HET FEEST DER LEIDSCHE STUDENTEN.
Het Blad Papier
Het m s. -Oranje" wordt thans bij de Ned. Scheepsbouw Mij.
te Amsterdam afgebouwd. Een kijkje op werf, waar het ge
vaarte hoog boven alles -uitgroeit"
Drukte op het St Pietersplein te Rome gedurende de dagen van het Con
claaf, dat thans in het middelpunt der belangstelling staat
Het Regiment Wielrijders te Den Bosch is Woensdag in twee regimenten
verdeeld. Het 1ste blijft te Den Bosch, terwijl het 2de te Apeldoorn wordt
gestationneerd Een overzicht tijdens het défilé voor de autoriteiten
Binnen afzienbaren tijd kunnen alle Scheveningsche visschers
zwemmen. Thans leeren 450 visschers deze edele kunst en
aan de eerste leden der oude garde, die deze week afzwom
men, werd reeds het diploma uitgereikt
Het passagiers- en vrachtschip „Lumane", voor^ Portugeesche rekening in
aanbouw bij de scheepsbouwwerf -De Merwede" te Hardinxveld, is Woens
dag tewater gelaten. De doopplechtigheid werd verricht door mevr. H. M. J.
Voetelink, echtgenoote van den Consul Honoraire du Portugal
Een ballonwedstrijd voor kinderen vormde Woensdag een
onderdeel van het uitgebreide feestprogramma ter gelegen
heid van het 100-jarig bestaan van het Leidsch Studenten
corps. Een overzicht tijdens het oplaten der ballons
De portretten der
kardinalen, uit wier
midden de Paus
gekozen wordt,
genieten te Rome
veel belangstelling
FEUILLETON
door
W. WANIEK.
(Nadruk verboden).
8)
De Stroller's moesten rekening hou
den met de mogelijkheid, dat een voorbij
ganger het blaadje papier had gevonden en
zelfs gezien, uit well: venster het gewor
pen was. Dus moest alles, wat hen kon ver
raden, onmiddelijk verdwijnen. Natuur
lijk het meisje op de eerste plaats
Waar heeft men Maud heengebracht?
waarheen?
Wees gerust; ik ben vast overtuigd,
dat men verder de jonge dames geen leed
heeft gedaan. Zooals ik mij Streller voor
stel, is hij onmiddellijk de straat afgeloo-
pen om te gaan zoeken op de straat, waar
u hem door uw houding natuurlijk in het
oog zijt gevallen. Hij is u toen nagegaan
totdat u in een auto stapte en den chauf
feur verzocht u, naar 't hoofdcommissa
riaat van politie te brengenHij wist nu
dat hij tijd had laten we zeggen: min
stens een uur. Hij keerde dus gauw terug
naar zijn appartement en heeft of door val-
sche voorspiegelingen of door bedreigin
gen de jonge dame overgehaald, zich door
hem naar een andere plaats te laten over
brengen, waarschijnlijk naar de woning
van den onbekenden man, met wien hij gis
teren in de Mariahilferstrasse een kort ge
sprek heeft gevoerd.
Kronberg balde de vuisten.
En als wij haar niet vinden? Waar
om hebt u onder zulke omstandigheden de
Streller's niet onmiddellijk doen aanhou
den?
Zij zouden alles geloochend en 't ver
blijf van 't arme meisje niet bekend ge
maakt hebben. Wij zouden dus geen stap
verder zijn gekomen.
En wat zult u nu doen?
Indien het gelukt, de Streller's onbe
merkt in het oog te houden, zullen wij spoe
dig te weten komen, waar de jonge dame
thans verborgen wordt gehouden.
Sichel, mijn beste agent, zal zich met dit
werkje belasten.
Waarom doet u niet zelf? vroeg
Kronberg met onverholen teleurstelling.
Omdat, antwoordde Roch met een fijn
lachje, omdat ik met den nachtsneltrein
naar Triëst moet vertrekken.
Kronberg keek den detective half wezen
loos aan.
En waarom? In verband met onze
zaak?
Zeker. Ik moet ook weten, waar het
meisje vandaan kwam en ik hoop, te
Triëst de noodige inlichtingen te zullen op
doen.
Waarom juist te Triëst?
Herinnert u zich nog de badkamer,
dokter?
Natuurlijk; maar daar hebben we
buiten de badkuip, den koffer en het valies
niets gevonden.
JuistEn is u aan den koffer en het
valies niets opgevallen?
Neen, de inspecteur heeft ze laten ope
nen; er was niets in.
En toch durf ik mij vleien met de
hoop, door die twee dingen 'n spoor te heb
ben gevonden. Op den eenen kant van den
koffer zag ik twee etiketten, zooals de groo-
te hotels er op het reisgoed van hun gasten
plakken. Het eene etiket was van 't hotel
„Goldenes Kreuz" te Weenen, waar, zoo
als ik vroeger heb gezegd, de Streller's
eenige maanden hebben verbleven; het an
dere van 't hotel „Kronprinz" te Berlijn.
Maar op het valies bemerkte ik, buiten die
twee etiketten, nog een derde en wel van 't
hotel „Aquila vera" te Triëst. Daar dit der
de etiket op dat van 't hotel „Goldenes
Kreuz" was geplakt, kunnen wij met zeker
heid aannemen, dat het eerst, later is aan
gebracht en dat uit dien hoofde de reis naar
Triëst heeft plaats gehad na de verhui
zing van de Streller's van 't hotel „Golde
nes Kreuz" naar de Lindenstrasse. Nu is 't
zeer wel mogelijk, dat dit reis naar Triëst
op de een of andere manier in verband
staat met onze Maud Kandrum. Daarom
wil ik nog vanavond naar Triëst vertrek
ken.
Mag ik meegaan?
Roch keek den jongen man scherp aan.
Neen, antwoordde hij; ik verlang, dat
u zich flink gaat amuseeren en dit avon
tuur heelemaal vergeet.
Uw belangstelling gaat te ver en ik maak
mij bezorgd over uw gezondheid. Is u weer
in staat om kalm na te denken, dan komen
wij terug op de zaak.
Kronberg was zoo getroffen door den
ernst van deze waarschuwing, dat hij zich
niet durfde beklagen.
En wanneer, vroeg hij, hoopt u terug
te zijn?
Dat weet ik niet.
In wrevelige stemming nam Kronberg af
scheid van den beroemden detective.
Nu moest hij rust vinden! Nu moest hij
vergeten!Onmogelijk!
Maar veronderstel, dat Roch gelijk
had met zijn waarschuwing?Maud
Kandrun kon een zeer ordinair meisje zijn,
misschien een getrouwde vrouw, misschien
een slecht meisje, onbeschaafd, dom....
Bij die gedachte voelde Kronberg een
bijna lichamelijke smart. Onverdraaglijk!
Zooals Roch zei, een verschrikkelijke te
leurstelling, die vele jaren van zijn leven
zou vergallen
Ja, Roch had gelijk. Hij moest trachten
de heerschappij over zijn verstand terug
te bekomen; hij moest tot zijn oude, goede
gewoonten terugkeeren en als eerste
stap in die richting zou hij Lene Barbisch
opbellen en haar smeeken, hem weer in ge
nade aan te nemen.
Maar bij deze gedachte voelde dr. Kron
berg zich niet erg aangenaam te moede, ja,
misnoegd op zich-zelven.
VI.
De Golf van Triëst biedt een wonder-
schoonen aanblik. Karl Roch had dat onver
gelijkelijk schouwspel reeds meermalen ge
noten, maar bij het wederzien van de blau
we zee werd hij telkens aangegrepen door
een schier onweerstaanbaar verlangen naar
vreemde landen, geheimzinnige kusten.
In plaats van zeevaarder.... crimina
list! dacht hij weemoedig.
Hij had zooeven den trein verlaten; zijn
reistaschje hinderde hem niet, en op zijn
wandeling in de stad genoot hij ten volle
de blijde schoonheid van den helderen, zon-
nigen morgen.
't Hotel „Aquila vera" las niet ver van de
haven; 't was een alledaagsch gebouw met
twee verdiepingen. Tegen den gevel zat
een oude Italiaansche gehurkt naast een
korf warme maiskolven, die zij de voorbij
gangers te koop aanbood.
Roch nam in 't hotel een kamer, maakte
'n beetje toilet en begaf zich toen naar
het bureau, waar hij zijn identiteitspapie
ren toonde toen om het gastenboek vroeg.
Zeer opmerkzaam las hij de namen. Noch
een Jonathan Holder, noch een Maud Kan
drun waren ingeschreven.
Nu dat was te voorzien, dacht Roch.
Hij nam de foto's van het echtpaar Strel
ler uit zijn portefeuille (bij de huiszoeking
had hij die foto's heimelijk meegenomen).
Hiervan verwacht ik meer!
Eerst liet hij den directeur van het hotel
de twee portretten zien.
Kimt u zich herinneren, mijnheer,
vroeg hij, deze twee personen, althans één
hunner, bij u te hebben gezien?
De directeur bekeek een wijle de foto's,
haalde toen de schouders op en zei:
In ons hotel is 't een voortdurend ko
men en gaan van vreemdelingen, maar die
man komt mij bekend voor. De portier die
meer dan ik rechtstreeks met de gasten in
aanraking komt, zal u misschien beter kun
nen inlichten.
De portier werd geroepen en herkende
inderdaad het echtpaar Streller als voor
malige gasten van 't hoetel „Aquila vera".
Wanneer waren zy hier? vroeg de de
tective.
Ongeveer twee weken geleden.
Welke kamer?
(Wordt vervolgd).