ACHILLES EN D.W.S. KAMPIOEN i Het Blad Papier Een spelmoment uit den Zondag te Eindhoven gespeelden hockeywedstrijd Zuid Nederland België A De -Prinses Beatrix" is Zaterdag van de werf van -De Schelde" te Vlis- singen officieel door Z. K. H. Prins Bernhard tewater gelaten. Het schip verlaat de helling Ceicbefie 6ou^orit Strandgenoegens te Scheveningen. Tengevolge van het gure weer en den straffen wind blijven de bezoekers weg, zoodat de strandzeilers hun hart kunnen ophalen aan deze opwindende sport j i "j l i L L overwinning in den bondag tegen A D.O. te Amsterdam gespeelden wedstrijd het kampioenschap van afd. 1 der Westelijke eerste klasse van den K N.V B - Het kampioenselftal der Amsterdammers Door enthousiaste supporters werden de spelers van Achilles na het te Assen behaalde afdeelingskampioenschap in triomf op de schouders van het veld gedragen De voorbereidende werkzaamheden voor de overbrugging van het Vondel park te Amsterdam hebben thans een aanvang genomen. Onder groote be langstelling worden de eerste boomen omgehakt Hr. Ms. kruiser „Sumatra" is Zaterdag van een kruistocht in de Middellandsche Zee te Den Helder teruggekeerd. Het schip in de haven FEUILLETON door V. WANIEK. 29) Tengevolge van den zwaren rook za gen ze bijna niets, maar plotseling hoor den zij in een belendend vertrek, waarvan de deur openstond, snelle stappen en het toewerpen van een andere deur. Roch liep erh een; mar van een ta fel in een donkeren hoek stond een reus achtige kerel op en sprong op den detec tive toe. Langwieser! riep Keppinger. En hij kwam Roch te hulp, die door den reus met vuistslagen werd overstelpt. Op de. binneplaats knalden schoten; in de gelagkamer brak een onbeschrijfelijk tu mult uit. Vooruit? wij moeten er door heen! brulde Langwieser. En hij slingerde zijn mes naar den com mandant. Kronberg ijlde naar de tweede deur van bet belendend vertrek: gesloten! Als razend beukte hij het slot. Roch kwam hem ter hulp kraknd vloog de deur open. Een schaarsch verlich te gang; rechts een smalle houten trap, die naar boven leidde. Door die gang kwamen nu de twee an dere gendarmen aangeloopen. Eefc van de kerels ligt op de binnen plaats! Waar is Langwieser? Roch wees in de richting van de gelag kamer, waar Langwieser zich achter de fareede trapkast had verschanst. Kronbeg liep schier zonder te weten wat hij deed, de trap op. Waar zou hij Maud vinden? Hij hoorde plots een ijselijke gil, geklet- te van een venster, een doffe val. Het bloed stole Kronberg in de aderen. In de bovengang van 't huis bevonden zich eenige deuren en nummers: de logeer kamers van 't hotel. Onder een deur schemerde licht. Kron berg liep er heen. Maar reeds hoorde hij den detective naast zich. Déze deur niet, de volgende! zei Roch. Weer gesloten! Roch stak snel het primi tieve slot open. Diepe stilte, akelig duister zooals in een grafkelder Roch's electrisch lantaarntje zocht de ruimte af. Ginds, in den hoek, een bed, en op dat bed lag, geheel gekleed, een vrouw, bewusteloos en bleek als was, het teere gezicht met goudblonde lokken om lijst. Zjj is dood!kreet Kronberg. Roch greep de neerhangende, uitgemer gelde hand der jonge vrouw en zocht haar pols. Alleen bedwelmd en uitermate zwak; over een maand zal zij er heel anders uit zien. Kronberg wierp den detective een blik van onuitsprekelijke dankbaarheid was! O, riep hij uit, als dat waar was! Ik heb wel eens meer gelijk, waarde dokter, al hebt u daar nog al lang aan ge twijfeld. merkte Roch glimlachend op. Kronberg staarde bedeesd op het blee- ke en mooie gezichtje. Om de gesloten oogen lagen blauwe kringen. Als die oogen opengingen, zouden ze dan ooit met liefde ,op hem rusten? Nieuwe ongst beving hem; hij was met alle vezels zoo nauw met deze schepping zijner verbeelding vergroeid geweest, dat hij aan dit gevaar der werkelijkheid nooit had gedacht. Roch had een zeer klein fleschje te voor schijn gehaald, en bevochtigde met eeni ge druppels daaruit de lippen der bewus- telooze. De bedwelming zal nog lang duren, zei hij. Wij zullen haar intusschen over brengen naar de stad en haar doen opne men in een sanatorium of ziekenhuis, 't Is beter, dat zij in een vriendelijker, kalmer omgeving dan hier tot zich zelve komt. Beneden in de wachtkamer was het tu mult bedaard. Langwieser werd geboeid naar de auto gebracht. Dit gebeurde ook met Jonathan Holder, die een schot in den voet had gekregen, en met zijn vrouw; deze was uit het venster der bovenkamer op een groote sneeuwhoop gesprongen, maar op haar verdere vlucht in de han den der gendarmen gevallen. Roch liet door den waard en diens knecht de auto van Jonathan Holder uit de schuur halen. Voorzichtig legde hij Maud Kandrun daarin neer, tusschen opgeëischte dekens en kussens. De detective zette zich op de chauffeurs plaats, en Kronberg naast hem.... XVI. Er volgden dagen van smartelijk onge rustheid voor Kronberg. Maud's toestand was van ernstigen aard; voortdurende angst, ruwe behandeling, ge brek aan beweging en versche lucht had den haar geheel uitgeput. Haar bedwelming was overgegaan in een langen slaap, die wel een doodsslaap ge leek; en toen ze eindelijk daaruit ontwaak te kostte het de geneesheeren en ver pleegsters veel moeite, haar over te halen, eenig voedsel te gebruiken. Ik vrees, vergiftigd te worden, beken de zij Roch, die men had geroepen om haar er van te overtuigen, dat zij nu werkelijk vrij was. Eindelijk gelukte het den detec tive, haar volkomen gerust te stellen. Voor de eerste maal gleed er een lachje over haar bleek en smal gezichtje Dus vrij?.Wezenlijk vrij!? Zij slaakte een diepen zucht van verlich ting. Uw hulpkreet op het blaadje papier heeft den redder tot u geleid, zei Roch. Dat was ook mijn eenige hoop geble ven, mijn eenige gedachte bij dag en bij nacht. Dikwijls greep mij wanhoop aan en dan riep ik hem ter hulp. Hoe zal ik hem rnen redder, mijn vriend, mijn weldoener danken! Robert Kronberg stond voor de deur van de ziekenkamer en hoorde dien uitroep. De zachte, melodieuze stem bracht den* jon gen geleerde in verrukking zóó was ze reeds in zijn droomen tot hem doorgedrongen. En toen bij haar den volgenden dag voor de eerste maal een bezoek mocht brengen, be waarden beiden een wijle het stilzwijgen, maar keken elkaar schuchter vorschend aan. Zóó heb ik u altijd gezien, zei einde lijk Maud, terwijl zij Kronberg de hand toestak. Robert was aanvankelijk te diep ont roerd om een woord over de lippen te kun nen brengen. Wat beteekenden al zijn droo men bij de werkelijkheid? En toch.... Toen Maud hem wilde danken, verweer de hij zich bijna driftig: Ik moest het doen't sprak van zelf.... 't was niet meer dan natuurlijk. Den volgenden dag kwam hij niet, hoe wel de stille ziekenkamer een schier on weerstaanbare aantrekkingskracht op hem uitoefende. Maar een ruiker prachtige, gele x*ozen lag op de sprei van Maud Kandrun's bed. Maud glimlachte. Zij begreep hem; zij begreep zoo goed zijn kiesche gevoelens, die bang waren voor haar dankbaarheid Als ik nu maar flink herstel dan zeg ik hem alles! En de blijde wil om te leven hielp haar méér dan de beste verpleging. Roch hield zich intusschen bezig met den criminalistischen kant der zaak. Jonathan Holder had een uitvoerige be kentenis afgelegd. 't Was Fred Meingast, die het plan voor de misdaad had ontworpen. Daar Holder met zijn vrouw in bitteren nood verkeerde, liet hij zich al te gemakkelijk overhalen, om bij de uitvoering van dat plan behulp zaam te zijn. Maar iederen dag bezwoer hij, Maud nooit naar 't leven te hebben gestaan, hoe wel Meingast van hem eischte, dat hij het meisje zou vermoorden. Integendel, toen een zijner medeplichti gen, met name Daniël Croocker, Maud wil de vermoorden, had hij met gevaar voor zijn eigen leven dien gruwel verhinderd. Maud bevestigde die verzekering. Men wist trouwens, dat juist ook Daniël Crooc ker den detective Roch te New York uit den weg had willen ruimen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9