Van Schaapherder Fabrieksdirecteur Ingezonden versies CORRESPONDENTIE Gerrit N. te Leiden. Wel Ger rit, wat vond ik dat schrijven van jou al leraardigst. Ik heb n.t. aan je wensch vol daan en Margriet van de lijst geschrapt. Ik dank je inmiddels ook voor je goede wen- schen en voor mijn vitale gezondheid. Zoo wil ik het hooren! En zoo beluister ik graag de stem van een oud-leerling. Dag Gerrit! Veel groeten aan u allen; de hand voor jou! Annie van Amsterdam, R'Veen. Zou jij ook graag een antwoordje wil len hebben? De verjaardag is ingeboekt. Dat je met schaatsenrijden in de Kerst dagen je hart hebt opgehaald,, begrijp ik. Wie zou ook niet. Ja Annie! rijmen is niet ieders werk. Daar is oefening en nog meer aanleg voor noodig en.... veel lezen. Dag Nichtje! Groeten thuis! Marie v. Amsterdam, R'V een. - Zoo Marie, had jij de helft van de opl. fout! Dan verwondert het me niets, dat je geen prijs gewonnen hebt. „Op het ijs, zeg je, was je niet vandaan te slaan"! Dat geloof ik! Dat was een feest voor de liefhebbers van schaatsenrijden. Je verjaardag op 24 Juni staat in groote letters ingeschreven. Dien datum vergeet ik niet gauw! Dag Marietje! Groet vader en moeder, broer en zusjes van me. De hand voor jou. J o h a n v. d. Werf, ITW oude. Het briefje wordt al beter, al langer! Zie je wel! Doorgaan zoo en volhouden. Schrij ven is een kwestie van veel doen! Iedereen kan leeren een behorelijken brief te schre ven. Raadsels voor prijzen komen na de groote vacantie! Maak eens een versje en.... ik zal zien of het een plaatsje waard is. Maar zelf verzinnen en niet afschrijven. Groe ten aan allen! Dag Johan! Jeannete Ik wist, dat je veel ander werk te doen hebt en bij zonder met dit kaart-avondjes. Dat doe ik ook graag. Je bent een paar weken op vacantie geweest. Dat is fijn! Ik ben zes weken op stap geweest. Nog fijner! Als men 15 jaar is, dan is men ook eigenlijk „te groot" om in die verjaringslijst te staan. Dag Jeanne! Groet alle huisgenooten van me en jou druk ik de hand ten afscheid. Het verhaal komt nog wel eens, hè? Greet Krol, Leiden. Proficiat met dit succes! Dat zijn punten, die gezien mogen worden. Ook je ouders gelukge- wenscht met het slagen van dit „tenta men". Ik kijk nooit naar 't schrift. Ik let alleen op den inhoud, Greet! En om je nu eens een pleizier te doen, laat ik beide versjes hier volgen. Dit doe ik vooral om andere Nichtjes aan te sporen jouw voorbeeld te volgen. Daar is ons dichteresje! EXAMEN. Examen! Examen! Ach, wat 'n naar gedoel Dat lezen en dat denken, Al lang ben ik 't moe. De dagen vóór 't examen, Ze zijn zoo lang en zwaar; Nerveus maar reek'nen, leeren En dan de dag is daar! En steeds maar vragen, vragen! Van dien gestrengen heer. Terwijl je al maar denkt en peinst: Hoe was dat nu ook weer? Maar heb je dan gewonner Kom je flink uit den strjjt Dan is 't leed geleden Komt.... de vacantietijd. En nu tot slot wil ik ook het tweede versje van Greet u laten hooren. Zij hoorde buiten klepperen en kreeg 'n inspiratie en maakte het volgend lied. KLEPPEREN. Klepperen, klepperen, klepperen maarl Ja, zeker, het is gewis, Dat er nu in de heele stad, Geen kind zonder kleppers is! En loop je nu "nkeer op straat, Dan hoor je aan je oor Klepper, klepper, klepper, klap En loop je dan gauw door....? Daar komt er nog een aangesneh Met kleppers in de hand, En 't zelfde lied begint opnieuw, Ze kleppen moord en brand. Annie de Bruyckere, Leiden. Ja zeker, heb ik dat ontvangen, maar ik zal het nog eens bewaren. Er ligt nog zoo veel te wachten. Leuk, dat je de verhalen zoo mooi vindt. En de versjes dan? Daar zeg je niets van, of ben jij niet poëtisch Wie zijn jarig? Van 10 tot en met 16 Maart Op 10 Maart. Theo van Ruiten, R'veen B 203 Nelly v. d. Geest, Oud-Ade E 14 Lucia de Gunst, Galgew. 11 Johan Zwetsloot W. E. B 240 Hoogmade. Annie Hoogervorst, A 81 Langeraar. Nelly Westgeest Noordwijk Coby Horikx, Witte Rozenstr. 18 Corrie de Wit A 322 H'woude Op 11 Maart Sientje en Piet v. Santen. Ofwegen Woubrugge Alida Vaneman, D 64 Rijpwetering Rika v. d. Helm, Oosteinde 6 Stomp wijk Tootje Hooymans Voorstr. 11 Voorschoten Rietje Buël, Hugo de Vriesstraat. Op 12 Maart Betsie Menken Gemeene weg 11 Marie de Jongt Kerkw. D 5 Nootdorp Simon Straathof, Drilstr. 47 Tonny Westgeest, Kernstr. 79 Noordw. B. Tonny v. d. Ploeg, Vondelw. 5 Fientje Broeken Da Costastraat 46 Kas Elderhorst, Kerkw. 79 Nootdorp Nelly Smidt, Koningsstr. 25 Leiderdorp Netty Soupart, H. Rijndijk 43 Gerard Wesseling, Hoogendorpsstr. 1 Herman Goddon, Anna v. Saksenstr. 8bis Coba van Veen, Weipoort B 77 Z'woude Gretha Tuynman, Mgr. Broerestr. 9 Voorhout Truus v. Leeuwen Weipoort B 86 Z'woude Op 13 Maart Cornelia v. d. Meeri E 3 Oud-Ade Wim v. Beuk, Dorpsstr. 213 Leimuiden Gerard v. d. Helm, Oosteinde 6 Stompwijk Adrie v. d. Werf, Haagw. 51 Jo v. d. Meer B 131 R'veen Cor Schijf, H. Rijndijk F 94 Z'woude Suze de Zeeuw, Koolgr. 1 Truus Cuppen De Sitterlaan 74 Corrie v. d. Geest, Lageland D 14 Warmond Mien Verhoogt, Sophiastr. 17 Dirk Kniest, Abspoelw. 5 Oegstgeest Op 14 Maart i Hilda v. d. Heyden P. de la Courtstr. 6 Nico Koos, 3de Poellaan Lisse Toos Deckers, Dorpsstr. 84 Z'woude Ansje Reekers, Breestr. 87 Lodewijk Creyghton, Hooigracht Nelly v. Winsen, Warmond Dorpsstr. 143 Anton de Kier, Magdalenamoonstr. 1. Op 15 Maart Truusje Bylemeer, Langeraar A 176 Martijn Cozijn, O. Wetering A 2 Gerrit Mank, Levendaal Nico Heemskerk, D 186 Rijpw. Annie v. d. Post, Vliet E 7 Z'woude Kobus Voordouw, Bodegraven Jan Mulder, Korevaarstr. 35 Iico Heemskerk, D 186 Rijpw. Marie v. Kesteren, Hoogstr. 40 Voorhuot Op 16 Maart j Annie Slootbeek Julianastr. 81 Lisse Beppie Bijlemeer A176 Langeraar Tinie Segaar, W. Rozenstr. 40 Marie Schijf, H. Rijnd. Z'woude F 94 Wim v. Brecht, Gebr. Treubstr. 29 Voorschoten Marietje Lallekes de Beer Vestestr. 112 Rietje Pley L. Rijndijk 106 Marietje v. Barneveld, Leliestr 2 Ik feliciteer de jarigen Wie zijn of haar naam van schoolgaande kinderen in deze lijst wil opgenomen wor den, of bij het verlaten der school van de ze lijst wil afgevoerd worden, schrijve me minstens 14 dagen voor den verjaardag Zoo ook bij verandering van woonplaats, straat of huisnummer. OOM WIM aangelegd? Dag Annie! Groet je broertje en je ouders van me! Gerard van Eden, Noordwijker- h o u t. Ik beloof je Gerard, als ik in Noordwijkerhout kom, kom ik bij jou een lekker koekje koopen en naar dat mooie schuurtje zien, waarin je na school altijd speelt en dat zoo keurig ingericht is, dat het „een echt-huis lijkt". Dag jongen! Veel groeten aan je ouders! Tot de volgende week. Wie een brief schrijft krijgt antwoord te rug! OOM WIM. No. 11. VAN EEN HAASJE door Gonnie. Een haasje wou de wijde wereld in 't Holletje was ook al niet naar zin, Moeder haas zei rustig: dan maar op stap. Maar dacht bij zich zeiven: dat wordt vast een grap. Hij omhelsde moeder enging toen vlug En zei nog vroolijk: ik kom gauw weer terug. Het haasje streek zijn haren eerst mooi glad, Keek in de vijver en rende over 't pad. Zijn neusje in de wind, trots en cordaat En voelde zich moedig als 'n echt soldaat. Zag nog eens om, toen het was in 't bosch, En at zoo nu en dan aan 't frissche mos. Ging naar rechts, want zie, daar scheen de vriendelijke zon. Hij holde nu en huppelde zoo hard als hij kon. Toen plotseling!.... wat schoot daar uit de lucht, Het haasje schrok vreesTijk, en ging op de vlucht. Hij zag 'n fel licht, en hoorde, pang pang!! Wat was toen het haasje angstig en bang. Het haasje rende vlug naar z'n huis, 't Was heusch in 't bosch voor hem ook niet pluis. Ging naar zijn moesje, en snikte nu: De wereld is prachtig, toch blijf ik liever bij u. No. 12. MIJN MOESJE door Riekie Homan Ik hou van Moesje wel 't meest, Zij is zoo goed, zoo lief, En ik? ik ben als de andere vijf: Haar kleine hartedief! Zij denkt aan alles en verzint Telkens weer een aardig spel; En als het klokje zeven slaat, zegt ze: „Nu naar bed; nu is 't wel!" Wanneer één van ons jarig is, Maakt zij van dien dag een feest! Zeg eens, zou zonder Moesje die dag Wel zoo prettig zijn geweest? Ja, we hebben ook wel eens verdriet; Dan glinsteren traantjes in ons oog. Maar komen we bij Moesje dan, Kust zij de wangetjes wee rdroog. Ik hou van mijn Moesje wel 't meest. En zal steeds braaf zijn, oh gewis!! Ik weet, dat dit voor Moesje-lief De heerlijkste belooning is! U vraagt 1. Is een kris een soort mes? 2. Wat is scharlaken voor een kleur? 3. Is pléonasme zooveel als plagiaat? 4. Waarom zegt men wel eens: „hij is morsdood". Is dood niet dood? 5. Wat is eigenlijk naptha? 6. Wat is een mitrailleuse? 7. Waar komt de naam Albion vandaan? Wij antwoorden 1. Een kris is een Javaansche ponjaard of dolk. Vuurrode kleur. Bet. ook vuurrood laken. 3. Heelemaal niet. Pleonasme is Grieksch en bet. overtollig woord; hetzelfde nog eens zeggend met andere woorden, b.v. hij heeft nooit geen geld; moet zijn: hij heeft nooit geld. Plagiaat daarentegen is Latijn er. bet. gedachtenroof, letterdieverij onge oorloofde naschrijverij. 4. En of! itood is dood! Maar morsdood is dood-dood. Mors bet. dood. Morsdood w. z. stellig en zeker dood. 5. Steenolie, aardolie; is een zeer ont vlambare etherische olie. 6. Een kanon met 25 loopen. 7. De naam Albion, gebruikt voor Enge land, is vermoedelijk van Aristoteles af komstig, die hem reeds in de 4de eeuw voor Christus aan dit land heeft gegeven. Cok Caesar moet dezen naam later hebben gebruikt. Men leidt den naam af van Albos (wit) en meent, dat daarmee op de witte kalkrotsen van Zuid-Engeland wordt ge zinspeeld. No. 13. DE WITTE MUIS door Cootje Wagenaar Bij ons in 't schuurtje Zit een witte muis. Ik kreeg hem van buurtje En spoedig was hij thuis. Hij klautert op de trapjes En scharrelt in zijn hok. En roetst met vlugge stapjes Gauw langs een dunne stok. Zoo zie ik het muisje In 't schuurtje, wat 'n pret! Ik denk, dat u allen Het wou hebben, naar 'k wed. No. 14 HET EERSTE EL door De lente is in 't land gekomen En roept tot leven, werk en strijd. Een ieder die niet houdt van droomen Verhoogt nu zijn activiteit. De boomen tooien zich met knoppen, Het bollenveld met kleuren-pracht 't Is 't verlossende ontpoppen Uit langen donk'ren winternacht. De kuikens barsten uit hun schalen, De koeien loeien vrijheidskreet! De zeugen loopen rond te dwalen We zien ze ginder bij de vleet. Een tweede kip stapt vol verbazing Van 't legnest; schudt haar veren recht En roept met luide stemverheffing: „Ik heb mijn eerste ei gelegd". No. 15. 't LIJSTERNEST, door Thea Wagenaar. Van de zomer in ons tuintje Hadden we een lijsternest. O, wat deden die twee diertjes Toch verschrikkelijk hun best! Eerst 'n nestje, toen de eitjes. En toen hoorden we gepiep. Aldoor riepen ze om eten Tot dat 's avonds ieder sliep. Op een Zondag na de Hoogmis Zagen wij de eerste gaan; Daarna volgden gauw de anderen Tot 't nestje leeg bleef staan. Harlekijns reis door Klazina v. Klink. Aan een spijker in de muur hing Harle kijn. Hij had een witte kraag om den hals, zwarte stippen op borst en ledematen en 'n hoge gestreepte muts op het hoofd. Op zijn rug was een touwtje vastgemaakt en als Corrie, die Harlekijn op zijn verjaardag had gekregen, daaraan trok, zwaaide hij lustig met armen en beenen. Op een morgen stond de kamerdeur open. De wind blies door de kamer en wierp Harlekijn op de vloer. Ha, ha! riep hij, nou ben ik op de vloer en nu wil ik ook gaan loopen en reizen, net als de men- schen. Hij stond op, maar zijn beenen knikten telkens. „Waar wil je heen?" vroeg dé stoel. „Je moet eerst je beenen recht zetten net als ik". „Jij bent ook van hout", antwoordde Harlekijn, „en ik maar van karton". Toch spande hij zich in, zette de beenen zoo recht mogelijk en daar ging hij. Hij strompelde door de gang, door de keuken, klom op een stoel, die bij het raam stond. Wat een drukte: karren, brandwagens reden voort. Daar klingelde lustig een bel, de tram kwam aanrijden. „Halo", riep Harlekijn, „ik wil ook met de tram mee. Maar waar heen? O ja, ik wil naar Amerika rijden". „Met de tram", schaterde de kanarievogel. „Natuurlijk", zei Harlekijn. „Domme kerel", lachte de kanarie, „dan moet je toch met een boot, ver over de zee". „Ik kom er met de tram ook wel", meende Harlekijn, en sprong op straat. Het plaatsje buiten was echter on effen. Harlekijn struikeldeen o heer, daar had je het al, hij viel pardoes in de melknap van poes. De melk spatte omhoog tot over zijn ooren; hij werd heelemaal nat, zijn rug werd natter en natter en kromde zich meer en meer. Bijna was die arme Harlekijn verdronken, als niet een vaste hand hem had gegrepen. En hoorde de stem van Corrie, die lachend sprak: „Zulke kleine baasjes moeten niet alleen weg loopen. Er even later hing Harlekijn weer aan de muur en toen hij droog was, sloeg hij armen en beenen in de lucht of er niets gebeurd was. tot door Oom Wim. XLIX. Ik heb de vlag al in de hand. Die maak ik dadelijk vast en plant ze.in den koker, waar anders de zweep in zit. Wat zullen we schik hebben! En wat zal ie beteuterd kijken, als Rie ook is meegekomen." Stil meid, je kunt nu geen oogenblik je snater houden! Let op en kijk naar den uitgang, dan doe je beter," zegt Rie ver manend. Nou maar, gaat Dora verder! Ik kan het niet uithouden. Vader laat me eens uit! Ik ga eens kijken. Ik heb hem het meeste geplaagd. Nu moet ik hem ook het eerst gelukwenschen. En Dora stapt uit en laat de anderen met hun gesprek alleen zitten. Rie had ook wel willen meegaan, maar vond dit niet, zoo het hoorde. Het zou te veel den schijn hebben gehad, alsof ze haar vriend schap hem wou opdringen. Voor Dora was dit een andere zaak. Dora was nog maar een groot kind; een kind, dat meer mocht, omdat ze altijd de jongste was geweest en een zekere vrijheid over zich had, zonder daarom brutaal te heeten zoo in huis, zoo in school. Hoe dan ook! Dora staat cJak voor de deur nu en wacht met onge duld Jan af. Daar komt het eerste groepje naar bui ten. Aan den ernst en aan den bitteren trek om den mond en aan den neergeslagen blik en somber gebaar en fluisterend gesprek Is het maar al te wel te zien, dat dit stel letje jonge menschen niet geslaagd is. En de anderen? Door komt teruggeloopen en roept al van verre „De vlag vader?" „waar is de vlag". Hier de vlag! Ik stop hem erin! Weg met de zweep! De vlag is in top! Zie zoo! Nu ga ik weer. Weg is Dora! Zij staat al weer bij de deur en gluurt en gluurt en ze had wel willen door de deur heenkijken, of ze hem niet zag. Nog even wachten meisje! En dan zullen weer de deuren wijd open gaan en zullen weer eenige heeren naar buiten treden. Maar deze zullen gaan met opgerichte hoofden; met luid gebaar, met lachende mond; met veerkrachtigen tred, en met iets in houding en blik, waarin een wereld ligt van geluk; van blijdschap over het succes coor noeste vlijt en harde studie verkregen. Daar zijn ze! Wat een vreugde ligt op ieders gelaat te lezen! Handen worden gedrukt! Felicitaties links en rechts gewisseld. Maar Jan, waar is Jan? Waar blijft die? Had Dora gedurfd, zij zou gewaagd heb ben, maar neen! nog even wachten. De deur is nog niet gesloten. Hij zal komen. Hij moet komen. Ha, daar is ie! Lachend komt ie nader! Het kostbaar bewijs van bekwaamheid in de hand. En toen? Daar ziet ie Dora en Dora hem c-n in minder dan geen tijd heeft ze hem bereikt en drukt hem spontaan beide han den en wenscht hem ge!uk en geeft hem den arm en zoo gaan ze gearmd en wel, gelukkig en blij, naar het rijtuig, waar de vlag reeds wappert in breede banen uit. Kijk eens, kijk eens, Jan; de vlag hangt al uit en morgen zullen we ook de maar wat ze verder nog te zeggen had of zeggen wilde, gaat verloren in de feli citaties van Jansen, meester en van Rie! Jongen, jongen, zeg meester, dat ik dat nog heb mogen beleven van mijn leerling en ik van mijn herdertje, zegt boer Jansen, en ik van mijn vriendje, zegt Dora naief als altijd. Wat zul je blij en voldaan zijn, Jan, nu dit examen achter den rug is, zegt Rie met een stem, waarin iets ligt van het geluk dat later haar deel zal zijn. Ja Rie, blij, gelukkig en voldaan! Ik kan de waarde van mijn succes, nog niet overzien. Maar dit weet ik wel, dat men zeer over mij tevreden was, want er staat op mijn getuigschrift, dat ik met onder scheiding geslaagd ben en de Voorzitter zei me, dat er reeds een plaats voor mij open was op een der groote kantoren hier ter stede. Dus geslaagd en een plaats if. zicht. Dubbele promotie! Dubbel ge luk! Wat zal moeder blij zyn! En wij niet zeker, meent Dora! Wat j;j. Riet! Wij zijn immers ook blij met ons vriende! Onzen geleerden Jan! Nu niet plagen meer Dora! Wij zijn allen blij, even blij! En ik ik blijf zoolang ik leef, uw aller vriend, uw Jan, zonder meer. En nu naar huis! Ingestapt! Bles vorrrt! naar.zijn moeder; de moeder van onzen Jan! In gestrekt en draf gaat het voorwaarts. Het is alsof Bles begrijpt, hoe moeder ver langt den uitslag te hooren. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 11