De kracht van het gebed
RECHTZAKEN
MAANDAG 13 MAART 1939
DE LEIOSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 8
Minister Stenberghe is van zijn Duitsche. reis weer in de Residentie teruggekomen.
De begroeting door vrouw en kinderen op het station.
Minister Steenberghe over
zijn bezoek aan Leipzig
en Berlijn
Teruggekeerd van zijn bezoek aan Leip
zig en Berlijn heeft de minister van Econo
mische Zaken, mr. M. P. L. Steenberghe,
hedenochtend in zijn werkkamer op het
departement aan een verslaggever van het
Algemeen Nederlandsch Persbureau eenige
mededeelingen over deze reis gedaan.
Op de vraag: Wat was het doel van uw
reis en welke zijn uw ervaringen, antwoord
de de minister ongeveer als volgt:
Mijn doel was in de eerste plaats een
bezoek te brengen aan de Leipziger Messe
en in het bijzonder aan de Nederlandsche
inzending van deze beurs, die sinds een
paar jaar door den economischen voorlich
tingsdienst van mijn departement verzorgd
wordt. In de tweede plaats wilde ik van
deze gelegenheid gebruik maken om een be
leefdheidsbezoek te brengen aan mijn
Duitschen ambtgenoot Funk ten einde een
bespreking te voeren over de economische
vraagstukken in het algemeen, die Neder
land en Duitschland raken.
Ik ben zeer onder den indruk gekomen
van hetgeen op de Leipziger Messe ge
toond wordt en bevestigd in mijn meening,
dat deze beurrs inderdaad een centrum is,
dat op groote schaal aan kooplieden in de
geheele wereld de nieuwste producten op
velerlei gebied laat zien. Wat de Nederland
sche inzending betreft ben ik van meening,
dat die op de goede plaats onder de andere
buitenlandsche inzendingen is opgebouwd.
Ik geloof echter, dat er nog mogelijkheden
zijn om nog duidelijker dan thans het geval
is om zoowel aan Duitsche als aan andere
koopers te toonen, datgene wat Nederland
in staat is te leevren. Daarvoor is noodig
een grootere medewerking van het Neder
landsche bedrijfsleven dan thans is gebo
den. Ik stel mij voor met dit bedrijfsleven
in overleg te treden, opdat, zonder veel kos
ten zijnerzijds, het beoogde doel tot stand
komt.
De minister voegde hieraan toe, dat hij
den indruk heeft, dat de economische voor
lichtingsdienst gedaan heeft wat in zijn
vermogen was. Het bezoek aan Berlijn be
sprekende, zeide minister Steenberghe, dat
de Duitsche minister von Ribbentrop en
Funk hem buitengewoon vriendelijk heb
ben ontvangen. Met beide heeren heeft de
heer Steenberghe de verschillende finan-
cieele en economische vraagstukken, die
tusschen beide landen bestaan, besproken.
„Zonder mij over de details van dit onder
houd uit te laten durf ik toch te verklaren,
dat ik gelegenheid heb gehad op verschil
lende punten een toelichting te geven, o.m.
op de kwestie van de nieuwe, tarieven van
invoerrechten, waardoor verschillende mis
verstanden zijn weggenomen".
Door uitlatingen van mijn Duitsche
ambtgenooten ben ik overtuigd, dat
deze besprekingen geleid hebben tot
verheldering van wederzijdsche stand
punten en deze verheldering kan niet
anders dan te goede komen aan de
thans te Berlijn hervatte besprekingen
over het Duitsch—Nederlandsche han
delsverdrag.
Op de vraag welken indruk de minister
van de hem bereide ontvangst heeft gekre
gen, antwoordde de heer Steenberghe, dat
deze boven zijn lof verheven is. Zoowel de
ontvangst op Donderdagavond van de
Deutsch Niederlaendische Gesellschaft,
waarin staatsraad Hellferich voorzitter is,
als de offiicieele ontvangst op Vrijdag
avond van minister Funk waren zeer har
telijke en luisterrijk. De eerste receptie
was tot een kleinen kring beperkt, waar
toe tal van vooraanstaande zakenlieden be
hoorden. Minister Funk's receptie ver-
eenigde een gezelschap van 80 a 90 perso
nen, onder wie zich van de kanselarij van
den Führer, de heer Lammers, vrijwel alle
leiders van de groote industrieele-, handels-
en bankbedrijven uit Berlijn en uit een
groot gedeelte van Duitschland. Op beide
ontvangsten heb ik door ongedwongen ge
sprekken opnieuw kunnen vaststellen, hoe
veel goede vrienden ons land in Duitsch
land heeft.
Den laatsten dag van mijn verbluf in
Berlijn heb ik nog korte besprekingen ge
had met het bestuur van „Hollandia" en
aan een thee met het bestuur van „Neder
land en Oranje". Ik heb groote groote be
wondering zoo besloot de minister dit
onderhoud voor het werk, dat de in Ber
lijn woonachtige Nederlanders verrichten.
DE HELDENDOOD VAN PATER
DANGREAU IN CHINA
Omtrent den dood van Pater Dangreau
ontvingen wij nog de navolgende bijzon
derheden:
Evenals alle jonge Missionarissen van
de Paters van Scheut, verbleef Pater Dan
greau een jaar te Peking om de Chineesche
taal te bestudeeren; hij gaf zich geheel aan
deze studie
Om zijn buitengewone capaciteiten werd
hij spoedig benoemd tot hulppriester bij
Pater Lefèvre, een oud missionaris met
veel ondervinding.
Na drie maanden te hebben doorgebracht
te Tanoor, vestigde Pater Dangreau zich
op 8 Januari 1939 on Sincheng, een half uur
afstand van Tanoor. In die dagen was de
omgeving nog rustig, maar vanaf 13 Janu
ari begonnen de aanvallen van de Mon-
goolsche en Japanneesche troepen op de
Chineesche soldaten, die zich in de stad
verschanst hadden. De aanval geschiedde
vanuit het Noorden en het Noord-Westen,
zoodat de burgerbevolking gelegenheid
kreeg, uit de stad te vluchten; de Chi
neesche troepen wilden het terrein niet af
staan, en er ontspon zich een hevig ge
vecht. De oversten van den jeugdigen Mis
sionaris rieden hem aan zijn post te ver
laten, maar hij wilde bij de zijnen blijven,
in de laatste brief, op den vooravond van
zijn dood, schreef hij:
„Beminde medebroeders, gij stelt U de
toestand ernstiger voor, dan hij is. Men
schiet nog altijd op de Noordzijde, maar
ik ben beschermd door de muur van mijn
huis. Ieder uur, dat men hier nu doorbrengt
is voor later van het allergrootste belang;
ik ben nu de vriend van allen".
Op Vrijdag 13 Januari droeg Pater Dan
greau vroeg de H. Mis op, en hij nuttigde
alle H. Hosties, omdat hij bevreesd was,
dat zij in heiligschennende handen zouden
vallen. Aan zijn eigen veiligheid dacht hij
niet. De artillerie kwam in actie en steun
de de aanvallers. Het beleg kon niet lang
meer duren. In den namiddag van Zondag
15 Januari, zagen de vluchtelingen, hoe de
troepen de stad binnentrokken. Onmiddel
lijk ging de jonge missionaris hen tege
moet, om bescherming te vragen voor die
genen, die in het gebouw van de missie
een toevluchtsoord hadden gezocht. De
soldaten zagen hem zijn huis verlaten, zij
mikten en gaven vuur. Pater Dangreau
riep, dat hij Missionaris was, hij deed nog
enkele passen maar viel toen neer; een
kogel had hem in het hart getroffen. De
residentie van de missionarissen werd ge
plunderd en in brand gestoken, waarbij
het lijk van den Missionaris gedeeltelijk
verkoold werd. Het stoffelijk overschot
van Pater Dangreau werd overgebracht
naar Sianoor, waar hij door zijn mede
broeders begraven werd.
Het Katholiek Comité van Actie
„Voor God" schrijft ons
Bij orze voortdurende actie, om
de hereeniging van de afgeschei
denen te bevorderen, erkennen
wij volkomen dat deze voortreffe
lijke eei heid door geen enkel
middel beter tot stand kan komen
en bevestigd worden, dan door de
kracht van het gebed.
i Paus Leo XIII.
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
Steungeknoei bij herhaling.
De betonwerker W. de L. te A1 p h e n
a. d. R ij n thans woonachtig te Zoeter-
woude was destijds bij verstek wegens ge
knoei met den steun veroordeeld tot zes
weken gevangenisstraf, terwijl de officier
drie maanden gevangenisstraf geëischt
had. Verdachte was van dit vonnis in ver
zet gekomen en de zaak was toen aange
houden om alsnog een rapport in te win
nen. Dit document was thans ter tafel,
maar luidde nu bepaald niet gunstig. De
officier was van meening, dat hier alleen
gevangenisstraf op zijn plaats is. Immers
verd. is al eens veroordeeld voor een
steundelict. De kans, welke hij toen ge
kregen heeft, is door verdachte niet be
nut. Spr. eischte bekrachtiging van het bij
verstek gewezen vonnis, zijnde zes weken
gevangenisstraf.
Verdachte vroeg een voorwaardelijke
veroordeeling, maar de Politierechter voel
de daar niets voor, want ten eerste staat
verdachte niet erg gunstig bekend en ten
tweede heeft hij zijn kans gehad maar
niet benut. Het vonnis werd eveneens een
maand gevangenisstraf onvoorwaardelijk.
„U hebt veertien dagen voor hooger be
roep", deelde de Politierechter hem mede.
„Dat zal wel niet veel geven*', meende
verdachte, „dus dat doe ik maar niet".
Voor een duiventil.
Dagvaardingen zijn dingen, waar abso
luut geen humor in is. Er staat zoo nuch
ter mogelijk diefstal van planken en deze
planken zouden weggenomen zijn door P.
J. L. S. te Voorschoten. Op 19 Octo
ber waren er van een bouwwerk te Voor
schoten eenige planken verdwenen, wel
ke dingen toebehoorden aan Buitelaar.
Maar nu het excuus van verdachte. Deze
vertelde laconiek, dat hij vijf gulden kon
verdienen met het maken van een konij
nenhok of een duiventil. Hij had geen
hout om deze „woningen" te maken, dus
was hij eens gaan neuzen. Hij had op een
bouwwerk eenige onbeheerde planken
zien liggen en deze „gepikt". Hij kwam
nu met het verhaal, dat hij ze wel meege
nomen had, maar niet met het oogmerk ze
wederrechtelijk toe te eigenen.
Hij ging zelfs zoo ver door te zeggen,
dat hij ze daarna had willen betalen. Op
dat moment kon het niet, omdat er nie
mand was. De officier geloofde niet veel
van dat verhaal en was van meening, dat
men tegenwoordig niets meer onbeheerd
kan laten' liggen. Ook deze verdachte heeft
iets in de wacht gesleept, dat hij dacht te
kunnen gebruiken. Al is de waarde dan
niet groot, het moet uit zijn en de men-
schen moeten hun handen thuis houden.
Ook deze verdachte had dat moeten doen
en omdat hij het niet gedaan heeft eischte
spr. een voorwaardelijke gevangenisstraf
van twee maanden met drie jaar proeftijd
en een onvoorwaardelijke geldboete van
5.subs. 10 dagen.
Ook de Politierechter aanvaardde het
vertelsel van verdachte niet en het von
nis werd conform den eisch.
De dienstbode, die toch
wegging.
Een dienstbode te Oegstgeest had
voordat zij in haar huidige betrekking
kwam een ander dienstje gehad, alwaar
tot haar dagelijksohe werkzaamheden be
hoorde het helpen bedienen van een
pompstation. Een gedeelte van de ont
vangen gelden had zij in eigen zak laten
verhuizen en bovendien had zij uit de
keuken nog allerlei etenswaren ingepikt,
zooals boter, suiker en thee.
Waarom zij zulks gedaan had, vroeg de
Politierecnter.
„Zij hadden het thuis zoo arm" deelde
de verdachte juffrouw mede.
Dat ging wel wat mank, vond de Offi
cier want nu zij voor dag en nacht in be
trekking is en gelc^verdient, geeft zij niets
thuis. Trouwens, -de methode om te helpen
met een andermans eigendom is toch de
ware niet.
De Officier vond dan ook, dat een flinke
straf op zijn plaats is een eischte een on
voorwaardelijke geldboete van 20 subs.
20 dagen en bovendien een voorwaarde
lijke gevangenisstraf voor den tijd van
drie maanden met drie jaar proeftijd.
De Politierechter veroordeelde haar con
form den eisch.
HAARLEMSCHE POLITIERECHTER
Een gezellige kapperswinkel!
Voor den Politierechter stond terecht de
29-jarige kapper J. C. I. uit Hill eg om
wegens mishandeling. Op 20 Jan. j.l. had
verdachte de 28-jarige koopman C. v. G.
uit L i s s e baldadig met een schroeven
draaier geslagen, waardoor deze bloedend
werd gewond. Het geval had als volgt voor-
Op bovengenoemde data kwam de mis
handelde in de nieuwe kapperszaak van
verdachte. Toen getuige binnen was, vroeg
verdachte aan de getuige of hij bediend
wilde worden voor niets. (Een vreemde
vraag aan een klant, merkten de officier en
politierechter op). Het antwoord was na
tuurlijk ja.
Getuige had het bevestigende antwoord
nog niet uitgesproken, of 'n pijnlijke klap
had hij te pakken met den schroeven
draaier, welke klap een bloedende wond
veroorzaakt had. De officier van justitie
vond het zeer ongepast van verdachte om
zoo op te treden. Verdachte is geen onbe
kende bij de justitie. Zijn strafblad maakt
melding van een gev.straf var 8 maanden
wegens diefstal van tulpen. In dit geval is
ook een zeer strenge straf op zijn plaats en
daarom eischte spr. tegen verdachte een
gev.straf voor den tijd van 14 dagen. Ver
dachte, wien het huilen nader stond dan het
lachen, vond het vreeselijk. De politierech
ter vond, -dat verd. een gevaarlijke kapper
is. „U kunt de menschen wel de ooren af
knippen, in plaats van de haren". De poli
tierechter veroordeelde verdachte tot een
geldboete* van 20 sübsidair 12 dagen
hechtenis.
BURGEMEESTER STAAT IN HOOGER
BEROEP TERECHT
Oplichting zijner gemeente uitgelokt?
Voor het Haagsche Gerechtshof heeft
zich te verantwoorden gehad de 35-jarige
L. G. L .L., burgemeester van de gemeente
Den Bommel, die in den tijd, dat hij nog
alleen gemeentesecretaris was, een schilder
zou bewogen hebben de gemeente voor een
bedrag van 45 op te lichten.
Voor dit feit had de Rotterdamsche recht
bank hem een gevangenisstraf van veertien
dagen opgelegd. Oorspronkelijk waren hem
meer feiten ten laste gelegd.
Thans kwam evenwel alleen de uitlok
king tot oplichting welk misdrijf niet
gevolgd is ter sprake, daar de burgemees
ter van het overige hem ten laste gelegde
is vrijgesproken.
Als eerste en voornaamste van de vele
getuigen werd de schilder L. gehoord.
De advocaat-generaal was de meening
toegedaan, dat er geen enkele redelijke ver
klaring te vinden was voor verdachte's ge
drag, wanneer men niet aanneemt, dat hij
den schilder L. er toe wilde bewegen, een
valsche nota aan de gemeente aan te bieden.
Ook de getuigep spraken z.i. in dit opzicht
duidelijke taal. Spr. was het dan ook met
het vonnis van de Rotterdamsche recht
bank eens en vorderde bevestiging daar
van (veertien dagen gevangenisstraf).
De beide verdedigers, mrs. A. Blom te
Rotterdam en E. J. E. G. Vonkenberg te
Gorinchem, hielden uitgebreide pleidooien,
waarin zij de zaak zoowel van psychologi-
CONGRES VAN DE INTERNATIONALE
RAAD DER KATHOLIEKE VROUWEN
BONDEN.
Van 11 tot 18 April te Rome.
Van 11 tot 18 April zal te Rome in de Pau
selijke Academie voor Gewijde Muziek het
tiende Congres van den Internationalen
Raad der Katholieke Vrouwenbonden ge
houden worden. Het voornaamste onder
werp van bespreking is: „De Katholieke
vrouw en de christelijke hernieuwing van
de huidige" maatschappij".
Aan het congres zullen vertegenwoor
digsters van Europeesohe en Overzeesche
landen deelnemen.
Het congres wordt ingeleid door een H.
Mis opgedragen door Kardinaal Pizzardo in
de kerk Santa Maria Sopra Minerva. Bij
deze gelegenheid zal kardinaal Pizzardo
een inleiding houden over het onderwerp:
„De bijdrage der Katholieke Actie en van
haar leden bij de christelijke hernieuwing
der maatschappij".
Bij de openingszitting zal gesproken wor
den door kardinaal Dolci, beschermheer
van de Internationale Unie van Katholieke
Vrouwenbonden, Mgr. Dr. J. Hoogveld uit
Nijmegen zal een samenvatting geven van
de werkzaamheden van de studiedagen van
1936 in Brussel.
De deelneemsters aan dit Congres zullen
door den H. Vader in audiëntie ontvangen
worden.
Tijdens het sluitingslof in de kerk San
ta Francesca Romana zal de bisschop van
Lausanne, Genève en Freiburg, Mgr. Marius
Besson, een predikatie houden. In de da
gen van het Congres zal te Rome ook een
bijeenkomst zijn van de afgevaardigden
der jeugdgroepen van de Internationale Ka
tholieke Vrouwenbonden.
schen, als van den juridischen kant beke
ken.
Ten sterkste werd op vrijspraak aange
drongen.
Uitspraak 25 Maart.
BELEEDIGING VAN MINISTER COLIJN.
Arnold Meijer wederom tot veertien dagen
gevangenisstraf veroordeeld
Op 26 Januai-i 1937 heeft Arnold Meijer,
leider van „Zwart Front" op een vergade
ring van deze partij te Vaals zich beléedi-
gend uitgelaten over den minister-president
dr. H. Colijn.
De Maastrichtsche Rechtbank veroordeel
de Meijer tot veertien dagen gevangenis
straf, een straf, welke ook het Bossche Hof
in hooger beroep, zij het dan op andere
gronden, oplegde.
In cassatie werd het arrest van dit Hof
vernietigd en de zaak verwezen naar het
Gerechtshof te 's Gravenhage, welk college
heedn wederom een gevangenisstraf van
veertien dagen oplegde.
Rost van Tonningen in verzet.
Naar wij vernemen zal mr. Rost van Ton
ningen in verzet gaan van het Zaterdag
tegen hem door den politierechter te Maas
tricht gewezen vonnis, waarbij hij is veroor
deeld tot een geldboete van 75 of drie
'n Driehoekig bord (punt
boven) met rooden
Cs
rcmd is de waarschu-
4^7 wing vopr mogelijk
gevaar.
111111111
Rond zijn verkeers-
borden, die een verbod
of een gebod inhouden. o
Het 125-jarig bestaan van den Generalen Staf is Zaterdag te Den Haag officieel herdacht.. Een foto tijdens de herdenkings
plechtigheid, welke door talrijke autoritei ten werd bijgewoond, onder wie de minister van defensie, dr. J. J. C. van Dijk.