DE BRAND VAN
KASTEEL BERGH.
Het Blad Papier
De F.I.K.A. hield Woensdag in het Diaconieweeshuis der Ned. Herv.
Gem. te Amsterdam een persconferentie in verband met de van 20
tot 25 Maart a.s. te houden kinderbeschermingsweek. Een kijkje
tijdens den rondgang
De brand in het kasteel Bergh te 's Heerenberg. De nablussching
van het trappenhuis, gefotografeerd uit de groote zaal
Als proef worden op een gedeelte van den in aanleg zijnden autoweg
Heerlen Geleen over een afstand van 3 K.M. de machines uitge
schakeld en zullen 350 arbeiders tewerk gesteld worden. Te Schinnen
zijn reeds 200 werklieden aan den arbeid
De leden der Groningsche vrouwelijke studentenvereeniging en leerlingen der
huishoudscholen hielden Woensdag in Groningen een oliebollendag ten bate
van een week vacantie voor huismoeders uit door de crisis getroffen gezinnen
H. M. de Koningin is Woensdag van haar vacantiereis uit Zwitserland
te Den Haag teruggekeerd. De aankomst aan het S.S.-station
Verschillende Britsche onderzeeërs zijn in de Londensche haven
aangekomen, waar Engelsche officieren ter koopvaardij in de
gelegenheid gesteld worden, om de schepen te bezichtigen en
deskundige voorlichting te ontvangen als onderdeel der .training'
voor de burgerlijke hulpdiensten
FEUILLETON
door
W. WANTEK.
(Nadruk verboden).
20)
Hij heeft kennis gemaakt met een be
diende uit Green's villa op Riverside Drive
en zit nu met hem in den „Lustigen Ma
troos" bij een glas whiskey.
Ik kom onmiddellijk.
Best. Goeden dag, mijnheer Roch.
De detective trok zijn overjas weer aan
en spoedde zich naar buiten. Een kwartier
later hield de auto stil op Chatam-Square.
Hij sprong er uit, betaalde den chauffeur
en richtte zijn schreden naar East-Broad-
way. Voor de eerste maal bevond hij zich
daar, in de Jodenwijk van New York.
Heel de straat was vol oorverdovend la
waai. Honderden leurders, die met schrille
stem hun waar aanprezen, menschen, die
aiet spraken maar schreeuwden, schreien
de kinderen, krijschende vrouwen. En dan
het ontzettend geratel van allerlei voertui
gen, het getoeter van de auto's en het ge
dreun van de treinen op de nabij gelegen
luchtspoorweg.
't Kostte Roch veel moeite, zich een weg
te banen d-^or de dichte menigte, veelal
smerig volk. Naarmate hij verder kwam
werd het lawaai verschrikkelijker, het ge
woel erger. Eindelijk was hij tot Jeffer-
sonstreet doorgedrongen en wilde rechts in
slaan. Ook daar overal menschen, als tot
een kluwen opeengestapeld. Hij spande
zich in, om vooruit te komenEn plot
seling kreeg hij van achter een vreeselij-
ken slag, die hem bewusteloos ten gronde
wierp.
Den volgenden dag las men in de och
tendbladen:
Weer een moord!'
Gisteravond, tegen 7 uur, werd op den
hoek van East-Broadway en Jefferson-
street een voorbijganger vermoord door
een slag met een ploertendooder op het
achterhoofd. De politie heeft de identiteit
van het slachtoffer kunnen vaststellen, 't
Is de bekende Weensche particuliere de
fectieve Karl Roch. Men heeft tot nu toe
geenerlei spoor van den dader ontdekt.
XIL
Twee dagen later las ook Robert Kron-
berg dit korte bericht in een Weensch dag
blad. Hevig ontsteld staarde hij op die wei
nige regels. Dat was dus het einde!
Plotseling kwam heel het avontuur, dat
hij sinds weken uit zijn geheugen had ge
bannen, hem weer voor den geest. Was hij
niet dwaas geweest, voor die geheimzinnige
zaak ook nog 'n hoop geld uit te geven?
Zonder zijn stoffelijke hulp zou Roch ze
ker niet naar New York zijn vertrokken, en
in dat geval zou hij thans nog leven.
Hij Roch was gestraft voor zijn taai
volgehouden bemoeiingen met 't lot vgn
een vreemd schepsel en hij Kronberg
had hem in den dood gedreven!
Neen niet ik! Niet ik! Kronberg
verweerde zich uit alle macht tegen die
pijnlijke gedachte. Ten slotte wilde ik zelf
naar New-York, hoewel ik van plan was,
de heele zaak te laten varen, maar een ge
heimzinnige macht scheen mij voort te stu
wen. En toch alles was my onverschil
lig geworden.
Onverschillig?Robert Kronberg be-
dioog zichzelf toen hij die woorden sprak.
Onverschillig, neen, zoo ver was 't nog
niet gekomen. Zijn verstand had hem be
volen niet langer naar iets onmogelijks, iets
onbereikbaars te streven, maar daarmede
was het ideaal van zijn liefde-verlangen
niet onschadelijk gemaakt; het bleef een
ideaal.... gelijk zoovele andere dingen in
het leven
Toen Robert Kronberg hier op de ijs
baan Lene Barbisch ontmoette, viel haar
zijn ernstige stemming op.
Maar zij stelde hem geen vragen; zy ken
de hem nu beter en wist, dat er in zyn ziel
een gebied was, waartoe niemand toe
gang kreeg.
Haar vrouwelijke nieuwsgierigheid leed
niet zelden daaronder; maar Lene Barbisch
verstond de kunst, zoo noodig niet alleen
haar hartje, maar ook haar jeukende tong
in bedwang te houden.
Des te grooter was haar verrassing toen
Kronberg zelf aldus begon:
Neem my niet kwalijk, Lene, dat ik
vandaag zoo weinig spraakzaam ben. Een
goede kennis van mij is vermoord in New
York; ik heb het in de krant gelezen.
Lene schrok.
Vermoord? Wat moet New York een
afschuwelijke stad zijn!
Nu, zulke drama's worden ook hier
wel afgespeeld, maar ginds zijn ze om zoo
te zeggen heel gewone, dagelijksche gebeur
tenissen.
Woonde het slachtoffer in New York?
-i- NeenZijn beroep had hem voor
eenigen tijd daarheen gevoerd.
Kronberg beschreef op het ijs een groote,
ietswat zonderlinge bocht, die hem uit Le-
ne's nabijheid bracht.
Een weinig gekrenkt, sloeg zij de tegen
overgestelde richting in. Hij had haar ge
nadig een paar brokjes toegeworpen, haar
nieuwsgierigheid tot de hoogste spanning
opgevoerd en nu las zij weer op zijn ge
zicht: „toegang verboden!"
Toen Kronberg weer over het ijs op Lene
toekwam, onderhield zij zich heel druk met
een jong advocaat, die eerst kort geleden
in den salon van den rector als huwelijks-
candidaat was opgedoken.
Kronberg doorzag het spel en maakte
zich boos; en toch, was het niet zijn eigen
schuld? Reeds maanden verkeerde hij met
de jonge dame op den meest vriendschap-
pelijken voet; hij kwam dikwijls ten huize
van haar ouders en had veel sympathie
voor haar opgeruimd spontaan karakter.
Zij schenen waarlijk goed bij elkaar te
passen; er waren tusschen hen geen tegen
stellingen uit den weg te ruimen, geen pro
blemen op te lossen. Bestond er dus niet
een basis voor een harmonisch huwelijk?
Waarom dan deed hy geen aanzoek?
Wilde hij zyn leven lang ongehuwd blij
ven, kinderloos, overgelaten aan de zorg
van bedienden, betaalde personen, inplaats
van door een liefhebbende vrouw op de
handen te worden gedragen?
Kronberg werd gekweld door een eigen
aardig, pijnlijk gevoel: liefde?
Hield Lene Barbisch van hem? Tot nu
toe had hij zich om die vraag zoo weinig
bekommerd, dat hij er thans voor terug
schrok.
En hij zelf, hoe stond 't met hem?
Zeker, hij was uit zyn fantastischen
droom ontwaakt, maar.een warmer ge
voel voor Lene Barbisch was nog niet bij
hem opgekomen. En toch werd hij boos
omdat Lene zich nu door dien advocaal
Monchsberger 't hof liet maken.
Moet ik dit bescheiden geluk ook nog
verliezen? dacht hij, bijna verbitterd.
Hij nam Lene's arm en leidde haar, on
danks de protesten van haar nieuwsten
vereerder, terug naar het midden van de
ijsbaan.
Lene's wangen, rood van de koud, kleur
den zich nog 'n weinigje feller; voor de eer
ste maal had zij de gewaarwording dat
Kronberg zich inderdaad op bijzondere wij
ze voor haar interesseerde en een glim
lachje van innige voldoening speelde om
haar mooien, fijnen mond. Er bestond dus
waarlijk kans voor haar?....
Maar by zoo'n wispelturig mensch was
de uiterste voorzichtigheid geboden. Zijn
stemming kon gauw weer heelemaal ver
anderen, en Lene Barbisch begon genoeg
te krijgen van dat kat en muis spelen.
Mr. Monchsberger heeft mij en eenige
andere kennissen tot een ski-partijtje in
den omtrek van Linz uitgenoodigd. Zijn
oom is prelaat van een abdij aldaar en wil
ons feestelijk onthalen, 't Kan heel aardig
worden, zei Lene, toen zij de baan voor de
eerste maal rondgereden waren.
Vier uren sneltrein voor een ski-
partij louter dwaasheid! riep Kronberg
driftig. Mij dunkt, dat we in de omstreken
van Weenen sneeuw en ijs genoeg heb
ben.
(Wordt vervolgd).