OP HET ST. PIETERSPLEIN. Het Blad Papier De Utrëclit'sche Vrouwelijke Studenténvereeniging ving Donderdag de viering van haar achtste, kiftrum aan met de ontvangst van de reünisten en gasten, waarbij een eere wacht te paard gevormd werd In gespannen aandacht wachtte een enorme menschenmenigte op het Si Pietersplein te Rome op het resultaat der Pauskeuze in de Sixtijn- sche kapel. (Telegrafisch overgebrachte foto) Huizen begroet den nieuwen burgemeester, den heer H. Vlug, die Donderdag officieel geïnstalleerd werd De voor de Batavierlijn in aanbouw zijnde .Batavier 111" is Donderdag van de werf .De Noord" te Alblasserdam tewater gelaten. Het schip in zijn element De viering van het eeuwfeest van het Leidsche Studentencorps werd Donderdag opgeluisterd met wielerwedstrijden, waarvoor veel belangstelling bestond. De winnaar van den wedstrijd rond het Van der Werffpark, de heer N. C. Segaar, in de bloemen Een zwarte rookwolk, welke uit de schoorsteenpijp der Sixtijnsche kapel te Rome omhoogsteeg, was het teeken, dat bij de eerste stemming nog geen Paus was gekozen. Bovenstaande, telegrafisch overgebrachte foto, toont dit moment De baar met het stoffelijk overschot van den Soesoehoenan van Solo wordt in den specialen trein geplaatst, waarmede de over leden vorst van Solo naar Pasar Gedeh werd vervoerd FEUILLETON door W. WANIEK. (Nadruk verboden). 9) Ik geloof nr. 5 of 6Maar, daar zie ik Gina aankomen; die kan er méér van weten. De portier wenkte een aardig kamer meisje dat hen juist voorbij wilde draven. Gina, in welke kamer hebben deze personen gelogeerd? vroeg de portier, ter wijl hij haar de foto's toonde. Zij dacht een oogenblik na en antwoord de toen: In no. 6* al de anderen waren bezet. Herinner je je den juisten datum? vroeg de detective. Ik weet enkel, dat de dame en het jonge meisje verleden Zaterdag vertrok ken zijn. Rooh keek in zijn zakkalendertje: Dat was 5 November. Het kamermeisje knikte bevestigend en zei: Ja, ja, dien dag kreeg ik bezoek van mijn zuster, met wie ik over het mooie jonge meisje sprak. Wat voor een meisje? vroeg Roch, wiens nieuwsgierigheid sterk werd geprik keld. De kleine Italiaansche dacht een oogen blik blijkbaar met inspanning na: Dat.het gebeurde.Vrijdags - Op Vrijdag 4 November, vulde de de tective aan. Ja, ja! Dien dag hebben de heer en de dame de kamer betrokken.Tegen den middag zijn zij uitgegaan. Omstreeks 4 uur is de dame teruggekomen met een jong meisje. De dame zei mij, dat zij nu de ka mer zou deelen met haar nichtje en dat haar man in een ander hotel zou over nachten. Werd de jonge dame ingeschreven? Het kamermeisje werd verlegen. Neen, mijnheer. Waarom niet? U weet toch hoe streng de reglementen zijn! riep de directeur, die zich boos maakte. Ik heb 't insohrijvingsbiljet onmiddel lijk afgegeven in de kamer en de dame verzocht, het in te vullen. Maar ik had het op dat oogenblik vreeselijk druk en dacht er niet meer aan. Den volgenden morgen vertrokken zij, en het biljet voor jonge da me lag oningevuld op de tafel. Zulk een nalatigheid mag niet meer vorkomen! zei de directeur boos. Wie weet, of zij ons nog geen last zal veroorzaken. Hoe zag het meisje er uit? vroeg de detective. O! de kleine Italiaansche lachte una bellissima blondina! Heel anders dan de meisjes in deze streek. Zij was in den rouw Nog zeer jong? Misschien twintig jaar. Doch men kon zien, dat haar mooie oogen veel hadden geschreid.Ik moest het avondmaal in de kamer opdienen, maar de jonge dame heeft bijna niets gegeten. Roch wendde rich tot den portier en vroeg: Wanneer zijn ze vertrokken? Zeer vroeg, met den sneltrein naar Ween en. Was de heer aanwezig bij het vertrek? Neen, ik moest alleen voor de twee dames een auto bestellen. Mag ik nog even een kijkje in uw gas tenboek nemen? vroeg Roch den directeur. Ik zou garne weten, onder welken naam het echtpaar zich hier heeft ingeschreven. De directeur reikte den detective het lij vige register over; Doch sloeg 't haastig open. Verleden Vrijdag was het 4 Novem ber, daar hebben wij ze al! Gustav Gar- •ber en echtgenoote, uit Weenen, kamer nr. 6. Dus ook valsché passen! riep de direc teur opgewonden -uit. Ieder vreemdeling wordt hier aan scherpe controle ondewor- pen. En toch hebben ze het jonge meisje ongemerkt naar Weenen kunnen overbren gen.. ..Enfin, ik zal verder zien. Roch begaf zich_niu eerste naar het po litiecommissariaat, waar de Italiaansche .beambten hem zeer beleefd te woord ston den. Neen, in de laatste maanden was noch een Jonathan Holder, nodh een Maud Kan- drun aangemeld. Daarop verzocht de detective om het aan meldingsbiljet van 't echtpaar Garber uit Weenen. Hij vergeleek het schrift met eenige blaadjes papier uit de Weensche Staatsbi bliotheek, waarop Streller de boeken, die hij wilde raadplegen, had aangevraagd. Met verlof van den bibliothecaris had Roch die formulieren meegenomen. Het schrift was volkomen hetzelfde. Het echtpaar Garber was dus wel degelijk het echtpaar Streller. Doch was kwam het meisje vandaan? vroeg Roch zich af, terwijl hij 't prachtig gebouw verliet. Waarom waren de S trailer's naar Triëst gekomen? Om het meisje af te halen? Maar het kon toch evengoed alléén de reis naar Weenen maken! En, nog eens, waar kwam het vandaan? Woonde het in de stad of in de omstreken? Het voorkomen der jonge dame zei daar niets over, en rij was ook niet ingeschreven bij den Burgerlijken Stand Rooh bleef, in diep gepeins verzonken, voortsukkelen langs het Canale grande; meer dan ééns struikelde hij over 'n hoop je pompoenen en meloenen. Hier lagen de groote schuiten, die eiken dag de inwoners der stad kwamen voorzien van visch, fruit en groenten. Hier sjacherden de huisvrou wen met de in lompen gehulde, maar flink gebouwde visschers; want vele artikelen waren hier goedkooper dan op de markt.... als men het talent om af te dingen bezat. Roch stond juist op het punt, over een weggeworpen blibberige bananenschil in een groote mand met eieren te vliegen, toen hem plosteling een gedachte door het hoofd schoot. Maar 't was zeker niet het geschik te oogenblik voor een goeden inval want Roch balanceerde als een ongeoefend koorddanser om zijn evenwicht.Einde lijk stond hij weer vast op zijn voeten, en toen ging hjj de Riva Casciotta opAan den Molo San Carlo lagen drie groote stoomschepen, die Roch niet bijzonder in teresseerden; hij ging recht naar het Lloyd- gebouw. Op vertoon van zijn papieren werd hij onmiddellijk toegelaten in het door he*» aangeduide kantoor, en daar mocht hij in zage nemen van de passagierslijsten der .booten, die op 4 November te Triest wa ren aangekomen. Wat een aangename verrassing! Op de lijst van een stoomschip uit Batoem vond hij den naam „Maud Kandrum, reizende naar Triëst." Deze ontdekking maakte Roch nog al opgewonden: 't was het eerste zekere spoor van het meisje of van de vrouw, naar welk spoor hij reeds dagen zocht! Ligt de steamer nog op de reede? vroeg hij den beamte, met wien hij te doen had. Neen, hij is gisteren naar Alexandrië vertrokken. De detective zag de passagiers lijst nog eens door. Met Maud Kandrum waren te Batoem nog zes andere personen aan boord gekomen. Drie daarvan begaven zich naar Triëst. Roch noteerde de drie namen: Richard Hendicke, ingenieur; Antonio Villazzi, koopman; Fred. Meingast, fabri kant. Nog eens wendde hy zich tot den be ambte: Weer zoo goed, verzocht hij, zelf de passagierslijst in te zien. Kent u misschien onder de vele passagiers iemand, die te Triëst woont? De beambte liet opmerkzaam den blik over de talrijke namen glijden. Giuseppe'Filossi, zei hij, ,is hier ter stede gevestigd als groothandelaar, doch verder ken ik hem niet; maar mevrouw An tonio Visoni is de echtgenoote van een Lloyd beambte, die (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 11