zelf vond zij, dat ze er bui
tengewoon elegant uitzag. Daarbij droeg
zij een geweldigen hoed, zooals die in haar
meisjestijd mode was geweest, met wui
vende struisve'eren bezet. Een dichte, strak
ke voile, bedekte haar geheele gezicht.
Pretorius keek langs haar heen, terwijl
den chauffeur haar hielp instappen. Zijn
blik viel op de schoenen van zijn reisge-
noote, Grove, vormelooze schoenen met
gespsluiting
Terwijl hij met elastische beweging in
den wagen sprong en naast haar plaats
aam, sloeg zijn stemming plotseling om.
(Sen diep, innig medelijden verdrong elk
inder gevoel. Arme stumper, dacht hij. Ar-
ne goede stumper. Wat leefde zij in een
Iroom van achterlijkheid en voorwereld-
ijke begrippen. Wat zou het ontwaken
/reeselijk zijn, wanneer zij midden in het
vverkelijk leven geplaatst werd.
Buiten verwachting ging op reis alles
goed. Oliva klaagde niet over ongemak of
vermoeienis. Zij sprak trouwens weinig en
na eenigen tijd leunde zij achterover en
legde haar hoofd in den hoek van de dik
ke kussens hetgeen den merkwaardigen
hoed geen goed deed. Spoedig scheen zij
vast te slapen.
Telkens voelde Pretorius zich gedron
gen, naar haar te kijken. Fijn en edel was
de vorm van haar gelaat; een smalle neus.
mooi gevormde kin en ovale wangen. Een
fantastisch masker in het schemerdonker
van den wagen. Plotseling overviel hem
het dwaze verlangen, daar waar zich on
der de voile haar mond bevond, een kus te
druken. Op hetzelfde oogenblik schoot hem
het tooneeltje in den tuin te binnen, toen
hij, jaren geleden, eerder gedreven door
overmoed dan door teedere gevoelens, óók
dien mond had gekust. Toentertijd was hij
een aap van een jongen en zij een beeld
mooi jong ding, een fee tusschen de rozen
perken, die haar omringden. Zou zij het
zich nog wel eens herinneren? Zou hij het
nu wéér durven doen?Op dat oogen
blik kwam hem plotseling het beeld van
den nietswaardigen ouden baron voor den
geest, met wien zij korten tijd in den echt
was verbonden geweest. Pretorius was
op dat tijdstip in Parijs en had van zijn
vader bericht ontvangen, dat de twee dom
me, achterlijke dames van het landgoed
het onwetende kind als een meubel aan
den ouden Belamy hadden overgedaan.
Virgilius herinnerde zich nu nog zeer goed
hoe woedend hij toen was geworden
woedend op Oliva, omdat zij zich zoo wil
loos liet verkwanselen.
Het rumoer van de wereldstad deed Oli
va plotseling ontwaken. Verschrikt wendde
zij haar hoofd in alle richtingen en scheen
zich in de eerste oogenblikken niet te her
inneren waar zij was, of wat e: met haar
gebeurde. Zij greep met beide handen
naar haar hoofd en probeerde tevergeefs
den totaal verkeukten monsterhoed in zijn
fatsoen te brengen en weer goed op haar
hoofd te planten. Het was haar echter on
mogelijk. de stijl geknoopte voile los te
krijgen. Het ding had zich strak om haar
gezicht gesnoerd en zij zag geen kans,
zich er van te bevrijden.
Pretorius moest lachen. Wat stak deze
gejaagde, hulpelooze houding sterk af bij
haar anders zoo ongenaakbare -kalmte en
waardigheid!
„Kom, Oliva, ik zal eens voor kamenier
spelen", en hij trok en rukte aan den
knoop van de voile, doch het dig scheen
hoe langer hoe vaster te gaan zitten.
Geduld was niet de hoofddeugd van Pre
torius en geërgerd riep hij: Ik zou wel eens
willen weten, wie dat onmogelijke klee-
dingstuk heeft uitgevonden."
(Wordt vervolgd).